m
excuus
TrOTJW/KWARTET ZAT CRD \G 24 FEBRUARI 1973
SPORT T23/K23
door Gerrit den Ambtman
Bondscoach Frantisek Fadrhonc deelt handtekeningen uit aan de jeu gd op het KNVB-sporteentrum in Zeist.
in de bergen
voeten
karakter
door Joop Holthausen
STRÖMSUND Drie jaar geleden, om precies te zijn op 1 maart
1970, schaatste een 31-jarige boerin uit het Friese Irnsum in West-
Allis naar haar eerste wereldtitel. Atje Keulen-Deeistra, door afkomst
en door haar sociale status moeder van drie kinderen hevig
appellerend aan de gevoelens van het publiek, werd gepromoveerd
tot een symbool. Het ging allemaal wat aan haar voorbij. De echt
genote van Jelle, de moeder van Boukje, Cees en Goos, leefde in een
soort roes. Het leek allemaal zo onwerkelijk. Schaatsen dat ging nog.
Heel best zelfs. Maar dat wat er allemaal bij kwam, dat overdonderde
haar.
Alje Aetna "'tci cchUyw *.e Je'tle en con an haar kinderen voor het
v rwek npa. a'.-.OtT en ver land.
JEUGDLEIDERS
VRIENDEN
DE BONDSCOACH
HEEMSKERK Ais de toeristen
in de namiddag hun geroosterde
lichamen weer in beweging bren
gen werpen horden Spaanse jonge
tjes zich als aasgieren op het
strand van Las Palmas, Bedrijvig
heid verdringt dan loomheid. De
schoenen gaan uit, stapeltjes kle
ding heten plotseling doelpalen.
Tot laat in de avond wanen ai die
Kereltjes in het schijnsel van de
bonte boulevard zich Di Stefano's,
(iento's en Amaneio's. Ze imiteren
en improviseren. Het kustlint is
een kweekvijver geworden. Daar
wordt naar talent gevist en de
toekomst ontdekl. Leen wonder,
dat Union Dcportiva Las Palmas,
de plaatselijke profvereniging, zich
in de hoogste afdeling van de
Spaanse competitie zonder dure
aankopen kan handhaven. De ve
detten van straks dollen nu nog
dagelijks iangs de kust
Las Palmas vormt bepaald geen
uitzondering. Van het strand van.
Mozambique werd eens 'parel' Eu-
sebio da Silva Ferreira door wak
kere talentzoekers weggehaald. In
de sloppen van Lissabon noemen
alle straatvoetballertjes zich al ja
ren Eusebio. Naar het idool van de
Portugese topclub Bcnfica. Het fa
meuze strand van Copacabana bij
Rio de Janeiro is de meest gere
nommeerde speelplaats voor Brazi
liaans talent. Jongens met nog
geen kwartje op zak zetten op
dergelijke publieke plekken de eer
ste stappen naar een vorstelijk be
taalde carrière in de voetbalsport.
In Nederland zie je ze, vooral in de
grote steden, steeds minder: de
mannekes van het straatvoetbal.
Coen Mnuliju verzamelde zijn
prachtige techniek in Rotterdam;
Johan Cruijff in Amsterdam. Maar
wie nu diezelfde volkswijken op
zoekt, wordt alleen maar met de
toenemende macht van de auto ge
confronteerd. Er is geen ruimte
meer. Het ras van de straatvoetbal
lers sterft uit. Razendsnel.
Daarom hebben de voetbalclubs er
de laatste jaren een estra taak
bijgekregen. De opvang van jonge
talenten, van zo'n acht tot twaalf
jaar, is een van de belangrijkste
zorgen geworden. Daarvoor zijn vel
den, jeugdleiders eu scheidsrech
ters nodig. Pupillen bepalen de
toekomst Maar die knapen zijn
vvèl afhankelijk van de begeleiding
van volwassen en en. Van de anonie
me groep van jeugdleiders, die
zich uit clubliefde voor dat jongste
iegertje inzetten. Wat eens einde
loos op straat gebeurde, moet nu
op de grasvelden plaatsvinden.
Vandaar, dat Frantisek Fadrhonc
zieli al weken tevoren opvallend
druk maakt over een lezing, die
hij voor pupiilenleiders van de
afdeling Haarlem van de KNVB
moet houden. De bondscoach weet
hoe belangrijk de opvang en de
eerste begeleiding van de voetbal
lertjes is. Een causerie over dit
onderwerp is nieuw voor hem.
Fadrhonc ervaart dit als een uitda
ging. En lijkt die bewuste avond
dan ook de wedstrijd van zijn
leven te spelen.
Plaats van handeling: de kantine van
Ons Doel Is Nuttig (ODiN) m Heems
kerk. een dub. die uitkomt m de
eerste klasse t .ui de afdeling Haarlem.
Een barak-achtig houten gebouw, fris
geverfd, opgefleurd met kleurige slin-
|ers. De 25-jarige bruiloft kan zó
beginnen. Veertig, vullis pupiilenlei
ders maken de ruimte al snel tot een
sauna Zo heet. rokerig. Zware shag
en sigaren overheersen. Koffie twee
kwartjes, een glaasje pils zeventig
cent. De zaal is tot en met de laatste
plaats bezet. Jeugdleiders, in leeftijd
van zestien tot vijfenzestig plus, wor
den aandachtige luisteraars. Een man
nen-bijeenkomst. Cornells Ivlick
spreekt namens de organiserende com
missie een woord van welkom. 'Dames
en heren, goede wijn behoeft geen
krans. Meneer Facïhronc gaat uw
lang.'
Fadrhonc negeert, zoals verwacht, het
katheder en de zorgvuldig aangelegde
geluidsinstallatie. Hoe kan een brok
dynamiet zich nu op zo'n klem plaats
je handhaven? De Tsjechische Neder
lander heeft het door zijn echtgenote
gemaakte trainingspak aan, een blauw
shirt en sportschoenen. Vanaf zijn
komst in het langwerpige gebouw
heeft hij zeer geconcentreerd en met
de bril op de punt van de neus, een
aantal papieren bestudeerd. De voor
dracht blijkt voor hem een zéér ern
stige zaak. Is dan ook verstoord als
iemand hem wéér aanspreekt. Blijft
toch vriendelijk joviaal zelfs. Also!
hij de man al jaren kent. De aftrap
volgt. Fadrhoncs solo blijkt impone
rend. Zijn combinaties met de Neder
landse taal mislukken vaak. Hij moet
af en toe opnieuw ingooien, omdat htj
de draad volledig kwijt is. Lost dat met
een humorvolle opmerking makkelijk
op. Buldert bij vlagen als een kapi
tein m het leger. Eén zin laten fluis
tert hij weer bijna Het volgen van
zijn woorden is niet eenvoudig.
Zelfs de spelers van het Nederlands
elftal tonen daar nog steeds moeite
mee. Het betoog blijft desondaks boei
end. De bondscoach heerst; negentig
minuten lang.
Fadrhonc: 'Beste vrienden. Jullie zijn
de grote kleine man. Jeugdleiders zijn
steeds moeilijker te vinden. Maar jul
lie zijn verschrikkelijk belangrijk. Ik
ben onder de indruk van jullie werk.
Daarom zijn jullie beste vrienden'.
(De rechterhand gaat omhoog: 'Ik
ben vergeten excuus voor mijn gebro
ken taal. Hoe dat komt zal ik nu met
vertellen. Dat kost teveel tijd'.)
'Ik loop nooit met papieren in de
hand. Nu wel. Mijn droom is altijd
geweest de sport met een studie medi
cijnen te combineren. Dat is door
omstandigheden niet gelukt. Daarom
heb ik de problematiek op papier
gezet. Want, mijne heren, dit facet is
niet eenvoudig. De problematiek op
alle gebied is erg groot'.
"Hoe is het met onze kleine jongens?
Hun instelling is kwetsbaar. Tot 4, 5,
6 jaar groeien ze als bomen. Van tien
tot twaalf jaar is er een stagnatie. Ik
heb het uit alle boeken gehaald: tus
sen 10 en 12 jaar is de ideale leeftijd
om de juiste'basis voor een sportear-
rière te leggen. Tussen de dertien en
zestien groeien ze weer als paddestoe
len na de regen. Die tien tot twaalf-
jangen zijn in staat alles te doen. Ze
moeten alles kunnen namaken, de
moeilijkste bewegingen'.
Fadrhonc hennnertt aan het straat
voetbal, de taak van de club. 'Geef die
boeven kleine muurtjes, speel tuintjes.
Laat ze rommelen. Wij zetten vroeger
een leeg bierflesje op de lat van het
doel. Wie het er afschoot had een
kwartje verdiend. Op straat is daar
voor hter geen ruimte meer. Ver
plaats daarom het straatvoetbal naar
de club. Het is hygiënischer en beter
'De club krijgt daardoor echter brede
basisverplichtingen. Niet alleen een
egoïstische taak. Zet niet successen en
prestaties boven alles. Dat is onjuist
en kortzichtig. Ook de minder geta
lenteerde jongens heb ik nooit afge
stoten. Die heb ik voor andere zaken
ingeschakeld. Voetbal kan met be
staan met elf jongens, dte een bepaal
de kleur verdedigen. Mensen, die be
paalde talenten niet hadden zijn hoog
m de organisatie gekomen of rijn
journalist geworden' (?,red.)
Tien tot twaalf jaar een ideale leef
tijd. Fadrhonc zegt, dat hij zich tij
dens zijn vakantie 'in de bergen'
verbaasd heeft over de kleine jongens,
die zich zo gemakkelijk uit de moei
lijkste situaties op de ski's redden. 'Je
denkt, die kereltjes gaan drie keer
over de kop. Maar nee, ze herstellen'.
Vervolgt, fel: 'In Praag, toen ik daar
nog iets te zeggen had, heb ik alle
trainers verteld, dat voor kleine jon
gens niets genoeg is. Dat wil ik
herhalen. Alle technische dingen kun
nen ze op die leeftijd leren. De
jongen pakt de beste schijnbeweging,
het overstapje ,het balletje onder de
voet. terugtrekken. De jongen wordt
specialist. Het is typerend: hij kan
alles namaken. Het hart en de longen
komen tot de beste coördinatie. Daar
om kan zo'n boef al met volle inzet
trainen. Een buitengewone inspan
ning, maar daarnaast op tijd pauzes
inlassen. En dit heb ik in slecht
Nederlands opgeschreven, gehaald uit
de kennis van vakmensen: 'Men krijgt
te maken met een eigen wil als basis
van logische handelingen. Het gevoel
voor saamhorigheid en verantwoorde
lijkheid komt tot ontwikkeling'.
Gaat even terug naar de periode, dat
hij trainer was van Go Ahead in
Deventer. Daar is op zijn initiatief
een iengdiaternaat opgericht. 'Ik ben
met eigenwijs. De brede basis bij Go
Ahead is bij mij nooit afgeschreven.
Ik heb ailes echter in nauw overleg
met de ouders gedaan. Die jongens
zijn pas laat gekomen. Ik heb gewacht
tot na de pubheiteitsjaren' (komt niet
uit het woord puberteit, zegt" 'Het
spijt me verschrikkelijk'). 'Talent
moet in een gezond milieu komen, In
Deventer heb ik het voorbeeld gege
ven van hoe we m het Nederlandse
voetbal door moeten gaan'.
De bondscoach snelt naar het school
bord: 'Voor de jeugd van tien tot
twaalf jaar zijn negentig trainingen,
twee keer per week, met een duur
van negentig minuten en een aantal
wedstrijden van 35 het meest ideaal'.
'Mijne heren, dit is geen Fadrhonc.
Dit is literatuur'. Schrijft: 'Lichamelij
ke voorbereiding 25 procent, techniek
en taktiek 15 procent, voorbereidende
speelse virmen 25 procent en spel
vorm 35 procent'.
Fadrhonc vindt bij lichamelijke
voorbereiding de kracht van de wen
ding en het ontwikkelen van de snel
heid doorslaggevend. Hij noemt de
Westduitse verspringster Heide Ro-
sendahl als voorbeeld. 'Ze heeft alle
aandacht voor haar voeten. Bij een
afzet drukt daar zo'n 300 kilogram op.
En wat deed de oude Fadrhonc?
Juist, hij had altijd al de grootste
belangstelling voor de voeten. Ik heb
een looptraining van Kees Koppelaar
gezien. Prachtig en interessant, hoor.
Hij gaf het aan spelers van FC
Utrecht. Maar zoiets hoort bij de
basis, Hoe moet ik "Wim van Hanegem
leren lopen? Dat kan toch niet
meer? Wenden. In de bergen had ik
lol over wat voor onmogelijke dingen
de jongens op die planken deden'.
Over techniek en taktiek: 'Er is in de
voetballerij' veel veranderd. Voetbal is
nadrukkelijker techniek geworden.
Niets kan meer statisch. Alles gaat in
tempo, op volle snelheid. Klaar uit.
Voetbal is geen Weense wals meer:
stoppen, kijken, speten; stoppen, kij
ken, spelen. Iedere speler staat con
stant onder druk, heeft direct contact
met z'n tegenstander. Een kwestie van
balgevoel. Toen ik elf jaar was kreeg
ik van mijn trainer een grote kraag
om. Zo'n grote dat ik de bal niet
meer kon zien. Dan leer je pas een
bal aannemen en behandelen'.
Fadrhonc raast door. In een soort
trance. Loopt wild heen en weer.
Zijn zorgvuldig opgeschreven voorbe
reiding in de hand. Hij kijkt geen
seconde meer naar die aantekeningen.
Na vijf kwartier vraagt de voorzitter
schuchter: 'Meneer Fadrhonc, zullen
we even pauzeren? Fadrhonc; 'Ik
moet nu doorzetten. Nog even, dan ga
ik naar moeder'.
Hekelt vervolgens de mentale voorbe
reiding van de jeugd: 'Daaraan doen
we helemaal niets', Kijkt om, ziet op
het bord het woord 'spelkunst' staan.
Schrikt, mompelt: 'Neem me niet
kwalijk'. Herstelt zich moeiteloos:
'Zestig procent is spelen en spelen.
Zoals straatvoetbal, ja. DaaT is geen
ruimte meer voor. Dus moeten de
clubs zorgen voor materiaal. Voor
kleine doelen, voor ballen, voor schut
tingen. Dat materiaal moet je hebben.
Als het er niet is dan ga ik naar de
burgemeester toe. Kan me niets sche
len'.
Dan toch die mentale voorbereiding:
'Daaraan mankeert veel. Het valt me
op, dat talenten op handen worden
gedragen. Ook de kleinsten. Er ont
staat daardoor wrijving met de min
der goede. De jeugdleider moet die
weghalen. Op het KNVB-sportcentrum
in Zeist moest ik gisteren de prijzen
uitreiken na een spelregelwedstrijd
voor de jeugd. Nou, de winnaar heb
ik hard gepakt, hoor. Nummer twee
en drie juist gestimuleerd. Karakter
vorming. De invloed van huis-uit
wordt steeds minder. De sport kan
een grote bijdrage tot de karaktervor
ming geven'.
Fadrhonc pnjst tot slot nog eens het
werk en het enthousiasme van zijn
toehoordcrs-pupillenleiders. 'Ik vecht
ook heel mijn" ieven voor princi-iële
dingen. We komen, allemaal uit het
zelfde deeg. tVe zijn alleen anders
uitgebakken. Eén ding- voor mij be
tekent het veel als ik weer in aanra
king bom met mijn vroegere pupillen.
De oude voetballers van Enschede en
de jongens van de oude Deventer koek.
De warmte wordt misschien niet uitge
sproken. Maar het gevoel is er. Dank
baarheid voor wat je voor die jongens
hebt gedaan. Dan blijf je toch altijd
die grote kleine man. Dank je wel*.
Fadrhonc ontvangt een boekenbon
van de voorzitter. 'Het woord grandi
oos is hier op rijn plaats, meneer
Fadrhonc". De bondscoach krabbelt
handtekeningen neer. Bijna eindeloos.
Eén van de jeugdleiders: 'Die cursus
voor pupiilenleiders in Haarlem was
saai. Deze man is geweldig. Je valt bij
hem tenminste niet in slaap'. Fadr
honc, later.' 'Wat die jongens in Las
Palmas, Lissabon en Brazilië op straat
doen, zie je hier helaas veel te wei
nig. Die jongens imiteren daar ook.
Een Nederlander is daar veel te nuch
ter voor. Daarom moeten we ze het
leren. Bij een club. Die grote, kleine
mannen moeten, het doen. Later zou
ik me best wat meer met de begelei
ding en de ontwikkeling van het voet
bal willen bezighouden. Maar eerst
het Nederlands elftal. Eerst West-
Duitsland halen'
waan
DE ONTDEKKINGSREIS VAN ATJE KEULEN
Die roem, die belangstelling, die ver
plichtingen die voortvloeiden uit die
nieuw verworven status. Het verbijs
terde haar. Een nooit vermoede we
reld ging voor haar open. En Atje
dook erin. Niet schielijk, maar uiterst
behoedzaam. Onwennig. Af en toe
griezelend en huiverig. Maar toch het
begin van een ontdekkingsreis. De
evolutie van Atje. de schuchtere, de
bedeesde, begon. Als teenager had zij
van haar moeder te horen gekregen
dat zij maar beter geen gezinsverzorg
ster kon worden. Daar was zij immers
toch veel te verlegen voor. En nu was
rij tot symbool geworden.
Dne jaar later. Het Zweedse
Strömsund, sfeerloos toernooiveld
voor het dameskampioenschap 1 973.
Atje Keulen-Deelstra aan de voora
vond van haar (waarschijnlijke) derde
wereldtitel. Tussen Strömsund en
West-Allis ligt een hele oceaan. En
niet alieen in geografisch opzicht.
'Oor Jelie en Atje, voor Boukje, Cees
on Goos is het leven sedertdien voort
durend veranderd. Verlegen Jelle en
Atje waren de hoofdpersonen in één
voortdurende Berend Boudewijn-kwis.
Overstelpt met cadeau's. En terecht
natuurlijk. Want Atje en Jelle, de
kinderen en de ouders van Jelle,
hebben er genoeg voor moeten doen.
Atje heeft door de sport de
kans gekregen verder te kijken dan
Irnsum en Grouvv, meer te beleven
dan het Pikmeer en Friesland. Het
heeft haar leven meer inhoud gege-
Ven. Zij heeft er ook commercieel een
graantje van meegepikt, al durft zij
daarin nog niet zover te gaan ais
andere gevestigde sportvedetten.. Atje,
jW jaar jong, sterker dan ooit tevoren,
hoort in de verte de bel voor de
laatste ronde luiden. De komende we
ken wordt er beslist: 'terug naar de
boerderij' of 'nog een jaartje op ont-
dekkinggsreis'. Het woord is nu aan
Jelle en BepjSe.
'Ik voel mij een beetje schuldig. Hei
hele gezin draait om mijn schaatsen
Het gaat niet alleen om die ruim
twee wintermaanden dat je in trai
ningskamp zit. In de zomermaanden
ben je ook iedere avond weg. W'anl
dat is de tijd dat je een goede
basisconditie moet opbouwen. Boukje
is nu 9 jaar, de jongens Cees en
Goos 8 en 6. De kinderen worden
groter. Ze hebben mij meer nodig dar»
vroeger. Hoe meer de kinderen naar
de 'pubertijd toegroeien, hoe meer
aandacht je eraan moet besteden*.
'Schaatsen op het niveau, waarop ik
het beoefen, kost enorm veel tijd. Als
ik thuis ben, moet ik op de boerderij
ook de handen uit de mouwen steken,
dat is logisch. De avonduren kunnen
dan de gezelligste van de dag zijn.
Ook voor de kinderen. De dingen, die
zij overdag hebben beleefd, worden
dan verteld. Maar als ik bezig ben
met trainen, missen zij een klank
bord'.
'Na dit wereldkampioenschap moet er
eens uitgebreid gesproken worden.
Met de moeder van Jelie, die altijd
het huishouden bereddert, maar ook
met de vader van Jelle. Het is im
mers zijn boerderij. Hij knapt een
belangrijk deel van het werk op. De
laatste tijd sukkelt hij wat met zijn
knie. Dat zal wel opereren worden.
Het is te hopen dat hij weer helemaal
de oude wordt. Gebeurt dat niet clan
krijgt Jelie het op de boerderij veel
drukker en zai er van mij automa
tisch ook meer worden geéist Als ik
besluit om te stoppen, dan is het voor
mijn gezin'.
'En dan is Jelie er elf ook nog. Het
is echt n>et leuk voor hem om altijd
alleen te zijn. Het is maar goed dat
het niet andersom is. Ik geloof met
dat ik dat /ou nomen. Jlc hoef alieen
maar b.j mij/eif te raden te gaan. Als
ik een slcriitc wedstrijd heb gereden,
reageer ik dat af op mijn man en
irum kinderen. Ik heb nu eenmaal
een humeur om op te schieten, als ik
verlies. Daar kan ik ontzettend slecht
tegen. Vooral na de wedstrijd en de
dag daarop. Daarna is het voorbij.
Maar dat hoort erbij. Als je wilt
v uncu. moet ie wel fel zijn"
'Mijn leven is de laatste jaren heel
anders geworden. Je reist veel. En al
zie je door je schaatsbeslommeringen
lang niet alles, je legt toch enorm
veel contacten. Je hebt omgang met
andere mensen. Je leert veel nieuwe
dingen. En dat alles samen maakt dat
je verandert. Vroeger was ik verlegen.
Nu beweeg ik mij heel gemakkelijk in
allerlei kringen, waar ik zonder de
schaatssport, nooit was gekomen'.
'In het verleden heb ik mij wel eens
vaker bezorgd gemaakt om het gezin.
Dankzij Jelle en de schoonouders kon
ik steeds s chaatsen. Je krijgt dan
langzamerhand een instelling van: je
leeit maar één keer. Huisvrouw kun
je nog lang genoeg zijn. Maar als ik
straks stop, wil ik er ook als huis
vrouw het beste van maken. Je hoeit
dan niet meteen een sloofje te wor
den. Ik wil er een fijn gezin van
maken. Ais de kinderen groot zijn.
moeten zij kunnen zeggen: ik heb het
thuis Jeuk gehad. En ik ben ervan
overtuigd dat ik het leven op de
boerderij weer volledig aan zal kun
nen.. Af cn toe zal ik er tussen tul
Widen. Samen met Jede en de kinde
ren. Een leuk re sje maken. Dat zal
best lukken'.
'Wanneer ik eenmaal besluit te stop
pen, zal het ook definitief zijn. Dan
ga ik helemaal met meer trainen, ook
met op club- of regionaal niveau. Ik
ken mijzelf: als ik dat doe, wil ik
weer winnen. En dan bestaat de kans
dat je via regionale selectie toch weer
in de kernploeg terecht komt. Neen,
vanaf het moment dat ik stop, zal ik
niet meer vaak op de ijsbanen ver
schijnen. Ik zou het leuk vinden,
wanneer een van de kinderen straks
ook wat voor de schaatssport voelt
Maar ik zal er niemand toe dwingen
Als zij wat anders willen is het mij
ook best'.
'Af en toe wordt mij wel eens een
hint gegeven om na mijn carrièrre
trainster te worden. Maar daar pieker
ik niet over. Ik geloof op de eerste
plaats niet dat ik daarvoor geschikt
ben. En op de tweede plaats kost een
dergelijke functie teveel t ïjd. Iedere
training moet je voorbereiden, icdcre-
keer moet je erbij zijn. Dat gaat
gewoon mei. Ik weet het: Stien Baas-
Kaïser is wel als zodanig actief. Maar
Stien is er ook helemaal het type
voor'.
'De kernpJoeg-zonder-Stien is heel an
ders. Ik mie haar. Dat Lomt natuur
lijk ook omdat Stien ik van dezelf
de leeftijd zijn. *7ij trokken veel met
elkaar op. Nu zit ik met meisjes, die
heel andere ideëen hebben. Ik kan
prima met ze overweg, maar ze zijn
gewoon een stuk jonger. Voor mij
was het voorgaande jaren leuker. Ik
heb nu ook veel meer heimwee naar
huis. Af en toe moet ik met Irnsum
bellen, anders houd ik het niet meer.
Als ik dan alles heb afgereageerd,
gaat het wel weer',
'Thuis. Ja, daar is veel veranderd.
Door en vooral dankzij het schaatsen.
Als kampioene, ben je een aantrekke
lijk reclame-medium. In het begin
had ik dat nog niet zo door. Zo kon
het gebeuren, dat er in 1970 een boek
over mij werd geschreven door Piet
Maaskant, waar ik financieel nauwe
lijks iets beter van werd. Achteraf
heb ik er wei spijt van, maar die
Maaskant vertelde het zo mooi, dat
Jeile en ik eigenlijk overdonderd wer
den. Wij hadden het contract al gete
kend, voordat wij goed en wel besef
ten, wat de gevolgen waren. Dat boek
eigenlijk alieen maar uit mijn
plakboeken verzameld leverde ons
10 cent per verkocht exemplaar op. In
een supermarkt waar het boek te
koop werd aangeboden, hoorde ik dat
het meisje dat de boeken verkocht
één gulden per exemplaar kreeg en de
winkelier nog eens 1.50. Dat vond
ik schandalig. Later kregen wij 20
cent per boek. In totaal heb ik er niet
meer dan 500,- voor gekregen. Maar
dat zou mij nu met meer overkomen.
Ik ben wei een beetje wijzer gewor
den'.
'Al die financiële zaken regel ik zelf,
samen met Jelle. Ik Iaat mij daarin
niet adviseren, omdat ik vind dat een
ander daar mets mee nodig heeft. Ik
werk wel mee aan het openen van
zaken tegen een financiële vergoeding,
maar niet overdreven veel. De tegen
partij mag altijd de prijs bepalen. Ik
zeg dan wel of het genoeg is of niet.
Maar ik sla nog heel wat af. Het
afgelopen jaar ben ik zo'n stuk of
tien keer in actie geweest bij openin
gen van winkels. Ik had ook diverse
keren startschoten bij evenementen
gelost. Maar ik ben in dit opzicht nog
geen Ard Schenk'.
'Risico's vermijd ik. Zoals Ard en
Kees hebben gedaan: in advertenties
bepaalde artikelen aanprijzen, dat
durf ik niet Ik ben al heel wat keren
gevraagd. Kort voor het begin van dit
seizoen, heb ik nog een leuke aanbie
ding afgeslagen. Ik durf het niet aan'.
'Dit seizoen ben ik wat minder eer
zuchtig dan in het verleden. Vorig
jaar heb ik alles beréikt, wat er te
bereiken viel. Alleen Sapporo viel
misschien wat tegen, omdat ik ap
goud had gehoopt. Maar daarvoor heb
ik mij gerevancheerd op het wereld
kampioenschap. Nu ben ik veel meer
ontspannen. Ik kijk er wat nuchterder
tegenaan'.
'Het komt ook doordat het misschien
het rustigste seizoen is sedert jaren'.
Er zijn dit jaar helemaal geen strub
belingen geweest rondom de dames
kernploeg. Ik heb drie trainers gehad,
die alle drie een belangrijk aandeel
hebben geleverd in mijn prestaties.
Klaas Visser was degene, die mij in
de kernploeg heeft gebracht. Hij heeft
de basis gelegd. Dit seizoen heb ik.
het voor het eerst helemaal zonder
Klaas gedaan. Ik Jheb een paar uitla
tingen gedaan, "die hem niet aanston
den. Daarna heb ik geen contact meer
met hem gehad. Na Klaas kwam Kees
Broekman. En hoewel iedereen zei,
dat hij het niet goed deed, heb ik
toch veel van hem geleerd. Ik, ben bij
hem echt vooruitgegaan. Daarna is
na die reeks rellen Gerard Maarse
gekomen. Bij hem ben ik vooral in
technisch opzicht vooruitgegaan. Je
kunt van hem op aan. Als wij als
kernploeg wat naar voren brengen,
kun je ervan overtuigd zijn, dat hij
het bespreekt met de bond. En een
paar dagen later is de zaak voor
elkaar".
'Het kan gek lopen in het leven. Als
ik beter tegen mijn verlies had ge
kund, was ik waarschijnlijk nooit zo'n
schaatsenrijdster geworden. Ik was
vroeger bij een atletiekdub. Daar was
ik de beste met ver- en hoogspringen.
Maar toen ik op I6-jarige leeftijd
overging naar de senioren, kon ik
niet meer winnen. Toen ben ik ermee
gestopt. Want als ik niet kan winnen,
vind ik er mets meer aan'.