andbladen maandbladenmaandblad
Een toekomst in diepvries
Bij Marx in
de salon
lentaar
Eenvoudig
Radioprogramma
van 25 uur bij
koninklijk feest
Directie mijnen
trekt klacht
tegen Imkamp in
Sluiting ziekenhuis
wekt ongerustheid
n
,3
Als verweer bedoeld geschrift, beantwoordt niet aan zijn doel
Onvriendelijk
OPGEVEN VAN
FAMILIEBERICHTE''
Ei ANDERE
ADVERTENTIES
GEDURENDE DE AVONDUREN
gastvrijheid
barend
hijsa
naamplaatje
TROUW/KWARTET ZATERDAG 27 JANUARI 1973
BINNENLAND
T5/K7
Van een onzer verslaggevers
AMSTERDAM Mr. L. Eintho
ven heeft een brochure geschre
ven om zich op zeer persoonlijke
•wijze te verweren tegen 'de aan
vallen op mijn eer en goede
naam', door dr. L. de Jong onder
nomen in het vierde deel van
diens geschiedenisverhaal over
Nederland in de tweede wereld
oorlog.
Aanzet
Hinkend
Verblind-
Bomans
Raster
p-fl»,-jt JU Sri
©s
.q V
Opnieuw heeft donderdagavond de
Evangelische Omroep de kijkers doen
delen in zijn ontsteltenis over de con
ferentie 'Salvation Today', bijeenge
roepen door de afdeling wereldzending
en evangelisatie van de wereldraad
van kerken.
De EO-verslaggever heeft in de caco-
fonie van geluiden die dit kakelbonte
gezelschap christenen uit de gehele
wereld deed horen, in elk geval drie
duidelijke tendenzen kunnen bespeu
ren: het heil in Christus wordt tegen
woordig uitgelegd als de aardse revo
lutie. het christendom wordt op één
lijn gesteld met andere wereldgods
diensten; en de wereldraad zou eigen
lijk een wereldregering willen.
Om dit te staven, interviewde men de
verontruste Westduitse professor
Beyerhaus, die in de slotzitting van de
conferentie in Bangkok nog gezegd
had, dat de conferentie hem zeer was
'meegevallen' (al was ze volgens hem
theologisch onvoldoende onderbouwd
geweest). Nu echter had hij geen goed
woord meer voor Bangkok over.
Wat een voorrecht om, na een reis
om de helft van de wereldbol, van een
bezoek aan een conferentie van meer
dan driehonderd mensen met zoveel
bijbelkringen en secties over zulke
uiteenlopende onderwerpen te mogen
terugkeren met een paar eenvoudige
beschuldigingen, die iedereen meteen
begrijpt! Wat een voorrecht ook om
zich niet te hoeven verdiepen in alle
zorgen, problemen en ideeën waarmee
christenmensen van zes continenten op
deze conferentie kwamen aandragen,
omdat je van tevoren al wist, dat het
tóch allemaal neerkwam op afval en
ontrouw! Het is een voorrecht dat je
ook ontheft van de normale journalis
tieke taak om van zo'n gebeurtenis
wat diepgaander kennis te nemen.
Dan behoef je ook niet een discussie
over. de dialoog met belijders van
andere godsdiensten te hebben meege
maakt om toch de strekking ervan als
onheilspellend te kunnen afschilderen.
Dat uitzonderlijke voorrecht om de
dingen zó te rapporteren, geeft niet
één publiciteitsmedium aan zijn mede
werkers. Dat voorrecht geven blijk
baar alleen de EO-leden aan hun
voorlichters. Maar we kunnen ons niet
voorstellen, dat mensen het erg lang
volhouden om zó weinig te willen
weten.
HILVERSUM De NOS-radio wil op
5 en 6 september ter gelegenheid van
het 25-jarig regeringsjubileum een 25
uur durende uitzending verzorgen.
Het wordt volgens de plannen een
wereldomvattend schakelprogramma
waarin elk uur een ander jaar uit de
regeringsperiode van de koningin zal
worden behandeld en waarbij Neder-
landers uit landen over de hele we
reld betrokken zullen worden.
Elk uur van de uitzending zal opge
vuld worden met muziek die in be
treffende jaar populair was en met
delen van radiorpogramma's die toen
populair waren. Tevens zal elk uur
Worden overgeschakeld naar een land
waar het op dat moment zes uur is.
Daarbij zullen ondermeer impressies
gegeven worden van de festiviteiten
ter plaatse en zal iets verteld worden
over de situatie waarin de Nederlan
ders in dat land verkeren. In op
dracht van de NOS-tv is Jan van Hillo
bezig een film over de Koningin te
maken. Deze film zal op 4 september
uitgezonden worden.
DEN HAAG —De directie van de
Oranje-Nassaumijnen in Heerlen heeft
afgezien van verdere handhaving van
de klacht wegens smaad, ingediend in
november tegen mr. dr. M. J. J. A.
Imkamp die toen Tweede Kamerlid
was voor D*66. De klacht was bij de
officier van justitie in Den Haag
ingediend omdat de directie een aan
tasting van eer en goede naam zag in
een open brief van de heer Imkamp
aan de gemeentelijke en provinciale
autoriteiten in Limburg.
In de brief had de heer Imkamp o.m.
geschreven 'de tijd lijkt aangebroken
dat de economische recherchedienst
een onderzoek gaat instellen of DSM de
Oranje-Nassaumijnen en grote bouw
ondernemingen zich niet aan grond-
speculatie op grote schaal schuldig
maken'.
Brochu re mr. Einthoven
bevestigt visie De Jong
Van een onzer verslaggevers
ENKHUIZEN Onder het personeel
van het Snoucfc van Loos enri ekenhuis
in Enkhudzen en onder de inwoners
van deze plaats en de omliggende
plaatsen is grote onrust ontstaan door
de mededeling van het bestuur d at
rekening moet worden gehouden met
sluiting van het grootste deel van dit
zieikenlhuis binnen vier s vijl jaar.
Volgens die heer U. H. de Zeeuw,
burgemeester van Enkhuizen en voor
zitter van het ziekenhuisbestuur, zijn
de mogelijkheden om het ziekenhuis
open te houden uiterst gering. Hoe
wel de staatssecretaris van volksge
zondheid in 1969 een beginselverkla
ring heeft afgegeven waarin nieuw
bouw in principe werd goedgekeurd,
is er uiteindelijk toch geen toestem
ming verleend.
Mr. Einthoven vormde met prof. J. E.
de Quay en mr. J. Linthorst Homan
het driemanschap dat in de zomer van
1940, vlak na het begin van de Duitse
bezetting, de Nederlandse Unie op
richtte.
Inzijn boek geeft De Jong een uit
voerige schets van de Unie, die na
overweging van alle plus- en minpos-
ten er tenslotte uitkomt als een toch
ietwat dubieuze beweging.
Het is waar dat die Unie gedragen
werd door een brede (maar niet zo
sterk gemotiveerde) massa van de Ne
derlandse bevolking, die in de eerste
verwarde en onzekere maanden van
de bezetting vooral haar anti-duitse
en anti-NSB-gevoelens in de Unie be
lichaamd zag. Maar even duidelijk is
zeker nu op de afstand van meer
dan dertig jaar dat die Unie op
een of andere manier aansloot bij
allerlei troebele anti-parlementaire en
autoritaire stromingen en in opzei
gericht was op het in een of andere
vorm pacteren met 'de nieuwe orde'
en 'het nieuwe Europa', zoals dat
door de bezetters werd gepredikt
Ook al miste de Unie het landverra-
derlijke karakter van de NSB en het
vulgaire anti-semitlsme van Nationaal
Front; het vaag gehouden programma
ging toch maar uit van de noodzaak
van 'een organische opbouw van het
Nederlandse gemenebest onder leiding
van een krachtig en besluitvaardig
gezag' en van de Duitse suprematie.
Daarom wilde de Unie 'met een open
oog voor de werkelijkheid' streven
naar 'een loyale verhouding met de
bezettende overheid'.
De aanzet tot collaboratie was gege
ven. Dat het zover niet is gekomen, is
misschien wel in de eerste plaats te
danken aan die brede stroom Neder
landers die in een irrationeel enthou
siasme de Unie schraagden tot
tenslotte de Duitsers (in december
1941) de beweging verboden.
Ook aan de persoonlijkheden van dö
leden van het driemanschap besteedt
dr. De Jong grote aandacht Daarbij
schetst hij mr. Linthorst Homan
(toen commissaris-,van,de Koningin in
Groningen) "als een wat naiëve, uitge
sproken pro-Duitse man; mr. Eintho
ven (toen hoofdcommissaris van poli
tie in Rotterdam) als een emotionele,
autoritair denkende, maar fel anti-
Duitse man en De Quay (toen een
Tilburgs hoogleraar met allerlei
dwarsverbindingen naar het bedrijfs
leven) als de man daar tussen in; het
samenbindende element in het drie
manschap.
Vreemd genoeg is dat beeld bijna net
zo terug te vinden in de polemisch
bedoelde brochure van Einthoven.
Het is misschien vervelend voor de
schrijver en voor alle moeite die hij
kennelijk aan dit boekje heeft gespen
deerd, maar in grote lijnen bevestigt
hij alleen ma-"* De Jongs verhaald.
Einthoven hinkt duidelijk om twee
gedachten. Aan een kant wil hij de
Unie en haar optreden verdedigen en
vindt hij het Zelfs nodig uit een soort
sportiviteit zoiets als loyaliteit tegeno
ver de medeleden van het drieman
schap en een aantal medewerkers te
demonstreren. Aan de andere kant is
hij er duidelijk op uit zijn persoon
lijk optreden te ^.rechtvaardigen en
om dat te bereiken moet hij een tegen
stelling creëren tussen de Unie en
zijn, eigen opvatting. -
Het is duidelijk dat deze twee elemen
ten elkaar uitsluiten, Om zichzelf te
verontschuldigen vertelt Einthoven
bijvoorbeeld omstandig hoe hij uit
onvrede over het reilen en zeilen van
de beweging er een paar maanden
tussen uit gaat en alleen maar in
naam lid blijft van het driemanschap.
De enige conclusie zal dus moeten
zijn dat ook Einthoven niet altijd
even gelukkig geweest is met het
optreden van de Unie. die anderzijds
blijkens zijn beschrijvingen eerder als
een soort prille verzetsbeweging moet
worden gezien.
Het driemanschap van de Nederlandse Unie In 1940. Van links naar rechts: prof, dr. J. E. de Quay, mr. L. Einthoven en
mr. J. Linthorst Homan rondom de Leeuw van de Unie. Over de vorm van dit dier is blijkens de mededelingen van
Einthoven binnen de Unie nogal stevig gestreden tussen de noordelijke en zuidelijke fracties.
Of het nu zo bedoeld is of niet in
Einlhovens verhaal in elk geval rijst
Ruygers op als een eigenzinnige Bra
bander, die zijn schrijftalent (en het
ontbreken daarvan bij Einthoven) ge
bruikte om tegen alle instructies van
Einthoven in toch pro-duitse stukken
te schrijven in het Unie-orgaan.
Welk ressentiment, vraag je je dan
terloops af. zit verborgen in een zin
netje als; 'Maar Ruygers bracht het
tot Kamerlid en vice-voorzitter van de
PvdA, die precies wist welke rol hij
in de oorlog gespeeld had'.
Het is de vraag of Einthoven zichzelf
met dit boekje een dienst bewezen
heeft Komt hij persoonlijk er nu wel
zo slecht uit in De Jongs beschrij
ving? De Jong signaleert bij elke
passende gelegenheid Emtio veris anti-
duitse gevoelens en stemmingen:
diens twijfels ook over de Unie. Eint
hoven hoeft heus niet in zijn brochu
re zo uitvoerig te 'argumenteren dat
hij één dag na de oprichting van de
Unie reeds zijn plaats in het drieman
schap wilde afstaan aan prof. H. Krae-
mer. -Dat' valt "ook bij De' Jong te
lezen, al laat die duidelijk de medede
ling voor rekening van Einthoven
zelf.
Einthoven had' verstandiger gedaan
zijn boekje (nu bedoeld als 'direct
antwoord') nog even te laten betijen
en in te pakken in het geheel van
zijn mémoires, waaraan hij nu bezig
is. Deze brochure moet kennelijk als
een voorschot worden beschouwd.
'De Jongs geschiedverhaal vertoont de
zwakte van een abstractie die de wer
kelijkheid geweid aandoet', formuleert
Einthoven ergens zijn kritiek in wat
algemener bewoordingen. De Jong zat
in de oorlog in Londen, maar 'hij
spreekt nu zonder zich te kunnen
verplaatsen in de schier bovenmense
lijke moeilijkheden waarmee men
hier te kampen had, zijn veroordelin
gen uit', zegt Einthoven,bitter.
Het verwijt heeft de redelijkheid van
het 'je moet er geweest zijn om er
over te kunnen oordelen'. Wat zou de
negentiende eeuwer Fruin met een
dergelijk verwijt hebben moeten doen
toen hij zijn schetsen over de tachtig
jarige" oorlog ontwierp of willekeurig
elke andere historicus, die zich ver
diept in vroeger tijden waar hij niet
bij geweest kén zijn?
Einthoven is 'verblind door het sub
jectieve. Dat hij subjectief is, kan
alleen al worden afgeleid uit de ma
nier waarop hij ter verdediging
van de Nederlandsche Unie en in
zekere zin ook van het college van
secretarissen-generaal vertelt hoe
jhr. R. Grneninx vap Zoelen ('die
En wat de personen aangaat: Eintho
ven moet aan het einde van zijn
boekje zeif toegeven dat hij over
Linthorst Homan 'onvriendelijk' heeft
geschreven. Dat kon ook niet anders,
want hij moest in alle oprechtheid
qua temperament alleen al zicii dis
tantiëren van alle pro-duitse tenden
ties.
Ook een medewerker van de Unie als
de onlangs overleden Geert Ruygers
komt er op die manier niet zo best af.
Bij Marx in de salon, in zijn woning
aan Maitland Park Road in Londen,
bevond zich in de zomer van 1871 de
Amerikaan R. Landor voor een inter
view, dat op 18 juli 1871 werd afge
drukt in 'New York World'.
'Maatstaf' één van de medewerkers
althans heeft het daar opgediept,
vertaald en gepubliceerd als een cu
rieus tijdsdocument.
Het is het jaar van de Parijse commu
ne en Landor, bevangen door de ver
halen" over de revolutie, kijkt rond in
de kamer van 'de incarnatie, van de
revolutie'.
'De salon waar ik werd binnengeleid
op de avond van mijn interview zou
lang niet misstaan hebben bij een
voorspoedig effectenmakelaar, die in
goeden doen is geraakt en nu fortuin
begint te maken. Het was de welstand
in éigen persoon, het vertrek van een"
man met smaak en ruime middelen,
waarin men echter niets opmerkte dat
bijzonder kenmerkend voor de eige
naar was. Een mooi album met ge
zichten op de Rijn gaf wel een aan
wijzing van zijn nationaliteit, Ik keek
voorzichtig in de vaas op de zijtafel
op zoek naar een bom. Ik snuffelde
naar een petroleumlucht, maar de
geur was de geur van rozen.' Marx'
'omgeving en voorkomen wijzen op
een welgesteld man uit de midden
klasse'.
Op ouderwetse wijze beschrijft Lan
dor Marx' uiterlijk. 'Herinnert u zich
het borstbeeld van Socrates de
man met het mooie profiel, het ge
welfde voorhoofd uitlopend in de
kleine, stompe, wat omgekrulde neus?
Haal u dit beeld voor de geest, kleur
de baard zwart met hier en daar een
vleugje grijs; plaats het zo gecreëerde
hoofd op een gezet lichaam van ge
middelde lengte, en de Doctor staat
voor u. Bedek het bovenste gedeelte
van het gelaat en men zou zich m
gezelschap van een rasecht kerke-
raadslid wanen. Maar bij onthulling
van het essentiële deel van het ge
zicht, dat immense voorhoofd, weet u
dadelijk te maken te hebben met de
meest indrukwekkende combinatie
van krachten een dromer die
denkt, een denker die droomt'
Van ..de inhoud van het eigenlijke
interview is niet het meest belang
wekkende wat Marx zegt over de
(eerste) Internationale, maar veel
meer het zoeken en tasten van de'
interviewer en diens neiging een sa
menzwering van onbekenden achter
de Internationale te zoeken. 'Stel dat
zij (de brave leden van de Internatio
nale, die de heer Landor zelf kent,
red. Tr./Kw.) slechts de instrumenten
zijn in de handen van een stoutmoe
dig en, ik hoop dat u me de toevoe
ging vergeeft, niet al te zeer door
scrupules geplaagd genootschap'. In
derdaad: een' tijdsbeeld.'
Vereer in dit Maatstaf-nummer o.a.
proza van Guus Kuyer, verzen van
Hans Warren en enkele levensherin
neringen van Sandberg, zoals hij deze
eerder voor de Vara-radio had verteld.
'Holland Maandblad" heeft zich als
eerste van de literaire tijdschriften
vermeten om Godfried Bomans te her
denken. Toch komt ook deze beschou
wing (van R. van Amerongen) niet
boven het anecdotische uit al leidt
Van Amerongen zijn eigen verhaal
we! met een kort en wat kritisch
karakteristiek.
'Bomans was naar mijn idee een be
langrijk schrijver, vermoedelijk geen
groot schrijver (wie is dat wei?), een
briljant spreker en lezer en dat
Elke WERKDAG (behalve zaterdags) bestaat er 's avonds tot
acht uur gelegenheid tot het telefonisch opgeven van familie
berichten. die nog de volgende ochtend moeten worden geplaatst.
Uit kan uitsluitend onder no. 020-220383. Ook op ZONDAG
AVOND is dit mogelijk, maar dan van ZES tot ACHT uur.
Eventueel kunnen elke WERKDAG (behalve zaterdags) ge
durende de avonduren tot 8 uur ook andere advertenties opge
geven worden. Deze advertenties kunnen echter niet de volgen
de dag worden geplaatst.
Na bovenstaande tijdstippen kunnen geen advertenties meer
worden opgegeven.
ATTENTIE! U gelieve steeds duideiijk op te geven in welke
bladen u de advertentie wenst te plaatsen (Trouw, Het Kwartet
of in de gehele Christelijke Pers (Trouw Het Kwartet), als-
roede de gewenste breedte.
DRINGEND VERZOEK. Teneinde correcte behandeling te be
vorderen wordt u dringend verzocht het telefonisch opgeven zo
tijdig mogelijk te doen geschiedea
kunnen er maar weinig bij ons en
een zeer boeiend televisie-optreder.
Als schrijver heeft hij er soms formi
dabel naast gekleund.' Zo -vind ik Pa
Pinkelmans gruwelijk en de aforis
men in Buitelingen, en nog wel meer
daarin, vervuilen de lezer met plaats
vervangende schaamte'.
Wat daar dan verder volgt is een niet
on-amusant verhaal over Bomans, die
in 1950 aan Van Amerongen schrijft
bezig te zijn met een Dickens-biogra-
fie en een aantal Dickens-boeken wil
lenen uit de bibliotheek van Van
Amerongens overleden vader.
Na een schimmige correspondentie en
wat schimmigs? bezoeken worden de
boeken inderdaad aan Bomans uitge
leend, maar -daarna moet Van Ame
rongen met veel listen en lagen zijn
eigendom tenslotte terug halen. 'Bo
mans als boekhouder' heet het ver
haal dan ook terecht.
Verder ook in 'Holland Maandblad'
proza van Guus Kuyer en een (waar
schijnlijk zo eenvoudig mogelijk ge
houden) inleiding van Hugo Brandt
Corstius tot zoiets moeilijks als de
taalfilosofie van Naom Chomsky.
'Raster' is niet meer dat wil zeg
gen: na het extra-dikke nummer 'win
ter 1972-1973' zal dit driemaandelijke
literaire tijdschrift (dat zo'n beetje de
rationalistische literatuur-traditie in
ons land voortzette) niet meer ver
schijnen. Dat is jammer.
Redacteur H. C. ten Berge, die als
eenling zes jaargangen redigeerde,
neemt 'opgewekt afscheid' in zijn in
leiding niet ontevreden over eigen
werk, maar toch ook een beetje mis
moedig over de smalle exploitatie
basis van een 'kultureel tijdschrift op
niet-kommerciële basis'.
'Naarmate de aktie-radius van Raster
zich uitbreidde werd de (vaak onver
holen) tegenstand groter en het lezers
tal kleiner. Nu is het eerste ver
schijnsel gunstig men is blijkbaar
met iets bezig dat tegen de stroom
ingaat het tweede echter kan lei
den tot ontmoediging en opheffing
wanneer een aanvaardbaar minimum
niet meer gehaald wordt en distribu
tiekanalen verstopt raken.'
Een dik nummer met veel bijdragen
van typische Raster-medewerkers als
Hans Faverey en Breyten Breyten-
bach, maar ook van ouderen als F. C.
Terborgh en A. Roland Holst.
Opmerkelijk is het vervolg dat de (op
.schrijfmachines verlekkerde) W. F,
Herman levert op zijn roman uit 1956
'God Denkbaar Denkbaar de God'.
Eén citaat slechts: 'Want in het tijd
perk waarin deze hagiografie geschre
ven is, schreven de schrijvers die het
schrijven in hun vinger hadden op
schrijfmachines en vromen die nog de
kroontjespen hanteerden, hadden het
achter hun ellebogen.'
duizend jaar zou voorkomen en dan
ook ongeveer zo lang zou duren. Bun
onderzoekingen hebben bewezen, dat
er niet meer dan zo'n tien- tot vijf
tienduizend jaar tussen ijs en ijs
kunnen liggen,
En zo komen de heren tot hun profe
tie: de meest recente ijstijd ligt onge
veer twaalfduizend jaar achter ons en
zodoende zijn we nu zo'n beetje aan
de volgende toe. Je kunt dat ook
afmeten aan de temperatuurverschil
len. Volgens professor Folger zijn 'de
temperaturen op aarde tussen 1850 en
1960 steeds een beetje opgelopen,
maar nu zijn we, zegt hij, "letterlijk
aan een afkoelingsperiode begonnen.
En wat staat ons detn te wachten
Doordat de gemiddelde temperaturen
elk jaar met vijf tot zeven graden
zullen dalen als het zmer is zal
alles met een noodgang koud en nat
worden. De sneeuw zal op de duur
zelfs 's zomers niet meer helemaal
smelten en alles met een dikke -ijs
korst bedekken. Deellende zal in de
poolgebieden en op grote hoogten be
ginnen en zich vandaar verder uit
breiden. Mogelijk zullen veel planten
soorten, die een ander dan zo'n kil
klimaat nodig hebbentotaal uitster
ven.
Wanneer precies de afkoelingsperiode
zal uitlopen op een echt ijstijdperk is
onmogelijk vast te stellen, zegt prof.
Folger. In, elk gaval zijn toe op weg.
Op weg naar een nieuwe (ijs-)tijd.
Binnen de honderd jagr kunnen we
midden in een nieuw us tijdperk zit
ten. Sterker nog: eigenlijk hadden we
nu al in' iglo's moeten wonen, zoent
we zijn met z'n allen vermoedelijk
flink overlijd volgens een aantal
hooggeleerde Amerikanen, deskundi
gen op het gebied van diepzeeën,
bodem- en ijsonderzoek, maar dan
geen consumptieijs. Met z'n zovelen
zijn ze na diepgaande bestudering tot
de conclusie gekomen dat het echt
gauw, zover moet zijn en, als ons
klimaat tenminste niet al achterloopt
op het temperatuurschema dat de
laatste vijfhonderdduizend jaar te
zien geven, dat het ijstijdperk binnen
een eeuw bereikt zou kunnen zijn.
Dat is dan wel erg gauw, want voor
hetzelfde geld km het nog tweehon
derd jaar duren of zelfs nog een paar
duizend jaar. 'In elk geval moeten we
er dicht tegenaan zitten', zegt dr.
David W. Folger, hoogleraar in de
geologie aan de Middlebury Universi
teit van Vermont in de Verenigde
Staten. Hij baseert zijn voorspelling
op een aantal bodemstudies van voor
aanstaande wetenschapsmensen, die
de geologische geschiedenis van de
periodes tussen de verschillende ijstij
den grondig hebben bekeken. Zo heb
ben geleerden van de universiteit van
Miamai aan de hand van monsters uit
de Caribische bodem kunnen vaststel
len, dat het een fabeltje is dat de
ijstijd maar één keer in de honderd-
voor de oorlog de naam had van een
felle anti-semiet te zijn') 'bij ons op
de Unie' een historisch-economisch
overzicht schreef van de rol van de
ioden in Nederland. Dat stuk toonde
aan dat de joden hier anders dan
in Duitsland bijvoorbeeld nooii
een overwegende rol hadden gespeeld
en dat er hier in Nederland dus geen
sprake was van een jodenprobleem.
,Wie een zo opportunistische beschou
wing over een zo principieel probleem
(het stuk kon immers evenzeer ge
bruikt worden om elders maatregelen
tegen de joden goed ,te praten) nu
nog 'een voortreffelijk document'
doemt, is onverbeterlijk. -
Desondanks maar hopen op de volle- -
dige mémoires. In een kort levensbe
richt zinspeelt de nu 76-jarige Eintho
ven op een paar dingen die daar in
komen: een ambtelijke loopbaan In
fndië, een geheimzinnig waarnemers-
baantje bij de Volkenbond in Geneve,
ruzie met gouverneur-generaal Do
Jonge, na de oorlog directeur van de
RVD voldoende' in elk geval om de
nieuwsgierigheid"rraar subjectieve ver
halen te prikkelen'.*'"
'Heeft de afwezige ongelijk?', getuige
nis 'van mr. L.Einthoven over de
Nederlandse Unie, 62 pagina's, inge
naaid. Uitgeverij Semper Agendo,
Apeldoorn. Prijs 5.-
I-r---"-; - -- êJ -MVrP.'.
firnlVi-
5. hj»I E»f j-i i-
Hoewel nog maar vijftien maanden oud, is de in München woonachtige* Lady
Penelope moeder geworden van negen kindertjes tegelijk, Yorkshire terrier-,
pups, van hetzelfde ras als zijzelf. De trotse moeder (links) kan de kleintjes,
onmogelijk allemaal zelf .voeden en daarumhelpt een andere lady haar daarbij:
bazin Helga Rees, "die er een zuigflesje voor aangeschaft heeft. -
nog.'éen spelletje dat hete Trie troch
de mille'. Maar, voegt ze er aan 'toe,*
'Verder was het een leuke dag'. Wie
de grootste herrie gemaakt heeft, kin
deren of bejaarden of (misschien be
ter) samen, wordt niet .helemaal.; düd-
delijk,.maar.m eik. geval.was 'hetir—
volgens Jan Boamsma- een enorme
kabaal in die schoot: .en ioen ze
klaar waren toen deden ze ''befri jen
riepen ate 'kinderen ,tsn een, spelletje
Er moet meer achter spasimo ziften.
Dat oeroude, simpele Griekse volksge
bruik, waarbij; je in een .vrolijke bui
het serviesgoed' dat je "in je hand
hebt, kapot-gooit om de feestvreugde,
te verhogen, bracht, kort geleden' dé
twintigjarige Ineke van Eek uit Lex-
mond ,-voor -uen dagen in een.Griekse
cel Op ïükkIos had zeeén l«ik feestje
gevierd en. in het heetst van. de "fuif,
hup! haar glaS'tcan diggelen gesmeten.
Spasimo dius, wat tegenwoordig in
Griekenland streng verboden is, mis
schien omdat het aan vrolijker tijden
herinnert, waaraan de kolonels niet
herinnerd willen worden, omdat met
hen in de verste verte geen grapjes te
maken valt, zoais tenminste alle Grie
ken en een groot aantal nèet-Grieken
weten. Ineke kwam dus, zoals bekend,
vanwege haar 'zonde', achter de tra
lies, maar is, zoals ook, bekend, intus
sen al weer hoog en droog thuis.
De burgemeester, van Rhodes ligt het
geval-Ineke blijkbaar nog zwaar op de
maag. Hij heeft haar nu uitgenodigd
om twee weken lang eregast van het
eiland te zijn, maar leneke wil niet
meer terug naar Rhodes en heeft het
aanbod dus afgeslagen. De burgemees
ter zegt het jammer te vinden dat het
meisje door het incident' een slechte
indruk van de Griekse gastvrijheid
heeft gekregen. Veel Nederlanders
hebben toch al zo'n slechte indruk
van het regime, maar dat heeft de
goede man er niet bij willen of
mogen zeggen.
te doen'maar-lmt'yras'iëen gëweltvan
"jé hijsa'. 7/'
En dan komt er eindelijk een echte
cameraploeg van de televisie bij je op
school en dan kom je zelf niet eens
op de film. 'Ik was niet op de tv
geweest, dat vint ik niet leuk maar je
kan er niks aan doen', schrijft Trai
ling in 'Het bolwerkertje', het blad
van zijn'lagere school in Snoek, waar
een paar bewoners van het bejaarden
huis Thabor een paar spelletjes uit
hun jeugd hebben voorgespeeld. Dat
allemaal voor een udteending in de
serie 'Beter samen', meldt de NCRV-
gids. In hetzelfde BoLwerkertje doen
de kinderen verslag van de opwinden
de gebeurtenissen. Aan het woord is
Jacquline.
'Er was een man en die had een
kamera daar stonden poten. Verder
waren er hele felle lampen ('Ik vont
het ligt zo sgerp', schreef Johan op).
Er was een mevrouw die' had een
koptelefoon op. Verder waren er vier
spelletjes. Bokspringen, de gouden ke
tel, twee emmertjes water halen en
Zó zat Barend Servet breeduit, maar
zonder Fred Haché, op de canapé van
een groot meubelbedrijf in een pagi
nagrote advertentie in de dagbladen,
en zó zie je "dezer dagen in eenzelfde
annonce een heel ander iemand op
een soortgelijk bankstel zitten.Omdat
dat aliemaal erg kort na" de bewinds-,
heer-lijke .berisping valt, vraag je je
af: is er wat aan de hand? wamt
tenslotte is Barend altijd weer bezig.
Nee, er is niets bijzonders, zegt me
vrouw Blokker, echtgenote van U£,
want zo heet Barend in het echt IJf
figureert veel in advertenties, maar
vrijwel nooit in kranten, wel-in "da
mesbladen en zo. Deze advertentie zou
volgens afspraak maar één keer ge
plaatst worden. "Wat dat betreft, heeft
het standje van de minister weinig
gevolgen gehad. Met de boze teie»
foontjes is het trouwens ook afgelo
pen. 'Na dé laatste - show, donderdag,
hebben we wel weer erg veel reacties
gehad, maar aliemaal aardige, niet
meer van die anonieme. Ik begrijp
best dat iemand die het ergens ai oi
niet mee eens Is, daar even met je
over wil praten, maar niet dat iemand
je nummer draait, even een heel vie®
woord zegt en dan gauw de haak-èr
op gooit'. -
Kl
Het is defiuiteif afgelopen met het
gappen van naamplaatjes in Ouwe
hands aquarium. Zoals alle fatsoenlij
ke inwoners van waar dan ook heb
ben ook de vissen daar een. naambord
je op hun bak, waarop precies „staat
wie ze zijn en waar ze vandaan, ko
men. Die bordjes zijn al zo vaak in
het geniep losgeschroefd en ver
moedelijk door verzamelaars mee
naar huis genomen, dat er nu iets is
bedacht, waardoor zoiets niet meer
kan gebeuren. Er komen houten ra
men om de bakken met plaatjes waar
niemand meer aan kan komen, want
ook deze beestjes moeten een naam
hebben.
't Trekt inderdaad nogal de aandacht. Maar hoe heb je het klaargespeeld?'-^
~y