andbladen maandbladenmaandblad Een toekomst in diepvries Bij Marx in de salon lentaar Eenvoudig Radioprogramma van 25 uur bij koninklijk feest Directie mijnen trekt klacht tegen Imkamp in Sluiting ziekenhuis wekt ongerustheid n ,3 Als verweer bedoeld geschrift, beantwoordt niet aan zijn doel Onvriendelijk OPGEVEN VAN FAMILIEBERICHTE'' Ei ANDERE ADVERTENTIES GEDURENDE DE AVONDUREN gastvrijheid barend hijsa naamplaatje TROUW/KWARTET ZATERDAG 27 JANUARI 1973 BINNENLAND T5/K7 Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM Mr. L. Eintho ven heeft een brochure geschre ven om zich op zeer persoonlijke •wijze te verweren tegen 'de aan vallen op mijn eer en goede naam', door dr. L. de Jong onder nomen in het vierde deel van diens geschiedenisverhaal over Nederland in de tweede wereld oorlog. Aanzet Hinkend Verblind- Bomans Raster p-fl»,-jt JU Sri ©s .q V Opnieuw heeft donderdagavond de Evangelische Omroep de kijkers doen delen in zijn ontsteltenis over de con ferentie 'Salvation Today', bijeenge roepen door de afdeling wereldzending en evangelisatie van de wereldraad van kerken. De EO-verslaggever heeft in de caco- fonie van geluiden die dit kakelbonte gezelschap christenen uit de gehele wereld deed horen, in elk geval drie duidelijke tendenzen kunnen bespeu ren: het heil in Christus wordt tegen woordig uitgelegd als de aardse revo lutie. het christendom wordt op één lijn gesteld met andere wereldgods diensten; en de wereldraad zou eigen lijk een wereldregering willen. Om dit te staven, interviewde men de verontruste Westduitse professor Beyerhaus, die in de slotzitting van de conferentie in Bangkok nog gezegd had, dat de conferentie hem zeer was 'meegevallen' (al was ze volgens hem theologisch onvoldoende onderbouwd geweest). Nu echter had hij geen goed woord meer voor Bangkok over. Wat een voorrecht om, na een reis om de helft van de wereldbol, van een bezoek aan een conferentie van meer dan driehonderd mensen met zoveel bijbelkringen en secties over zulke uiteenlopende onderwerpen te mogen terugkeren met een paar eenvoudige beschuldigingen, die iedereen meteen begrijpt! Wat een voorrecht ook om zich niet te hoeven verdiepen in alle zorgen, problemen en ideeën waarmee christenmensen van zes continenten op deze conferentie kwamen aandragen, omdat je van tevoren al wist, dat het tóch allemaal neerkwam op afval en ontrouw! Het is een voorrecht dat je ook ontheft van de normale journalis tieke taak om van zo'n gebeurtenis wat diepgaander kennis te nemen. Dan behoef je ook niet een discussie over. de dialoog met belijders van andere godsdiensten te hebben meege maakt om toch de strekking ervan als onheilspellend te kunnen afschilderen. Dat uitzonderlijke voorrecht om de dingen zó te rapporteren, geeft niet één publiciteitsmedium aan zijn mede werkers. Dat voorrecht geven blijk baar alleen de EO-leden aan hun voorlichters. Maar we kunnen ons niet voorstellen, dat mensen het erg lang volhouden om zó weinig te willen weten. HILVERSUM De NOS-radio wil op 5 en 6 september ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum een 25 uur durende uitzending verzorgen. Het wordt volgens de plannen een wereldomvattend schakelprogramma waarin elk uur een ander jaar uit de regeringsperiode van de koningin zal worden behandeld en waarbij Neder- landers uit landen over de hele we reld betrokken zullen worden. Elk uur van de uitzending zal opge vuld worden met muziek die in be treffende jaar populair was en met delen van radiorpogramma's die toen populair waren. Tevens zal elk uur Worden overgeschakeld naar een land waar het op dat moment zes uur is. Daarbij zullen ondermeer impressies gegeven worden van de festiviteiten ter plaatse en zal iets verteld worden over de situatie waarin de Nederlan ders in dat land verkeren. In op dracht van de NOS-tv is Jan van Hillo bezig een film over de Koningin te maken. Deze film zal op 4 september uitgezonden worden. DEN HAAG —De directie van de Oranje-Nassaumijnen in Heerlen heeft afgezien van verdere handhaving van de klacht wegens smaad, ingediend in november tegen mr. dr. M. J. J. A. Imkamp die toen Tweede Kamerlid was voor D*66. De klacht was bij de officier van justitie in Den Haag ingediend omdat de directie een aan tasting van eer en goede naam zag in een open brief van de heer Imkamp aan de gemeentelijke en provinciale autoriteiten in Limburg. In de brief had de heer Imkamp o.m. geschreven 'de tijd lijkt aangebroken dat de economische recherchedienst een onderzoek gaat instellen of DSM de Oranje-Nassaumijnen en grote bouw ondernemingen zich niet aan grond- speculatie op grote schaal schuldig maken'. Brochu re mr. Einthoven bevestigt visie De Jong Van een onzer verslaggevers ENKHUIZEN Onder het personeel van het Snoucfc van Loos enri ekenhuis in Enkhudzen en onder de inwoners van deze plaats en de omliggende plaatsen is grote onrust ontstaan door de mededeling van het bestuur d at rekening moet worden gehouden met sluiting van het grootste deel van dit zieikenlhuis binnen vier s vijl jaar. Volgens die heer U. H. de Zeeuw, burgemeester van Enkhuizen en voor zitter van het ziekenhuisbestuur, zijn de mogelijkheden om het ziekenhuis open te houden uiterst gering. Hoe wel de staatssecretaris van volksge zondheid in 1969 een beginselverkla ring heeft afgegeven waarin nieuw bouw in principe werd goedgekeurd, is er uiteindelijk toch geen toestem ming verleend. Mr. Einthoven vormde met prof. J. E. de Quay en mr. J. Linthorst Homan het driemanschap dat in de zomer van 1940, vlak na het begin van de Duitse bezetting, de Nederlandse Unie op richtte. Inzijn boek geeft De Jong een uit voerige schets van de Unie, die na overweging van alle plus- en minpos- ten er tenslotte uitkomt als een toch ietwat dubieuze beweging. Het is waar dat die Unie gedragen werd door een brede (maar niet zo sterk gemotiveerde) massa van de Ne derlandse bevolking, die in de eerste verwarde en onzekere maanden van de bezetting vooral haar anti-duitse en anti-NSB-gevoelens in de Unie be lichaamd zag. Maar even duidelijk is zeker nu op de afstand van meer dan dertig jaar dat die Unie op een of andere manier aansloot bij allerlei troebele anti-parlementaire en autoritaire stromingen en in opzei gericht was op het in een of andere vorm pacteren met 'de nieuwe orde' en 'het nieuwe Europa', zoals dat door de bezetters werd gepredikt Ook al miste de Unie het landverra- derlijke karakter van de NSB en het vulgaire anti-semitlsme van Nationaal Front; het vaag gehouden programma ging toch maar uit van de noodzaak van 'een organische opbouw van het Nederlandse gemenebest onder leiding van een krachtig en besluitvaardig gezag' en van de Duitse suprematie. Daarom wilde de Unie 'met een open oog voor de werkelijkheid' streven naar 'een loyale verhouding met de bezettende overheid'. De aanzet tot collaboratie was gege ven. Dat het zover niet is gekomen, is misschien wel in de eerste plaats te danken aan die brede stroom Neder landers die in een irrationeel enthou siasme de Unie schraagden tot tenslotte de Duitsers (in december 1941) de beweging verboden. Ook aan de persoonlijkheden van dö leden van het driemanschap besteedt dr. De Jong grote aandacht Daarbij schetst hij mr. Linthorst Homan (toen commissaris-,van,de Koningin in Groningen) "als een wat naiëve, uitge sproken pro-Duitse man; mr. Eintho ven (toen hoofdcommissaris van poli tie in Rotterdam) als een emotionele, autoritair denkende, maar fel anti- Duitse man en De Quay (toen een Tilburgs hoogleraar met allerlei dwarsverbindingen naar het bedrijfs leven) als de man daar tussen in; het samenbindende element in het drie manschap. Vreemd genoeg is dat beeld bijna net zo terug te vinden in de polemisch bedoelde brochure van Einthoven. Het is misschien vervelend voor de schrijver en voor alle moeite die hij kennelijk aan dit boekje heeft gespen deerd, maar in grote lijnen bevestigt hij alleen ma-"* De Jongs verhaald. Einthoven hinkt duidelijk om twee gedachten. Aan een kant wil hij de Unie en haar optreden verdedigen en vindt hij het Zelfs nodig uit een soort sportiviteit zoiets als loyaliteit tegeno ver de medeleden van het drieman schap en een aantal medewerkers te demonstreren. Aan de andere kant is hij er duidelijk op uit zijn persoon lijk optreden te ^.rechtvaardigen en om dat te bereiken moet hij een tegen stelling creëren tussen de Unie en zijn, eigen opvatting. - Het is duidelijk dat deze twee elemen ten elkaar uitsluiten, Om zichzelf te verontschuldigen vertelt Einthoven bijvoorbeeld omstandig hoe hij uit onvrede over het reilen en zeilen van de beweging er een paar maanden tussen uit gaat en alleen maar in naam lid blijft van het driemanschap. De enige conclusie zal dus moeten zijn dat ook Einthoven niet altijd even gelukkig geweest is met het optreden van de Unie. die anderzijds blijkens zijn beschrijvingen eerder als een soort prille verzetsbeweging moet worden gezien. Het driemanschap van de Nederlandse Unie In 1940. Van links naar rechts: prof, dr. J. E. de Quay, mr. L. Einthoven en mr. J. Linthorst Homan rondom de Leeuw van de Unie. Over de vorm van dit dier is blijkens de mededelingen van Einthoven binnen de Unie nogal stevig gestreden tussen de noordelijke en zuidelijke fracties. Of het nu zo bedoeld is of niet in Einlhovens verhaal in elk geval rijst Ruygers op als een eigenzinnige Bra bander, die zijn schrijftalent (en het ontbreken daarvan bij Einthoven) ge bruikte om tegen alle instructies van Einthoven in toch pro-duitse stukken te schrijven in het Unie-orgaan. Welk ressentiment, vraag je je dan terloops af. zit verborgen in een zin netje als; 'Maar Ruygers bracht het tot Kamerlid en vice-voorzitter van de PvdA, die precies wist welke rol hij in de oorlog gespeeld had'. Het is de vraag of Einthoven zichzelf met dit boekje een dienst bewezen heeft Komt hij persoonlijk er nu wel zo slecht uit in De Jongs beschrij ving? De Jong signaleert bij elke passende gelegenheid Emtio veris anti- duitse gevoelens en stemmingen: diens twijfels ook over de Unie. Eint hoven hoeft heus niet in zijn brochu re zo uitvoerig te 'argumenteren dat hij één dag na de oprichting van de Unie reeds zijn plaats in het drieman schap wilde afstaan aan prof. H. Krae- mer. -Dat' valt "ook bij De' Jong te lezen, al laat die duidelijk de medede ling voor rekening van Einthoven zelf. Einthoven had' verstandiger gedaan zijn boekje (nu bedoeld als 'direct antwoord') nog even te laten betijen en in te pakken in het geheel van zijn mémoires, waaraan hij nu bezig is. Deze brochure moet kennelijk als een voorschot worden beschouwd. 'De Jongs geschiedverhaal vertoont de zwakte van een abstractie die de wer kelijkheid geweid aandoet', formuleert Einthoven ergens zijn kritiek in wat algemener bewoordingen. De Jong zat in de oorlog in Londen, maar 'hij spreekt nu zonder zich te kunnen verplaatsen in de schier bovenmense lijke moeilijkheden waarmee men hier te kampen had, zijn veroordelin gen uit', zegt Einthoven,bitter. Het verwijt heeft de redelijkheid van het 'je moet er geweest zijn om er over te kunnen oordelen'. Wat zou de negentiende eeuwer Fruin met een dergelijk verwijt hebben moeten doen toen hij zijn schetsen over de tachtig jarige" oorlog ontwierp of willekeurig elke andere historicus, die zich ver diept in vroeger tijden waar hij niet bij geweest kén zijn? Einthoven is 'verblind door het sub jectieve. Dat hij subjectief is, kan alleen al worden afgeleid uit de ma nier waarop hij ter verdediging van de Nederlandsche Unie en in zekere zin ook van het college van secretarissen-generaal vertelt hoe jhr. R. Grneninx vap Zoelen ('die En wat de personen aangaat: Eintho ven moet aan het einde van zijn boekje zeif toegeven dat hij over Linthorst Homan 'onvriendelijk' heeft geschreven. Dat kon ook niet anders, want hij moest in alle oprechtheid qua temperament alleen al zicii dis tantiëren van alle pro-duitse tenden ties. Ook een medewerker van de Unie als de onlangs overleden Geert Ruygers komt er op die manier niet zo best af. Bij Marx in de salon, in zijn woning aan Maitland Park Road in Londen, bevond zich in de zomer van 1871 de Amerikaan R. Landor voor een inter view, dat op 18 juli 1871 werd afge drukt in 'New York World'. 'Maatstaf' één van de medewerkers althans heeft het daar opgediept, vertaald en gepubliceerd als een cu rieus tijdsdocument. Het is het jaar van de Parijse commu ne en Landor, bevangen door de ver halen" over de revolutie, kijkt rond in de kamer van 'de incarnatie, van de revolutie'. 'De salon waar ik werd binnengeleid op de avond van mijn interview zou lang niet misstaan hebben bij een voorspoedig effectenmakelaar, die in goeden doen is geraakt en nu fortuin begint te maken. Het was de welstand in éigen persoon, het vertrek van een" man met smaak en ruime middelen, waarin men echter niets opmerkte dat bijzonder kenmerkend voor de eige naar was. Een mooi album met ge zichten op de Rijn gaf wel een aan wijzing van zijn nationaliteit, Ik keek voorzichtig in de vaas op de zijtafel op zoek naar een bom. Ik snuffelde naar een petroleumlucht, maar de geur was de geur van rozen.' Marx' 'omgeving en voorkomen wijzen op een welgesteld man uit de midden klasse'. Op ouderwetse wijze beschrijft Lan dor Marx' uiterlijk. 'Herinnert u zich het borstbeeld van Socrates de man met het mooie profiel, het ge welfde voorhoofd uitlopend in de kleine, stompe, wat omgekrulde neus? Haal u dit beeld voor de geest, kleur de baard zwart met hier en daar een vleugje grijs; plaats het zo gecreëerde hoofd op een gezet lichaam van ge middelde lengte, en de Doctor staat voor u. Bedek het bovenste gedeelte van het gelaat en men zou zich m gezelschap van een rasecht kerke- raadslid wanen. Maar bij onthulling van het essentiële deel van het ge zicht, dat immense voorhoofd, weet u dadelijk te maken te hebben met de meest indrukwekkende combinatie van krachten een dromer die denkt, een denker die droomt' Van ..de inhoud van het eigenlijke interview is niet het meest belang wekkende wat Marx zegt over de (eerste) Internationale, maar veel meer het zoeken en tasten van de' interviewer en diens neiging een sa menzwering van onbekenden achter de Internationale te zoeken. 'Stel dat zij (de brave leden van de Internatio nale, die de heer Landor zelf kent, red. Tr./Kw.) slechts de instrumenten zijn in de handen van een stoutmoe dig en, ik hoop dat u me de toevoe ging vergeeft, niet al te zeer door scrupules geplaagd genootschap'. In derdaad: een' tijdsbeeld.' Vereer in dit Maatstaf-nummer o.a. proza van Guus Kuyer, verzen van Hans Warren en enkele levensherin neringen van Sandberg, zoals hij deze eerder voor de Vara-radio had verteld. 'Holland Maandblad" heeft zich als eerste van de literaire tijdschriften vermeten om Godfried Bomans te her denken. Toch komt ook deze beschou wing (van R. van Amerongen) niet boven het anecdotische uit al leidt Van Amerongen zijn eigen verhaal we! met een kort en wat kritisch karakteristiek. 'Bomans was naar mijn idee een be langrijk schrijver, vermoedelijk geen groot schrijver (wie is dat wei?), een briljant spreker en lezer en dat Elke WERKDAG (behalve zaterdags) bestaat er 's avonds tot acht uur gelegenheid tot het telefonisch opgeven van familie berichten. die nog de volgende ochtend moeten worden geplaatst. Uit kan uitsluitend onder no. 020-220383. Ook op ZONDAG AVOND is dit mogelijk, maar dan van ZES tot ACHT uur. Eventueel kunnen elke WERKDAG (behalve zaterdags) ge durende de avonduren tot 8 uur ook andere advertenties opge geven worden. Deze advertenties kunnen echter niet de volgen de dag worden geplaatst. Na bovenstaande tijdstippen kunnen geen advertenties meer worden opgegeven. ATTENTIE! U gelieve steeds duideiijk op te geven in welke bladen u de advertentie wenst te plaatsen (Trouw, Het Kwartet of in de gehele Christelijke Pers (Trouw Het Kwartet), als- roede de gewenste breedte. DRINGEND VERZOEK. Teneinde correcte behandeling te be vorderen wordt u dringend verzocht het telefonisch opgeven zo tijdig mogelijk te doen geschiedea kunnen er maar weinig bij ons en een zeer boeiend televisie-optreder. Als schrijver heeft hij er soms formi dabel naast gekleund.' Zo -vind ik Pa Pinkelmans gruwelijk en de aforis men in Buitelingen, en nog wel meer daarin, vervuilen de lezer met plaats vervangende schaamte'. Wat daar dan verder volgt is een niet on-amusant verhaal over Bomans, die in 1950 aan Van Amerongen schrijft bezig te zijn met een Dickens-biogra- fie en een aantal Dickens-boeken wil lenen uit de bibliotheek van Van Amerongens overleden vader. Na een schimmige correspondentie en wat schimmigs? bezoeken worden de boeken inderdaad aan Bomans uitge leend, maar -daarna moet Van Ame rongen met veel listen en lagen zijn eigendom tenslotte terug halen. 'Bo mans als boekhouder' heet het ver haal dan ook terecht. Verder ook in 'Holland Maandblad' proza van Guus Kuyer en een (waar schijnlijk zo eenvoudig mogelijk ge houden) inleiding van Hugo Brandt Corstius tot zoiets moeilijks als de taalfilosofie van Naom Chomsky. 'Raster' is niet meer dat wil zeg gen: na het extra-dikke nummer 'win ter 1972-1973' zal dit driemaandelijke literaire tijdschrift (dat zo'n beetje de rationalistische literatuur-traditie in ons land voortzette) niet meer ver schijnen. Dat is jammer. Redacteur H. C. ten Berge, die als eenling zes jaargangen redigeerde, neemt 'opgewekt afscheid' in zijn in leiding niet ontevreden over eigen werk, maar toch ook een beetje mis moedig over de smalle exploitatie basis van een 'kultureel tijdschrift op niet-kommerciële basis'. 'Naarmate de aktie-radius van Raster zich uitbreidde werd de (vaak onver holen) tegenstand groter en het lezers tal kleiner. Nu is het eerste ver schijnsel gunstig men is blijkbaar met iets bezig dat tegen de stroom ingaat het tweede echter kan lei den tot ontmoediging en opheffing wanneer een aanvaardbaar minimum niet meer gehaald wordt en distribu tiekanalen verstopt raken.' Een dik nummer met veel bijdragen van typische Raster-medewerkers als Hans Faverey en Breyten Breyten- bach, maar ook van ouderen als F. C. Terborgh en A. Roland Holst. Opmerkelijk is het vervolg dat de (op .schrijfmachines verlekkerde) W. F, Herman levert op zijn roman uit 1956 'God Denkbaar Denkbaar de God'. Eén citaat slechts: 'Want in het tijd perk waarin deze hagiografie geschre ven is, schreven de schrijvers die het schrijven in hun vinger hadden op schrijfmachines en vromen die nog de kroontjespen hanteerden, hadden het achter hun ellebogen.' duizend jaar zou voorkomen en dan ook ongeveer zo lang zou duren. Bun onderzoekingen hebben bewezen, dat er niet meer dan zo'n tien- tot vijf tienduizend jaar tussen ijs en ijs kunnen liggen, En zo komen de heren tot hun profe tie: de meest recente ijstijd ligt onge veer twaalfduizend jaar achter ons en zodoende zijn we nu zo'n beetje aan de volgende toe. Je kunt dat ook afmeten aan de temperatuurverschil len. Volgens professor Folger zijn 'de temperaturen op aarde tussen 1850 en 1960 steeds een beetje opgelopen, maar nu zijn we, zegt hij, "letterlijk aan een afkoelingsperiode begonnen. En wat staat ons detn te wachten Doordat de gemiddelde temperaturen elk jaar met vijf tot zeven graden zullen dalen als het zmer is zal alles met een noodgang koud en nat worden. De sneeuw zal op de duur zelfs 's zomers niet meer helemaal smelten en alles met een dikke -ijs korst bedekken. Deellende zal in de poolgebieden en op grote hoogten be ginnen en zich vandaar verder uit breiden. Mogelijk zullen veel planten soorten, die een ander dan zo'n kil klimaat nodig hebbentotaal uitster ven. Wanneer precies de afkoelingsperiode zal uitlopen op een echt ijstijdperk is onmogelijk vast te stellen, zegt prof. Folger. In, elk gaval zijn toe op weg. Op weg naar een nieuwe (ijs-)tijd. Binnen de honderd jagr kunnen we midden in een nieuw us tijdperk zit ten. Sterker nog: eigenlijk hadden we nu al in' iglo's moeten wonen, zoent we zijn met z'n allen vermoedelijk flink overlijd volgens een aantal hooggeleerde Amerikanen, deskundi gen op het gebied van diepzeeën, bodem- en ijsonderzoek, maar dan geen consumptieijs. Met z'n zovelen zijn ze na diepgaande bestudering tot de conclusie gekomen dat het echt gauw, zover moet zijn en, als ons klimaat tenminste niet al achterloopt op het temperatuurschema dat de laatste vijfhonderdduizend jaar te zien geven, dat het ijstijdperk binnen een eeuw bereikt zou kunnen zijn. Dat is dan wel erg gauw, want voor hetzelfde geld km het nog tweehon derd jaar duren of zelfs nog een paar duizend jaar. 'In elk geval moeten we er dicht tegenaan zitten', zegt dr. David W. Folger, hoogleraar in de geologie aan de Middlebury Universi teit van Vermont in de Verenigde Staten. Hij baseert zijn voorspelling op een aantal bodemstudies van voor aanstaande wetenschapsmensen, die de geologische geschiedenis van de periodes tussen de verschillende ijstij den grondig hebben bekeken. Zo heb ben geleerden van de universiteit van Miamai aan de hand van monsters uit de Caribische bodem kunnen vaststel len, dat het een fabeltje is dat de ijstijd maar één keer in de honderd- voor de oorlog de naam had van een felle anti-semiet te zijn') 'bij ons op de Unie' een historisch-economisch overzicht schreef van de rol van de ioden in Nederland. Dat stuk toonde aan dat de joden hier anders dan in Duitsland bijvoorbeeld nooii een overwegende rol hadden gespeeld en dat er hier in Nederland dus geen sprake was van een jodenprobleem. ,Wie een zo opportunistische beschou wing over een zo principieel probleem (het stuk kon immers evenzeer ge bruikt worden om elders maatregelen tegen de joden goed ,te praten) nu nog 'een voortreffelijk document' doemt, is onverbeterlijk. - Desondanks maar hopen op de volle- - dige mémoires. In een kort levensbe richt zinspeelt de nu 76-jarige Eintho ven op een paar dingen die daar in komen: een ambtelijke loopbaan In fndië, een geheimzinnig waarnemers- baantje bij de Volkenbond in Geneve, ruzie met gouverneur-generaal Do Jonge, na de oorlog directeur van de RVD voldoende' in elk geval om de nieuwsgierigheid"rraar subjectieve ver halen te prikkelen'.*'" 'Heeft de afwezige ongelijk?', getuige nis 'van mr. L.Einthoven over de Nederlandse Unie, 62 pagina's, inge naaid. Uitgeverij Semper Agendo, Apeldoorn. Prijs 5.- I-r---"-; - -- êJ -MVrP.'. firnlVi- 5. hj»I E»f j-i i- Hoewel nog maar vijftien maanden oud, is de in München woonachtige* Lady Penelope moeder geworden van negen kindertjes tegelijk, Yorkshire terrier-, pups, van hetzelfde ras als zijzelf. De trotse moeder (links) kan de kleintjes, onmogelijk allemaal zelf .voeden en daarumhelpt een andere lady haar daarbij: bazin Helga Rees, "die er een zuigflesje voor aangeschaft heeft. - nog.'éen spelletje dat hete Trie troch de mille'. Maar, voegt ze er aan 'toe,* 'Verder was het een leuke dag'. Wie de grootste herrie gemaakt heeft, kin deren of bejaarden of (misschien be ter) samen, wordt niet .helemaal.; düd- delijk,.maar.m eik. geval.was 'hetir— volgens Jan Boamsma- een enorme kabaal in die schoot: .en ioen ze klaar waren toen deden ze ''befri jen riepen ate 'kinderen ,tsn een, spelletje Er moet meer achter spasimo ziften. Dat oeroude, simpele Griekse volksge bruik, waarbij; je in een .vrolijke bui het serviesgoed' dat je "in je hand hebt, kapot-gooit om de feestvreugde, te verhogen, bracht, kort geleden' dé twintigjarige Ineke van Eek uit Lex- mond ,-voor -uen dagen in een.Griekse cel Op ïükkIos had zeeén l«ik feestje gevierd en. in het heetst van. de "fuif, hup! haar glaS'tcan diggelen gesmeten. Spasimo dius, wat tegenwoordig in Griekenland streng verboden is, mis schien omdat het aan vrolijker tijden herinnert, waaraan de kolonels niet herinnerd willen worden, omdat met hen in de verste verte geen grapjes te maken valt, zoais tenminste alle Grie ken en een groot aantal nèet-Grieken weten. Ineke kwam dus, zoals bekend, vanwege haar 'zonde', achter de tra lies, maar is, zoals ook, bekend, intus sen al weer hoog en droog thuis. De burgemeester, van Rhodes ligt het geval-Ineke blijkbaar nog zwaar op de maag. Hij heeft haar nu uitgenodigd om twee weken lang eregast van het eiland te zijn, maar leneke wil niet meer terug naar Rhodes en heeft het aanbod dus afgeslagen. De burgemees ter zegt het jammer te vinden dat het meisje door het incident' een slechte indruk van de Griekse gastvrijheid heeft gekregen. Veel Nederlanders hebben toch al zo'n slechte indruk van het regime, maar dat heeft de goede man er niet bij willen of mogen zeggen. te doen'maar-lmt'yras'iëen gëweltvan "jé hijsa'. 7/' En dan komt er eindelijk een echte cameraploeg van de televisie bij je op school en dan kom je zelf niet eens op de film. 'Ik was niet op de tv geweest, dat vint ik niet leuk maar je kan er niks aan doen', schrijft Trai ling in 'Het bolwerkertje', het blad van zijn'lagere school in Snoek, waar een paar bewoners van het bejaarden huis Thabor een paar spelletjes uit hun jeugd hebben voorgespeeld. Dat allemaal voor een udteending in de serie 'Beter samen', meldt de NCRV- gids. In hetzelfde BoLwerkertje doen de kinderen verslag van de opwinden de gebeurtenissen. Aan het woord is Jacquline. 'Er was een man en die had een kamera daar stonden poten. Verder waren er hele felle lampen ('Ik vont het ligt zo sgerp', schreef Johan op). Er was een mevrouw die' had een koptelefoon op. Verder waren er vier spelletjes. Bokspringen, de gouden ke tel, twee emmertjes water halen en Zó zat Barend Servet breeduit, maar zonder Fred Haché, op de canapé van een groot meubelbedrijf in een pagi nagrote advertentie in de dagbladen, en zó zie je "dezer dagen in eenzelfde annonce een heel ander iemand op een soortgelijk bankstel zitten.Omdat dat aliemaal erg kort na" de bewinds-, heer-lijke .berisping valt, vraag je je af: is er wat aan de hand? wamt tenslotte is Barend altijd weer bezig. Nee, er is niets bijzonders, zegt me vrouw Blokker, echtgenote van U£, want zo heet Barend in het echt IJf figureert veel in advertenties, maar vrijwel nooit in kranten, wel-in "da mesbladen en zo. Deze advertentie zou volgens afspraak maar één keer ge plaatst worden. "Wat dat betreft, heeft het standje van de minister weinig gevolgen gehad. Met de boze teie» foontjes is het trouwens ook afgelo pen. 'Na dé laatste - show, donderdag, hebben we wel weer erg veel reacties gehad, maar aliemaal aardige, niet meer van die anonieme. Ik begrijp best dat iemand die het ergens ai oi niet mee eens Is, daar even met je over wil praten, maar niet dat iemand je nummer draait, even een heel vie® woord zegt en dan gauw de haak-èr op gooit'. - Kl Het is defiuiteif afgelopen met het gappen van naamplaatjes in Ouwe hands aquarium. Zoals alle fatsoenlij ke inwoners van waar dan ook heb ben ook de vissen daar een. naambord je op hun bak, waarop precies „staat wie ze zijn en waar ze vandaan, ko men. Die bordjes zijn al zo vaak in het geniep losgeschroefd en ver moedelijk door verzamelaars mee naar huis genomen, dat er nu iets is bedacht, waardoor zoiets niet meer kan gebeuren. Er komen houten ra men om de bakken met plaatjes waar niemand meer aan kan komen, want ook deze beestjes moeten een naam hebben. 't Trekt inderdaad nogal de aandacht. Maar hoe heb je het klaargespeeld?'-^ ~y

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 7