1 8 blijven in de kerk Actueel boekennieuws van KO i ;*1 x)'<: door A. J. Koejemans BWKIW'W door A. J. Klei Trouw Kwartet Paperback 7,95 - -§M-- TROUW/KWARTET ZATERDAG 27 JANUARI 1973 KERK T2/K2 Het was die dag een wat vreemde zondag in Sofia. De beide volgende dagen zouden vrije, rode feestdagen zijn en daarom moest er worden gewerkt. Het land is nog arm, het kan een halve week produktieverlies niet lijden en dus waren die zondag de fabrieken in bedrijf, de winkels en de scholen geopend. .1 BI mmm fe !4ri''r Het monument voor Paissi van Hiilendar in Sofia. WAT IS ETHIEK? PRATEN ZONDER ANTWOORD? PROTESTANTEN IN RUSLAND W 21 10 20413 19 812 3 23 door L. M. P. Scholten Er schijnen mensen te bestaan in boeken komt men ze tenminste wel tegen die om de een of an dere reden een woordenboek uit lezen als een roman: van a tot z. Ik moet bekennen, dat ik thans ook tot., deze categorie behoor, sinds ik in handen kreeg 'De weg ■in woorden. Een systematische beschrijving van piëtistisch woordgebruik na 1900', van de hand van dr. C. van de Ketterij. KOK KAMPEN De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: Drs. J. Tamminga. Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768). Gem.giro X 500. j Een wat vreemde in Maar boven het druk gedoe der mensen zongen de kerkklokken, je moest erbij aan Gorters "Mei* denken: "de klanken schudden in de lucht zo rijp als jonge kersen.' Met hoge, lichtvoetige tonen strooiden de klokken hun klanken uii over de stad, buitelden over de daken en stoeiden met elkaar van de ene kerk maar de andere. Een enkele maal sloeg een zware toon er wel dwars doorheen, want naar het Hemelse mag het een feestelijke opgang zijn de Duivel is er ook en dat dient noodt vergeten.- De vele wandschilderingen op muren en brede pilaren van de Alexander - Newski Kathedraal worden ook niet moede dat te verhalen. Het vrolijke tafréel van de bruiloft in Eana vindt rijn pendant in de afbeelding van dat andere feestmaal, waarbij Johannes de Doper het hoofd werd afgeslagen. En hier zit Jezus met eenvoudig, verklarend gebaar midden dn een kring van boeren en boerinnen de Bergrede ginds echter is de sobere, maar beklemmende verbeelding van Zijn graflegging. Boven een der doorgangen naar een zijbeuk is afgebeeld wat volgens de traditie heet 'de twaalfjarige Jezus in de tempel'; hier staat evenwel een zelfbewuste jongeman, die in een gezelschap van luisterende, maar sceptische ouderen nieuwe inhoud aan de wetsrollen geeft Maar als hij van knaap tot man is gegroeid, dan is Hij de majestueuse gestalte, die met een machtig gebaar de Duivel in de afgrond stort Die Duivel mag dan rose vleugels hebben en zijn tenen mogen vergroeid zijn tot venijnige klauwen geen mens zal eraan voorbijgaan of hij zal er een zeer wereldse tiran in herkennen. En het is, alsof Jezus die verdoemde machthebber diens kroon nog heeft nagesmeten naar de buitenste duisternis. Het mag alles, naar ons moderne gevoelen, in die beginjaren van onze eeuw wat al te romantisch, in wat al te zoete pastelkleuren zijn gedaan het opvallende, het essentiële is de nauwe band tussen het lot van het volk en het evangelie, de concrete situatie, waarin de verkondiging strijdbaar is geplaatst. Dat geldt niet alleen voor de wandschilderingen in deze kathedraal, die.ter herinnering aan de bevrijding Van' de Turkse overheersing werd opgericht. Het is in het algemeen een wezenlijk verschil met bijvoorbeeld de Russische ikonen, die dit afgelopen najaar in Amsterdam werden tentoongesteld. Temidden van een heerlijke omgeving van bossen en hoge bergen ligt het middeleeuwse klooster Batsjkovo, Zijn vele wanden zijn als één stralend schilderij. Tweemaal, In de refter (eetzaal) en op de buitenmuur van de oudste kapei, is er het Laatste Oordeel afgebeeld. De zielen worden gewogen, engelen en duivelen vechten er om ieder-mens; wordt hij gewogen en te licht bevonden? De weegschaal maakt het uit: wie zich schuldig heeft gemaakt aan woeker, aan bedrog, wie het loon aan de arbeider heeft onthouden, wie anderen heeft onderdrukt gaat samen met overspeligen natuurlijk met opgetogen zwarte duveltjes door een duistere tunnel naar de hel. Maar in de rechter-bovenhoek staat ook nog een ander groepje, dat voor Satan is bestemd: het zijn intellectuelen, die zich in die tijd (17e en 18e eeuw) hebben ingespannen om het Bulgaarse volk te helleniseren, te vergrieksen. Zij zijn aan elkaar geketend en worden door Jezus zelf naar de hel gedreven. En zo 'natuurgetrouw' waren zij afgebeeld, dat de bedrijvers van dit kwaad er zichzelf onmiddellijk in herkenden en verlangden, dat men ze zou overschilderen. Het is niet 'gebeurd! Er zouden nog veel meer voorbeelden te geven zijn van zulk een, bij alle primitiviteit, 'actuele' ikonografie. Vele 'heiligen' bv. zijn martelaren, die vielen in de strijd tegen de Turken. Vaak is het ook een zeer 'aardse' verbeelding der Heilige Geschiedenis. Ik denk aan die merkwaardige ikoon, die in de crypte van de Newskl- kathedraal een Rijksmuseum! is tentoongesteld. Een klein paneeltje, zo kostbaar dat het in een vitrine is opgesteld. De moeder Gods is de geboorte van Jezus aangekondigd en nu staan zij daar, Jozef en Maria, in zo innige omarming alsof gezegd wil zijn, dat beiden door de annunciatie nu de moed hebben gevonden tot, nog eenmaal, een lijfelijke vereniging Vooral de 'Verlichting', die, in de 18e eeuw, haar weg van Frankrijk ook naar het Oosten, vond, heeft op de verbinding van kerkelijke schilderkunst èn literatuur met de concrete situatie grote invloed gehad. Uit die tijd stamt ook het historische werk van Paissi van iïillend'ar, die als monnik leefde in een der kloosters op de berg Athos in Griekenland; hij wist zich niettemin door zijn afkomst nauw verbonden met het Bulgaarse volk. Een volk, dat door gedwongen islamisering en hellenisering dreigde zijn identiteit te verliezen, wellicht geheel ten onder te gaan. Hij begon alles te verzamelen, wat op het roemrijke verleden van dit volk betrekking had, reisde rond naar oude kloosterarchieven, sprak met de mensen uit het volk en schreef in zijn donkere cel, bij het licht van één enkele kaars zijn 'Slavisch-Bulgaarse Geschiedenis'. Het was een eenvoudig boek, het kon geen aanspraak maken op wetenschappelijke arbeid, maar het ontstak in de harten der Buigaren de vlam van een patriottisme, dat weerstand kon bieden aan de invloeden van buiten. Gedrukt kon het manuscript niet worden, maar alom in het land werd het, vooral in de kloosters, overgeschreven, het werd op volksvergaderingen of in kleine kringen voorgelezen het simpele boek werd een wapen dat het Bulgaarse volk verdedigde tegen zijn ondergang. Paissi's werk is één, maar een zeer voorname, reden voor de liefde die het volk en zelfs zijn atheistische regering! de orthodoxe kerk nog altijd toedraagt. Paissi's cel in het Athosklooster bestaat niet meer; zij is verwoest Maar in het Rila-klooster bij Sofia is zij met overheidssteun in een der gewelven herbouwd het koude, donkere, zelfs van het geringste comfort gespeende vertrek, waarin de stralen der '"Verlichting" toch van zo heel ver doordrongen en een eenvoudige monnik inspireerden tot een voor de huidige bezoeker schier onmogelijke arbeid, maar die een geheel volk zijn nationale trots en waardigheid hergaf. De tiran is, met kroon en al, in de afgrond gestort het bevrijde volk werkt ook vandaag om nieuwe bladzijden toe te voegen aan de oude 'slavisch-bulgaarse geschiedenis'. Maar boven de stad zingen vrolijk de klokken en in de Newski-kathedraai zit Jezus midden tussen de mensen en leert wellicht weer met nieuwe woorden, het aloude evangelie van de verlossing uit het lijden. b IMIM» ijM WilliitfiMH iwajB 'at InéI taSMKrfwE yirwmtfi iiiM m ir*k A Laten die lastpakken dan udt de kerk gaan ais ze toch vinden dat er alle maal niks van deugt! Dit wordt niet alleen stalletjes gedacht, je kunt het ook vaak genoeg hardop horen zeg gen, Met lastpakken worden dan be doeld allerlei 'Itolkse jongens', die telkens weer de rust venstaren met hun hinderlijk gevraag en gedoe. Zit je net tevreden uit te blazen van een geslaagde Kom over de bnig-actie of zij zitten weer te zeuren over zelfge noegzaamheid en dat dat niet mag. Ja hoor es, wat mag dan wél? We heb ben met liefde gegeven voor die men sen ginds en dat willen we weten. En je moet niet denken dat je de wereld met stenci'ltjes verbeteren kunt Ei genlijk kun je die lui met ai hun gedram missen als kiespijn. Ze hou den de normale gang van zaken in de kerk maar op en juist in dat gewone leven van de gemeente, waar dat spandoekvodkje meestal met een grote boog omheen Hoopt, déér klopt het hart van de zaak. Zulke verhalen kun je horen. Dege nen die dergelijke uiteenzettingen weggeven, hebben voor een deel hun yin. Er zijn al heel wat actievoerders (om ze au maar zo aan te duiden) naar de rand van de kerk geschoven en daarna over de rand heengegaan. Niet om prompt wilde heidenen te worden, maar die kerk hoeft van ben niet meer. Wal iemand over hen pra ten als kerk-buiten-de-fcerk, best, maar zelf weien ze 't niet zo precies. Maar er blijven nog genoeg lastpak ken over. ook al rommelen ze vaak aan de kant, omdat ze 't binnenin niet zo goed uit konden houden. Er zijn onder hen die 'zwaaien nog wal met radicale evangelische inspiratie, al of niet versierd met de esthetiek van do twijfel'. Deze fraaie omschrij ving is niet van mezelf, maar van de Amsterdamse hervormde studentendo- .mtaftft dr. K. A. Beurloo en ik haal rijn woorden uit Via-via, interkerke lijk studenten-bulletin an Amsterdam. Onder de paperassen die een aanko mend student van de Umyersdteit van Amsterdam in handen krijgt, bevindt rich ook een kaartje, dat je kunt invullen ten gerieve van de studen tendominee (pastoor, -rabbijn of raadsman). Het hoeft niet, het mag Onderaan is ruimte gelaten voor het maken van een "opmerking". Br. Deur- 3oo vertelt in Via-via dat iemand heel U-efzeker Invulde: 'niet R., wel K.' en hij vraagt zich af wat er steekt achter desse notitie: "Voorlopig geen tijd, cal vinist'. M<ar de stapel oningevuld en 'geen' is verreweg het grootst. Als slechte tweede eindigt R. K. op verre afstand gevolgd door N. H. Zichtbare stapel tjes vormen verdei nog Gerei, en ri'rm- en daarna komen de hele kleintjes, zoals Rem., Isr, en Ev, Lufh. Dr. Deurtoo (ak ben nog steeds met zijn verhaal in Via-via doende) vertelt verder dat R. K. of N. H. op zo'n kaart niet altijd werkelijk wat voorstelt Hij hoorde op bezoek: 'O, dat kaartje? Heeft mijn vader inge vuld', of: "t Staat zo gek om niks in te vullen, dus heb ik maar N. H. opgegeven'. Tussen haken: merkwaar dig, dit laatste, ik dacht dat gêne over mks-zijn verleden tijd was. Een eindje verder in zijn artikel richt dr. Lteuriw zich dan tot hen die er toen bij willen horen. Dr. Deurioo: Maar wat doe jij nog bij die klub? Niet eens schoorvoetend, maar graag?! Wel tegen de haren ingestreken, want het evangelie past je niet, maar toch heb je je met hart en ziel aan de zaak verpand. Je gelooft dat het to the point en in de roos is en je merkt tegelijk dat het je bijna dagelijks ontsnapt. Je ervaart het cis 'n geluk kig toeval, dat je telkens de kans hebt gehad het nog net op tijd weer nieuw te horen. Je hebt bijvoorbeeld de moeite genomen om een boek als 'Het geheim van de mens' van Bert ter Schegget te lezen. Dat helpt je weer een beetje uit de verloedering. Niet alleen omdat hier een kundig auteur aan het woord is, maar vooral omdat hij het verhaal van de Messias 20 vertelt, dat je Hem als een Nov us (lett. 'Nieuwe' red.) het toneel van onze geschiedenis weer ziet binnentre den. Ik laat Via-via nu verder zwemmen, en ook dat boek van Ter Schegget .- ij 'l (dat krijgt nog een beurt dn deze krant), omdat Sc iedereen die er nog bij'-wdl fearea-jnaar botst, of dreigt te botsen, met de kerk en de kans loopt vanwege die bomen het bos niet meer te zien; wil attenderen op een opmer king van, alweer Bent ter Schegget. Daarvoor moet ik het januari-nummer van het maandblad Voorlopig oppak ken. Dr. G. H. ter Schegget (want zé wordt hij hier netjes aangeduid) kreeg van redactie-secretaris Eimert Pruim de vraag om een artikeltje over 'het essentiële van het christelijk geloof. A3 murmurerend voldoet dr. Ter Schegget aan dat verzoek, en halverwege schrijft hij: U wilt het niet over onze christen- dommelljke kerk hebben, maar over het gelooj! Over het geloof in de Heer zelf. En dat wilde u dan maar eventjes losmaken van twintig eeuwen christendomDaar doe ik niet aan mee, meneer. Als ik de lusten wil, dm moet ik ook de lasten nemen. Ik teil de lusten, ik geef het toe, maar daardoor zit ik nu met de lasten. De gemeente van Christus is een vreem denkolonie (K. Barth), een avant-gar de van Gods omwenteling, een leer huis van het geweten, waar mensen bevrijd worden tot dienst aan de God van de menselijkheid en tot dienst aan elkaar. Allemaal mooie woorden, die ik ook vele malen gebruikt heb, maar waar wordt dit waargemaaktZo is het! Maar is het zo? Als ik over het messiaanse geloof begin, los van de praktijk van onze kerken, is het een slag in de lucht, idealistische praai. Achter deze fraaie sluiers gaat een verloederde bruid schuil. Ik wou maar zeggen: lastpakken moe ten in de kerk blijven. Als ik goed begrepen heb zijn er Meden die dr. Ter Schegget een last pak vinden. Ik kan dus ook zeggen: lastpakken blijven in de kerk. ADVERTENTIE Zojuist verschenen: Prof. dr. G. Th, Rothuizen Een belangwekkend boek, waarin de auteur om. behandelt: het evidente in de ethiek wat is christelijke ethiek het christelijke in de ethiek de grenzen van de ethiek. paperback f 18,75 Ds. X Overduin Uitermate boeiende gedachten over het Onze Vader. paperback f7,90 Deze uitgaven zijn verkrijgbaar bij de boekhandel. Dr. J. A. Hebly De honderdjarige weg van strijd en lijden. Dit boek geeft die informatie die nodig is om de huidige situatie in Rusland te kunnen volgen en begrijpen. Ook komt aan orde de vraag naar het bestaan van een onder grondse kerk in Rusland en de vragen rondom het optreden van de Roemeense predikant Wunnbrand. Een groot aantal waardevolle documenten zijn opgenomen. paperback 17,50 Het is het eerste grondige onderzoek van de religieuze taal van een kwanti tatief niet onbelangrijke groep: de mensen van de gereformeerde" ge meenten, de gereformeerde gemeenten m Nederland, de oud-gereformeerde gemeenten en verwante groepen. De taal van hun preken, hun boeken en gezelschappen. De taal, waarin de vro men onderling de standen van het genadeleven bespreken en onderricht geven aan hun onbekeerde mede-reizi gers naar de eeuwigheid. De taal, waarmee men in de gezelschappen voorzover die er nog zijn gehoor geeft aan het 'Komt, luistert toe, gij godgezinden, gij, di.e, dp Heer van harte vreest. Hoort, wat jnij God deed ondervinden; wat Hij gedaan heeft aan mijn geest.' Het gaat hier men zal het licht begrijpen niet om exact vakjargon van theologen, maar om een taal, die meer gevoelsmatig ervaren, dan exact begrepen wordt, en die geijkt is in eeuwenlange omgang met de Staten vertaling, de belijdenisgeschriften en de 'oude schrijvers'. Een taal, waarin je van jongsaf opge voed moet zijn, en die je moeilijk aan buitenstaanders uit kunt leggen. Hoe moet je uitleggen, dat er verschil is tussen de openbaring en de schenking van de Middelaar, dat de vrijmaking onderscheiden is van de vrijspreking of dat de toerekening altijd gaat vóór de aanneming. Hoe moet je verklaren, wat het wil zeggen, dat de ziel opge raapt is van onder het heilig recht, wat het ogenblik is, dat de ziel de pardonbrief krijgt en in de vrijstad wordt geleid, teruggeleid wordt in het vaderharte Gods? Dr. Van de Ketterij is er wel in geslaagd, deze taal aan buitenstaan ders duidelijk te maken. Hij heeft de woorden niet maar alfabetisch op een rijtje gezet, maar zo geordend, dat hij met de lezer de hele 'weg', die God met een mens houdt, langs gaat. Hij onderzocht daartoe het woordge bruik van twee weekbladen, De Saam binder (van de Gereformeerde Ge meenten) smds 1920 en De Wachter Sions (van de Gereformeerde Gemeen ten in Nederland) vanaf 1953 en van circa zestig boeken, alle na 1900 ge schreven, Daaronder waren zowel pre-, kenbundels als leerstellige werken-, van bekende voorgangers, als ds. ju Fraanje, ds. G. H. Kersten, L. Potap* pel, ds, G. van Reenen, ds. G. van de Breevaart, ds J. van der Poel en ds.; J W. Slager en ook verschillende bekeringsgeschiedenissen. De eerste genade schenkt God in het, stondeke der minne. Dat is het mo ment van de wedergeboorte, van God van eeuwigheid bepaald, als Hij de dode, doch uitverkoren zondaar, die nooit naar Hem gevraagd had, opraapt van het vlakke des velds, levend maakt uit zijn geestelijke doodstaat, de blinde zielsogen opent. Dat is de eerste en tegelijk de grootste weldaad, die Gods kind te beurt valt. Zulk een ziel, met wie God begonnen is, wordt door Hem onder de eis van de wet gebracht. Hij krijgt met God van doen. Hij wordt ook aan zichzelf bekend gemaakt. Hij leert zich ken nen als de ellendigste van alle ellen- digen. Zijn consciëntie gaat open. Hij krijgt zijn schuldbrief thuis. En zo beschrijft Van de Ketterij de weg verder: langs het klaaghuis, het werk huis, het wijnhuis, het rechthuis, maar daarna weer in het armhuis, want tenslotte is de hoogste school in de genade, die de ziel bereiken kan, de bewaarschool, waar God Zijn kin deren leert van Hem afhankelijk te blijven. Is dit de tale Kanaans? Neen, zeggen Van de Ketterij's bronnen allemaal. Op zichzelf is dit de tale Kanaans nog niet. Men kan de woorden perfect gebruiken, maar om werkelijk de tale Kanaftns te spreken, moet men ook delen in de zaken. Deze taal kan door niemand, dan alleen door God zelf aan de ziel geleerd worden. Om de tale Kanaans echt te kennen, moet men in Kanaan geboren zijn. Eén kritische opmerking. Van de Ket terij karakteriseert deze groep als 'piëtistisch'. Dat is jammer. Want het is hem bekend, dat de groep die hij bedoelt, deze benaming voor zich beslist afwijst en dat met reden. Het is, ais we het goed hebben, de Duitser Heppe geweest, die in 1879 de term 'piëtisme' het eerst heeft toegepast op de Nadere Reformatie in Nederland. Historisch gezien is het Piëtisme een aftakking in Duitsland van het Puri tanisme in Engeland en de Nadere Reformatie ten onzent. Er ligt een belangrijke overeenkomst: bij alle drie gaat het om de praxis pietatis, de praktijk der godzaligheid, de persoon lijke vroomheid, die door bekering heengaat en uitkomt in vruchten. Maar er treedt een wezenlijke veran dering op, als bij de overslag naar Duitsland (na 1660; De Labadie speel- Zonder veel woorden kunnen wij del rol van de vader bij de huwelijkskeus van de zoon, op de wijze waarop dat hier bij Abraham en Isaiik geschiedt, als tijdgebonden overslaan. Is er nog iets van over? Delen onze kinderen niet eenvoudig mee dat ze die en die bereid gevonden hebben het leven verder met hen te delen, als ze het al meedelen en we het niet aan het plotseling verschijnen van de een of andere 'vriend' of 'vriendin' maar moeten merken. Enige navraag geeft dan spoedig baat. Maar goed, dat van Abraham die 'n vrouw voor zijn zoon laat zoeken door een nog zo trouwe knecht, dat is voorbij. En het gesprek tussen vader en zoon, moeder en- dochter gelukkig niet geheel verdwe nen. De knecht, de oudste in zijn huis, moet Abraham 'met de hand onder diens heup' zweren dat hij voor zijn zoon IsaSk een goede vrouw zoekt Abraham voelt zijn einde nade ren en bezorgt nog het een en ander. De goede vrouw komt voor Abrahams besef- uit de kring der verwanten en niet uit die van de Kanaënieten. De keus is georiënteerd op de dienst van Abrahams God. Toch klinkt hier tege lijk een andere prioriteit door. 't Is net alsof Abraham intussen iets be denkt. Als 'die vrouw' mij niet wil volgen, wil de knecht weten. Wat dan? Moet Isaak dan naar haar land, de weg van Abraham terug? Hierop is Abrahams bescheid zeer beslist. Nee, het blijft zoals het afgesproken is, de kleine exodus van Abraham, uit Ur en Haran naar het beloofde land, mag niet ongedaan gemaakt worden. Dat is de prioriteit van het geloof. Abraham heeft de zaak goed overdacht: Gods bedoeling en belofte met hem en Isaak mag niet in het gedrang komen. Wat er in het door de knecht, wiens naam nog steeds niet genoemd is, gedane geval gebeuren moet wordt niet gezegd. Alleen dit: niet terug! Dat schijnt een bepalende faktor te zijn bij deze huwelijkskeus. Het komt mij voor dat die niet tijdgebonden is. Mensen, jonge mensen, die door deze God op weg gezonden zijn, moeten in hun huwelijkskeus niet terug. Niet terug achter hun geloof, achter de keuze die over hen en door hen gedaan werd. En geldt dat eigenlijk niet van iedere beslissing, ook die van^ minder belang schijnen dan die 'vanï, een huwelijkspartner? (Genesis 24.1-9) 1 ADVERTENTIE Opgeraapt van he t vlakke des velds de daarbij een belangrijke rol) de nauwe band met de gereformeerde leer teloor gaat De beweging golft dan weer terug naar Engeland en Nederland: Wesley, de grondlegger van het methodisme, kwam tot de ommekeer in zijn leven in een hem- huttergemeente in Londen. En het is in deze methodistische gestalte vooral, dat het piëtisme in de negen tiende en twintigste eeuw in Neder land gekomen is: het Réveil, de vrije evangelische gemeenten, het leger des heils, Joh. de Heer, de pinksterbewe ging en thans vooral de evangelische beweging. Met andere woorden: niet de dogma tiek van ds. Kersten, maar de zang bundel van Johannes de Heer is het zuivere specimen van Nederlands twintigste-eeuws piëtisme. De kring, waarvan Van de Ketterij het woordge bruik beschreven heeft, heeft zich tegen dit piëtisme altijd met klem afgezet, j'uist omdat er zoveel gemeen schappelijks is in de woordenschat en in het beklemtonen van het gevoel, (De natuur blijkt overigens vaak ster ker dan de leer, zodat Joh. de Heer toch in vele huisgezinnen op het orgel is te vinden en de platen met dit genre geestelijke liederen even eens grif aftrek vinden.) Tenslotte: wat zal de toekomst zijn van deze groep? Het geoefende volk wordt meer en meer ingezameld. Er zijn er steeds minder, die de tale Kanaans bevindelijk verstaan. 'Voor vele mensen, zelfs onder ons, zijn zulke uitdrukkingen hetzelfde als dat ze 'latijn' horen spreken', citeert Van de Ketterij De Saambinder uit 1965. Een gevolg is. dat epigonen naar voren komen en dat de taal, die samenbindend zou moeten werken, in de praktijk zelfs scheidt, doordat men gaat twisten over woorden, zonder zelf goed aan te voelen, wat ermee bedoeld wordt Opmerkelijk zijn dan ook de regels, waarmee Van de Ketterij zijn studie besluit: 'Naar onze overtuiging zal geen 'toekomende macht' in staat zijn dit volk te vernietigen, omdat hun taal niet uitgeroeid zal kunnen wor den. Zonder de taalcreativiteit van dit volk zouden we verstoken blijven van de ('uitwendige') kennis omtrent onze relatie tot hun God, de God van hemel en aarde, Die eeuwig leeft. Zonder dit volk zou deze studie niet geschreven kunnen zijn: Immers, in dien zij niet verbaal gestalte aan hun ervaringen gegeven hadden, zouden er slechts 'woorden' geweest zijn, géén 'weg* 'De weg in woorden. Een systemati sche beschrijving van piëtistisch woordgebruik na 1900' door dr. C. van de Ketterij. Uitgave Van Gorcum te Assen. 12 -F 458 pag. Prijs 77. Een serieuze en praktische gids bij het actuele probleem van de euthanasie Indringend en beeldend heeft Mochehet probleem van de euthanasie benaderd. Niemand ontkomt aan de nood zaak een oordeel te geven. Het gaat om onze medemens, onze fa milie, onszelf. verkrijgbaar bij de boekhandel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 2