Stap eens Mj ons M nnen we zijn zo gemakkd i dicht bij Regering: vezelindustrie onderkende te laat dat afzet minder steeg U Rhapsodie in majeur voor de kweker van Kaaps viooltje Raiffeisenbank Si Boerenleenbank Apartheid hunt zoveel méér doen met onze bank Kunstmatig eiland Leraren willen geen fantasie meer salaris per week en niet per uur Mr. Hoogen Jijk: doorstoten naar kern van de politieke realiteit AKZO bepaald geen koploper bij uitbreiding9 Kweekproducten Vierjarige Maurits Levering tijdschriften aan portefeuilles geregeld TROUW/KWARTET ZATERDAG 15 APRIL 1972 BIMEXLM» T17/K17 Scherp-kritisch Respect voor mensen Mentaliteit Keuze Geen wonder Beslissend Want waarom zoeken naar wat u vlakbij kunt vinden? U stapt eenvoudig even bij een Raiffeisenbank of Boerenleenbank binnen. Er zijn 3000 vestigingen. Dus overal gemakkelijk dicht bij u in de buurt. Om te kiezen uitwei 8 verschillende spaarvormen, met eik een aantrekkelijke rente. Zodat u kunt sparen op de manier die het beste bij uw bedoelingen en mogelijkheden past. Een deskundige adviseur helpt u graag bepalen welke spaarvorm juist voor u het' meest geschikt is. Bij de Raiffeisenbank en Boerenieenbank, de bank waar de helft van aiie Nederlanders al bij spaart. 3000 vestigingen 'Politiek' Overgangsfase Van onze Haagse redactie DEN HAAG De ciiemiscfie -vezelmduatrie heèft de vermindering- van de groei van haar afzet niet tijdig onderkend, zodat sinds 1970 een grote internationale overcapaciteit in deze sector is ontstaan. De regering zegt dit in een gisteren gepubliceerde nota over de reor ganisatieplannen van het Akzo-eoncem, die ten nauwste samenhan gen met het bestaan van deze overcapaciteit. De oudste zoou van prinses Mar griet, prins Maurits, wordt maan dag vier jaar. Zijn vader, mr. P. van Vollenhoven, maakte deze foto. i Nota confessioneel p< :ek beraad- met felle reactie Van onze parlementsredactie DEIN HAAG De ontwerp-strategie die op een informele bijeenkomst op 29 maart van de contact- raad ^>311 de drie christelijke partijen op het Slot in Zeist is samengesteld, constateert in de inleiding dat de grote problemen van deze tijd de nasleep vormen van wat wij, Westerse mensen in het ver- ADVERTENTIE! mogelijkheden voor het kiezen leden gedaan en vooral ook: misdaan hebben. De nota stelt vast dat dit geldt voor de scheefgegroeide verhouding tussen rij ke en arme landen. ('Wij hebben de sociale hypotheek op onze groeiende welstand niet tijdig willen aflossen'); voor de oorlogsdreiging (door 't limiet loos voortschrijden van de nuclaire en chemische bewapeningstechniek); voor de samenlevingsopbouw (de economi sche en technische expansie ging voor het voldoen aan het recht van de machtetozen); voor de milieucrisis ('die te wijten is aan een verwaar loosd renmeesterschap bij onze exploi tatie van de natuur") en voor de tendens tot ontmenselijking (tot ui ting komend in de geringschatting van eigen en andere levens). De partij die aan de oplossing van deze problemen een politieke bijdrage wil leveren, moet zich volgens de nota stellen onder de kritiek van het evangelie, en zie elders in deze krant voorts allen verenigen die zich in haar mens- en maatschappijbe schouwing en politieke opstelling her kennen. In -deze visie op mens en samenleving is de roeping van de mens om te dienen het kernpunt. De nota verwerpt 'alle ideologieën en politieke stromingen die als isme's komen aandragen met een bepaalde menselijke sleutel voor de totstandko ming van het totale menselijke geluk', omdat voor deze 'isme's' de mens tot slaaf wordt gemaakt. De nota doelt op het klassieke liberalisme, socialisme, totalitarisme, pragmatisme en structu- risme. De revolutie geeft geen inhou delijke garantie voor of een innerlijke heilbrengende kracht tot een betere toekomst. Ook de economische wel- standsgroei en de voortgang van tech nische en wetenschappelijke toepassin gen bezitten uit zichzelf geen heil brengende invloed. Het oogmerk van de schrijver van de nota, is te bouwen aan een verant woordelijke maatschappij. Zij verzet ten zich tegen een samenlevingsstruc tuur waarbij de politieke macht ope reert als een verlengstuk van de be langen van het bedrijfsleven, maar ook tegen een samenleving waarbij de politieke en economische "verantwoor delijkheden gecentraliseerd worden in handen van een plannende elite. "De samenleving verliest daardoor haar openheid, veelkleurigheid en gespreide verantwoordelijkheid, en tendeert naar verslaving, totalitarisme en ma nipulatie met lichamen en zielen van mensen.' De nota bepleit hiertegenover een scherp-kritisehe instelling waar weten schap en research de menselijke geest en het menselijke leven zou kunnen beïnvloeden en ombuiging van techni sche research naar een zorgvuldiger omspringen met schaarse grondstoffen, een betere zorg voor het milieu en het overbodig maken van menson waardige arbeidsmethoden. Ook ziet de nota consequenties voor het over heidsbeleid bij samenvoeging van be drijven, inspraak van werknemers, wetgeving tegen 'die vormen van re clame -die de mens modelleren tot een egocentrische en ééndimensionale con- sumptiegenieter.' Vereist is voorts een welzijnsbeleid dat de mens vormt tot een zelfstandi ge persoonlijkheid die verantwoorde- lijkheid kan dragen voor de eigen beslissingen en kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Het be leid moet zieii richten op dienstverle ning aan alien die niet op eigen kracht hun plaats in het maatschappe lijk verkeer kunnen innemen. Dege nen die beslissingen nemen op poli tiek, cultureel en economisch gebied moeten gecontroleerd kunnen worden door diegenen die van deze beslissin gen afhankelijk zijn. Alle economische bedrijvigheid moet zich voltrekkc-a bisnen de grenzen van een respect voor werkers ais verantwoordelijke mensen. Onaantast bare drempelwaarden op het gebied van de milieuverontreiniging moeten worden geëerbiedigd. De belangen van economisch zwakken binnen en buiten Nederland behoren voorrang te krijgen. De onderneming moet uit groeien tot een samenlevingsverband waarin het maximale financiële rende ment van secundaire betekenis is. De overheid richtte haar beleid op selectieve, kwalitatieve economische groei en uitbouw van die economische activiteiten die zijn gericht op milieu zuivering, zo nodig via directe over- hedsdeelneming. Geleidelijk moeten die economische activiteiten worden afgeremd die gekoppeld zijn aan de westerse welstandsgroei en uit dien hoofde een te groot beslag leggen op schaarse grondstoffen en het levensmi- heu. Het beleid moet gericht zijn op af remming van de bevolkingsgroei 'al hoewel dit beleid steeds gestoeld zal dienen te blijven op het respect voor alle menselijke leven en voor de men selijke verantwoordelijkheid ten aan zien van nieuw leven.' De auteurs van de ontwerp-strategie tonen zich tenslotte bereid wezenlijke nationale bevoegdheden over te dra- ten aan communautaire, internationa le of supranationale organen ter be vordering van een internationale stra tegie inzake de ontwikkelingshulp, de vragen van oorlog en vrede en het behoud van schaarse grond- en hulp stoffen. De discussie-ibijdrage van mr. W. C. p- Hoogendijk is niet alleen aanmer kelijk uitvoeriger, maar ook anders van opzet dan de ontwerp-strategïe. Hoogendijk meent dat de door de ontwerp-strategie genoemde grote pro blemen slechts kunnen worden bena derd door de 'vooronderstellingen van de huidige cultuur' in het geding te brengen, omdat anders alleen enkele gevolgen van hedendaagse maatschap pelijke processen kunnen worden ver zacht of opgevangen, terwijl de oor zaak van de 'maatschappelijke woeke ringen' buiten het bereik blijft. Hoog endijk: 'Als onze drie partijen niet •willen volstaan met frutselen aan de franje, maar wezenlijk een bijdrage willen leveren aan de oplossing van de grote politieke problemen van deze tijd, dan zullen zij tot in hun bloed en in hun merg exponenten moeten worden van fundamentele maatschap pijkritiek'. Daartoe zulien zij moeten doorstoten tot 'de grondslagen en ad- gemeen gangbare vooronderstellingen van onze cultuurfase,' omdat dit vol gens Hoogendijk het niveau is waarop de beslissingen vallen. Het gaat volgens de nota Hoogendijk om de gezindheid, de mentaliteit De politiek staat machteloos als zij pro beert de impasse van buitenaf te door breken, omdat 'de impassestelling in feite reeds in onze vooronderstel lingen is vervat'. Hoogendijk noemt op: 'in ons nationaal zelfbewustzijn, in onze verkleefdheid aan een bepaald consumptiepatroon, In de vanzelfspre kendheid waarmee wij het ene proces van inkomensverwerking rechtvaardig vinden en het andere absurd. Realisti sche alternatieven komen pas binnen onze gezichtskring indien wij durven uit te gaan van andere, binnen de gangbare opvatting misschien absurd schijnende vooronderstellingen'. 'Hoogendijk meent dat de huidige ge neratie voor de keus staat: de huidige maatschappij als uitgangspunt aanvaar den of haar verwerpen. 'Als wij het eerste doen, dan voegen wij ons bij toet establishment. als wij het tweede doen wordt de vraag strijd baar vanuit welke positie wij tot deze 'maatschappij komen. Vanuit een' zelf standige wetenschap, vanuit een poli tieke ideologie of wellicht vanuit een geloofskennis inzake de positie van de oiens in deze wereld en de bestem ming van de mens? Naar mijn me ning ontmaskert deze geloofskennis zowel het establishmentsdenken als ook de diverse ideologische alternatie ven van de huidige tijd als drogrede nen, utopieën, pepmiddelen, tranquili zers, of in het algemeen als goden op lemen voeten.' Hoogendijk schrijft dat 'als wij een geloof zouden hebben als een mos terdzaadje, dat wij dan langs de weg van het evangelie hoop voor de mens heid, ook in maatschappelijke en poli tieke structuren zouden kunnen wek ken.' Hij vervolgt: "Maatschappijkri tiek is kritiek op de geestelijke wor tels van een samenleving. Deze kri tiek is niet a-politiek, maar is inte gendeel de kern van de politiek. Daar om ben ik het er fundamenteel mee oneens indien wij deze geestelijke dimensie in onze politieke activiteiten zouden domiciliëren (thuisbrengen) in een aanhef van ons program, met de bedoeling er daarna zo min moge lijk van te laten blijken.' mende onderlinge samenhang van de problemen en de toenemende versnel ling van maatschappelijke ontwikke lingen. Het tegelijkertijd optreden van deze, verschijnselen maakt volgens Hoogendijk een oorzaak zichtbaar van de impasse waarin deze generatie ver keert: zij leeft mentaal nog in de dimensies van de vorige en van de eerste helft van deze eeuw, de dimen sies van de nieuwe tijd hebben wij ons nog niet eigen gemaakt Deze generatie wordt aldus Hoogendijk 'geconfronteerd met schijnbaar au tonoom verlopende, overrompelende ontwikkelingen, die soms tot rampza lige gevolgen leiden, zonder dat wij bij machte blijken, daarop uit de politieke sfeer effectief in te grijpen.' Gegeven deze analyse acht mr. Hoog endijk het geen wonder dat de poli tiek in een kwade reuk staat: de burger wordt permanent geconfron teerd met de onmacht van de over heid. Hij voorspelt dat de kiezer niet warm te krijgen zal zijn wanneer men zich beperkt tot 'de marge die ons in de huidige maatschappij in,Nederland gelaten wordt', tot het wieden en aanharken van 'het Europese volks tuintje dat Nederland heet'. 'De kie zer doorziet intuitief dat wij dan in de politiek schijngevechten leveren over zaken die hem niet wezenlijk aangaan, terwijl wij de wezenlijke pro blemen Van de huidige generatie of laten liggen of niet aankunnen.' Hij schrijft dat 'wij staan voor de opgave ons als architecten van de samenleving op te werpen omdat wij weigeren een 'autonoom verloop van de maatschappelijke ontwikkelingen over ons heen te laten rollen.' Dit betekent een overschakeling op nieu we vooronderstellingen. Hoogendijk schrijft dat hiervoor een 'tweede emancipatieproces' nodig is, de be wustwording dat wij ook in de ver grote afmetingen van onze tijdsspanne niet machteloos hoeven te blijven, In de politieke strijd tijdens deze over gangsfase gaat het er volgens Hoogen dijk oon 'welke filosofie' beslag zal kunnen leggen op de ziel van het volk, op het hart van een generatie.' •Hij vervolgt: "De uitslag van deze machtsstrijd op het diepste niveau is beslissend voor het type cultuur, dat wij creëren, voor het type samenle ving dat wij bouwen, voor de inhoud van onze mens- en maatschappijvisie, voor onze politieke doctrine, voor on ze politieke programma's, voor ons parlement; werk, voor ons rege ringsbeleid, kortom: voor de totaliteit van onze levenspraktijk, inclusief de .totaliteit van onze politieke praktijk.' 'Naar mijn mening is het niet een ontvluchten van de politieke rea liteit, maar integendeel juist een doorstaten tot de kern van de politie ke realiteit indien wij volhouden dat de bank voor iedereen het in de politieke strijd om niets minder gaat dan om de vraag aan ■welke god een volk, een generatie zich toevertrouwt.' Hoogendijk meent dat hot daarom niet onbelangrijk kan zijn vanuit welke geestelijke kracht het emancipatieproces wordt uitge voerd. Hij besluit met een paragraaf waarin hij vaststelt dat het christelijk uit gangspunt alleen niet ais doorslagge vende integratiefactor voor een poli tieke partijformatie kan dienen. 'Het evangelisch uitgangspunt is politiek mi. dan ook slechts relevant in de ■wijze waarop het gestalte krijgt in de politieke doctrine, de politieke strate- Studiebeurs De Albert Heijn stu diebeurs 1971, groot 10.000, is toege kend aan dr. E. van der Kleijn, apotheker te Nijmegen. Hij zal een studie doen over de wijze van distri butie van geneesmiddelen en beoorde ling van alternatieven. Albert Heijn beoogt met het jaarlijks toekennen gie, het politieks, p Je poll- van een studiebeurs een bijdrage te tieke praktijk.' -Ai' dia; integratiefactö- leveren aande bevordering, van .het ren moeten op een bepaalde vrijze worden nevengeschikt. Een christelij ke partij wordt een politiek gezel schap als eenheid in uitgangspunt teveel accent krijgt ten koste van eenheid in doctrine en program; zij wordt programpartij als het akkoord over het program overmatig accent krijgt ten koste van de principiële componenten; zij wordt een verstarde ideologische partij wanneer de ideolo gie verzelfstandigd wordt Een partij waarin de verscheidene componenten in onderlinge samen hang overeind worden gehouden 'lijkt mij het instrument bij uitnemendheid om een emancipatieproces door te voeren', aldus mr. Hoogendijk. Hoogendijk meent nu dat 'onze ganse cultuur in een overgangsfase verkeert, van zodanige omvang en allure dat die herinnert aan de overgang van de middeleeuwen naar de renaissance.' In die fase staan structuren, opvattin gen en normen onder geweldige druk, de huidige generatie voelt zich in een vacuum met alle onzekerheden, span ningen en frustraties van dien. De gestalte van de toekomst is onzeker, toch onderscheidt de schrijver van de nota bepaalde tendenties. Hij noemt: de vergroting van de problemen zij overschrijden plaatselijke, regionale en nationale grenzen de vermeerde ring van de problemen ('in de moder ne, hoog ontwikkelde samenleving is de omvang van .de overheidszorg kwantitatief .onbegrensd'.), de toene- wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de levensmiddelenbran che, aldus een mededeling van het bedrijf. Het comité dat de prijs toe kent bestaat uit: prof. dr, J. F. Hac- cou, A. Heijn, ir. A. G. Maris en prof. dr. F. de Roos. SGP De heer C. G. Boenders te Kootwijkerbroek is benoemd tot secre taris van de SGP.- Hij volgt ir. C. N. van Dis op, die deze functie 43 jaar heeft bekleed. De heer Boender (44) is hoofdonderwijzer. Sinds 1969 was hij partijpenningmeester. In deze functie wordt hij opgevolgd door de heer J. Pijl te Den Haag. Metsel wedstrijden H. Richardson, leerling aan de lts in Rijssen heeft de 20e nationale wedstrijd m het metse len van baksteen gewonnen. Hij ont ving gisteren in de 'jaarbeurs de eer ste prijs, de 'zilveren troffel'. Tweede werd J. M. C. M. Veadelmans uit Lith en als derde eindigde G. S. Wolf uit Ernst. Na de stormachtige ontwikkeling van de chemische vezelindustrie (de wreïdproduktie liep op van enkele duizenden tonnen in 1950 tot naar raming 6,6 miljoen ton in 1972) trad in de afzet omstreeks 1970 een vrij abrupte vertraging van de groei op. Verwacht moet worden dat het belang- rijk langer zal duren voordat deze overvloedige capaciteitsuitbreiding (in een tijd van optimisme ontstaan) door een verbruikstoename zal wor den vervangen, aldus de regering. Overigens is Enka-Glanzstoff naar het oordeel van de regering bepaald geen koploper geweest bij de intematonale capaciteitsuitbreiding, zo bedroeg de capaciteitsgroei van nylongarens in de jaren 1965 tot en met 1971 tien pro cent en die van de concurrenten 100 procent. De capaciteitsgroei van wollen garens bedroeg voor Enka 330 procent envoor die van de concurrenten 440 procent. Tegen de achtergrond van deze ontwikkeling heeft het Duitse bedrijf Hoechst zich volledig terugge trokken uit de nylonsector, terwijl ICI (Engeland) zeer recent 3500 per soneelsleden heeft laten afvloeien. Bayer beperkte haar produktie even eens aanzienlijk. Enka-Glanzstoff zal trachten deze ont wikkeling het hoofd te bieden door een verdergaande bedrijfseoncentratie. In deze filosofie paste niet de handha ving van de bedrijven in Breda en EmmerCompascuum, zo heeft het Ak zo-eoncem de regering daags vöór de bekendmaking van zijn plannen mee gedeeld. FLAATSÏNGSKANS Over de gevolgen van de voorgeno men bedrijfssluitingen deelt de rege ring mee dat voor het mannelijk personeel van het Enka bedrijf in Breda plaatsingsmogelijkheden zijn in Brabant. Wel dient daarbij in aanmer king te worden genomen dat een relatief groot deel van het personeel a iWl-jt ah J!'1 Van een verslaggever UTRECHT Kweker M, van der Voort uit Mijdrecht mag doorgaan met het kweken eau een bijzonde re variant van het Kaapse viooltje, ondanks de bezwaren die de Duit se kweker Hermann Holt kamp uit 'Emmerik daar tegen heeft. De pre sident van de Utrechtse rechtbank, waarbij de Duitse kweker een kort geding over deze zaak had aange spannen, weigerde gisteren kweker Van der Voort een verbod op te leggen. De president achtte onvoldoends aangetoond, dat kweker Van der Voort een exclusieve variant van Holtkamp voortteelt en zo profi teert van het researeftwerk van Holtkamp, zonder daar enige ver goeding tegenover te stellen. Tijdens de behandeling van deze zaak had de1 Duitse kweker be toogd, dat hij met zeer veel kosten en moeite een vapiant van het Kaapse viooltje heeft gekweekt, dte opvalt door kleur en houdbaar heid. Hij noemde de variant Rhap sodie en kreeg op die naam inter nationale merkbescherming. Wel licht vervelend voor de Duitser idaren hierbij twee dingen: het plantje bleek bijzonder eenvoudig te stekken een blad in een potje aarde en welig tiert een nieuw Kaaps viooltje en er bestaat geen wettelijke bescher ming voor de ontwikkeling van nieuwe kamerplantjes. De presi dent merkte dan ook op dat de heer Holtkamp wat dit betreft geen enkele aanspraak kan doen gelden. De advocaat van de Duitse kweker had evenwel ook aangevoerd, dat de heer Van der Voort wellicht een onrechtmatige daad pleegt door zcntder enige tegenprestatie de kweekprodukten van de Duitser voort te telen. De president sloot zich wat dit betreft aan bij het verweer van da heer Van der Voort, die aantoonde dat hij de moederplanten had be trokken van een Aalsmeerse ktve- ker. Of wellicht die kweker de plantjes desondanks, eventueel langs omwegen en via tussenperso nen zou hebben verkregen van de Duitse kweker, achtte de president onvoldoende aangetoond. Bovendien wees de president erop dat uit de behandeling van de zaak is gebleken, dat het plantje Rhapsodie al sinds 1956 op de markt wordt gebracht en dat moet worden aangenomen, dat de heer Holtkamp ruimschoots de vruchten, zij het dan financiële, van dit plantje heeft kunnen plukken. beschikt over specifieke vakbekwaam heid, waardoor hun plaatsbaarheid wordt bemoeilijkt. De arbeidsbureaus zullen zorg dragen voor een zo goed mogelijke begelei ding van de getroffen werknemers. Bijzondere aandacht zal worden be steed aan de oudere werknemers. De regering wijst er ten slotte op dat een onderzoek naar de maatregelen die zouden moeten worden overwogen ter voorkoming van verder over-inves- teringen gewenst is. Op de noodzaak hiervan heeft zij de raad van bestuur van Enka-Gianzstoff gewezen. De raad heeft inmiddels contact opgenomen met andere synthetische vezelprodu centen. Ook de Europese commissie is op de hoogte gesteld. Afhankelijk van het resultaat van dit overleg zal de regering bezien op welke wij^e steun aan dit streven naar coördinatie kan worden verleend. DEFT De cijfers geven de indruk dat kunstmatige eilanden in zee be slist niet meer tot de 'fantasieën' beho ren. Dit zegt ir. J. J. van Dijk wetenschappelijk hoofdambtenaar aan de Technische Hoogeschool in Delft, in een artikel in het blad van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs over het onderwerp "Eilanden in de Noordzee.' Op kortere termijn zou wellicht de bouw van kleinere eilanden voor spe cifieke doeleinden verwacht mogen worden. Een belangrijke olie- of gas- vondst zou, gecombineerd met raffina ge en/of gedeeltelijke verdere bewer king, wellicht met voordeel op een eiland kunnen worden geëxploiteerd. Een centraal internationaal vliegveld voor supersonische toestellen (door enige iuehtvaarmaatsdiappijen geza menlijk geëxploiteerd) dat verbindin gen onderhoudt met soortgelijke lucht havens, die andere regio van de we reld bedienen zou, naast het vermij den van aanzienlijke geluidshinder, kdnnen leiden tot een zeer wenselijke verhoging van de beladingsraad van deze zeer kostbare toestellen. Langge rekte eilanden in relatief ondiep wa ter ter verdediging vair een bestaande kust, in combinatie met recreatievoor zieningen, voldoende koelwater voor energiecentrales en plaats voor een zeewaterdistillatiebedrijf en zonder noodzakelijke vaste verbindingen met de kust, kunnen overwogen worden. AMSTERDAM In de discussie over het racisme in Afrika publiceerden wij wel de naam van prof. dr. B. Siertsema maar de namen van de ondertekenaren van de tweede brief, een reactie daarop, zijn weggelaten. Zij luiden: J. Ie Grand, arts; prof. dr. A. A. Haspels; dr. J, Huizinga; prof. dr. G. H, M. Posthumus' Meyes en prof. dr. J. Voorhoeve. Van een verslaggever HILVERSUM De saiarisregeling per uur voor leraren dient te worden vervangen door salaris voor een week taak. Dit is het standpunt van het hoofdbestuur van St. Bemardus, da katholieke vereniging van docenten en consulenten bij het beroepsonder wijs en leerlingewezen. Voorzitter M. H. H. Jacbos zei giste ren op de jaarvergadering van de vereniging dat het hoofdbestuur nog geen pasklare regeling achter de hand heeft Het uitwerken van het principe 'salaris voor een weektaak' zai nog heel wat studiee n overleg vergen, zei hij. Van een verslaggever DEN HAAG Drie uitgevers van geïllustreerde tijdschriften en de Ne derlandse leesportefeuillebedrijven. hebben overeenstemming bereikt over de leveringsvoorwaarden van tijd schriften voor leesportefeuilles. De drie betrokken uitgevers zijn de Geïl lustreerde Pers Amsterdam, de Uitge verij Spaamestad Haarlem en de Ne derlandse Rotogravure Maatschappij Leiden, alle drie behorende tot het VNU-concem. In verband hiermee heeft de minister van economische zaken besloten de in juni van het vorig jaar aan de Com missi e Economische Mededinging ge richte adviesaanvraag in te trekken. De adviesaanvraag handelde over da aanvaardbaarheid van de leveringscon dities van de drie uitgevers, voorna melijk wat betreft de hoogte van de •inkoopprijzen voor groothandelaren en leesportefeuillebedrijven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1972 | | pagina 1