Zij
stelen
de
show
Ter Sehegget over het geheim van de mens
Beroeping»
werk.
Trouw
Kwartel
door A. J. Klei
door. prof. dr. H. M. Kuitert
TROUW/KWARTET ZATERDAG X FEBRUARI 1973
KERK
T 2/]
door Ton van der Hammen
Wie als -blanco bezoeker een
dagje op visite gaat bij de we
reldraad van kerken in Genè
ve, loopt om te beginnen tegen
een merkwaardig stukje folklo
re aan. Bij de receptie kun je
behalve kleurenkaarten met
het mooie, functionele (voor
de financiële Nurksen onder
ons: eveneens uiterst billijk
gerealiseerde) gebouwencom
plex ook oecumenische dassen
kopen. Oui monsieur, des
cravates oecuméniques, te be
komen bij een lieftallige, oude
re dame. Uitsluitend stemmig
donkergroen, met in veelvoud
het bekende embleem scheep-
je-kruis-oikumenè erop. Zo
van: strik het om, borst voor
uit en ziezo, je bent oecume
nisch.
h-JüéltÉ1
1S;
Wat eerlijker
Ongevraagd advies
Morgen naar de
kerk met uw
bijdrage voor
het Wereld
diakonaat
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing, O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
Drs. J, Tamminga.
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam, Postbus 859.
Telefoon 020-2203 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.
v-
*- 'Jongen, jullie moeten uitkijken, want zij
stelen de show', zegt Nico Polak van Het
Vrije Volk tegen mij. Het heeft een ietwat
•geamuseerde belangstelling voor de kerke
lijke affaires waarmee ik me ten gerieve
van onze krant bezighoud en zijn journa
listieke waarnemingen hebben hem tot
de conclusie gebracht dat het bij 'jullie'
dat zijn dan. de verzamelde protestanten
èêjj dooie boei is en dat het bij de
roorns-katholieken bruist van leven. 'Let
op),-zegt hij nog eens, 'die stelen de show!'
Je wilt dan natuurlijk wel graag wat
bewijsmateriaal voor zo'n stevige bewe-
ring, Nico Polak knikt welwillend en gaat
'opsommen; 'Neem nou zo'n kritische IJ-
mond-gemeente met die Vietnam-zondag
met alles d'r op en d'r aanverder heb
je wat hier gaande is in de „Dommicus-
;'kerkdan Huub Oosterhuis natuur-
lijk't verzet tegen Gijsennieuwe
"katechismusbeschouwingen over Jezus
als revolutionair, —en van jullie hoor je
niks', besluit hij.
Ik Vaat Harvey Cox, Jurgen Moltmann en
Bert ter-Sehegget aanrukken, ik stal de
revolutietheologie voor hem uit en praat
geanimeerd over partijgangers der ar
men Man. hierbij verbleken alle omo-
cursussen en je kunt van dominees moei
lijk verwachten dat zij in het nieuws
komen omdat ze willen trouwen.
Nico Polak heeft nooit van die kerels
gehoord. Jokken zou ik wel niet, dus
'Dan spélen jullie het niet goed', stelt hij
vast Ik besef dat ik met zwaarder geschut
aan moet komen; wij spelen dat al goed
sinds de zestiende eeuw en toen hebben
calvinisten heel gewoon een koning naar
huis gestuurd en dat kun je van geen en
kele nee-marxistische getinte katholiek van
nu verte Hem!
'Dat was toen, vier eeuwen geleden er. het
zal best mooi geweest zijn', gaat mijn
collega er hartelijk op in, 'maar, wat zie of
hoor ik nü van julL'e? Eigenlijk niks. Als
ik nou zondag eens een alternatieve kerk
dienst wil meemaken bij jullie, waar stuur
je me dan heen?'
Ik moet even nadenken. "Wat wil hij? Een
ordentelijke Bacil-cantatedienst waarschijn
lijk niet. Een combo met opwekkingsliede
ren zal 't ook wel niet zijn. Een distussie-
achtige toestand met opstandige vragen-
stellers? Iets met stencils en spandoeken?
Ik leg hem de staalkaart voor, losjes
benadrukkend dat wij sinds jaar en dag
zo'n royale sortering, in huis hebben, maar
- helaas, het klinkt hem allemaal weinig
opwindend in de oren.
•Tja, wat moet je dan? Tenslotte hebben
■wij 'zo*nr dikke vierhonderd jaar terug al
voor de nodige opwinding gezorgd en die
opwinding heeft meegebracht dat er nooit
zoiets is gekomen als een Calvinus de
-zoveelste in Genève, die op een bepaald
moment dominee Land mn bij zich kan
'roepen om hem te vertellen: ailes goed en
wel, maar die Van den Heuvel volgt jou
niet op, begrepen! Ik heb besloten dat
dominee Dinges het moet worden. (De
waakzame lezer begrijpt dat ik niet zo gek
ben, hier een naam te noemen. Ieder mag
voor dominee Dinges zijn eigen lavoriet
invullen).
In de discussies rondom de benoeming van
dr. Van den Heuvel tot secretaris-generaal
van de hervormde synode kerk (met welke
discussie wij blijkbaar niet in staat waren
enige show te stelen) hoorde ik iemand
met voldoening opmerken; nu hebben wij
ook onze zaak-Gijsen, alleen omgekeerd!
Nou meneer, het lijkt er niet op, zelfs een
tjoiïge-tjonge van de omstanders kan er
met af.
Tijdens de debatten in. de gereformeerde
synode over de kwestie-Kuitert sprak ie
mand bezorgd: de wereld kijkt naar ons!
Maar sorry hoor, de wereld keek helemaal
niet, Nico Polak ook niet. Misschien was
dat wel gebeurd als die voornoemde Calvi
nus synodevoorzitter Kruyswijk bij zich
geroepen had in Genève om hem mee te
delen; maak die Kuitert nu maar biblio
thecaris of zoiets, want dat gedoe moet
afgelopen zijn, en stel doctor Dinges (de
waakzame lezer enz., zie hierboven) aan
als zijn opvolger.
Maar zulke dingen gebeuren niet. Met
andere woorden, met een presbyteriale
kerkregering is geen show te maken, laat
staan te stelen. Het afgelopen weekeinde
waren er zo'n zeventig binnen- en buiten
landse verslaggevers in Noordwijkerhout
waar 'zij', de rooms-kathoh'eken, pastorale
overleggingen aan het plegen waren. Hoe
schamel steken hierbij de perstafels op
Hydepark cn De blije werelt bij af! Om
nog iets te noemen: ieder kakelt mee over
wat de paus van de pïi vindt, maar het
verschil tussen Roscam Abblng en Van
Gennep kennen ze niet (Nico Polak zet
tenminste grote ogen op).
'Wij' kunnen ons troosten dat de belang
stelling voor "hen" niet gevoed wordt door
heilbegeerte, maar door het willen meema
ken en meebeleven van een (vaak adembe
nemende) machtsstrijd. Nou, ais je déér
de show mee moet stelen Dit is flauw
geklets, wij moeten gewoon onder ogen
zien dat wij rechts noch links de handen
op elkaar krijgen. Met andere woorden,
dat ons kerk-zijn op z'n best als een
onschuldig tijdverdrijf wordt beschouwd,
dat je iedere liefhebber gerust kunt gun
nen. De christelijken vallen tegenwoordig
immers best mee, en voor de niet-meeval-
lers is de EO er gekomen.
De conversatie tussen Nico Poiak en mij
is als ontspannen borrelpraat in de wieg
gelegd en ik ga er achteraf geen avondo-
verdenking van maken. Maar we moeten
wel weten, dat we geen zoutend zout zijn:
we lijken In de verste verte niet op
profeten die zout wrijven in de wonden
van de samenleving, we zeggen op z'n
hoogst na enige tijden een bedachtzaam
rapport dat we vanuit het evangelie alles
kritisch dienen te doorlichten. Niemand
tegen? Dan is dit stuk aangenomen. Zei
den de anderen nu nog maar; een mooi
verhaal, maar je bent er een beetje laat
mee. Maar de anderen hebben er helemaal
geen boodschap aan. Ze verwachten niet
eens meer dat wij wat te vertellen zouden
hebben.
•en comp; :er voor
droom van mirs. Kornelis
Teken van oppervlakkige beke
ring? Hoe dan ook, beter lijkt het
van die droomdas maar meteen
over te stappen naar de veel be
langwekkender droom van mrs.
Maria Kornelis (een Hollandse, u
hebt het goed) wier functie m
Genève, nogal langademig, als
volgt, wordt aangeduid: Secretary
for Registration and Analysis
World Council of Churches, com
mission on Interchurch-Aid, Refu
gee and World Service. Wat zoveel
wil zeggen, dat ze zich met regi
stratie en analyse, inschrijven en
ontleden op het gebied van de
interkerkelijke hulpverlening be
zighoudt Geen stof om over te
gaan dromen, zo op het eerste
gezicht
Toch wel, zegt geheel overtuigd
mevrouw Kornelis, die als onder
wijzeres op een Amsterdamse
volksschool haar loopbaan begon,
trouwde en naar Genève kwam
omdat haar man daar werkt bij de
Europese organisatie voor kernfy
sisch onderzoek. Haar stap naar de
wereldraad was daarna gauw ge
daan, Al doende leerde ze het
projectenwerk kennen, de compu
terafdeling, de financiële planning,
de boekhouding, de fondsenwer
ving. En toen begon het allemaal.
tfSPHÜf-
.••--rAUïSv sat, ---
Mevrouw Maria Kornelis. De
overige foto's bij dit artikel zijn
genomen uit de folder van de
stichting oecumenische hulp en la
tei. verschillende aspecten van het
hulpwerk zien.
n;-~, nrnjj; jjpnjSfrj- S "IJ"
Ze zegt 'Als je naar landen kijkt
zoals de Soedan, Ethiopië, Sierra
Leone, Senegal, dan constateer je
ailefen maar grote armoede. Kijk je
daarna naai, Mexico, Algerije oi
Nigeria, dan gaat het daar heel
wat beter. Mijn 'droom is nu, dat
ik aan alle kerken zou willen laten
zien: dit doèn jullie wel en dat
niet -met je hulpverlening; jullie
stoppen hier al je geld m. maar
daar niets. Zou het niet allemaal
wat systematischer kunnen, wat
eerlijker, wat beter? Moet er nu
eindelijk niet eens zoiets als een
wereidstrategie in hulpverlening
komen?
Daarvoor moet je natuurlijk gaan
registreren. Ik begon maar vast
met Interchurch-Aid: naar welke
landen gaan de bedragen, hoe wor
den ze besteed? Wat gaat er naar
het medische werk, wat naar land
bouw, wat naar gemeenschapsont
wikkeling, wat naar gebouwen, wat
naar opleidingen? Welke landen
krijgen veel, welke landen minder
of helemaal geen hulp? Hoe liggen
de behoeftepatronen?
Dat heb je dat op een gegeven
moment op een rijtje staan. Weet
u wat er direct uitkwam? Dat
Interchurch-Aid weliswaar jaren
projecten in 106 landen onder
steunde, maar dat bijna de helft
van die hulp naarnegen landen
ging, al waren daar dan een paar
grote bij. Dat gaf toch wel te
denken en voor mij inspiratie om
door te gaan en vol te houden. Nu
is die registratie een verschrikke
lijk arbeidsintensief karwei'.
Mevrouw Kornelis vervolgt: 'Geluk
kig kregen we de computer. Daar
door konden we proberen een plan
*nL"RM*u,4 "c0 'T w
te realiseren, dat we al eerder in
het achterhoofd hadden: registratie
van alles wat er op de aardbol aan
werelddiakonaat gaande is. Daar
voor hadden we dus ook alle orga
nisaties nodig. Nu stuit zoiets op
heel wat moeilijkheden, want nie
mand houdt er eigenlijk van dat
vrij te :geven. ,W^ hebben het voor
zichtig aangepakt, niet te hard ge
drukt, maar wel steeds laten mer
ken dkt we het'deden en waaröm
we het deden. Tegelijkertijd kre
gen we ervaring in de beste ma
nier van werken.
Het laatste halfjaar ben ik pas
goed met die algemene registratie
begonnen. Achteraf bekeken gaat
het uitstekend met de medewer
king die ik krijg. Binnenkort
spreek ik er het hoofd van de
Duitse Mission over,, in Engeland
doet de hulporganisatie van de
raad van kerken mee,'de zendings
organisatie van de methodisten
staat op mijn lijstje, het Zwitserse
Hilfswerk, ik moet naar Denemar
ken, naar Holland (contact met
hervormde en gereformeerde orga
nisaties), kortom, iedereen die ik
vraag, accepteert. Als men akkoord
gaat zonder fiat doe ik niets
dan gaat het in mijn computersy
steem en zo komt er langzaam
maar zeker een beeld van wat alle
kerken in de wereld aan dit werk
doen'.
'Ongevraagd geef ik al advies aan
organisaties die willen registreren.
Ze ontvangen een computerstuk.
waarin precies staat-wat er in het
land waar ze projecten hebben ver
der gebeurd. De bedoeling is dui
delijk, Ik hoop dat ze 'de blinde
vlekken zien, waar evenzeer hulp
nodig is, maar niet gewerkt wordt:
Ik hoop, dat ze met anderen in
zo'n land gaan samenwerken, gaan
coördineren. Kortom, dat op den
duur voor elk land de strategie
kan worden bepaald.
Ik heb ook intensief contact met
de rooms-katholieken die op we
reldniveau al zo'n registratie heb
ben. Het is CIDSE: Coopération
international pour développement
socio-économique, die volgens het
zelfde computersysteem werkt Dat
opent weer perspectieven voor uit
wisseling van gegevens en mis
schien zelfs samenwerking'.
'Weet u wat een van mijn andere
dromen is? Gespecialiseerde medi
sche wereldorganisaties registreren'.
Mevrouw Kornelis valt zichzelf in
de rede: 'Ja, misschien vindt u wel,
dat mens is niet wijs, daar in
Genève, maar ik ben bezig met de
wereld lepra-organisatie in Parijs
en onder meer met de wereldorga
nisatie van epilepsiebestrijding,
waarvoor ik weer contacten met
dr. Magnus van de ürsulakliniek
in Holland heb. Want stel nu, dat
bijvoorbeeld Duitsland een bepaald
lepra-centrum wil ondersteunen,
dan kan het meteen alle informa
ties daarover krijgen, zoals: weten
jullie, dat ook landen als Zweden,
Engeland, Amerika zich daarmee
bezighouden, dat die en die figuur
je verder kan adviseren? Zo hoop
ik op den duur hele groepen ge
specialiseerde mensen beschikbaar
te krijgen om vrij advies aan de
kerken te geven.
Ook wat deze sectoren betreft hoop
ik dat de organisaties in het wes
ten gaan zeggen: we moeten ons
meer realiseren wat- de vergeten
gebieden van de wereld zijn. Waar
liggen de prioriteiten? Vooral ook,
omdat het geld schaarser wordt
lijkt het mij, dat we het geld veel
meer op de best denkbare manier
moeten gaan besteden'.
Mevrouw Kornelis tenslotte: 'Want
we zeggen nu wel in Kenia en
Kameroen tegen de mensen: jullie
moeten veei meer samenwerken.
Maar wat doen we zelf?'
HET GEDOE
Het verhaal van de knecht van Abra
ham, er dp uit om een vrouw voé
diens zoon Laak te .zoeken, is een
vroom verhaal, omdat de knecht een
vroom man is, -Vroom in de goede zin1
van het woord, niet vromerïg. Hij is
trouw aan zijn heer, die hij met ds
hand onder diens heup gezworen
heeft, maar een streepje voor op zijn
heer heeft de God van zijn heer. Tot
die God bidt hij om leiding bij zijn
grote missie en die God prijst hij als
alles voorspoedig gaat Het meisje dat
hem bij het drinken en drenken ge-
holpen heeft is precies de vrouw die
hij zoekt. Ze is uit het geslacht waar
van Abraham gesproken heeft. Zij
snoet het zijn. 'Wat mij aangaat, de
HEER heeft mij geleid', 't Zal wel
door de vertaling komen, maar het
komt op mij af alsof hij zeggen wil:
jullie mogen ervan denken wat je
wilt, maar wat mij betreft is dit
leiding. En dat is ook het enige wat
een mens kan zeggen als hij zijn weg
door God geleid weet. Een vroom
verhaal. Toch is er ook het gedoe. Dat
gedoe wordt vertegenwoordigd door
Laban (de witte). Als het meisje
Bebekka thuis vertelt wat haar over
komen is snelt Laban naar de put. De
schrijver liche ons ook in omtrent het
motief van die haast: 'Zodra hij name
lijk de ring gezien had en de armban
den aan de handen van zijn zuster...
ging hij naar de man toe'. Eén en al
voorkomendheid. Niets nieuws onder
de zon. Moet u eens proberen in een
beetje deftige zaak: twee keer binnen-
komen, in een oude en in een nieuwe
jas, enfin, u begrijpt me wel. Het
gedoe. Laban zag goud flonkeren en
hij erop af. Helemaal levensecht, echt
westers, één van ons. Laat op straat
maar eens een gulden vallen. Alle
Labans keren zich onmiddellijk om.
Het gedoe in het vrome verhaal. Dat
hoort erbij. De geschiedenis van het
heil (Rebekka's introïtus in de lijn
die uitloopt op de messias) is onher
kenbaar gebed in wat wij noemen de
gewone geschiedenis, het gedoe. Ket
is er altijd. Je kunt je eraan ergeren,
maar dat hejpt niet. God heeft zich
er ook niet aan geërgerd, Hij is er
niet over gevallen. Hij ging door. En
Elimelech was een echte knecht van
Abraham en een echte knecht van de
God van Abraham. Hij ging gewoon
door. De missie stond voorop. En zo
moet het ook. (Genesis 24, 22-52).
NED. HERVORMDE KERK -
Overleden: P. Visser (76 jaar) te
Apeldoorn, exn, van Apeldoorn en Het
Loo; diende ook de gemeenten te
Warnsum en te Amsterdam.
Beroepen: te Lunteren, C. v. d. Bergh
te Katwijk aan Zee.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Vleuten-De Meem; J
van Verseveld te Molenaarsgraaf e,S-
(verb. ber.).
Bedankt: voor Leiden: R. J. Koolstra
te Amsterdam-Slotermeer.
Préparatoir geëxamineerd: kand, S.
Groen, Broerweg 66,- Nijmegen! wil
wel de kerken dienen, maar nog met
worden beroepen),
GE KEF. KERKEN (VRIJG.; B.V.)
Aangenomen naar Apeldoorn: F. van
Deursen te Haarlem.
Intrede 7 feb,\ te Kampen: J.. H«
Kamerbeek uit Apeldoorn.
(ADVERTENTIE)
Giro: 2211 tn.v. het
Algemeen Dlakonaal
Bureau van de
Gereformeerde
Kerken,
Koningslaan 7, Utrecht.
Tel.: 030-514341.
'Een vos verliest wel zijn haren,
maar niet zijn streken. Een luip
aard verandert zijn vlekken niet.
Is het geen onbekookt optimisme
na vele eeuwen menselijk wange
drag, verdrukking, leugen, onrecht,
geweld, wanhoop en hooghartig
heid, nog te geloven in zijn veran-
derbaarheid?'
Met deze regels begint dr. G. H.
ter Sehegget een van zijn opstellen
uit zijn bundel Het geheim van de
mens (uitg. Wereldvenster,
Baarn, 46 blz.; Prijs 12,50). Zij
zijn typerend voor de geest waarin
hij schrijft en voor het thema dat
daarin de boventoon voert. Dat is
inderdaad de verandering van
mens en wereld, en dat in de
meest wijde en fundamentele zin
van. het woord. Daarom een veran
dering waar God aan te pas komt
moet komen zonder dat daar
mee gezegd is dat wij als mensen
er niet aan te pas komen. Integen
deel, Ter Sehegget schrijft niet
alleen vanuit het vaste geloof dat
wij een nieuwe wereld met nieuwe
mensen zullen krijgen, maar niet
minder vanuit de diepe, in dat
geloof gewortelde overtuiging, dat
wij met ons doen en laten in dat
komen betrokken zijn. Om de ter
men van de reformatorische ortho
doxie te gebruiken: het koninkrijk
Gods koint met door ons maar ook
niet zonder ons.
Hoe komen wij er dan aan te pas?
Daarover handelt eigenlijk heel de
bundel. Of nog precieser gezegd:
als het werkelijk om een om
wenteling gaat, hoe moeten wij
ons het gedrag daarbij dan voor
stellen? Hoe zijn christenen goede
revolution air en?
Juist omdat dit laatste woord niet
tot de gangbare taalschat van de
christenheid behoort, of hooguit in*
negatieve samenhang ('anti-revolu
tionair') wordt gebruikt, is de
vraag van Ter Sehegget ook
zakelijk gezien zo'n goede
vraag: wat bedoel je nu eigenlijk
met revolutionair gedrag?
Welnu, in het eerste opstel, dat
aan de bundel zijn titel meegaf
(Het geheim van de mensj, wordt
daarover meteen al een belangrijke
belichting gegeven. In dit opstel
komt Ter Sehegget nog eens terug
op zijn in een TV-gesprek wel
eens naar voren gebracht exege
se van Genesis 22* het verhaal van
Abraham die zijn zoon Izak moet
offeren. Maar moest het werkelijk?
Op het beslissende moment klinkt
de stem van Israëis God: 'doe de
jongen niets'.
Ter Sehegget legt dat als volgt uit:
wanneer Israels God zich openbaart
als de ware God (daarvoor dient
het verhaal) blijkt juist Hij in
tegenstelling tot de goden geen
mensenoffer te vragen, integen
deel, is juist Hij degene die wil dat
wij een mens niets aandoen. De
goden stellen zichzelf absoluut, zij
vragen offers die absurd zijn
(Kierkegaard zag hier niet scherp
genoeg en verwarde Israëis God met
de goden), in laatste instantie zelfs
mensenoffers.
Zij doen dit tot op vandaag toe.
Bij de goden is de mens niet
veilig. Maar Israels God is anders.
Hij heft de humaniteit door
absurde offers te vragen niet
op, maar bevestigt door zijn ver
schijning de humaniteit. Izak moet
en mag leven, dat is zijn bedoe
ling.
De inzet van de bundel is op deze
manier de opmaat geworden van
het vervolg. Het gaat God Israels
God om de mens. Daarin moet
elk vernieuwend, elk de wereld
veranderend, elk revolutionair ge
drag allereerst gemeten worden
aan de vraag of het zowel in
doelstelling als in middelen om
het doel te bereiken men denke
aan de vraag van het geweld
het geheim van de mens eerbie
digt.
Deze vraag komt gedeeltelijk reeds
in het opstel Jezus revolutionair?
aan de orde, en expliciet in het
opstel Zachtmoedigheid/voorwaar
de voor revolutie. Ik verwijs m.n.
naar het laatstgenoemde opstel, dat
eigenlijk een uitvoerige verhande
ling is over de vraag naar de
verhouding die doel en middelen
behoren te hebben, willen ze
cle middelen) er moreel mee door-
kunnen, d.w.z. willen ze het ge
heim van de mens en dus de
mens zelf niet vermoorden.
Wij zijn intussen met het boven
staande nog niet klaar, of liever:
Ter Sehegget is daarmee nog niet
aan het eim. van zijn verhaal.
Waar haalt eer. mens de moed
vandaan om zich onder de knecht
schap van leven en meesters uit te
wurmen, op eigen benen te gaan
staan, en zich tot voorvechter of
nog beter: tot partijganger der
armen op te werpen?
Men kan over deze vraag in Ter
Scheggets dissertatie een en ander
nalezen. Hier, in Het geheim van
de mens staat het antwoord in het
opstel Tweeërlei anarchisme. Wij
Inrijgen hier een korte schets van
het leven van de anarchist Bakou-
nin in een heel aparte belich
ting overigens aangevuld met
een -tuk levensbeschrijving van
die andere 'kabouter' Tolstoi. Bei
den tegen de draad van de geves
tigde orde in, maar beiden tegelijk
(nog) slachtoffers ervan. Daartegen
over plaatst Ter Sehegget de
christen als 'de anarchist in spe'
de alternatieve anarchist, zal ik
maar zeggen, die niets anders meer
heeft ook niet meer nodig heeft
dan God en zijn geweten. Ik
denk dat Ter Sehegget hier het
meest zichzelf is, ook het meest
zichzelf beschrijft (al kan ook
Moltmann het christendom af en
toe als een 'anarchisme van broe
derschap' beschrijven).
Ik zou nu nog een stuk moeten
schrijven over de discussie met
Bloch die het hele boek doortrekt,
en in één van de opstellen, Den
ken met Ernst Bloch, expliciet
wordt. Laat ik echter mogen vol
staan met een verwijzing daarnaar.
Ook wat betreft mijn kritiek kan
ik met een enkel woord volstaan.
Ter Sehegget werkt met de tegen
stelling (van Karl Barth overgeno
men) Religion (religie) en Glaube
(geloof). Die tegenstelling is m.i.
onhoudbaar (ook het christelijk
geloof in Religion) en brengt Ter
Sehegget trouwens af en toe in
tegenspraak met zichzelf.
De hoofdzark blijft intussen: een
boeiend, hier en daar kras en uit
dagend maar soms ook uitermate
vertroostend boek.