1
8
blijven in de kerk
Actueel boekennieuws van
KO
i ;*1 x)'<:
door A. J. Koejemans
BWKIW'W
door A. J. Klei
Trouw
Kwartet
Paperback 7,95
- -§M--
TROUW/KWARTET ZATERDAG 27 JANUARI 1973
KERK T2/K2
Het was die dag een wat vreemde zondag in Sofia. De beide volgende dagen
zouden vrije, rode feestdagen zijn en daarom moest er worden gewerkt.
Het land is nog arm, het kan een halve week produktieverlies niet lijden en dus
waren die zondag de fabrieken in bedrijf, de winkels en de scholen geopend.
.1
BI
mmm
fe !4ri''r
Het monument voor Paissi van Hiilendar in Sofia.
WAT IS ETHIEK?
PRATEN ZONDER
ANTWOORD?
PROTESTANTEN
IN RUSLAND
W 21 10 20413 19 812 3 23
door L. M. P. Scholten
Er schijnen mensen te bestaan
in boeken komt men ze tenminste
wel tegen die om de een of an
dere reden een woordenboek uit
lezen als een roman: van a tot z.
Ik moet bekennen, dat ik thans
ook tot., deze categorie behoor,
sinds ik in handen kreeg 'De weg
■in woorden. Een systematische
beschrijving van piëtistisch
woordgebruik na 1900', van de
hand van dr. C. van de Ketterij.
KOK KAMPEN
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
Drs. J. Tamminga.
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020-22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.
j
Een wat vreemde
in
Maar boven het druk gedoe der mensen
zongen de kerkklokken, je moest erbij
aan Gorters "Mei* denken: "de klanken
schudden in de lucht zo rijp als jonge
kersen.' Met hoge, lichtvoetige tonen
strooiden de klokken hun klanken uii
over de stad, buitelden over de daken
en stoeiden met elkaar van de ene kerk
maar de andere. Een enkele maal sloeg
een zware toon er wel dwars doorheen,
want naar het Hemelse mag het een
feestelijke opgang zijn de Duivel is
er ook en dat dient noodt vergeten.-
De vele wandschilderingen op muren
en brede pilaren van de Alexander -
Newski Kathedraal worden ook niet
moede dat te verhalen. Het vrolijke
tafréel van de bruiloft in Eana vindt
rijn pendant in de afbeelding van dat
andere feestmaal, waarbij Johannes de
Doper het hoofd werd afgeslagen. En
hier zit Jezus met eenvoudig,
verklarend gebaar midden dn een kring
van boeren en boerinnen de
Bergrede ginds echter is de sobere,
maar beklemmende verbeelding van
Zijn graflegging.
Boven een der doorgangen naar een
zijbeuk is afgebeeld wat volgens de
traditie heet 'de twaalfjarige Jezus in
de tempel'; hier staat evenwel een
zelfbewuste jongeman, die in een
gezelschap van luisterende, maar
sceptische ouderen nieuwe inhoud aan
de wetsrollen geeft Maar als hij van
knaap tot man is gegroeid, dan is Hij
de majestueuse gestalte, die met een
machtig gebaar de Duivel in de afgrond
stort Die Duivel mag dan rose vleugels
hebben en zijn tenen mogen vergroeid
zijn tot venijnige klauwen geen
mens zal eraan voorbijgaan of hij zal er
een zeer wereldse tiran in herkennen.
En het is, alsof Jezus die verdoemde
machthebber diens kroon nog heeft
nagesmeten naar de buitenste
duisternis.
Het mag alles, naar ons moderne
gevoelen, in die beginjaren van onze
eeuw wat al te romantisch, in wat al te
zoete pastelkleuren zijn gedaan het
opvallende, het essentiële is de nauwe
band tussen het lot van het volk en het
evangelie, de concrete situatie, waarin
de verkondiging strijdbaar is geplaatst.
Dat geldt niet alleen voor de
wandschilderingen in deze kathedraal,
die.ter herinnering aan de bevrijding
Van' de Turkse overheersing werd
opgericht. Het is in het algemeen een
wezenlijk verschil met bijvoorbeeld de
Russische ikonen, die dit afgelopen
najaar in Amsterdam werden
tentoongesteld.
Temidden van een heerlijke omgeving
van bossen en hoge bergen ligt het
middeleeuwse klooster Batsjkovo, Zijn
vele wanden zijn als één stralend
schilderij. Tweemaal, In de refter
(eetzaal) en op de buitenmuur van de
oudste kapei, is er het Laatste Oordeel
afgebeeld. De zielen worden gewogen,
engelen en duivelen vechten er om
ieder-mens; wordt hij gewogen en te
licht bevonden? De weegschaal maakt
het uit: wie zich schuldig heeft
gemaakt aan woeker, aan bedrog, wie
het loon aan de arbeider heeft
onthouden, wie anderen heeft
onderdrukt gaat samen met
overspeligen natuurlijk met
opgetogen zwarte duveltjes door een
duistere tunnel naar de hel.
Maar in de rechter-bovenhoek staat ook
nog een ander groepje, dat voor Satan
is bestemd: het zijn intellectuelen, die
zich in die tijd (17e en 18e eeuw)
hebben ingespannen om het Bulgaarse
volk te helleniseren, te vergrieksen. Zij
zijn aan elkaar geketend en worden
door Jezus zelf naar de hel gedreven.
En zo 'natuurgetrouw' waren zij
afgebeeld, dat de bedrijvers van dit
kwaad er zichzelf onmiddellijk in
herkenden en verlangden, dat men ze
zou overschilderen. Het is niet
'gebeurd!
Er zouden nog veel meer voorbeelden
te geven zijn van zulk een, bij alle
primitiviteit, 'actuele' ikonografie. Vele
'heiligen' bv. zijn martelaren, die
vielen in de strijd tegen de Turken.
Vaak is het ook een zeer 'aardse'
verbeelding der Heilige Geschiedenis.
Ik denk aan die merkwaardige ikoon,
die in de crypte van de Newskl-
kathedraal een Rijksmuseum! is
tentoongesteld. Een klein paneeltje, zo
kostbaar dat het in een vitrine is
opgesteld. De moeder Gods is de
geboorte van Jezus aangekondigd en nu
staan zij daar, Jozef en Maria, in zo
innige omarming alsof gezegd wil zijn,
dat beiden door de annunciatie nu de
moed hebben gevonden tot, nog
eenmaal, een lijfelijke vereniging
Vooral de 'Verlichting', die, in de 18e
eeuw, haar weg van Frankrijk ook naar
het Oosten, vond, heeft op de
verbinding van kerkelijke schilderkunst
èn literatuur met de concrete situatie
grote invloed gehad. Uit die tijd stamt
ook het historische werk van Paissi van
iïillend'ar, die als monnik leefde in een
der kloosters op de berg Athos in
Griekenland; hij wist zich niettemin
door zijn afkomst nauw verbonden met
het Bulgaarse volk. Een volk, dat door
gedwongen islamisering en
hellenisering dreigde zijn identiteit te
verliezen, wellicht geheel ten onder te
gaan. Hij begon alles te verzamelen,
wat op het roemrijke verleden van dit
volk betrekking had, reisde rond naar
oude kloosterarchieven, sprak met de
mensen uit het volk en schreef in zijn
donkere cel, bij het licht van één
enkele kaars zijn 'Slavisch-Bulgaarse
Geschiedenis'.
Het was een eenvoudig boek, het kon
geen aanspraak maken op
wetenschappelijke arbeid, maar het
ontstak in de harten der Buigaren de
vlam van een patriottisme, dat
weerstand kon bieden aan de invloeden
van buiten. Gedrukt kon het
manuscript niet worden, maar alom in
het land werd het, vooral in de
kloosters, overgeschreven, het werd op
volksvergaderingen of in kleine
kringen voorgelezen het simpele
boek werd een wapen dat het Bulgaarse
volk verdedigde tegen zijn ondergang.
Paissi's werk is één, maar een zeer
voorname, reden voor de liefde die het
volk en zelfs zijn atheistische
regering! de orthodoxe kerk nog
altijd toedraagt.
Paissi's cel in het Athosklooster bestaat
niet meer; zij is verwoest Maar in het
Rila-klooster bij Sofia is zij met
overheidssteun in een der gewelven
herbouwd het koude, donkere, zelfs
van het geringste comfort gespeende
vertrek, waarin de stralen der
'"Verlichting" toch van zo heel ver
doordrongen en een eenvoudige
monnik inspireerden tot een voor de
huidige bezoeker schier onmogelijke
arbeid, maar die een geheel volk zijn
nationale trots en waardigheid hergaf.
De tiran is, met kroon en al, in de
afgrond gestort het bevrijde volk
werkt ook vandaag om nieuwe
bladzijden toe te voegen aan de oude
'slavisch-bulgaarse geschiedenis'. Maar
boven de stad zingen vrolijk de
klokken en in de Newski-kathedraai zit
Jezus midden tussen de mensen en
leert wellicht weer met nieuwe
woorden, het aloude evangelie van de
verlossing uit het lijden.
b IMIM» ijM
WilliitfiMH iwajB
'at InéI taSMKrfwE
yirwmtfi iiiM
m
ir*k
A
Laten die lastpakken dan udt de kerk
gaan ais ze toch vinden dat er alle
maal niks van deugt! Dit wordt niet
alleen stalletjes gedacht, je kunt het
ook vaak genoeg hardop horen zeg
gen, Met lastpakken worden dan be
doeld allerlei 'Itolkse jongens', die
telkens weer de rust venstaren met
hun hinderlijk gevraag en gedoe. Zit
je net tevreden uit te blazen van een
geslaagde Kom over de bnig-actie of
zij zitten weer te zeuren over zelfge
noegzaamheid en dat dat niet mag. Ja
hoor es, wat mag dan wél? We heb
ben met liefde gegeven voor die men
sen ginds en dat willen we weten. En
je moet niet denken dat je de wereld
met stenci'ltjes verbeteren kunt Ei
genlijk kun je die lui met ai hun
gedram missen als kiespijn. Ze hou
den de normale gang van zaken in de
kerk maar op en juist in dat gewone
leven van de gemeente, waar dat
spandoekvodkje meestal met een grote
boog omheen Hoopt, déér klopt het
hart van de zaak.
Zulke verhalen kun je horen. Dege
nen die dergelijke uiteenzettingen
weggeven, hebben voor een deel hun
yin. Er zijn al heel wat actievoerders
(om ze au maar zo aan te duiden)
naar de rand van de kerk geschoven
en daarna over de rand heengegaan.
Niet om prompt wilde heidenen te
worden, maar die kerk hoeft van ben
niet meer. Wal iemand over hen pra
ten als kerk-buiten-de-fcerk, best, maar
zelf weien ze 't niet zo precies.
Maar er blijven nog genoeg lastpak
ken over. ook al rommelen ze vaak
aan de kant, omdat ze 't binnenin
niet zo goed uit konden houden. Er
zijn onder hen die 'zwaaien nog wal
met radicale evangelische inspiratie,
al of niet versierd met de esthetiek
van do twijfel'. Deze fraaie omschrij
ving is niet van mezelf, maar van de
Amsterdamse hervormde studentendo-
.mtaftft dr. K. A. Beurloo en ik haal
rijn woorden uit Via-via, interkerke
lijk studenten-bulletin an Amsterdam.
Onder de paperassen die een aanko
mend student van de Umyersdteit van
Amsterdam in handen krijgt, bevindt
rich ook een kaartje, dat je kunt
invullen ten gerieve van de studen
tendominee (pastoor, -rabbijn of
raadsman). Het hoeft niet, het mag
Onderaan is ruimte gelaten voor het
maken van een "opmerking". Br. Deur-
3oo vertelt in Via-via dat iemand heel
U-efzeker Invulde: 'niet R., wel K.' en
hij vraagt zich af wat er steekt achter
desse notitie: "Voorlopig geen tijd, cal
vinist'.
M<ar de stapel oningevuld en 'geen'
is verreweg het grootst. Als slechte
tweede eindigt R. K. op verre afstand
gevolgd door N. H. Zichtbare stapel
tjes vormen verdei nog Gerei, en
ri'rm- en daarna komen de hele
kleintjes, zoals Rem., Isr, en Ev,
Lufh. Dr. Deurtoo (ak ben nog steeds
met zijn verhaal in Via-via doende)
vertelt verder dat R. K. of N. H. op
zo'n kaart niet altijd werkelijk wat
voorstelt Hij hoorde op bezoek: 'O,
dat kaartje? Heeft mijn vader inge
vuld', of: "t Staat zo gek om niks in
te vullen, dus heb ik maar N. H.
opgegeven'. Tussen haken: merkwaar
dig, dit laatste, ik dacht dat gêne over
mks-zijn verleden tijd was.
Een eindje verder in zijn artikel richt
dr. Lteuriw zich dan tot hen die er
toen bij willen horen. Dr. Deurioo:
Maar wat doe jij nog bij die klub?
Niet eens schoorvoetend, maar graag?!
Wel tegen de haren ingestreken, want
het evangelie past je niet, maar toch
heb je je met hart en ziel aan de zaak
verpand. Je gelooft dat het to the
point en in de roos is en je merkt
tegelijk dat het je bijna dagelijks
ontsnapt. Je ervaart het cis 'n geluk
kig toeval, dat je telkens de kans hebt
gehad het nog net op tijd weer nieuw
te horen. Je hebt bijvoorbeeld de
moeite genomen om een boek als 'Het
geheim van de mens' van Bert ter
Schegget te lezen. Dat helpt je weer
een beetje uit de verloedering. Niet
alleen omdat hier een kundig auteur
aan het woord is, maar vooral omdat
hij het verhaal van de Messias 20
vertelt, dat je Hem als een Nov us
(lett. 'Nieuwe' red.) het toneel van
onze geschiedenis weer ziet binnentre
den.
Ik laat Via-via nu verder zwemmen,
en ook dat boek van Ter Schegget
.- ij 'l
(dat krijgt nog een beurt dn deze
krant), omdat Sc iedereen die er nog
bij'-wdl fearea-jnaar botst, of dreigt te
botsen, met de kerk en de kans loopt
vanwege die bomen het bos niet meer
te zien; wil attenderen op een opmer
king van, alweer Bent ter Schegget.
Daarvoor moet ik het januari-nummer
van het maandblad Voorlopig oppak
ken. Dr. G. H. ter Schegget (want zé
wordt hij hier netjes aangeduid)
kreeg van redactie-secretaris Eimert
Pruim de vraag om een artikeltje
over 'het essentiële van het christelijk
geloof. A3 murmurerend voldoet dr.
Ter Schegget aan dat verzoek, en
halverwege schrijft hij:
U wilt het niet over onze christen-
dommelljke kerk hebben, maar over
het gelooj! Over het geloof in de
Heer zelf. En dat wilde u dan maar
eventjes losmaken van twintig eeuwen
christendomDaar doe ik niet aan
mee, meneer. Als ik de lusten wil,
dm moet ik ook de lasten nemen. Ik
teil de lusten, ik geef het toe, maar
daardoor zit ik nu met de lasten. De
gemeente van Christus is een vreem
denkolonie (K. Barth), een avant-gar
de van Gods omwenteling, een leer
huis van het geweten, waar mensen
bevrijd worden tot dienst aan de God
van de menselijkheid en tot dienst
aan elkaar.
Allemaal mooie woorden, die ik ook
vele malen gebruikt heb, maar waar
wordt dit waargemaaktZo is het!
Maar is het zo?
Als ik over het messiaanse geloof
begin, los van de praktijk van onze
kerken, is het een slag in de lucht,
idealistische praai. Achter deze fraaie
sluiers gaat een verloederde bruid
schuil.
Ik wou maar zeggen: lastpakken moe
ten in de kerk blijven.
Als ik goed begrepen heb zijn er
Meden die dr. Ter Schegget een last
pak vinden. Ik kan dus ook zeggen:
lastpakken blijven in de kerk.
ADVERTENTIE
Zojuist verschenen:
Prof. dr. G. Th, Rothuizen
Een belangwekkend boek, waarin
de auteur om. behandelt: het
evidente in de ethiek wat is
christelijke ethiek het
christelijke in de ethiek
de grenzen van de ethiek.
paperback f 18,75
Ds. X Overduin
Uitermate boeiende gedachten
over het Onze Vader.
paperback f7,90
Deze uitgaven zijn verkrijgbaar bij de boekhandel.
Dr. J. A. Hebly
De honderdjarige weg van
strijd en lijden.
Dit boek geeft die informatie
die nodig is om de huidige
situatie in Rusland te kunnen
volgen en begrijpen.
Ook komt aan orde de vraag
naar het bestaan van een onder
grondse kerk in Rusland en de
vragen rondom het optreden van
de Roemeense predikant
Wunnbrand.
Een groot aantal waardevolle
documenten zijn opgenomen.
paperback 17,50
Het is het eerste grondige onderzoek
van de religieuze taal van een kwanti
tatief niet onbelangrijke groep: de
mensen van de gereformeerde" ge
meenten, de gereformeerde gemeenten
m Nederland, de oud-gereformeerde
gemeenten en verwante groepen. De
taal van hun preken, hun boeken en
gezelschappen. De taal, waarin de vro
men onderling de standen van het
genadeleven bespreken en onderricht
geven aan hun onbekeerde mede-reizi
gers naar de eeuwigheid. De taal,
waarmee men in de gezelschappen
voorzover die er nog zijn gehoor
geeft aan het 'Komt, luistert toe, gij
godgezinden, gij, di.e, dp Heer van
harte vreest. Hoort, wat jnij God deed
ondervinden; wat Hij gedaan heeft
aan mijn geest.'
Het gaat hier men zal het licht
begrijpen niet om exact vakjargon
van theologen, maar om een taal, die
meer gevoelsmatig ervaren, dan exact
begrepen wordt, en die geijkt is in
eeuwenlange omgang met de Staten
vertaling, de belijdenisgeschriften en
de 'oude schrijvers'.
Een taal, waarin je van jongsaf opge
voed moet zijn, en die je moeilijk aan
buitenstaanders uit kunt leggen. Hoe
moet je uitleggen, dat er verschil is
tussen de openbaring en de schenking
van de Middelaar, dat de vrijmaking
onderscheiden is van de vrijspreking
of dat de toerekening altijd gaat vóór
de aanneming. Hoe moet je verklaren,
wat het wil zeggen, dat de ziel opge
raapt is van onder het heilig recht,
wat het ogenblik is, dat de ziel de
pardonbrief krijgt en in de vrijstad
wordt geleid, teruggeleid wordt in het
vaderharte Gods?
Dr. Van de Ketterij is er wel in
geslaagd, deze taal aan buitenstaan
ders duidelijk te maken. Hij heeft de
woorden niet maar alfabetisch op een
rijtje gezet, maar zo geordend, dat hij
met de lezer de hele 'weg', die God
met een mens houdt, langs gaat.
Hij onderzocht daartoe het woordge
bruik van twee weekbladen, De Saam
binder (van de Gereformeerde Ge
meenten) smds 1920 en De Wachter
Sions (van de Gereformeerde Gemeen
ten in Nederland) vanaf 1953 en van
circa zestig boeken, alle na 1900 ge
schreven, Daaronder waren zowel pre-,
kenbundels als leerstellige werken-,
van bekende voorgangers, als ds. ju
Fraanje, ds. G. H. Kersten, L. Potap*
pel, ds, G. van Reenen, ds. G. van de
Breevaart, ds J. van der Poel en ds.;
J W. Slager en ook verschillende
bekeringsgeschiedenissen.
De eerste genade schenkt God in het,
stondeke der minne. Dat is het mo
ment van de wedergeboorte, van God
van eeuwigheid bepaald, als Hij de
dode, doch uitverkoren zondaar, die
nooit naar Hem gevraagd had, opraapt
van het vlakke des velds, levend
maakt uit zijn geestelijke doodstaat,
de blinde zielsogen opent. Dat is de
eerste en tegelijk de grootste weldaad,
die Gods kind te beurt valt.
Zulk een ziel, met wie God begonnen
is, wordt door Hem onder de eis van
de wet gebracht. Hij krijgt met God
van doen. Hij wordt ook aan zichzelf
bekend gemaakt. Hij leert zich ken
nen als de ellendigste van alle ellen-
digen. Zijn consciëntie gaat open. Hij
krijgt zijn schuldbrief thuis. En zo
beschrijft Van de Ketterij de weg
verder: langs het klaaghuis, het werk
huis, het wijnhuis, het rechthuis,
maar daarna weer in het armhuis,
want tenslotte is de hoogste school in
de genade, die de ziel bereiken kan,
de bewaarschool, waar God Zijn kin
deren leert van Hem afhankelijk te
blijven.
Is dit de tale Kanaans? Neen, zeggen
Van de Ketterij's bronnen allemaal.
Op zichzelf is dit de tale Kanaans nog
niet. Men kan de woorden perfect
gebruiken, maar om werkelijk de tale
Kanaftns te spreken, moet men ook
delen in de zaken. Deze taal kan door
niemand, dan alleen door God zelf
aan de ziel geleerd worden. Om de
tale Kanaans echt te kennen, moet
men in Kanaan geboren zijn.
Eén kritische opmerking. Van de Ket
terij karakteriseert deze groep als
'piëtistisch'. Dat is jammer. Want
het is hem bekend, dat de groep
die hij bedoelt, deze benaming
voor zich beslist afwijst en dat met
reden. Het is, ais we het goed hebben,
de Duitser Heppe geweest, die in 1879
de term 'piëtisme' het eerst heeft
toegepast op de Nadere Reformatie in
Nederland.
Historisch gezien is het Piëtisme een
aftakking in Duitsland van het Puri
tanisme in Engeland en de Nadere
Reformatie ten onzent. Er ligt een
belangrijke overeenkomst: bij alle
drie gaat het om de praxis pietatis, de
praktijk der godzaligheid, de persoon
lijke vroomheid, die door bekering
heengaat en uitkomt in vruchten.
Maar er treedt een wezenlijke veran
dering op, als bij de overslag naar
Duitsland (na 1660; De Labadie speel-
Zonder veel woorden kunnen wij del
rol van de vader bij de huwelijkskeus
van de zoon, op de wijze waarop dat
hier bij Abraham en Isaiik geschiedt,
als tijdgebonden overslaan. Is er nog
iets van over? Delen onze kinderen
niet eenvoudig mee dat ze die en die
bereid gevonden hebben het leven
verder met hen te delen, als ze het al
meedelen en we het niet aan het
plotseling verschijnen van de een of
andere 'vriend' of 'vriendin' maar
moeten merken. Enige navraag geeft
dan spoedig baat. Maar goed, dat van
Abraham die 'n vrouw voor zijn zoon
laat zoeken door een nog zo trouwe
knecht, dat is voorbij. En het gesprek
tussen vader en zoon, moeder en-
dochter gelukkig niet geheel verdwe
nen. De knecht, de oudste in zijn
huis, moet Abraham 'met de hand
onder diens heup' zweren dat hij voor
zijn zoon IsaSk een goede vrouw
zoekt Abraham voelt zijn einde nade
ren en bezorgt nog het een en ander.
De goede vrouw komt voor Abrahams
besef- uit de kring der verwanten en
niet uit die van de Kanaënieten. De
keus is georiënteerd op de dienst van
Abrahams God. Toch klinkt hier tege
lijk een andere prioriteit door. 't Is
net alsof Abraham intussen iets be
denkt. Als 'die vrouw' mij niet wil
volgen, wil de knecht weten. Wat
dan? Moet Isaak dan naar haar land,
de weg van Abraham terug? Hierop is
Abrahams bescheid zeer beslist. Nee,
het blijft zoals het afgesproken is, de
kleine exodus van Abraham, uit Ur
en Haran naar het beloofde land, mag
niet ongedaan gemaakt worden. Dat is
de prioriteit van het geloof. Abraham
heeft de zaak goed overdacht: Gods
bedoeling en belofte met hem en
Isaak mag niet in het gedrang komen.
Wat er in het door de knecht, wiens
naam nog steeds niet genoemd is,
gedane geval gebeuren moet wordt
niet gezegd. Alleen dit: niet terug!
Dat schijnt een bepalende faktor te
zijn bij deze huwelijkskeus. Het komt
mij voor dat die niet tijdgebonden is.
Mensen, jonge mensen, die door deze
God op weg gezonden zijn, moeten in
hun huwelijkskeus niet terug. Niet
terug achter hun geloof, achter de
keuze die over hen en door hen
gedaan werd. En geldt dat eigenlijk
niet van iedere beslissing, ook die van^
minder belang schijnen dan die 'vanï,
een huwelijkspartner? (Genesis 24.1-9) 1
ADVERTENTIE
Opgeraapt van
he t vlakke des velds
de daarbij een belangrijke rol) de
nauwe band met de gereformeerde
leer teloor gaat De beweging golft
dan weer terug naar Engeland en
Nederland: Wesley, de grondlegger
van het methodisme, kwam tot de
ommekeer in zijn leven in een hem-
huttergemeente in Londen. En het
is in deze methodistische gestalte
vooral, dat het piëtisme in de negen
tiende en twintigste eeuw in Neder
land gekomen is: het Réveil, de vrije
evangelische gemeenten, het leger des
heils, Joh. de Heer, de pinksterbewe
ging en thans vooral de evangelische
beweging.
Met andere woorden: niet de dogma
tiek van ds. Kersten, maar de zang
bundel van Johannes de Heer is het
zuivere specimen van Nederlands
twintigste-eeuws piëtisme. De kring,
waarvan Van de Ketterij het woordge
bruik beschreven heeft, heeft zich
tegen dit piëtisme altijd met klem
afgezet, j'uist omdat er zoveel gemeen
schappelijks is in de woordenschat en
in het beklemtonen van het gevoel,
(De natuur blijkt overigens vaak ster
ker dan de leer, zodat Joh. de Heer
toch in vele huisgezinnen op het
orgel is te vinden en de platen met
dit genre geestelijke liederen even
eens grif aftrek vinden.)
Tenslotte: wat zal de toekomst zijn
van deze groep? Het geoefende volk
wordt meer en meer ingezameld. Er
zijn er steeds minder, die de tale
Kanaans bevindelijk verstaan. 'Voor
vele mensen, zelfs onder ons, zijn
zulke uitdrukkingen hetzelfde als dat
ze 'latijn' horen spreken', citeert Van
de Ketterij De Saambinder uit 1965.
Een gevolg is. dat epigonen naar
voren komen en dat de taal, die
samenbindend zou moeten werken, in
de praktijk zelfs scheidt, doordat men
gaat twisten over woorden, zonder
zelf goed aan te voelen, wat ermee
bedoeld wordt
Opmerkelijk zijn dan ook de regels,
waarmee Van de Ketterij zijn studie
besluit: 'Naar onze overtuiging zal
geen 'toekomende macht' in staat zijn
dit volk te vernietigen, omdat hun
taal niet uitgeroeid zal kunnen wor
den. Zonder de taalcreativiteit van dit
volk zouden we verstoken blijven van
de ('uitwendige') kennis omtrent onze
relatie tot hun God, de God van
hemel en aarde, Die eeuwig leeft.
Zonder dit volk zou deze studie niet
geschreven kunnen zijn: Immers, in
dien zij niet verbaal gestalte aan hun
ervaringen gegeven hadden, zouden er
slechts 'woorden' geweest zijn, géén
'weg*
'De weg in woorden. Een systemati
sche beschrijving van piëtistisch
woordgebruik na 1900' door dr. C. van
de Ketterij. Uitgave Van Gorcum te
Assen. 12 -F 458 pag. Prijs 77.
Een serieuze en
praktische gids
bij het
actuele probleem
van de
euthanasie
Indringend en beeldend heeft
Mochehet probleem van de
euthanasie benaderd.
Niemand ontkomt aan de nood
zaak een oordeel te geven. Het
gaat om onze medemens, onze fa
milie, onszelf.
verkrijgbaar bij de boekhandel