m excuus TrOTJW/KWARTET ZAT CRD \G 24 FEBRUARI 1973 SPORT T23/K23 door Gerrit den Ambtman Bondscoach Frantisek Fadrhonc deelt handtekeningen uit aan de jeu gd op het KNVB-sporteentrum in Zeist. in de bergen voeten karakter door Joop Holthausen STRÖMSUND Drie jaar geleden, om precies te zijn op 1 maart 1970, schaatste een 31-jarige boerin uit het Friese Irnsum in West- Allis naar haar eerste wereldtitel. Atje Keulen-Deeistra, door afkomst en door haar sociale status moeder van drie kinderen hevig appellerend aan de gevoelens van het publiek, werd gepromoveerd tot een symbool. Het ging allemaal wat aan haar voorbij. De echt genote van Jelle, de moeder van Boukje, Cees en Goos, leefde in een soort roes. Het leek allemaal zo onwerkelijk. Schaatsen dat ging nog. Heel best zelfs. Maar dat wat er allemaal bij kwam, dat overdonderde haar. Alje Aetna "'tci cchUyw *.e Je'tle en con an haar kinderen voor het v rwek npa. a'.-.OtT en ver land. JEUGDLEIDERS VRIENDEN DE BONDSCOACH HEEMSKERK Ais de toeristen in de namiddag hun geroosterde lichamen weer in beweging bren gen werpen horden Spaanse jonge tjes zich als aasgieren op het strand van Las Palmas, Bedrijvig heid verdringt dan loomheid. De schoenen gaan uit, stapeltjes kle ding heten plotseling doelpalen. Tot laat in de avond wanen ai die Kereltjes in het schijnsel van de bonte boulevard zich Di Stefano's, (iento's en Amaneio's. Ze imiteren en improviseren. Het kustlint is een kweekvijver geworden. Daar wordt naar talent gevist en de toekomst ontdekl. Leen wonder, dat Union Dcportiva Las Palmas, de plaatselijke profvereniging, zich in de hoogste afdeling van de Spaanse competitie zonder dure aankopen kan handhaven. De ve detten van straks dollen nu nog dagelijks iangs de kust Las Palmas vormt bepaald geen uitzondering. Van het strand van. Mozambique werd eens 'parel' Eu- sebio da Silva Ferreira door wak kere talentzoekers weggehaald. In de sloppen van Lissabon noemen alle straatvoetballertjes zich al ja ren Eusebio. Naar het idool van de Portugese topclub Bcnfica. Het fa meuze strand van Copacabana bij Rio de Janeiro is de meest gere nommeerde speelplaats voor Brazi liaans talent. Jongens met nog geen kwartje op zak zetten op dergelijke publieke plekken de eer ste stappen naar een vorstelijk be taalde carrière in de voetbalsport. In Nederland zie je ze, vooral in de grote steden, steeds minder: de mannekes van het straatvoetbal. Coen Mnuliju verzamelde zijn prachtige techniek in Rotterdam; Johan Cruijff in Amsterdam. Maar wie nu diezelfde volkswijken op zoekt, wordt alleen maar met de toenemende macht van de auto ge confronteerd. Er is geen ruimte meer. Het ras van de straatvoetbal lers sterft uit. Razendsnel. Daarom hebben de voetbalclubs er de laatste jaren een estra taak bijgekregen. De opvang van jonge talenten, van zo'n acht tot twaalf jaar, is een van de belangrijkste zorgen geworden. Daarvoor zijn vel den, jeugdleiders eu scheidsrech ters nodig. Pupillen bepalen de toekomst Maar die knapen zijn vvèl afhankelijk van de begeleiding van volwassen en en. Van de anonie me groep van jeugdleiders, die zich uit clubliefde voor dat jongste iegertje inzetten. Wat eens einde loos op straat gebeurde, moet nu op de grasvelden plaatsvinden. Vandaar, dat Frantisek Fadrhonc zieli al weken tevoren opvallend druk maakt over een lezing, die hij voor pupiilenleiders van de afdeling Haarlem van de KNVB moet houden. De bondscoach weet hoe belangrijk de opvang en de eerste begeleiding van de voetbal lertjes is. Een causerie over dit onderwerp is nieuw voor hem. Fadrhonc ervaart dit als een uitda ging. En lijkt die bewuste avond dan ook de wedstrijd van zijn leven te spelen. Plaats van handeling: de kantine van Ons Doel Is Nuttig (ODiN) m Heems kerk. een dub. die uitkomt m de eerste klasse t .ui de afdeling Haarlem. Een barak-achtig houten gebouw, fris geverfd, opgefleurd met kleurige slin- |ers. De 25-jarige bruiloft kan zó beginnen. Veertig, vullis pupiilenlei ders maken de ruimte al snel tot een sauna Zo heet. rokerig. Zware shag en sigaren overheersen. Koffie twee kwartjes, een glaasje pils zeventig cent. De zaal is tot en met de laatste plaats bezet. Jeugdleiders, in leeftijd van zestien tot vijfenzestig plus, wor den aandachtige luisteraars. Een man nen-bijeenkomst. Cornells Ivlick spreekt namens de organiserende com missie een woord van welkom. 'Dames en heren, goede wijn behoeft geen krans. Meneer Facïhronc gaat uw lang.' Fadrhonc negeert, zoals verwacht, het katheder en de zorgvuldig aangelegde geluidsinstallatie. Hoe kan een brok dynamiet zich nu op zo'n klem plaats je handhaven? De Tsjechische Neder lander heeft het door zijn echtgenote gemaakte trainingspak aan, een blauw shirt en sportschoenen. Vanaf zijn komst in het langwerpige gebouw heeft hij zeer geconcentreerd en met de bril op de punt van de neus, een aantal papieren bestudeerd. De voor dracht blijkt voor hem een zéér ern stige zaak. Is dan ook verstoord als iemand hem wéér aanspreekt. Blijft toch vriendelijk joviaal zelfs. Also! hij de man al jaren kent. De aftrap volgt. Fadrhoncs solo blijkt impone rend. Zijn combinaties met de Neder landse taal mislukken vaak. Hij moet af en toe opnieuw ingooien, omdat htj de draad volledig kwijt is. Lost dat met een humorvolle opmerking makkelijk op. Buldert bij vlagen als een kapi tein m het leger. Eén zin laten fluis tert hij weer bijna Het volgen van zijn woorden is niet eenvoudig. Zelfs de spelers van het Nederlands elftal tonen daar nog steeds moeite mee. Het betoog blijft desondaks boei end. De bondscoach heerst; negentig minuten lang. Fadrhonc: 'Beste vrienden. Jullie zijn de grote kleine man. Jeugdleiders zijn steeds moeilijker te vinden. Maar jul lie zijn verschrikkelijk belangrijk. Ik ben onder de indruk van jullie werk. Daarom zijn jullie beste vrienden'. (De rechterhand gaat omhoog: 'Ik ben vergeten excuus voor mijn gebro ken taal. Hoe dat komt zal ik nu met vertellen. Dat kost teveel tijd'.) 'Ik loop nooit met papieren in de hand. Nu wel. Mijn droom is altijd geweest de sport met een studie medi cijnen te combineren. Dat is door omstandigheden niet gelukt. Daarom heb ik de problematiek op papier gezet. Want, mijne heren, dit facet is niet eenvoudig. De problematiek op alle gebied is erg groot'. "Hoe is het met onze kleine jongens? Hun instelling is kwetsbaar. Tot 4, 5, 6 jaar groeien ze als bomen. Van tien tot twaalf jaar is er een stagnatie. Ik heb het uit alle boeken gehaald: tus sen 10 en 12 jaar is de ideale leeftijd om de juiste'basis voor een sportear- rière te leggen. Tussen de dertien en zestien groeien ze weer als paddestoe len na de regen. Die tien tot twaalf- jangen zijn in staat alles te doen. Ze moeten alles kunnen namaken, de moeilijkste bewegingen'. Fadrhonc hennnertt aan het straat voetbal, de taak van de club. 'Geef die boeven kleine muurtjes, speel tuintjes. Laat ze rommelen. Wij zetten vroeger een leeg bierflesje op de lat van het doel. Wie het er afschoot had een kwartje verdiend. Op straat is daar voor hter geen ruimte meer. Ver plaats daarom het straatvoetbal naar de club. Het is hygiënischer en beter 'De club krijgt daardoor echter brede basisverplichtingen. Niet alleen een egoïstische taak. Zet niet successen en prestaties boven alles. Dat is onjuist en kortzichtig. Ook de minder geta lenteerde jongens heb ik nooit afge stoten. Die heb ik voor andere zaken ingeschakeld. Voetbal kan met be staan met elf jongens, dte een bepaal de kleur verdedigen. Mensen, die be paalde talenten niet hadden zijn hoog m de organisatie gekomen of rijn journalist geworden' (?,red.) Tien tot twaalf jaar een ideale leef tijd. Fadrhonc zegt, dat hij zich tij dens zijn vakantie 'in de bergen' verbaasd heeft over de kleine jongens, die zich zo gemakkelijk uit de moei lijkste situaties op de ski's redden. 'Je denkt, die kereltjes gaan drie keer over de kop. Maar nee, ze herstellen'. Vervolgt, fel: 'In Praag, toen ik daar nog iets te zeggen had, heb ik alle trainers verteld, dat voor kleine jon gens niets genoeg is. Dat wil ik herhalen. Alle technische dingen kun nen ze op die leeftijd leren. De jongen pakt de beste schijnbeweging, het overstapje ,het balletje onder de voet. terugtrekken. De jongen wordt specialist. Het is typerend: hij kan alles namaken. Het hart en de longen komen tot de beste coördinatie. Daar om kan zo'n boef al met volle inzet trainen. Een buitengewone inspan ning, maar daarnaast op tijd pauzes inlassen. En dit heb ik in slecht Nederlands opgeschreven, gehaald uit de kennis van vakmensen: 'Men krijgt te maken met een eigen wil als basis van logische handelingen. Het gevoel voor saamhorigheid en verantwoorde lijkheid komt tot ontwikkeling'. Gaat even terug naar de periode, dat hij trainer was van Go Ahead in Deventer. Daar is op zijn initiatief een iengdiaternaat opgericht. 'Ik ben met eigenwijs. De brede basis bij Go Ahead is bij mij nooit afgeschreven. Ik heb ailes echter in nauw overleg met de ouders gedaan. Die jongens zijn pas laat gekomen. Ik heb gewacht tot na de pubheiteitsjaren' (komt niet uit het woord puberteit, zegt" 'Het spijt me verschrikkelijk'). 'Talent moet in een gezond milieu komen, In Deventer heb ik het voorbeeld gege ven van hoe we m het Nederlandse voetbal door moeten gaan'. De bondscoach snelt naar het school bord: 'Voor de jeugd van tien tot twaalf jaar zijn negentig trainingen, twee keer per week, met een duur van negentig minuten en een aantal wedstrijden van 35 het meest ideaal'. 'Mijne heren, dit is geen Fadrhonc. Dit is literatuur'. Schrijft: 'Lichamelij ke voorbereiding 25 procent, techniek en taktiek 15 procent, voorbereidende speelse virmen 25 procent en spel vorm 35 procent'. Fadrhonc vindt bij lichamelijke voorbereiding de kracht van de wen ding en het ontwikkelen van de snel heid doorslaggevend. Hij noemt de Westduitse verspringster Heide Ro- sendahl als voorbeeld. 'Ze heeft alle aandacht voor haar voeten. Bij een afzet drukt daar zo'n 300 kilogram op. En wat deed de oude Fadrhonc? Juist, hij had altijd al de grootste belangstelling voor de voeten. Ik heb een looptraining van Kees Koppelaar gezien. Prachtig en interessant, hoor. Hij gaf het aan spelers van FC Utrecht. Maar zoiets hoort bij de basis, Hoe moet ik "Wim van Hanegem leren lopen? Dat kan toch niet meer? Wenden. In de bergen had ik lol over wat voor onmogelijke dingen de jongens op die planken deden'. Over techniek en taktiek: 'Er is in de voetballerij' veel veranderd. Voetbal is nadrukkelijker techniek geworden. Niets kan meer statisch. Alles gaat in tempo, op volle snelheid. Klaar uit. Voetbal is geen Weense wals meer: stoppen, kijken, speten; stoppen, kij ken, spelen. Iedere speler staat con stant onder druk, heeft direct contact met z'n tegenstander. Een kwestie van balgevoel. Toen ik elf jaar was kreeg ik van mijn trainer een grote kraag om. Zo'n grote dat ik de bal niet meer kon zien. Dan leer je pas een bal aannemen en behandelen'. Fadrhonc raast door. In een soort trance. Loopt wild heen en weer. Zijn zorgvuldig opgeschreven voorbe reiding in de hand. Hij kijkt geen seconde meer naar die aantekeningen. Na vijf kwartier vraagt de voorzitter schuchter: 'Meneer Fadrhonc, zullen we even pauzeren? Fadrhonc; 'Ik moet nu doorzetten. Nog even, dan ga ik naar moeder'. Hekelt vervolgens de mentale voorbe reiding van de jeugd: 'Daaraan doen we helemaal niets', Kijkt om, ziet op het bord het woord 'spelkunst' staan. Schrikt, mompelt: 'Neem me niet kwalijk'. Herstelt zich moeiteloos: 'Zestig procent is spelen en spelen. Zoals straatvoetbal, ja. DaaT is geen ruimte meer voor. Dus moeten de clubs zorgen voor materiaal. Voor kleine doelen, voor ballen, voor schut tingen. Dat materiaal moet je hebben. Als het er niet is dan ga ik naar de burgemeester toe. Kan me niets sche len'. Dan toch die mentale voorbereiding: 'Daaraan mankeert veel. Het valt me op, dat talenten op handen worden gedragen. Ook de kleinsten. Er ont staat daardoor wrijving met de min der goede. De jeugdleider moet die weghalen. Op het KNVB-sportcentrum in Zeist moest ik gisteren de prijzen uitreiken na een spelregelwedstrijd voor de jeugd. Nou, de winnaar heb ik hard gepakt, hoor. Nummer twee en drie juist gestimuleerd. Karakter vorming. De invloed van huis-uit wordt steeds minder. De sport kan een grote bijdrage tot de karaktervor ming geven'. Fadrhonc pnjst tot slot nog eens het werk en het enthousiasme van zijn toehoordcrs-pupillenleiders. 'Ik vecht ook heel mijn" ieven voor princi-iële dingen. We komen, allemaal uit het zelfde deeg. tVe zijn alleen anders uitgebakken. Eén ding- voor mij be tekent het veel als ik weer in aanra king bom met mijn vroegere pupillen. De oude voetballers van Enschede en de jongens van de oude Deventer koek. De warmte wordt misschien niet uitge sproken. Maar het gevoel is er. Dank baarheid voor wat je voor die jongens hebt gedaan. Dan blijf je toch altijd die grote kleine man. Dank je wel*. Fadrhonc ontvangt een boekenbon van de voorzitter. 'Het woord grandi oos is hier op rijn plaats, meneer Fadrhonc". De bondscoach krabbelt handtekeningen neer. Bijna eindeloos. Eén van de jeugdleiders: 'Die cursus voor pupiilenleiders in Haarlem was saai. Deze man is geweldig. Je valt bij hem tenminste niet in slaap'. Fadr honc, later.' 'Wat die jongens in Las Palmas, Lissabon en Brazilië op straat doen, zie je hier helaas veel te wei nig. Die jongens imiteren daar ook. Een Nederlander is daar veel te nuch ter voor. Daarom moeten we ze het leren. Bij een club. Die grote, kleine mannen moeten, het doen. Later zou ik me best wat meer met de begelei ding en de ontwikkeling van het voet bal willen bezighouden. Maar eerst het Nederlands elftal. Eerst West- Duitsland halen' waan DE ONTDEKKINGSREIS VAN ATJE KEULEN Die roem, die belangstelling, die ver plichtingen die voortvloeiden uit die nieuw verworven status. Het verbijs terde haar. Een nooit vermoede we reld ging voor haar open. En Atje dook erin. Niet schielijk, maar uiterst behoedzaam. Onwennig. Af en toe griezelend en huiverig. Maar toch het begin van een ontdekkingsreis. De evolutie van Atje. de schuchtere, de bedeesde, begon. Als teenager had zij van haar moeder te horen gekregen dat zij maar beter geen gezinsverzorg ster kon worden. Daar was zij immers toch veel te verlegen voor. En nu was rij tot symbool geworden. Dne jaar later. Het Zweedse Strömsund, sfeerloos toernooiveld voor het dameskampioenschap 1 973. Atje Keulen-Deelstra aan de voora vond van haar (waarschijnlijke) derde wereldtitel. Tussen Strömsund en West-Allis ligt een hele oceaan. En niet alieen in geografisch opzicht. 'Oor Jelie en Atje, voor Boukje, Cees on Goos is het leven sedertdien voort durend veranderd. Verlegen Jelle en Atje waren de hoofdpersonen in één voortdurende Berend Boudewijn-kwis. Overstelpt met cadeau's. En terecht natuurlijk. Want Atje en Jelle, de kinderen en de ouders van Jelle, hebben er genoeg voor moeten doen. Atje heeft door de sport de kans gekregen verder te kijken dan Irnsum en Grouvv, meer te beleven dan het Pikmeer en Friesland. Het heeft haar leven meer inhoud gege- Ven. Zij heeft er ook commercieel een graantje van meegepikt, al durft zij daarin nog niet zover te gaan ais andere gevestigde sportvedetten.. Atje, jW jaar jong, sterker dan ooit tevoren, hoort in de verte de bel voor de laatste ronde luiden. De komende we ken wordt er beslist: 'terug naar de boerderij' of 'nog een jaartje op ont- dekkinggsreis'. Het woord is nu aan Jelle en BepjSe. 'Ik voel mij een beetje schuldig. Hei hele gezin draait om mijn schaatsen Het gaat niet alleen om die ruim twee wintermaanden dat je in trai ningskamp zit. In de zomermaanden ben je ook iedere avond weg. W'anl dat is de tijd dat je een goede basisconditie moet opbouwen. Boukje is nu 9 jaar, de jongens Cees en Goos 8 en 6. De kinderen worden groter. Ze hebben mij meer nodig dar» vroeger. Hoe meer de kinderen naar de 'pubertijd toegroeien, hoe meer aandacht je eraan moet besteden*. 'Schaatsen op het niveau, waarop ik het beoefen, kost enorm veel tijd. Als ik thuis ben, moet ik op de boerderij ook de handen uit de mouwen steken, dat is logisch. De avonduren kunnen dan de gezelligste van de dag zijn. Ook voor de kinderen. De dingen, die zij overdag hebben beleefd, worden dan verteld. Maar als ik bezig ben met trainen, missen zij een klank bord'. 'Na dit wereldkampioenschap moet er eens uitgebreid gesproken worden. Met de moeder van Jelie, die altijd het huishouden bereddert, maar ook met de vader van Jelle. Het is im mers zijn boerderij. Hij knapt een belangrijk deel van het werk op. De laatste tijd sukkelt hij wat met zijn knie. Dat zal wel opereren worden. Het is te hopen dat hij weer helemaal de oude wordt. Gebeurt dat niet clan krijgt Jelie het op de boerderij veel drukker en zai er van mij automa tisch ook meer worden geéist Als ik besluit om te stoppen, dan is het voor mijn gezin'. 'En dan is Jelie er elf ook nog. Het is echt n>et leuk voor hem om altijd alleen te zijn. Het is maar goed dat het niet andersom is. Ik geloof met dat ik dat /ou nomen. Jlc hoef alieen maar b.j mij/eif te raden te gaan. Als ik een slcriitc wedstrijd heb gereden, reageer ik dat af op mijn man en irum kinderen. Ik heb nu eenmaal een humeur om op te schieten, als ik verlies. Daar kan ik ontzettend slecht tegen. Vooral na de wedstrijd en de dag daarop. Daarna is het voorbij. Maar dat hoort erbij. Als je wilt v uncu. moet ie wel fel zijn" 'Mijn leven is de laatste jaren heel anders geworden. Je reist veel. En al zie je door je schaatsbeslommeringen lang niet alles, je legt toch enorm veel contacten. Je hebt omgang met andere mensen. Je leert veel nieuwe dingen. En dat alles samen maakt dat je verandert. Vroeger was ik verlegen. Nu beweeg ik mij heel gemakkelijk in allerlei kringen, waar ik zonder de schaatssport, nooit was gekomen'. 'In het verleden heb ik mij wel eens vaker bezorgd gemaakt om het gezin. Dankzij Jelle en de schoonouders kon ik steeds s chaatsen. Je krijgt dan langzamerhand een instelling van: je leeit maar één keer. Huisvrouw kun je nog lang genoeg zijn. Maar als ik straks stop, wil ik er ook als huis vrouw het beste van maken. Je hoeit dan niet meteen een sloofje te wor den. Ik wil er een fijn gezin van maken. Ais de kinderen groot zijn. moeten zij kunnen zeggen: ik heb het thuis Jeuk gehad. En ik ben ervan overtuigd dat ik het leven op de boerderij weer volledig aan zal kun nen.. Af cn toe zal ik er tussen tul Widen. Samen met Jede en de kinde ren. Een leuk re sje maken. Dat zal best lukken'. 'Wanneer ik eenmaal besluit te stop pen, zal het ook definitief zijn. Dan ga ik helemaal met meer trainen, ook met op club- of regionaal niveau. Ik ken mijzelf: als ik dat doe, wil ik weer winnen. En dan bestaat de kans dat je via regionale selectie toch weer in de kernploeg terecht komt. Neen, vanaf het moment dat ik stop, zal ik niet meer vaak op de ijsbanen ver schijnen. Ik zou het leuk vinden, wanneer een van de kinderen straks ook wat voor de schaatssport voelt Maar ik zal er niemand toe dwingen Als zij wat anders willen is het mij ook best'. 'Af en toe wordt mij wel eens een hint gegeven om na mijn carrièrre trainster te worden. Maar daar pieker ik niet over. Ik geloof op de eerste plaats niet dat ik daarvoor geschikt ben. En op de tweede plaats kost een dergelijke functie teveel t ïjd. Iedere training moet je voorbereiden, icdcre- keer moet je erbij zijn. Dat gaat gewoon mei. Ik weet het: Stien Baas- Kaïser is wel als zodanig actief. Maar Stien is er ook helemaal het type voor'. 'De kernpJoeg-zonder-Stien is heel an ders. Ik mie haar. Dat Lomt natuur lijk ook omdat Stien ik van dezelf de leeftijd zijn. *7ij trokken veel met elkaar op. Nu zit ik met meisjes, die heel andere ideëen hebben. Ik kan prima met ze overweg, maar ze zijn gewoon een stuk jonger. Voor mij was het voorgaande jaren leuker. Ik heb nu ook veel meer heimwee naar huis. Af en toe moet ik met Irnsum bellen, anders houd ik het niet meer. Als ik dan alles heb afgereageerd, gaat het wel weer', 'Thuis. Ja, daar is veel veranderd. Door en vooral dankzij het schaatsen. Als kampioene, ben je een aantrekke lijk reclame-medium. In het begin had ik dat nog niet zo door. Zo kon het gebeuren, dat er in 1970 een boek over mij werd geschreven door Piet Maaskant, waar ik financieel nauwe lijks iets beter van werd. Achteraf heb ik er wei spijt van, maar die Maaskant vertelde het zo mooi, dat Jeile en ik eigenlijk overdonderd wer den. Wij hadden het contract al gete kend, voordat wij goed en wel besef ten, wat de gevolgen waren. Dat boek eigenlijk alieen maar uit mijn plakboeken verzameld leverde ons 10 cent per verkocht exemplaar op. In een supermarkt waar het boek te koop werd aangeboden, hoorde ik dat het meisje dat de boeken verkocht één gulden per exemplaar kreeg en de winkelier nog eens 1.50. Dat vond ik schandalig. Later kregen wij 20 cent per boek. In totaal heb ik er niet meer dan 500,- voor gekregen. Maar dat zou mij nu met meer overkomen. Ik ben wei een beetje wijzer gewor den'. 'Al die financiële zaken regel ik zelf, samen met Jelle. Ik Iaat mij daarin niet adviseren, omdat ik vind dat een ander daar mets mee nodig heeft. Ik werk wel mee aan het openen van zaken tegen een financiële vergoeding, maar niet overdreven veel. De tegen partij mag altijd de prijs bepalen. Ik zeg dan wel of het genoeg is of niet. Maar ik sla nog heel wat af. Het afgelopen jaar ben ik zo'n stuk of tien keer in actie geweest bij openin gen van winkels. Ik had ook diverse keren startschoten bij evenementen gelost. Maar ik ben in dit opzicht nog geen Ard Schenk'. 'Risico's vermijd ik. Zoals Ard en Kees hebben gedaan: in advertenties bepaalde artikelen aanprijzen, dat durf ik niet Ik ben al heel wat keren gevraagd. Kort voor het begin van dit seizoen, heb ik nog een leuke aanbie ding afgeslagen. Ik durf het niet aan'. 'Dit seizoen ben ik wat minder eer zuchtig dan in het verleden. Vorig jaar heb ik alles beréikt, wat er te bereiken viel. Alleen Sapporo viel misschien wat tegen, omdat ik ap goud had gehoopt. Maar daarvoor heb ik mij gerevancheerd op het wereld kampioenschap. Nu ben ik veel meer ontspannen. Ik kijk er wat nuchterder tegenaan'. 'Het komt ook doordat het misschien het rustigste seizoen is sedert jaren'. Er zijn dit jaar helemaal geen strub belingen geweest rondom de dames kernploeg. Ik heb drie trainers gehad, die alle drie een belangrijk aandeel hebben geleverd in mijn prestaties. Klaas Visser was degene, die mij in de kernploeg heeft gebracht. Hij heeft de basis gelegd. Dit seizoen heb ik. het voor het eerst helemaal zonder Klaas gedaan. Ik Jheb een paar uitla tingen gedaan, "die hem niet aanston den. Daarna heb ik geen contact meer met hem gehad. Na Klaas kwam Kees Broekman. En hoewel iedereen zei, dat hij het niet goed deed, heb ik toch veel van hem geleerd. Ik, ben bij hem echt vooruitgegaan. Daarna is na die reeks rellen Gerard Maarse gekomen. Bij hem ben ik vooral in technisch opzicht vooruitgegaan. Je kunt van hem op aan. Als wij als kernploeg wat naar voren brengen, kun je ervan overtuigd zijn, dat hij het bespreekt met de bond. En een paar dagen later is de zaak voor elkaar". 'Het kan gek lopen in het leven. Als ik beter tegen mijn verlies had ge kund, was ik waarschijnlijk nooit zo'n schaatsenrijdster geworden. Ik was vroeger bij een atletiekdub. Daar was ik de beste met ver- en hoogspringen. Maar toen ik op I6-jarige leeftijd overging naar de senioren, kon ik niet meer winnen. Toen ben ik ermee gestopt. Want als ik niet kan winnen, vind ik er mets meer aan'.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 23