Zuidvietnamese
heer van stand
ziet de toekomst
voor president
Thieu somber in
'Ze hoort alsmaar
haar zoontje roepen....
¥M
I
f
TROUW/KWARTET ZATERDAG 3 FEBRUARI 1973
BUITENLAND
T19/K19
I
f
i
I
I
door Michael Stein
PARIJS - Het was maandagavond feest in het door
de Parijse politie zwaar bewaakte hotel Lutecia. De
ministers van buitenlandse zaken van Noord-Vietnam
en van de Voorlopige Revolutionaire Regering van
Zuid-Vietnam gaven in twee enorme zalen van het
sjieke hotel een receptie, ter gelegenheid van de
bestandsovereenkomst in Vietnam.
Zuidvietnamees
WW*®*
'Derde macht'
'Thieu kansloos'
Premier Edward Heath van Engeland- heeft noodgedwongen
een reeks economische maatregelen aangekondigd, die een drastische ombuiging
betekenen van de Britse Conservatieve politiek.
Onder druk van de voorthollende inflatie, economische stagnatie en strijd
tegen de machtige vakbonden is besloten
tot een rechtstreeks en langdurig ingrijpen in de Britse economie.
door Chris Blankenburgh
Premier Edward Heath heeft zich bij het handhaven van de beproefde
Conservatieve beginselen in de economische politiek niet staande
kunnen houden.
i
Een door het hotel ingehuurde heer,
gestoken in lichtblauw lakeienpak
met koorden van pleet-zilver en ge
tooid mot een lorgnet, riep luid maar
met luidruchtig de namen af van de
doorluchte gasten, die de ministers de
hand kwamen drukken, om zich ver
volgens uitgehongerd op de exotische-
lekkernijen te storten, die door exqui
se Vietnamese restaurants waren toe
bereid.
Een van de gasten was ingenieur Ho
Thong Minh, die tijdens de eerste
negen maanden van het regime van
de Zuidvietnamese dictator Ngo Dinh
Diem, minister van defensie was,
maar ai gauw ruzie met zijn baas
kreeg en m april 1955 zijn ontslag
indiende en het land uitvluchtte.
Minh is een heel vermogend man en
woont al veie jaren in een voorstad
van Parijs. Wie hem daar opzoekt in
zijn opzichtig-luxueuze, van eer. zwem
bad en vele andere gemakken voorzie
ne woning, merkt ai zeer snel, dat de
gastheer wars is van gevaarlijke, kapi-
taalvernietigende revolutionaire stro
mingen en dus ook geen vriend is van
het ■commmunisme.
Niettemin was hij ter receptie uitge
nodigd, omdat hij zich, ondanks zijn
politiek-maatschappeiijke voorkeur, al
sinds jaren tegen de verschillende
militaire regeringen m Saigon kant
en hoewel in gematigde bewoordin
gen en op een vrij laat tijdstip tot
het vertrek van de Amerikaanse troe
pen uit Vietnam had opgeroepen.
Het interessante aan IIo Thong Minh
is, dat zijn ideeën hem eigenlijk tot
een medestander van de Zuidvietna
mese president Ngoejen Van Thieu
zouden moeten maken. Minh is name
lijk een van die zeer zeldzame Vietna-
mezen in Parijs, die zich in de eerste
plaats Zuidvietnamees voelt. Volgens
de theorie, die door de regering in
Saigon wordt verkondigd, is Zuid-
Vietnam een totaal ander land dan
Noord Vietnam, met een geheel eigen
identiteit, een andere, gemakkelijker
wijze van leven, een ander klimaat,
een andere sociale structuur en zelfs
een ander verleden. De tegenstanders
van deze redenering erkennen welis
waar deze verschillen, maar plaatsen
die in een regionaal kader, ais de
typische verschillen in elk land tus
sen het noorden en het zuiden.
Aangziem Ho Thong Minh een zeer
intelligent en een zeer eerzuchtig
man is, weigerde hij zich met het
regiem in Saigon in te laten, omdat
hij ai zeer vroeg inzag dat dit regiem
alleen maar de uitdrukking was van
de politiek van een buitenlandse gro
te mogendheid en zelf geen enkele
reële bestaansmogelijkheid had.
'Thieu baseert zijn macht alleen maar
op de Verenigde Staten', aldus Minh,
'alleen kan hij niets. Hij vertegen
woordigt de militaire dictatuur, die
veel wortels heeft in het volk*.
En omdat Ho Thong Minh graag aan
het bestuur in Zuid-Vietnam wil deel
nemen riep hij in mei 1971 op tot
werkelijk vrije verkiezingen in Zuid-
Vietnam, op grond waarvan een nieu
we regering gevormd zou worden.
Volgens de wens van Ho Thong Minh
moest die regering onder leiding
- »,v'-jp'-y it i
1*1 1Alle..
V ws Lef"!"} «fn1ryj£"-
Uit een brief, precies een week
geleden door een vrouw in Zuid-
Vietnam verstuurd:
Over enkele uren gaat het be
stand in. Laten wij onszelf en elkaar
beloven dat we deze gelegenheid om
eindelijk vrede te sluiten, niet voor
bij laten gaan. Moge iedere dag van
vrede de moeder zijn van een nieu
we vredesdag.
Ik moet je berichten over een af
schuwelijke zaak. Vergeef me dat ik
je ermee lastig val, maar jij en alle
anderen moeten het weten. Ik hoop
dat dit het laatste verhaal is, dat ik
je over de oorlog moet vertellen.
Ik werd gewaarschuwd dat een
vrouw, als versteend, met een baby
in de armen sinds drie dagen aan de
kant van de weg zat. Een vluchtelin
ge. Ze weigerde naar ons opvang
centrum te komen, wilde met nie
mand spreken en zat daar maar.
Toen ik mij onafgebroken met haar
bezighield, vertelde zij tenslotte haar
geschiedenis.
Zij was op de vlucht tijdens een
hevig offensief. Zij had haar drie
kinderen bij zich, het kleintje op de
arm en aan haar andere hand een
tweede kind, dat aan zijn hand zijn
zusje meevoerde. Van alle kanten
werd er geschoten en het oudste
kind het meisje werd dodelijk
getroffen. Aangezien de moeder
niets meer voor haar doen kon en
het schieten en bombarderen als
maar heviger werd, liet zij het kind
stervend achter.
Ze probeerde het tweede kind ook in
haar armen te nemen om sneller uit
de vuurlinie weg te komen. Maar de
beide kinderen waren te zwaar voor
haar, ze kon ze niet tegelijk dragen.
En het jongetje moest op eigen
kracht verder gaan. Ze renden ver
der. Toen werd ook het jongetje
door twee kogels in zijn been getrof
fen. Hij kon niet meer lopen. Op dat
ogenblik barstte het vuur in nog
grotere hevigheid los. En de moeder,
opeens in uiterste paniek en door
boze geesten gedreven zoals zij
het uitdrukte rende door, weg van
de kogels en de granaten. En terwijl
zij wegvluchtte, hoorde zij haar
zoontje achter zich roepen: 'Moeder,
ik ben nog niet dood. Laat me niet
alleen. Waarom ga je van me weg?
Ik ben nog niet dood'.
Maar hoewel zij hem hoorde, luister
de ze niet en rende als een bezetene
door. Ze is het kind kwijtgeraakt.
Ze weet niet of hij nog leeft 'of
dood is. Maar ze hoort alsmaar haar
zoontje roepen en mompelt in zich
zelf dat ze erger is dan het gruwe
lijkste beest.
staan van de volstrekt onbekwame,
maar zeer charmante generaal Duong
Van Minh, die in Vietnam als 'de
grote Minh' bekend staat en die aan
vankelijk in 1971 als vredeskandidaat
naar het presidentschap dong. Die
regering zou dan onderhandelingen
met het Bevrijdingsfront aanknopen,
nadat de Amerikaanse en Noordviet-
namese troepen zich. gelijktijdig uit
Zuid-Vietnam hadden teruggetrokken.
Met deze politieke voorstellen stond
Ho Thong Minh niet erg ver af van
het Bevrijdingsfront.
Ook in het afgelopen jaar liep Ho
Thong Minh op de politieke ontwikke
lingen vooruit. Hij schreef in Le
Monde over de behoefte in Zuid-
Vietnam aan 'een derde macht',
die alle politiek niet-geëngageerden
zal moeten vertegenwoordigen, d.w.z.
het overgrote deel van de bevolking
dat politiek niet bewust is, of dat
juist bewust weigert een keuze te
maken tussen het Bevrijdingsfront en
de regering in Saigon. 'Zonder een
echte derde macht", aldus Minh, 'is er
geen oplossing mogelijk voor de hui
dige politieke, problemen van Zuid-
Vietnam. Die derde macht moet de
strijdende partijen aan beide kanten
verzoenen en zal ongetwijfeld het
grootste gedeelte van de bevolking
achter zich krijgen'.
Het Vietnam-akkoord heeft nu inder
daad bepaald, dat de regering in Sai
gon en de Voorlopige Revolutionaire
Regering een zogenaamde Nationale
Raad moeten oprichten, die uit drie
gelijke bestanddelen moeten bestaan.
Het is de taai van deze raad, nationale
eendracht en verzoening tot stand te
brengen en- vrije en democratische
verkiezingen in Zuid-Vietnam te orga
niseren. Hat denxte bestaawüeel in de
.Raad is van zo groot belang, omdat
'dit deel de strijdende partijen tot
elkaar moet brengen.
Wie in Parijs met die Vietnamezen
praat, die niet direct met Thieu ge
lieerd zijn, hoort dan ook niet anders
dan de woorden 'nationale verzoe
ning', 'nationale eendracht' en 'demo
cratie', die met gelijk enthousiasme
door de aanhangers van het Bevrij
dingsfront en de neutralisten worden
geuit. Die begrippen zijn overigens al
vele jaren geieden door de Boeddhis
ten als de enige politieke mogelijk
heid voor Zuid-Vietnam naar voren
gebracht.
Wie sceptisch reageert op deze hoog
gestemde verwachtingen, die het pro-
dukt zijn van de vage en vaak tegen
strijdige inhoud van het Vietnam-
akkoord, stuit, bij die Zuidvietname-
zen hier, die niet tot Thieu's richting
behoren, op volkomen onbegrip.
Over het feit, dat de Amerikanen nu
eindelijk uit Vietnam weggaan en dat
er tenminste een staakt-het-vuren is
bereikt, is men duidelijk zo opgelucht
dat alle andere* politieke overwegin
gen inzake de toekomst wegvallen. De
Vietnamezen in Parijs zijn de oorlog
net zo moe - als de Vietnamezen in
Vietnam. Men weigert dan ook dom
weg de mogelijkheid onder ogen te
zien, dat de strijd opnieuw zal op
laaien, als het Vietnam-akkoord niet
daadwerkelijk wordt toegepast.
Maar niet zo Ho Thong Minh. Op
mijn vraag wat er zal gebeuren, als
de politieke situatie in Zuid-Vietnam
niet verandert, antwoordde hij: 'Thieu
maakt geen enkele kans meer. Hij
verdwijnt. Hij is 'een knecht van de
Amerikanen, en zyn taak is beëin
digd, nu de Amerikanen vertrekken.
Thieu heeft de massa-moord van My
Lai goedgekeurd en het platbombarde-
ren van zijn landgenoten toegejuicht.
Hij kan voor militaire hulp niet meer
op de Amerikanen rekenen. Met een
half miljoen Amerikaanse militairen
redde hij het niet Alleen redt hij het
zeker niet Hij moet dus concessies
doen, of hij wil of niet. En als hij
niet toegeeft, als hij niet het akkoord
uitvoert, dan zal de strijd weer oplaai
en, maar ditmaal zonder de Amerika
nen. Dat zal erg gunstig voor ons
zijn, want die strijd zal het eind van
zijn regime betekenen. Ik ben daarom
zeer optimistisch over de toekomst*.
Ho Thong Minh is om nog een andere
reden optimistisch. Sinds 1969 onder
houdt hij regelmatig contacten met
het Bevrijdingsfront En hoewel hij
onlangs opriep tot internationale druk'
op het bewind in Saigon om de
politieke gevangenen vrij te laten,
was hij als enige Vietnamees die ik in
Parijs ontmoette, van mening dat de
politieke leiders van de derde en
neutrale groep in Zuid-Vietnam niet
onder de 200.000 politieke gevangenen
van Saigon gevonden kunnen worden,
ook al bevinden zich onder hen .tallo
ze intellectuelen, kunstenaars, studen
ten en geestelijken.
'Weet u', zei hij op mijn vraag, 'ik
geloof dat de politieke leiders hier in
Parijs zijn en niet in de gevangenis
sen Van Vietnam. Die in de gevang
nissen zijn niet van onze standing*.
En hij nam een teugje van zijn*
whisky. He denk dat u nog meer van
hem zult horen.
Stille revolte van Britse
Conservatieven mislukt
Op 17 januari maakte premier Heath
bekend dat in het Britse Lagerhuis
spoedig zal worden voorgesteld niet
alleen lonen en prijzen, maar ook
huren en dividenden wettelijk te bei
perken. Zijn regering zal hierop
nauwlettend toezicht houden. Daartoe
zullen onder meer een Loonraad en
een Prijscommissie worden ingesteld.
Overtredingen van de voorschriften
zullen fors worden beboet.
Het nieuwe economische beleid van
de Tories is lijnrecht in strijd met de
opvattingen die steeds door Heath en
zijn volgelingen zijn gepropageerd.
Vermindering van de bemoeienis van
de ovtri-rid met de economie en an
dere levenstexreinen was een van de
belangrijke thema's geweest in het
programma waarmee in 1970 de ver
kiezingscampagne werd begonnen.
Toen de Conservatieven in juni van
dat jaar na een weinig inspirerende
stembusstrijd volkomen onverwacht
de macht veroverden, was duidelijk
wat zij wilden. De regering-Heath zou
zich inzetten voor een grondige om
buiging van het wisselvallige beleid
van Harold Wilsons Labour-kabinet.
Wilson, zo werd tijdens de campagne
gezegd, heeft het land in een chroni
sche economische impasse geholpen.
'Onze economie is langzamer gegroeid
dan die van welk land in de wereld
ook dat met het onze vergelijkbaar is.
Bijna overal in West-Europa en Noord-
Amerika stijgt de levensstandaard
sneller dan in Engeland. Internationa
le deskundigen voorspellen dat Enge
land spoedig het armste land in het
Westen zal zijn als de ontwikkelingen
zo kunnen doorgaan', zo werd in een
Conservatief manifest verklaard.
Het nieuwe Tory-kabinet zou daarom
alle voorrang geven aan herstel van
de welvaart. De middelen zouden zijn:
belastingverlaging, krachtige beper
king van de overheidsuitgaven, stimu
leren van het particuliere bezit, een
forse aanpak van de wilde stakers,
intoming van de vakbonden en het
aanmoedigen van de particuliere on
dernemers. Als voornaamste wapen te
gen ongeremde prijsstijgingen werd
de versterking van de concurrentie
genoemd. 'Elke huisvrouw weet dat
concurrentie meer doet om de prijzen
laag te houden dan welke mate van
overheidsingrijpen', aldus het Tory-
manifest 'Maak het Leven Beter'. En
in een andere verkiezingsfolder stond:
'De nieuwe Conservatieve regering zal
het particulier initiatief aanmoedigen.
Zij zal een einde maken aan onnodig
overheidsingrijpen. Zij zal de welvaart
en (economische) groei herstellen.
Dit zal de eerste prioriteit krijgen'.
Het kabinet-Heath was er echter niet
alleen op uit, de welvaart te vergro
ten. Het propageerde bovendien de
invoering van een 'nieuwe' doch in
feite zeer ouderwetse sociaal-econo
mische samenlevingsvorm, via een po
litiek die grondig zou afrekenen met
de socialistische elementen die door
de Labourregering waren ingevoerd,
'Wij zijn in de regering terugge
keerd om de loop van d,e geschiedenis
van deze natie te veranderen niets
minder', zo verklaarde Heath in de
herfst van 1970 op een partijconferen
tie. Hoofddoel zou zijn: 'Een kalme,
maar totale* revolutie'. 'Wij zullen ons
verder afkeren van staats-interventie
en op weg gaan naar een vrijstaande
maatschappij van particuliere onder
nemingen. Dit is het hart en de kern
van onze economische fiiosofie', aldus
Heath in een interview met het Ame
rikaanse weekblad U.S. News
World Report
RAMPEN
Sinds juni 1970 heeft de weinig bezie
lende, maar deskundige bestuurder
Edward Heath hardnekkig gestreden
voor snelle modernisering van ouder
wetse Britse ondernemingen en stop
zetting van de inflatie. Maar evenals
ten tijde van Harold Wilson werd het
economische leven van buitenaf en
van binnenuit belaagd cn bleven het
kabinet economische en politieke ram
pen niet bespaard.
Het begon met hqt plotselinge overlij
den van Iain MacLeod, een zeer be
kwaam politicus, die als minister van
financiën de hoofdmoot van het Tory-
beieid had moeten uitvoeren. MacLeod
was een welbespraakt geestig en snel
reagerend man, die als een onmisbare
steunpilaar van het kabinet werd be
schouwd. Hij had belangrijk moeten
bijdragen tot de snelle aanvaarding
van vitale wetsontwerpen in het La
gerhuis, waar MacLeod zelfs bij tegen
standers een geziene figuur was.
Heath slaagde erin de leemte zoveel
mogelijk te vullen en zette belangrij
ke economische maatregelen door. Er
werd bezuinigd. Belangrijke sociale
voorzieningen uit de tijd van Harold
Wilsön werden ingetrokken of gekort
wiekt. In de zömer van 1971 werd,
ondanks woedende tegenstand van de
vakbonden, felle protestacties en fors
verzet van de Labour-oppositie, de
wet op de industriële betrekkingen
aangenomen. De wet beknotte de
macht van de officiële vakbonden.
Maar het voornaamste doel was paal
en perk te stellen aan de vele wilde
stakingen, die telkens weer *n deel van
de economische inspanningen teniet
deden. De regering had de wind mee
omdat een belangrijk deel van de
Britse kiezers de eindeloze reeks sta
kingen meer dan moe begon te raken
en met invoering van de nieuwe wet
sympathiseerde.
f
Het grootste succes behaalde de rege-
ring-Ht ath door alle barrières te ne
men d'.e toetreding van Engeland tot
de EEG in de weg stonden. Het deed
haar politieke reputatie echter geen
goed. Een duidelijke meerderheid van
de Britse kiezers, met inbegrip van de
vakbonden en in een later stadium
ook de Labour-partij, was tegen toe
treding. Maar de Conservatieve meer
derheid in het Lagerhuis, gesteund
door de splinterfractie van de Libera
le partij, gaf de doorslag.
Met de wet op de industriële betrek
kingen en de toetreding tot de EEG
waren hoekstenen van het kabinetsbe
leid veiliggesteld. Maar de economi
sche positie van het land bleef even
beroerd als zij was. Een reeks loonac-
ties zette de Britse economie onder
zware druk. Eind 1970 wisten de Brit
se vuilnislieden een loonsverbetering
van 15 procent te bewerken. De werk
nemers in de Engelse Fordfabrieken
incasseerden een loonstijging van
maar liefst 30 procent. Om de inflatie
te beteugelen stelde de regering een
streef-plafond van 8 procent voor de
loonstijgingen vast Maar zij slaagde
er niet in dit maximum te handha
ven. Een jaar geleden begonnen de
mijnwerkers in de genationaliseerde
kolenmijnen een staking die spoedig
het gehele land lamlegde. Elektrici
teitscentrales kwamen zonder brand
stof te zitten, waardoor overal op
stroom moest worden bezuinigd en
honderdduizenden tijdelijk het werk
moesten staken. De regering moest de
looneisen van de jarenlang achterge
stelde mijnwerkers inwilligen. Maar
het betekende een loonstijging in de
ze sector van 21 procent plus een
hoge rekening voor de gevolgen van
de elektriciteitscrisis. Na de mijnwer
kers dienden de spoorweglieden zich
aan. Zij kregen 13,5 procent meer.
Afgelopen zomer startten de havenar
beiders een nationale actie tegen het
containervervoer, dat volgens hen een
aantasting betekende van hun positie.
Ook dit kwam de Britse economie
duur te staan.
Het verlammende effect van de sta
kingen en loonacties werd versterkt
door de hoge kosten van de crisis in
Ulster, de komst van duizenden uit
Oeganda verjaagde Aziaten en door de
internationale monetaire crisis die
een algemene conjunctuurdaling met
zich meebracht
RECORD-WERKLOOSHEID
Het gevolg was dat de economische
groei achterbleef bij die in andere
landen. De werkloosheid bereikte vo
rig jaar een naoorlogs record (1 mil
joen) en is sindsdien weinig afgeno
men. De lonen stegen vorig jaar met
zo'n 15 proeent en de prijzen met
rond 8 procent Het Amerikaanse
Hudson-Instituut dat door de futuro
loog Herman Kalm wordt geleid, heeft
op basis van de -huidige gegevens
voorspeld, dat Engeland als het zo
doorgaat in 1980 in welvaartspeil zal
zijn ingehaald door Italië, in 1985
door Spanje en voor 1990 zelfs door
Griekenland en de Ierse Republiek.
Afgelopen zomer al bleek dat de rege
ring Heath er niet in was geslaagd,
een welvaartsverbelering tot stand te
brengen. Het gevolg was dat op het
ministerie van financiën en economi
sche zaken koortsachtig naar passende
nieuwe 'methoden werd gezocht om
Engeland uit het economische slop te
halen, en vooral de inflatie te beper
ken.
Vele maanden lang werd geprobeerd
een vrijwillig sociaal contract te slui
ten tussen werkgevers en werknemers
met de overheid als derde. In novem
ber bleek dat werknemers en vakbon
den niet tot eej» akkoord konden ko
men. De 'straf' was dat premier Heath
een voorlopige loon- en prijsstop van
90 dagen afkondigde, om de partijen
alsnog tot een akkoord te bewegen.
Enkele weken geleden was het duide
lijk dat de partijen geen stap dichter
bij elkaar waren gekomen. 'Het is
opnieuw bewezen dat het niet moge
lijk is een vrijwillig akkoord te slui
ten', zei Heath bij de aankondiging
van de nieuwe fase in de strijd tegen
de inflatie. De regering had nu geko
zen voor een direct ingrijpen in het
gehele scala van de inkomensvorming
en als laatste redmiddel een zeer on
conservatieve methode toegepast
STAATSDIRIGïSe
Het feit dat Heath nu is begonnen
met invoering van staatsdirigisme in
de Britse economie staat in schril
contrast met wat de Conservatieven
in 1970 zeiden te willen.
Ruim twee jaar na de machtswisseling
in Engeland blijkt dat de rustige
Tory-revolte is mislukt nu een van
de belangrijkste principes van de Con
servatieve leer met voeten wordt ge
treden. Heath dreigt daarmee eenzelf
de tragische toekomst tegemoet te
gaan als destijds Harald Wilson. For
se economische tegenslagen met in
1967 de devaluatie van het pond als'
hoogtepunt sioegen de bodem weg
onder Wilsons plannen voor een soci
aal-democratisch Nieuw-Brittannië.
Hij wist zich sindsdien slechts, door
een pragmatisch beleid van laveren
staande te houden. Structurele econo
mische problemen en tegenslagen
dwingen dwingen Heath, evenals Wil
son, zijn blauwdruk voor de toekomst
ver weg te stoppen in een departe
mentale bureaula.
4