I 1 Popeye raakt door zijn goedkope spinazie heen I I i TROW/KWARTET ZATERDAG 27 JANUARI 1973 BUITENLAND T15/K15 8 door Jelte Rep Ais een vliegtuig het New York- se Kennedy-vliegveld nadert, zit je soms door de raampjes mee te speuren naar een onbebouwd piekje, waar geland kan worden. Want de Amerikaanse oostkust ziet er vanuit de lucht uit als één langgerekte strook gebou wen. huizen, en fabrieken. Al die gebouwen worden 's winters verwarmd en vele worden 's zo mers gekoeld. Als het vliegtuig lager komt, zie je de auto's be wegen op de wegen, die zich door de stenen woestijn kron kelen. Al die grote Amerikaan se auto's slurpen benzine. En als het vliegtuig eindelijk op de grond staat, ruik je de brand- stofdampen, zie je de vuile, zwarte strepen, die vertrekken de vliegtuigen achterlaten en zie je de tankauto's toesnellen om de dorst van aankomende vliegtuigen te lessen. Popeye Elektriciteit Üt: 1 I i mm iS8 Het?massalc>gi6briii!c..van auto's in de. Verenigde Staten heeft niet alleen geleid tot? het bouwcn vaii reusachtige verkeersknooppunten, maar ook bijgedragen aan'de energie-crisis. Olievoorraad Vrees De, schuld van de ongeïnteres seerdheid van de Amerikanen ligt voor een groot deel bij de politieke partijen, die tijdens de afgelopen verkiezingscampagne met geen woord gerept hebben over de crisis, wel wetend dat de aanwezige noodoplossingen, niet populair zullen zijn bij het publiek.'Want dergelijke maat- Iregelen zullen dé veel geprezen Amerikaanse 'way of life' aan tasten. Daarom is het maar ge lukkig dat Nixon geen verkie zing meer tegemoet gaat, want nu kan mij maatregelen afkon- digen, die in belangrijkheid én drama zijn Chinese en Russische diplomatie evenaren, maar, on- getwijfeld minder zullen 'Wor den toegejuicht. - door Jaap den Boef De Joegoslavische bediende in een Balkan-restaurant in de Diisseldorfer Altstadt maakte tussen de bedrijven door geen geheim van zijn afkeer van het. kapitalistische systeem in de Bondsrepubliek Duitsland. Op de voor de hand liggende vraag waarom hij niet in zijn land was gebleven, ging de welbespraakte' man wijselijk niet in. Hij was toch naar Duitsland ge gaan omdat hij daar veel meer kon verdienen? Óf had hij zijn land verla ten omdat de vrijheid van de West duitse welvaartsstaat hem onweer staanbaar had aangetrokken? iliilMilliiiiWi11' jSiid f M Ate'SS,# i Djilas schrijft nog steeds. In de gevangenis schreef hij duizenden stukjes toi letpapier vol, omdat hij geen schrijfpapier kreeg. vele eneraie Je zet voet aan land in het rijkste land ter wereld, en mogelijk ook het energiekste. En onwillekeurig moet je jezelf afvragen: waar haalt het al die energie vandaan? Hoeveel olie, gas en steenkool zijn er wel nodig om deze dynamische wereld met al haar luxe draaiende te houden? Je raakt ervan overtuigd, dat Amerika wel over onuitputtelijke energie bronnen moet beschikken als je met een Amerikaanse auto, die twee keer zo groot is als een Europese en twee keer zoveel benzine verbruikt, naar een pompstation rijdt. Eén li ter blijkt ongeveer 10 dollarcent te kosten en voor een paar dollars wordt de benzinetank weer geheel gevuld. De schijn bedriegt. Zelfs Amerika's energiebronnen zijn niet onuitputte lijk. En wat erger is: ze beginnen op te drogen. Amerika kampt met een energie-crisis, die het land zal blij ven kwellen, totdat er voldoende kernenergie is waarschijnlijk in 1985. Nu al hebben de luchtvaart maatschappijen op Kennedy-airport de vliegtuigbrandstof gerantsoe neerd, moeten scholen korte tijd sluiten omdat er geen olie genoeg is voor de centrale verwarming, moe ten diesellocomotieven langzamer rijden om brandstof te besparen en vreest het midden-westen het verlies van-een deel van de pogst, omdat door brandstofgebrek niet al het - gewas kunstmatig kan worden ge droogd. Amerika is niet langer het land overvloeiende van aardgas en oiie. Volgens schattingen zal zijn olie voorraad in tien jaar totaal uitgeput zijn en zijn aardgasvoorraad, in elf jaar. De dagen dat Amerika op goéd- kope en gemakkelijke wijze aan zijn energie kwam en zo 'swerelds be langrijkste industriële natie kon worden, zijn voorbij. 'Popeye is door zijn goedkope spinazie heen', consta teerde de scheidende minister van handel. Amerika lijkt de tol te moe ten betalen voor de jaren van hevi ge concurrentie tussen de leverah-, ciers van steenkool, olie en gas. Door deze concurrentiestrijd werden de prijzen zo laag gehouden, dat de Amerikanen straffeloos een grote hoeveelheid energie konden verkwis ten, maar bleven bovendien/ de win sten zo mager dat de maatschappijen niet -genoeg konden investeren in het aanboren van nieuwe energie bronnen een karwei dat de laat ste tijd toch al steeds moeilijker werd gemaakt door de protesten van milieu-beschermers. Daarom schuiven de energie-leveran ciers de schuld voor de crisis graag in de schoenen van dë milieu-be schermers. Door hun protesten is een programma stopgezet om met onderaardse kernexplosies olie en aardgas vrij te maken, kan in Alas ka niet begonnen worden met het oppompen van olie en kunnen nau welijks meer dammen gebouwd wor den in rivieren om stroom op te wekken. In ruim tien staten zijn energiebedrijven verjaagd van mooie rivieren en rustieke meren. De bouw van ruim20 kernenergiecen trales moest worden stilgelegd. John O'Leary, de voormalige regerings man voor energievoorziening, klaag- dé dan ook, dat de ecologen te ver zijn gegaan: 'Volgens mij is hetzelf de gebeurd als toen de burgerrech tenbeweging wérd overgenomen door extremisten. Dit extremisme kan tot een scherpe tegenreactie lei den, als er een werkelijk energiege brek komt.' Als Amerika niet steeds afhankelij ker wil worden van het buitenland en met name van het Midden oosten dan zal het de prijzen van zijn brandstoffen naar een rea listischer niveau moeten brengen. De oliemaatschappijen praten reeds over, een prijsverhoging van 50 pro- cerif r en de aardgas-maatschappijen willen in de komende drie jaar hun prijzen verdrie- of zelfs verviervou digen. Hoe onaangenaam, ja rampza lig dit zal zijn voor Amerika's leg'- oen van minder-bedeelden, bopenli.ik zal dit een einde maken aan de verspilling door de Amerikaanse consument. Excessen, zoals in Los Angeles, waar een kantoorgebouw werd neergezet zonder lichtschake laars, omdat uitgerekend was dat het installeren van schakelaars duurder was dan liet constant laten branden van het licht, zullen dan in ieder geval niet meer voorkomen. Amerika, waar zes procent van de wereldbevolking woont, gebruikt 33 procent van 'swerelds energiebron nen. Maar bovendien verspilt het 25 tot 50 procent van die energie. Om gerekend betekent een verspilling van 25 procent evenveel energie als de 105 miljoen Japanners gebruiken. De zeer omvangrijke Amerikaanse auto's zijn een duidelijk voorbeeld van deze -verspilling. Ondanks de '..reusachtige technologische vorderin gen loopt een Amerikaanse auto op 1 liter benzine niet veel meer dan 5 'kilometer, ongeveer evenveel als 50 jaar geleden. Ongeveer 85 procent van de energie verdwijnt via de uitlaatpijp. De schonere auto's, die dit jaar uitgebracht moeten worden, zullen zeker 7 procent meer benzine verbruiken en dat percentage zal nog hoger worden als in 1976 stren gere anti-vervuilingswettën van kracht worden. SOp het ogenblik rij den de 200 miljoen Amerikanen in zo'n 100 miljoen auto's, maar in het jaar 2000 zullen er 300 miljoen Amerikanen en 300 miljoen auto's zijn. In het jaar 1970 werd 6 procent van Amerika's elektriciteitsproduktie (96 miljoen kilowatt) verbruikt om hui zen te verwarmen, ondanks het feit dat elektriciteit verhoudingsgewijs lang niet zoveel warmte oplevert als olie of gas. Maar daar maakt de Amerikaanse consument zich niet druk om, evenmin als ?om ;h'et feit dat 'zijn huis siecht geïsoleerd is en Veel warmte laat verloren gaan. - m Elektrische verwarming is goedkoop, goedkoop te installeren, neemt, wei nig ruimte in beslag enis daarom momenteel de grote trend in Ameri ka. Het monumentale Wereldhan delscentrum,' dat trots boven allft Newyorkse wolkenkrabbers uittn- rent, is één van de velenieuwe kantoorgebouwen, die alleen elektri citeit gebruiken. Voor verwarming, koeling en verlichting heeft het 80.000 kilowatt nodig, even veel als een Amerikaanse provinciestad met 100.000 inwoners gebruikt. De ironie van Amerika's energie crisis is dat het land voor zeker 500 jaar steenkool in de grond heeft zitten. Een oud-adviseur van de pre sidenten Johnson en Nixon, David Freeman, heeft eens gezegd: 'Er zijn tegenwoordig twee dingen mis met steenkool. We mogen het niet del ven en we mogen het niet stoken.' In de'afgelopen tien jaar is er geen enkele ondergrondse mijn meer geo pend, terwijl er wel een flink aantal werden gesloten. Tegen het stripmij- nen (het afgraven van het aardop pervlak) bestaat heftig verzet van de milieu-beschermers, omdat zoiets het landschap verwoest. In Washington zijn wetten in voorbereiding die het slripmijnen geheel willen verbieden of sterk aan banden willen leggen. Veel grote steden hebben steenkool in de ban gedaan door het verbran den van delfstoffen met hoog zwa-, velgehalte te verbieden. Veel indus trieën zijn vrijwillig Overgegaan op andere brandstof, omdat ze het beu waren steeds maar weer schadever goedingen te moeten uitbetalen aan boze boeren. •Steenkool werd helemaal impopu lair, toen een Apnllo-bemanning een foto van de aarde nam, waarop één van de opvallendste herkennings punten de grote rookpluim van de krachtcentrale in New Mexico was. die met steenkool wordt gevoed. Met het verdwijnen van de steenkool industrie, kwam het aardgas krach- tig opzetten. Dankzij een agressieve reclamecampagne werd Amerika ver overd door het aardgas, eens het ongewenste kind van de oliewin ning. Ket gevolg was dat Amerika,, dat het op één na grootste aardgas-: reservoir ter wereld heeft, zoveel aardgas ging gebruiken dat het waarschijnlijk'over tien jaar op zal zijn. Een derde van de energie, die Amerika verbruikt, komt van aard gas. De olievoorraad is echter het nij- pendste probleem. De Amerikaanse oliebronnen produceren momenteel 1.6 miljard liter olie per dag een kwart van wat er in de gehele wereld omhoog gepompt wordt Maar Amerika verbruikt een derde van de gehele wereldproduktie en dat zal in de toekomst nog wel meer worden. De 2,4- miljard liter büe. die Amerika tegenwoordig dagelijks nodig heeft, zal over tien jaar ver dubbeld zijn. Ieder jaar halen de Amerikaanse pompen steeds minder olie omhoog en verwacht wordt dat dé huidige bronnen over tien jaar uitgeput zullen zijn. Wachten tot ze weer vollopen heeft geen zin. De natuur had 14 miljoen jaar nodig om aan olie te maken, wat Amerika in één jaar verbruikt Voor de Amerikaanse kust liggen, volgens deskundigen, nog grote olie voorraden. maar de protesten van milieubeschermers, die vrezen dat de weglopende olie de stranden zal besmeuren, - hebben proefboringen voorlopig onmogelijk gemaakt. Tn het westen Van Amerika: kan lei steen-olie gewonnen wórden, die ech ter ruim twee keer duurder zal zijn als de huidige ruwe olie. 'Ongeacht hoeveel olie we in het binnenland aanboren, we komen steeds 50 pro cent tekort. En die 50 procent zul len we moeten importeren'; zei on langs Rogers Morton, de minister van binnenlandse zaken. En als Amerika olie en aardgas wil kopen, moet het aankloppen bij zijn politie ke tegenstanders: in het Midden- Oosten voor de olie; bij Algerije en Rusland voor aardgas. In de Amerikaanse senaat, waar Henry Jackson een onderzoek is be gonnen in verband met "de energie crisis, is niemand enthousiast over het steeds meer importeren uit het buitenland. Oud-minister Walter Hickel waarschuwde, dat 'de huidige olie-invoer steeds meer wordt bloot gesteld aan internationale chantage. Tegen 1985 zal Saoedi-Arabië alleen al in staat zijn 25 procent van da olie te leveren, die de wereld nodig heeft.' Anderen zijn bevreesd dat de Amerikaanse olïeschaarste het land zal dwingen vriendschap te sluiten met de Arabieren, ten koste van Israël. Dat conflicten kunnen uitbre ken met Europa en Japan, die voor hun olie-invoer ook steeds meer op het Midden-Oosten aangewezen zijn. En dat de verhoogde invoer het tekort op de betalingsbalans zo hoog zal opvoeren, dat een nieuwe inter nationale monetaire crisis zal ont staan. Maar aan de andere kant hebben Congresleden de regering reeds lang verweten, dat baar weigering da goedkope olie te importeren uit het Midden-Oosten,de Amerikaanse con sument 5 miljard dollar per jaar gekost heeft; aan hogere olieprijzen. En sommige zakenlieden zien in al dat gepraat over een energie-crisis alleen maar een kuiperij van de oliemaatschappijen om hun prijzen fiks te kunnen verhogen. De storin gen in 'de ^energievoorziening, die steeds meer' voorkomen tijdens de Amerikaanse winters, hebben het Amerikaanse publiek nog niet wak- kergeschud. 'Een goede black-out van 24 uur* zou, volgens een Con gres-lid, zeer wenselijk rijn. DJILAS WERD NIET RUSTIG Dit laatste bleek niet het geval te zijn. Om langs een omweg te weten te kómen hoe hij over de situatie in Joegoslavië dacht, vroeg ik hem bij wijze van grap: 'Hoe gaat het tegenwoordig met Milovan Djilas?' Het antwoord was verrassend fél: !Die is heel rustig geworden!' Een kleine twintig jaar geleden was Djilas nog één ?an de naaste medewerkers van de Joego slavische president, maarschalk Tito. In 1954 werd hij echter aan de kant gezet ómdat hij de eenheid van de communisti sche partij in gevaar zou hebben gebrach.t ■Djilas liet zich evenwel niet het zwijgen opleggen. Hij spaarde het politieke en •maatschappelijke systeem in Joegoslavië niet. Twee keer werd hij tot een langdurig verblijf in de gevangenis veroordeeld om dat hij dingen bleef publiceren die in Belgrado niet in goede aarde vielen. Pas vijf jaar geleden kreeg Djilas gelegenheid aan de Princeton-universiteit in de Vere nigde Staten lezingen te houden. Mogelijk heeft de hoop, dat hij zich in dat land zou vestigen, hierbij een rol gespeeld. Nog onlangs verklaarde de 62-jarige Djilas in een radio-interview liever in Joegosla vië de gevangenis in te gaan dan als vrij man in hét buitenland te moeten leven. 'Mijn lot is verbonden met mijn land. mijn volk en mijn vrienden', aldus de vroegere Joegoslavische vice-president die nu openlijk verklaart, geen communist meer te zijn: 'Ik ben ook geen anti communist of anti-marxist. Ik heb gewoon kritiek op het systeem, waaronder ik leef'. De periode waarin Djilas een belangrijke rol speelde, maar ook de ontwikkelingen in de jaren die daarop volgden, worden boeiend beschreven in het in het Duits verschenen boek*) van een andere oude medewerker van Tito: Svetozar Vukmano- vic, evenais Djilas afkomstig uit Montene gro, de kleinste deelrepubliek van Joego slavië; -W./ Vukmanovic, die van Tito vanwege zijn grote voortvarendheid de bijnaam 'Tempo' kreeg, was tijdens de tweede wereldoorlog een bekend partisanenleider. Na 1945 zond Tito hem naar de Sowjet-Unie en andere Oosteuropese landen, als moeilijke proble men opgelost moesten worden. Spoedig werd hij een 'enfant terrible' in deze landen. Dat Joegoslavië in 1948 (en daar na) niet bezweek onder de. druk van de Sowjet-Unie was voor een belangrijk deel het wérk van de .temperamentvolle Vuk manovic'. die geen blad voor de mond nam. In de. aanNikita Chroestsjew toegeschre ven herinneringendie enkélé, jaren gele den in dé westerse pers werden gepubli ceerd; zei de vroegere Riissische premier'; over Vukmanovic: 'Hij maakte grote in druk op mij door zijn opvallende oprecht heid en zijn natuurlijke menselijkheid. Ik mocht hem graag, hoewel hij felle kritiek op ons had. Als hij mij ook met scherpe woorden te lijf ging, vond ik dat nooit aangenaam'; Chroestsjew kon uitvalien van Vukmanovic .velen 'omdat mild uitge drukt de Sowjet Unie een zeker' gebrek aan sympathie voor Joegoslavië had ge toond. terwijl dit land het zeer moeilijk had'; - De breuk tussen Moskou en Belgrado ontstond in 1948 omdat Stalin de beteke nis van de worsteling van het Joegoslavi sche volk voor politieke onafhankelijkheid en nationale eenheid had onderschat. De Russische leider maakte vervolgens de fout de Joegoslaven voor te houden, dat zij hun bevrijding te, danken hadden aan de grote opofferingen die de Sowjet-Unie zich getroost had in de strijd tegen de Duitsers. Dat was een ernstige belediging, want de Joegoslaven wisten dat het hun strijd en hun overwinning was geweest. Het waren ook. hun offers geweest: niet minder dan 1.7 miljoen van de ongeveer 16 miljoen Joegoslaven kwam in dé vrij heidsstrijd om het leven, let verzet van de Joegoslaven was verwe zen met een sociale revolutie aanvanke- ijk een spontane revolutie van de gewone man die niet alleen tegen de Duitse bezet- :ers, maar ook tegen het corrupte oude •egime en de militaire dictatuur opkwam. UaSin meende dat aan de grote persoonlij, re invloed van Tito een eind zou komen, ils de Russische hulp aan Joegoslavië zou ivorden stopgezet. Hij vergiste zich echter <n de houding van de Joegoslavische be volking, die. niet de minste behoefte had om onder Russische voogdij te komen. Het was vooral Djilas, die de binnenlandse politiek van' de Sowjet-Unie aan de kaak stelde. Hij beriep zich daarb'j op Kari Marx die op twee gevaren had gewezen: dë 'contra-revolutie van de .onteigende bour geoisie' en de 'gecentraliseerde bureaucra tie' (dat wil zeggen: een machtsmonopolie ;n plaats van een regering door het volk). Waarschuwend wees Djilas er op dat de 'dictatuur van het proletariaat' zich in twee richtingen kon ontwikkelen: zij kon naarmate de socialisatie vorderde afsterven, maar ook een versterking van de bureaucratie met een bevoorrechte klasse opieveren. Volgens Djilas 'wezen alle verschijnselen in de Sowjet-Unie op een crisis-situatie. Met Friedrich Engels vroeg Djilas zich kort na de breuk met de Sowjet-Unie af, of 'het zegevierende proletariaat een ander volk zijn 'géluk' kon opdringen, zonder daarmee zijn eigen overwinning te vernie tigen', Met name de bolsjewistische partij had zich zo schreef Djilas ontwik keld tot een hiërarchische kaste, die zich richtte op uitbreiding van haar macht. De functieverdeling tussen partij- en staatsbe stuur was onder Stalin al geheel verdwe nen. Als gevolg van Djilas' kritiek op de Sow jet-Unie werd na de-breuk met Moskou in. ■Joegoslavië een scherpe verdeling aange kondigd tussen de staatsbureaucratie en de partij. Men vond deze maatregelen noodza kelijk om te voorkomen, dat men de verkeerde weg zou opgaan, in navolging van de Sowjet-Unie. Daar stond echter tegenover dat men in Belgrado het één partij-stelsel wilde handhaven. Dit was volgens partij-theoreticus Mosje Pijade een waarborg voor 'waarachtige democratie'. Een meer-partijen-stelsel zou, de politiek en de politici kunnen terugbrengen, die verantwoordelijk waren voor het lot van Joegoslavië vóór en tijdens de tweede wereldoorlog. Niet lang na de dood van Stalin in 1953 deed Moskou moeite, de betrekkingen met Belgrado te verbeteren. Djilas behoorde echter niet tot degenen die slechts tijde lijk gedwongen door de omstandighe den hun toevlucht hadden gezocht tot een geliberaliseerd (nationaal) communis me. Hij bleef zijn opvattingen verdedigen. De leiders in Belgrado bevonden zich daardoor in een moeilijke positie, zoals ook blijkt uit het boek van Vukmanovic. Enerzijds wisten zij dat hun beleid her inneringen opriep aan het stalinistische systeem. Aan de andere kant waren de prominente figuren zich er v:ah bewust dat de partij haar invloed dreigde te verliezen. Aanvankelijk was er dan ook een neiging geweest Djilas gelijk te geven. De verlei ding om tot betere betrekkingen met de Sowjet-Unie te komen, was echter zo groot dat besloten werd, met Djilas te breken. Zogenaamd omdat hij bezig was, de macht aan zich te trekken. Vukmanovic, die tot het laatste had gehoopt dat Djilas zich zou matigen, wendde zich tenslotte ook van hem af. De partijdictatuur van vóór 1948 herleefde, de intellectuelen werden verwij derd uit de 'straatcellen', uit strategische posten gedrongen en geïsoleerd. De pro- Russische elementen konden hun positie versterken. De ontwikkelingen die zich de laatste jaren in Joegoslavië hebben voorgedaan. n if li'?-'-- r5J% j r •- - - ij 4 j,A siSfi ISHISmSI roepen herinneringen op aan de tijd, waarin Djilas aan de kant werd geschoven. Na de invasie in Tsjechoslowakije in au gustus 1968 trad een nieuwe periode van verkoeling in. De 'oude rot' Vukmanovic kreeg opdracht in deze voor Joegoslavië (en Roemenië) zo spannende dagen de partisanen-oorlog voor te bereiden en zo nodig te leiden. Dit laatste was echter niet nodig omdat men in Moskou zoals nu wordt verteld niet nog meer 'vergissin gen' wilde maken. Evenals Roemenië heeft Joegoslavië na verloop van tijd maatregelen genomen om een situatie als in 1968 in Tsjechoslowa kije bestond, te voorkomen. Tito liet krachtige stappen nemen tegen Kroatië en andere deelrepublieken, waar een gevaar lijk nationalisme de kop leek op te steken. In Belgrado gaat men weer tekeer tegen 'bourgeoisic-nationaüsten' en 'anarcho-libe- ralen' (waartoe men destijds ook Djilas rekende). De partij tracht op alle terrei nen van het leven haar invloed terug te -v;A winnen. Het enige wat men nu nog hoopt, is dat deze teruggang slechts van tijdelijke aard is.- Tot de slachtoffers van de zuiveringen behoren behalve jonge partijleden die her vormingen eisen om de (ook economische) moeilijkheden van Joegoslavië het hoofd te: bunnen bieden, leidende figuren als de vroegere ministers van buitenlandse zaken Popevic, Nikezic en Tepavac. Zij, moesten het veld ruimen vanwege hun 'westerse gezindheid'. Redacteuren van het in Bel grado verschijnende dagblad Politika en van het weekblad NIN werden ontslagen. En een redacteur.van. het populaire avond blad Politika Ekspres kreeg moeilijkheden nadat hij Moskou ervan beschuldigd had. 'profijt te trekken uit de economische en. sociale problemen van Joegoslavië'. Er is eveneens een anti-westerse campagne aan de gang, zo meldt het Amerikaanse' .weekblad Time. Peyton Place wordt verbo den, de film Patton (over de strijd tegen de Duitsers) ;s ai uit de roulatie genomen omdat hij het 'Amerikaanse agressieleger' verheerlijkt'. Eén officier beweerde tegeno- ver journalisten'? doodleuk, dat het (met Amerikaanse wapens, uitgeruste) Joegosla vische leger wordt getraind om zich te verdedigen tegen ccn aanval uit het wes ten: 'Waarom zouden we bang zijn voor bet oosten? Onze militaire hulp, is daar toch- altijd vandaan gekomen?' Wie het boek van Vukmanovic leest/kan slechts dc schouders ophalen over zoveel onzin. Toch is de opmerking van de offi cier typerend voor de verwarring die sinds eind 1971 in Joegoslavië heerst en moge lijk ook voor de stemming in de .legerlei ding. Tito heeft al een beslissendéröl aan het leger gegeven en de legerleiding waar schuwde vorig jaar al, 'niet te zullen aarzelen, maatschappelijke stabiliteit en het bijeenhouden van de Joegoslavische federatie te garanderen'. Opvallend fel was de uitval van Tito naar Oostenrijk, waar de Sloveense minderheid ln Karinthië moeilijkheden heeft. De pre sident maakte er echter eén drama van door de 'grote vier' te herinneren aan hun verplichtingen volgens het met Oostenrijk gesloten staatsverdrag. Narodna Armija het blad van het leger heeft zich ook in de strijd gemengd. Het noemde de gebeurtenissen een 'grove schending van het staatsverdrag'. Het Oostenrijkse ver zoek, de emoties te laten afkoelen, werd in Belgrado genegeerd. De Karintische kwestie kan voor Belgrado diens' doen om de aandacht af te leiden van de binnenlandse moeilijkheden van Joegoslavië, hoewel de dramatisering er van licht kan leider, tot opleving van het nationalisme in Slovenië. Het feit dat Belgrado dit risico op de koop toe neemt, versterkt de gedachte aan bijbedoelingen. 7.o maakt het geschil tussen beide landen een scherpere controle mogelijk aan de gemeenschappelijke grens. Deze omstandig heid komt Belgrado waarschijnlijk niet ongelegen. Uit de duur. van het Joegoslavi- sch-Oostenrijkse 'conflict' valt na verloop y.an, Wd, misschien op te maken, hoe tijdelijk de maatregelen zijn, die Joegos lavië kunnen afbrengen van de weg. die het sinds 1948 met wisselend succes heeft bewandeld. Mein Weg mit Tiio, ein Revolutionar erinnert slch, uitgegeven door Droeraer- Kraus, Münchcn/Ztirich. V -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 15