I
1
Popeye raakt door zijn goedkope spinazie heen
I
I
i TROW/KWARTET ZATERDAG 27 JANUARI 1973
BUITENLAND
T15/K15
8
door Jelte Rep
Ais een vliegtuig het New York-
se Kennedy-vliegveld nadert, zit
je soms door de raampjes mee
te speuren naar een onbebouwd
piekje, waar geland kan worden.
Want de Amerikaanse oostkust
ziet er vanuit de lucht uit als
één langgerekte strook gebou
wen. huizen, en fabrieken. Al
die gebouwen worden 's winters
verwarmd en vele worden 's zo
mers gekoeld. Als het vliegtuig
lager komt, zie je de auto's be
wegen op de wegen, die zich
door de stenen woestijn kron
kelen. Al die grote Amerikaan
se auto's slurpen benzine. En als
het vliegtuig eindelijk op de
grond staat, ruik je de brand-
stofdampen, zie je de vuile,
zwarte strepen, die vertrekken
de vliegtuigen achterlaten en
zie je de tankauto's toesnellen
om de dorst van aankomende
vliegtuigen te lessen.
Popeye
Elektriciteit
Üt:
1
I i
mm
iS8
Het?massalc>gi6briii!c..van auto's in de. Verenigde Staten heeft niet alleen
geleid tot? het bouwcn vaii reusachtige verkeersknooppunten, maar ook
bijgedragen aan'de energie-crisis.
Olievoorraad
Vrees
De, schuld van de ongeïnteres
seerdheid van de Amerikanen
ligt voor een groot deel bij de
politieke partijen, die tijdens de
afgelopen verkiezingscampagne
met geen woord gerept hebben
over de crisis, wel wetend dat
de aanwezige noodoplossingen,
niet populair zullen zijn bij het
publiek.'Want dergelijke maat-
Iregelen zullen dé veel geprezen
Amerikaanse 'way of life' aan
tasten. Daarom is het maar ge
lukkig dat Nixon geen verkie
zing meer tegemoet gaat, want
nu kan mij maatregelen afkon-
digen, die in belangrijkheid én
drama zijn Chinese en Russische
diplomatie evenaren, maar, on-
getwijfeld minder zullen 'Wor
den toegejuicht. -
door Jaap den Boef
De Joegoslavische bediende in een
Balkan-restaurant in de Diisseldorfer
Altstadt maakte tussen de bedrijven
door geen geheim van zijn afkeer van
het. kapitalistische systeem in de
Bondsrepubliek Duitsland. Op de voor
de hand liggende vraag waarom hij
niet in zijn land was gebleven, ging
de welbespraakte' man wijselijk niet
in. Hij was toch naar Duitsland ge
gaan omdat hij daar veel meer kon
verdienen? Óf had hij zijn land verla
ten omdat de vrijheid van de West
duitse welvaartsstaat hem onweer
staanbaar had aangetrokken?
iliilMilliiiiWi11'
jSiid f M Ate'SS,#
i
Djilas schrijft nog steeds. In de gevangenis schreef hij duizenden stukjes toi
letpapier vol, omdat hij geen schrijfpapier kreeg.
vele eneraie
Je zet voet aan land in het rijkste
land ter wereld, en mogelijk ook het
energiekste. En onwillekeurig moet
je jezelf afvragen: waar haalt het al
die energie vandaan? Hoeveel olie,
gas en steenkool zijn er wel nodig
om deze dynamische wereld met al
haar luxe draaiende te houden? Je
raakt ervan overtuigd, dat Amerika
wel over onuitputtelijke energie
bronnen moet beschikken als je met
een Amerikaanse auto, die twee
keer zo groot is als een Europese en
twee keer zoveel benzine verbruikt,
naar een pompstation rijdt. Eén li
ter blijkt ongeveer 10 dollarcent te
kosten en voor een paar dollars
wordt de benzinetank weer geheel
gevuld.
De schijn bedriegt. Zelfs Amerika's
energiebronnen zijn niet onuitputte
lijk. En wat erger is: ze beginnen op
te drogen. Amerika kampt met een
energie-crisis, die het land zal blij
ven kwellen, totdat er voldoende
kernenergie is waarschijnlijk in
1985. Nu al hebben de luchtvaart
maatschappijen op Kennedy-airport
de vliegtuigbrandstof gerantsoe
neerd, moeten scholen korte tijd
sluiten omdat er geen olie genoeg is
voor de centrale verwarming, moe
ten diesellocomotieven langzamer
rijden om brandstof te besparen en
vreest het midden-westen het verlies
van-een deel van de pogst, omdat
door brandstofgebrek niet al het
- gewas kunstmatig kan worden ge
droogd.
Amerika is niet langer het land
overvloeiende van aardgas en oiie.
Volgens schattingen zal zijn olie
voorraad in tien jaar totaal uitgeput
zijn en zijn aardgasvoorraad, in elf
jaar. De dagen dat Amerika op goéd-
kope en gemakkelijke wijze aan zijn
energie kwam en zo 'swerelds be
langrijkste industriële natie kon
worden, zijn voorbij. 'Popeye is door
zijn goedkope spinazie heen', consta
teerde de scheidende minister van
handel. Amerika lijkt de tol te moe
ten betalen voor de jaren van hevi
ge concurrentie tussen de leverah-,
ciers van steenkool, olie en gas.
Door deze concurrentiestrijd werden
de prijzen zo laag gehouden, dat de
Amerikanen straffeloos een grote
hoeveelheid energie konden verkwis
ten, maar bleven bovendien/ de win
sten zo mager dat de maatschappijen
niet -genoeg konden investeren in
het aanboren van nieuwe energie
bronnen een karwei dat de laat
ste tijd toch al steeds moeilijker
werd gemaakt door de protesten van
milieu-beschermers.
Daarom schuiven de energie-leveran
ciers de schuld voor de crisis graag
in de schoenen van dë milieu-be
schermers. Door hun protesten is
een programma stopgezet om met
onderaardse kernexplosies olie en
aardgas vrij te maken, kan in Alas
ka niet begonnen worden met het
oppompen van olie en kunnen nau
welijks meer dammen gebouwd wor
den in rivieren om stroom op te
wekken. In ruim tien staten zijn
energiebedrijven verjaagd van mooie
rivieren en rustieke meren. De
bouw van ruim20 kernenergiecen
trales moest worden stilgelegd. John
O'Leary, de voormalige regerings
man voor energievoorziening, klaag-
dé dan ook, dat de ecologen te ver
zijn gegaan: 'Volgens mij is hetzelf
de gebeurd als toen de burgerrech
tenbeweging wérd overgenomen
door extremisten. Dit extremisme
kan tot een scherpe tegenreactie lei
den, als er een werkelijk energiege
brek komt.'
Als Amerika niet steeds afhankelij
ker wil worden van het buitenland
en met name van het Midden
oosten dan zal het de prijzen
van zijn brandstoffen naar een rea
listischer niveau moeten brengen.
De oliemaatschappijen praten reeds
over, een prijsverhoging van 50 pro-
cerif r en de aardgas-maatschappijen
willen in de komende drie jaar hun
prijzen verdrie- of zelfs verviervou
digen. Hoe onaangenaam, ja rampza
lig dit zal zijn voor Amerika's leg'-
oen van minder-bedeelden, bopenli.ik
zal dit een einde maken aan de
verspilling door de Amerikaanse
consument. Excessen, zoals in Los
Angeles, waar een kantoorgebouw
werd neergezet zonder lichtschake
laars, omdat uitgerekend was dat
het installeren van schakelaars
duurder was dan liet constant laten
branden van het licht, zullen dan in
ieder geval niet meer voorkomen.
Amerika, waar zes procent van de
wereldbevolking woont, gebruikt 33
procent van 'swerelds energiebron
nen. Maar bovendien verspilt het 25
tot 50 procent van die energie. Om
gerekend betekent een verspilling
van 25 procent evenveel energie als
de 105 miljoen Japanners gebruiken.
De zeer omvangrijke Amerikaanse
auto's zijn een duidelijk voorbeeld
van deze -verspilling. Ondanks de
'..reusachtige technologische vorderin
gen loopt een Amerikaanse auto op
1 liter benzine niet veel meer dan 5
'kilometer, ongeveer evenveel als 50
jaar geleden. Ongeveer 85 procent
van de energie verdwijnt via de
uitlaatpijp. De schonere auto's, die
dit jaar uitgebracht moeten worden,
zullen zeker 7 procent meer benzine
verbruiken en dat percentage zal
nog hoger worden als in 1976 stren
gere anti-vervuilingswettën van
kracht worden. SOp het ogenblik rij
den de 200 miljoen Amerikanen in
zo'n 100 miljoen auto's, maar in het
jaar 2000 zullen er 300 miljoen
Amerikanen en 300 miljoen auto's
zijn.
In het jaar 1970 werd 6 procent van
Amerika's elektriciteitsproduktie (96
miljoen kilowatt) verbruikt om hui
zen te verwarmen, ondanks het feit
dat elektriciteit verhoudingsgewijs
lang niet zoveel warmte oplevert als
olie of gas. Maar daar maakt de
Amerikaanse consument zich niet
druk om, evenmin als ?om ;h'et feit
dat 'zijn huis siecht geïsoleerd is en
Veel warmte laat verloren gaan.
- m
Elektrische verwarming is goedkoop,
goedkoop te installeren, neemt, wei
nig ruimte in beslag enis daarom
momenteel de grote trend in Ameri
ka. Het monumentale Wereldhan
delscentrum,' dat trots boven allft
Newyorkse wolkenkrabbers uittn-
rent, is één van de velenieuwe
kantoorgebouwen, die alleen elektri
citeit gebruiken. Voor verwarming,
koeling en verlichting heeft het
80.000 kilowatt nodig, even veel als
een Amerikaanse provinciestad met
100.000 inwoners gebruikt.
De ironie van Amerika's energie
crisis is dat het land voor zeker 500
jaar steenkool in de grond heeft
zitten. Een oud-adviseur van de pre
sidenten Johnson en Nixon, David
Freeman, heeft eens gezegd: 'Er zijn
tegenwoordig twee dingen mis met
steenkool. We mogen het niet del
ven en we mogen het niet stoken.'
In de'afgelopen tien jaar is er geen
enkele ondergrondse mijn meer geo
pend, terwijl er wel een flink aantal
werden gesloten. Tegen het stripmij-
nen (het afgraven van het aardop
pervlak) bestaat heftig verzet van de
milieu-beschermers, omdat zoiets het
landschap verwoest. In Washington
zijn wetten in voorbereiding die het
slripmijnen geheel willen verbieden
of sterk aan banden willen leggen.
Veel grote steden hebben steenkool
in de ban gedaan door het verbran
den van delfstoffen met hoog zwa-,
velgehalte te verbieden. Veel indus
trieën zijn vrijwillig Overgegaan op
andere brandstof, omdat ze het beu
waren steeds maar weer schadever
goedingen te moeten uitbetalen aan
boze boeren.
•Steenkool werd helemaal impopu
lair, toen een Apnllo-bemanning een
foto van de aarde nam, waarop één
van de opvallendste herkennings
punten de grote rookpluim van de
krachtcentrale in New Mexico was.
die met steenkool wordt gevoed. Met
het verdwijnen van de steenkool
industrie, kwam het aardgas krach-
tig opzetten. Dankzij een agressieve
reclamecampagne werd Amerika ver
overd door het aardgas, eens het
ongewenste kind van de oliewin
ning. Ket gevolg was dat Amerika,,
dat het op één na grootste aardgas-:
reservoir ter wereld heeft, zoveel
aardgas ging gebruiken dat het
waarschijnlijk'over tien jaar op zal
zijn. Een derde van de energie, die
Amerika verbruikt, komt van aard
gas.
De olievoorraad is echter het nij-
pendste probleem. De Amerikaanse
oliebronnen produceren momenteel
1.6 miljard liter olie per dag een
kwart van wat er in de gehele
wereld omhoog gepompt wordt
Maar Amerika verbruikt een derde
van de gehele wereldproduktie en
dat zal in de toekomst nog wel meer
worden. De 2,4- miljard liter büe.
die Amerika tegenwoordig dagelijks
nodig heeft, zal over tien jaar ver
dubbeld zijn. Ieder jaar halen de
Amerikaanse pompen steeds minder
olie omhoog en verwacht wordt dat
dé huidige bronnen over tien jaar
uitgeput zullen zijn. Wachten tot ze
weer vollopen heeft geen zin. De
natuur had 14 miljoen jaar nodig
om aan olie te maken, wat Amerika
in één jaar verbruikt
Voor de Amerikaanse kust liggen,
volgens deskundigen, nog grote olie
voorraden. maar de protesten van
milieubeschermers, die vrezen dat
de weglopende olie de stranden zal
besmeuren, - hebben proefboringen
voorlopig onmogelijk gemaakt. Tn
het westen Van Amerika: kan lei
steen-olie gewonnen wórden, die ech
ter ruim twee keer duurder zal zijn
als de huidige ruwe olie. 'Ongeacht
hoeveel olie we in het binnenland
aanboren, we komen steeds 50 pro
cent tekort. En die 50 procent zul
len we moeten importeren'; zei on
langs Rogers Morton, de minister
van binnenlandse zaken. En als
Amerika olie en aardgas wil kopen,
moet het aankloppen bij zijn politie
ke tegenstanders: in het Midden-
Oosten voor de olie; bij Algerije en
Rusland voor aardgas.
In de Amerikaanse senaat, waar
Henry Jackson een onderzoek is be
gonnen in verband met "de energie
crisis, is niemand enthousiast over
het steeds meer importeren uit het
buitenland. Oud-minister Walter
Hickel waarschuwde, dat 'de huidige
olie-invoer steeds meer wordt bloot
gesteld aan internationale chantage.
Tegen 1985 zal Saoedi-Arabië alleen
al in staat zijn 25 procent van da
olie te leveren, die de wereld nodig
heeft.' Anderen zijn bevreesd dat de
Amerikaanse olïeschaarste het land
zal dwingen vriendschap te sluiten
met de Arabieren, ten koste van
Israël. Dat conflicten kunnen uitbre
ken met Europa en Japan, die voor
hun olie-invoer ook steeds meer op
het Midden-Oosten aangewezen zijn.
En dat de verhoogde invoer het
tekort op de betalingsbalans zo hoog
zal opvoeren, dat een nieuwe inter
nationale monetaire crisis zal ont
staan.
Maar aan de andere kant hebben
Congresleden de regering reeds lang
verweten, dat baar weigering da
goedkope olie te importeren uit het
Midden-Oosten,de Amerikaanse con
sument 5 miljard dollar per jaar
gekost heeft; aan hogere olieprijzen.
En sommige zakenlieden zien in al
dat gepraat over een energie-crisis
alleen maar een kuiperij van de
oliemaatschappijen om hun prijzen
fiks te kunnen verhogen. De storin
gen in 'de ^energievoorziening, die
steeds meer' voorkomen tijdens de
Amerikaanse winters, hebben het
Amerikaanse publiek nog niet wak-
kergeschud. 'Een goede black-out
van 24 uur* zou, volgens een Con
gres-lid, zeer wenselijk rijn.
DJILAS WERD
NIET RUSTIG
Dit laatste bleek niet het geval te zijn.
Om langs een omweg te weten te kómen
hoe hij over de situatie in Joegoslavië
dacht, vroeg ik hem bij wijze van grap:
'Hoe gaat het tegenwoordig met Milovan
Djilas?' Het antwoord was verrassend fél:
!Die is heel rustig geworden!' Een kleine
twintig jaar geleden was Djilas nog één
?an de naaste medewerkers van de Joego
slavische president, maarschalk Tito. In
1954 werd hij echter aan de kant gezet
ómdat hij de eenheid van de communisti
sche partij in gevaar zou hebben gebrach.t
■Djilas liet zich evenwel niet het zwijgen
opleggen. Hij spaarde het politieke en
•maatschappelijke systeem in Joegoslavië
niet. Twee keer werd hij tot een langdurig
verblijf in de gevangenis veroordeeld om
dat hij dingen bleef publiceren die in
Belgrado niet in goede aarde vielen. Pas
vijf jaar geleden kreeg Djilas gelegenheid
aan de Princeton-universiteit in de Vere
nigde Staten lezingen te houden. Mogelijk
heeft de hoop, dat hij zich in dat land zou
vestigen, hierbij een rol gespeeld.
Nog onlangs verklaarde de 62-jarige Djilas
in een radio-interview liever in Joegosla
vië de gevangenis in te gaan dan als vrij
man in hét buitenland te moeten leven.
'Mijn lot is verbonden met mijn land.
mijn volk en mijn vrienden', aldus de
vroegere Joegoslavische vice-president die
nu openlijk verklaart, geen communist
meer te zijn: 'Ik ben ook geen anti
communist of anti-marxist. Ik heb gewoon
kritiek op het systeem, waaronder ik leef'.
De periode waarin Djilas een belangrijke
rol speelde, maar ook de ontwikkelingen
in de jaren die daarop volgden, worden
boeiend beschreven in het in het Duits
verschenen boek*) van een andere oude
medewerker van Tito: Svetozar Vukmano-
vic, evenais Djilas afkomstig uit Montene
gro, de kleinste deelrepubliek van Joego
slavië; -W./
Vukmanovic, die van Tito vanwege zijn
grote voortvarendheid de bijnaam 'Tempo'
kreeg, was tijdens de tweede wereldoorlog
een bekend partisanenleider. Na 1945 zond
Tito hem naar de Sowjet-Unie en andere
Oosteuropese landen, als moeilijke proble
men opgelost moesten worden. Spoedig
werd hij een 'enfant terrible' in deze
landen. Dat Joegoslavië in 1948 (en daar
na) niet bezweek onder de. druk van de
Sowjet-Unie was voor een belangrijk deel
het wérk van de .temperamentvolle Vuk
manovic'. die geen blad voor de mond
nam.
In de. aanNikita Chroestsjew toegeschre
ven herinneringendie enkélé, jaren gele
den in dé westerse pers werden gepubli
ceerd; zei de vroegere Riissische premier';
over Vukmanovic: 'Hij maakte grote in
druk op mij door zijn opvallende oprecht
heid en zijn natuurlijke menselijkheid. Ik
mocht hem graag, hoewel hij felle kritiek
op ons had. Als hij mij ook met scherpe
woorden te lijf ging, vond ik dat nooit
aangenaam'; Chroestsjew kon uitvalien van
Vukmanovic .velen 'omdat mild uitge
drukt de Sowjet Unie een zeker' gebrek
aan sympathie voor Joegoslavië had ge
toond. terwijl dit land het zeer moeilijk
had'; -
De breuk tussen Moskou en Belgrado
ontstond in 1948 omdat Stalin de beteke
nis van de worsteling van het Joegoslavi
sche volk voor politieke onafhankelijkheid
en nationale eenheid had onderschat. De
Russische leider maakte vervolgens de
fout de Joegoslaven voor te houden, dat
zij hun bevrijding te, danken hadden aan
de grote opofferingen die de Sowjet-Unie
zich getroost had in de strijd tegen de
Duitsers. Dat was een ernstige belediging,
want de Joegoslaven wisten dat het hun
strijd en hun overwinning was geweest.
Het waren ook. hun offers geweest: niet
minder dan 1.7 miljoen van de ongeveer
16 miljoen Joegoslaven kwam in dé vrij
heidsstrijd om het leven,
let verzet van de Joegoslaven was verwe
zen met een sociale revolutie aanvanke-
ijk een spontane revolutie van de gewone
man die niet alleen tegen de Duitse bezet-
:ers, maar ook tegen het corrupte oude
•egime en de militaire dictatuur opkwam.
UaSin meende dat aan de grote persoonlij,
re invloed van Tito een eind zou komen,
ils de Russische hulp aan Joegoslavië zou
ivorden stopgezet. Hij vergiste zich echter
<n de houding van de Joegoslavische be
volking, die. niet de minste behoefte had
om onder Russische voogdij te komen.
Het was vooral Djilas, die de binnenlandse
politiek van' de Sowjet-Unie aan de kaak
stelde. Hij beriep zich daarb'j op Kari
Marx die op twee gevaren had gewezen: dë
'contra-revolutie van de .onteigende bour
geoisie' en de 'gecentraliseerde bureaucra
tie' (dat wil zeggen: een machtsmonopolie
;n plaats van een regering door het volk).
Waarschuwend wees Djilas er op dat de
'dictatuur van het proletariaat' zich in
twee richtingen kon ontwikkelen: zij kon
naarmate de socialisatie vorderde
afsterven, maar ook een versterking van
de bureaucratie met een bevoorrechte
klasse opieveren. Volgens Djilas 'wezen
alle verschijnselen in de Sowjet-Unie op
een crisis-situatie.
Met Friedrich Engels vroeg Djilas zich
kort na de breuk met de Sowjet-Unie af,
of 'het zegevierende proletariaat een ander
volk zijn 'géluk' kon opdringen, zonder
daarmee zijn eigen overwinning te vernie
tigen', Met name de bolsjewistische partij
had zich zo schreef Djilas ontwik
keld tot een hiërarchische kaste, die zich
richtte op uitbreiding van haar macht. De
functieverdeling tussen partij- en staatsbe
stuur was onder Stalin al geheel verdwe
nen.
Als gevolg van Djilas' kritiek op de Sow
jet-Unie werd na de-breuk met Moskou in.
■Joegoslavië een scherpe verdeling aange
kondigd tussen de staatsbureaucratie en de
partij. Men vond deze maatregelen noodza
kelijk om te voorkomen, dat men de
verkeerde weg zou opgaan, in navolging
van de Sowjet-Unie. Daar stond echter
tegenover dat men in Belgrado het één
partij-stelsel wilde handhaven. Dit was
volgens partij-theoreticus Mosje Pijade een
waarborg voor 'waarachtige democratie'.
Een meer-partijen-stelsel zou, de politiek
en de politici kunnen terugbrengen, die
verantwoordelijk waren voor het lot van
Joegoslavië vóór en tijdens de tweede
wereldoorlog.
Niet lang na de dood van Stalin in 1953
deed Moskou moeite, de betrekkingen met
Belgrado te verbeteren. Djilas behoorde
echter niet tot degenen die slechts tijde
lijk gedwongen door de omstandighe
den hun toevlucht hadden gezocht tot
een geliberaliseerd (nationaal) communis
me. Hij bleef zijn opvattingen verdedigen.
De leiders in Belgrado bevonden zich
daardoor in een moeilijke positie, zoals
ook blijkt uit het boek van Vukmanovic.
Enerzijds wisten zij dat hun beleid her
inneringen opriep aan het stalinistische
systeem. Aan de andere kant waren de
prominente figuren zich er v:ah bewust dat
de partij haar invloed dreigde te verliezen.
Aanvankelijk was er dan ook een neiging
geweest Djilas gelijk te geven. De verlei
ding om tot betere betrekkingen met de
Sowjet-Unie te komen, was echter zo groot
dat besloten werd, met Djilas te breken.
Zogenaamd omdat hij bezig was, de macht
aan zich te trekken. Vukmanovic, die tot
het laatste had gehoopt dat Djilas zich zou
matigen, wendde zich tenslotte ook van
hem af. De partijdictatuur van vóór 1948
herleefde, de intellectuelen werden verwij
derd uit de 'straatcellen', uit strategische
posten gedrongen en geïsoleerd. De pro-
Russische elementen konden hun positie
versterken.
De ontwikkelingen die zich de laatste
jaren in Joegoslavië hebben voorgedaan.
n if li'?-'-- r5J%
j r •- - - ij
4 j,A siSfi
ISHISmSI
roepen herinneringen op aan de tijd,
waarin Djilas aan de kant werd geschoven.
Na de invasie in Tsjechoslowakije in au
gustus 1968 trad een nieuwe periode van
verkoeling in. De 'oude rot' Vukmanovic
kreeg opdracht in deze voor Joegoslavië
(en Roemenië) zo spannende dagen de
partisanen-oorlog voor te bereiden en zo
nodig te leiden. Dit laatste was echter niet
nodig omdat men in Moskou zoals nu
wordt verteld niet nog meer 'vergissin
gen' wilde maken.
Evenals Roemenië heeft Joegoslavië na
verloop van tijd maatregelen genomen om
een situatie als in 1968 in Tsjechoslowa
kije bestond, te voorkomen. Tito liet
krachtige stappen nemen tegen Kroatië en
andere deelrepublieken, waar een gevaar
lijk nationalisme de kop leek op te steken.
In Belgrado gaat men weer tekeer tegen
'bourgeoisic-nationaüsten' en 'anarcho-libe-
ralen' (waartoe men destijds ook Djilas
rekende). De partij tracht op alle terrei
nen van het leven haar invloed terug te
-v;A
winnen. Het enige wat men nu nog hoopt,
is dat deze teruggang slechts van tijdelijke
aard is.-
Tot de slachtoffers van de zuiveringen
behoren behalve jonge partijleden die her
vormingen eisen om de (ook economische)
moeilijkheden van Joegoslavië het hoofd
te: bunnen bieden, leidende figuren als de
vroegere ministers van buitenlandse zaken
Popevic, Nikezic en Tepavac. Zij, moesten
het veld ruimen vanwege hun 'westerse
gezindheid'. Redacteuren van het in Bel
grado verschijnende dagblad Politika en
van het weekblad NIN werden ontslagen.
En een redacteur.van. het populaire avond
blad Politika Ekspres kreeg moeilijkheden
nadat hij Moskou ervan beschuldigd had.
'profijt te trekken uit de economische en.
sociale problemen van Joegoslavië'.
Er is eveneens een anti-westerse campagne
aan de gang, zo meldt het Amerikaanse'
.weekblad Time. Peyton Place wordt verbo
den, de film Patton (over de strijd tegen
de Duitsers) ;s ai uit de roulatie genomen
omdat hij het 'Amerikaanse agressieleger'
verheerlijkt'. Eén officier beweerde tegeno-
ver journalisten'? doodleuk, dat het (met
Amerikaanse wapens, uitgeruste) Joegosla
vische leger wordt getraind om zich te
verdedigen tegen ccn aanval uit het wes
ten: 'Waarom zouden we bang zijn voor
bet oosten? Onze militaire hulp, is daar
toch- altijd vandaan gekomen?'
Wie het boek van Vukmanovic leest/kan
slechts dc schouders ophalen over zoveel
onzin. Toch is de opmerking van de offi
cier typerend voor de verwarring die sinds
eind 1971 in Joegoslavië heerst en moge
lijk ook voor de stemming in de .legerlei
ding. Tito heeft al een beslissendéröl aan
het leger gegeven en de legerleiding waar
schuwde vorig jaar al, 'niet te zullen
aarzelen, maatschappelijke stabiliteit en
het bijeenhouden van de Joegoslavische
federatie te garanderen'.
Opvallend fel was de uitval van Tito naar
Oostenrijk, waar de Sloveense minderheid
ln Karinthië moeilijkheden heeft. De pre
sident maakte er echter eén drama van
door de 'grote vier' te herinneren aan hun
verplichtingen volgens het met Oostenrijk
gesloten staatsverdrag. Narodna Armija
het blad van het leger heeft zich ook
in de strijd gemengd. Het noemde de
gebeurtenissen een 'grove schending van
het staatsverdrag'. Het Oostenrijkse ver
zoek, de emoties te laten afkoelen, werd in
Belgrado genegeerd.
De Karintische kwestie kan voor Belgrado
diens' doen om de aandacht af te leiden
van de binnenlandse moeilijkheden van
Joegoslavië, hoewel de dramatisering er
van licht kan leider, tot opleving van het
nationalisme in Slovenië. Het feit dat
Belgrado dit risico op de koop toe neemt,
versterkt de gedachte aan bijbedoelingen.
7.o maakt het geschil tussen beide landen
een scherpere controle mogelijk aan de
gemeenschappelijke grens. Deze omstandig
heid komt Belgrado waarschijnlijk niet
ongelegen. Uit de duur. van het Joegoslavi-
sch-Oostenrijkse 'conflict' valt na verloop
y.an, Wd, misschien op te maken, hoe
tijdelijk de maatregelen zijn, die Joegos
lavië kunnen afbrengen van de weg. die
het sinds 1948 met wisselend succes heeft
bewandeld.
Mein Weg mit Tiio, ein Revolutionar
erinnert slch, uitgegeven door Droeraer-
Kraus, Münchcn/Ztirich.
V -