L Wim, heb je nog blaadjes.... X r fieroepiiigs- werk r1oo" A. J. Klei Bezetting wereldraad- kantoor opgeheven J TROUW/KWARTET Z.-ITERDAG 24 FEBRUARI 1973 KERK T2/K2 Ds. M. van den Bosch te Goes was de voorzitter van de commissie uit de hervormde synode, die de 'Overwegingen over het belijden, leven en werken van de Nederlandse Hervormde Kerk' ontwierp. In bijgaand artikel leidt hij dit stuk in. De 'Overwegingen' zijn ten dienste van bespreking in kerkeraden en kringen te bestellen door één gulden per exemplaar te storten op girorekening 50292 van de quaestor-generaal van de hervormde kerk (met vermelding: Overwegingen). Tussen de steil-verticaal oprijzen de toren van Kloetinge en het kerkgebouw van mijn Goese wijk- gemeente, dat meer horizontale 'aspiraties heeft, staat een oude watertoren. Van de provinciale weg af, die zich door Goes slin gert, is dit witte reservoir op ijle, .stalen poten duidelijk te zien. Breedgemeten woon ik daar on der. Piekerend over de impasse, waarin ook de hervormde kerk door de alom toegenomen polari satie verkeert, wordt mijn blik ongemerkt omhoog getrokken naar dat witte gevaarte boven mij. Opeens besef ik waarom. Ik word immers gekweld door de contro verse, die rondom het Getuigenis ontstaan is tussen de meer verti caal en de sterker horizontaal in gestelde gelovigen in de kerk. Die blikvanger van een watertoren stelt mij evenwel voor ogen hoe verticale pressie en horizontale inzet met een vruchtbaar effect verzoend kunnen worden. Discussiestuk Juist uitgangspunt M eöeger oepenen Waar het om gaat De man, die zich versprak. Sommige mannen zijn net als sigaren. Je moet ze niet uit laten gaan? - De parabel va\i de watertoren l i 'li -sLrra De watertoren met zijn oude vormen Is een reservoir, waarin het voor de mensen onontbeerlijke water zuiver wordt bewaard op zo'n hoogte, dat het onder de nodige druk door de leidin gen naar de huizen gestuwd kan wor den. Dit alles heeft slechts zin wan neer tegelijk op dat wooavlak. een breed net van buizen wordt onderhou den en uitgebreid in de richting van nieuw-ontgonaen gebieden. Het sa menspel tussen de afdeling 'productie en onderhoud' en de werkgroep 'dis tributie en nieuwe werken' in het waterleidingbedrijf is zelfs zo zeer op eikaar afgestemd dat er geen nieuwe leidingen worden gelegd of er moet een aan de eisen voidoend reservoir voor aanwezig zijn. Omgekeerd wordt er geen water uit een toren naar een woondisfrikt gezonden zonder dat de juiste druk daarvoor is uitgekiend. Minder dan twee meter waterkolom- druk is altijd te laag. Bij meer dan tien meter worden de mensen bij het openen van hun kraan weggespoten. Voor ik het weet is de watertoren en de bedrijvigheid daaromheen voor mij een parabel geworden van een zinvol kerkelijk leven anno 1973. Een gelij kenis, die voor zichzelf spreekt Het is de apostolische roeping van de chris tenen ten dienste te staan van het Water des Levens, dat klaterend en verfrissend de mensen in de wereld wit bereiken im hen en hun omge ving te vernieuwen. Het moet tegen die achtergrond schuldige dwaasheid genoemd worden, dat zij, die in de kerk de zuiverheid en hoge herkomst van dat Water des Levens willen behoe den en anderen, die allereerst bezorgd zijn om de horizontale doorwerking daarvan, door gebrek aan begrip tegen over elkaar komen te staan. De wa tertoren verrijst voor ons als een waarschuwend signaal! Stel u de volgende extreme situatie voor. In een waterleidingbedrijf ko men werklieden voor, die doordra vend in een zelfgekozen schema bui zen leggen zonder attent te zijn. op een degelijke aansluiting op het wa terreservoir en op de juiste druk. Uit reaktie gaan personeelsleden van de andere afdeling zo sterk de vertikale lijn benadrukken, dat zij omwille van de zuiverheid het waterreservoir drei gen af te sluiten van de woonwereld en de hoogtedruk te ver opvoeren. Wanneei dat bedrijf toch al In span ning verkeert over de vraag of het de wereld daarbuiten vel op de geëigen de wijze van voldoende water kan voorzien, dreigt er door de voorko mende extremiteiten een paniek te ontstaan, die hele afdelingen via een heilloze polarisatie teger elkaar in het harnas jaagt. Een goede directie zal in zo'n situatie niet volstaan met een officiële verklaring, waarin uit eengezet wordt hoe vertikale zorg en horizontale arbeid op elkaar aangewe zen zijn. Zeker zo belangrijk is dan dat de betreffende afdelingen aan de hand var: een verhelderende nota samen rond de tafel komen te zitten en elkaar vinden omwille van de water voorziening en de mensen, die daar van leven moeten. Zo juist is van de kant van de synode der hervormde kerk een discussie-stuk verschenen naar aanleiding van het Getuigenis. Het draagt de titel: 'Over wegingen over het belijden, even en werken van de Nederlandse Hervorm de Kerk'. Dit geschrift wil dezelfde funküe ver vullen als de bovengenoemde directie nota voor het gesprek van de rich tingen binnen het waterleidingbedrijf. De synode zag in haar november- vergaderïng af van het zenden van een officiële verklarende en bemoedi gende boodschap aan de gemeenten, maar koos bewust voor het aanbieden van een discussie-nota. Ik geloof dat daarmee een belangrijke kans gegre pen werd. Op zijn minst is daarmee de schijn van een kerkelijk triomfalis me er van een autoritair synodaal eenrichtingsverkeer vermeden. De nu verschenen Overwegingen zijn een uitnodiging aan aile ambtsdragers en gemeenteleden deze kans uit te buiten. Sinds de hoogeerwaarde da mes en heren, die leiding behoren te geven, zo duidelijk hebben laten blij ken hoe moeilijk zij de polarisatie officieel kunnen bezweren en hoe wei nig zij in deze van boven af willen opleggen, is het zaak dat de kerk zelf over ile hele linie loskomt. Stelde dr. O. Noordmans niet voor dat de hele kerk met behoud van haar presbyteri- aal-synodale struktuur in conferentie zou gaan? Omwille van het Water des Levens en de wereld, die daarvan leven moet, is een nieuw kerkelijk gesprek in gemeente, classis, provin cie en land vandaag onontbeerlijk. Als nu het grondvlak eens loskwam als bij de algemene kerkvergadering...! Uiteraard kan men betwijfelen of de discussie-nota die de hervormde syno de nu als Overwegingen ter beschik king stelt, een juist uitgaugspunt en goed geleide voor een gesprek tussen voor- en tegenstanders van het Getui genis biedt. Vooral de onverdeelde bewonderaars van dat laatste hebben al laten weten dat zij in het synodale stuk weinig hoopgevends kunnen ont dekken. Graag breek ik als gewezen voorzitter van de commissie, die het geschrift ontwierp toch juist tegeno ver hen een lans voor de Overwegin gen. De teleurstelling, die zowel in het Hervormd Weekblad als in De Waar heidsvriend met betrekking tot het synodale stuk geuit werd, komt voort uit het feit, das men er zo weinig van de zeven geloofspunten van het Getui genis in terugvindt. Ik rnaak er even wei opmerkzaam op dat de synode bij haar besluit van november 1971 haar erkentelijkheid voor het geschrift van prof. dr. G. C. van Niftnk c.a. aller eerst toonde door de hoop uit te spreken dat het Getuigenis zelf in brede kringen gelezen zou worden. Zeker nadat ds. M. Groenen berg in de synode van februari 1972 nog eens beklemtoond had dat het Getuigenis niet bekommentarieerd hoefde te worden, omdat het zelfstan dig zijn werk al had gedaan, bleef onze commissie weinig over dan een concentratie op het haar voorgelegde hoofdprobleem van de verhouding van kerkelijk belijden en christelijk even in de maatschappij. Ik wil er dus in goed vertrouwen op begrip vanuit gaan, dat het Getuigenis eigen standig nee blijft spreken in de dis cussie, die de synodale nota wenst te dienen. Mijns inziens heeft het nu door de synode aangeboden stuk vanuit hef Evangelie grondig gelijk waaneer het vertikaal-verontrusten en horizon taal-geïnteresseerden oproept het vriend-vijand-model van de polarisatie in te ruilen voor een visie, waarbij we samen naar Gods Woord luisteren en in de andere gelovige de medege- roepene zien. Wat in het tweede hoofdstuk van de Overwegingen over het belijden van de kerk gezegd wordt is niet minder straf dan de taal, die in het Getuige nis wordt gebruikt Ik meed wel dat de toon priesterlijker is en de vorm geconcentreerde Maar de ^tfwijzing van alle menselijke autonomie in de theologie en van alle vereenzelviging van Gods openbaring in Christus met de bestaande orde of omverwerping daarvan is vierkant en klaar. De lof zang op Gods initiatieven en de eis ons daartoe persoonlijk te bekeren klinkt duidelijk door voor wie lezen kan. Toegegeven moet worden dat de vertikale lijn in het synodaal ge schrift niet lie allesbeheersende in druk maakt als in het protest van Van Ni ft rik c.s. Maar werd daarin dan ook de dogmatiek niet scheef getrokken om voo één hartekreet aandacht te vragen? Laat er gespro ken worden over de vraag dc Overwegingen niet een evenwichtige: en meer verantwoord kader voor het belijden bieden, wat ik geloof? Het derde hoofdstuk, dat theologisch steunt op de in het slotkapittel gege ven uitleg van psalm 12, stelt de verantwoordelijkheid van de christen in de wereld aan de orde. Onomwon den wordt gesteld, wat velen in de praktijk ervaren: dat we n.l. leven in een godloze cultuur, waar voor bijbel se gerechtigheid en evangelisch offer geen ruimte is. Omdat Gods genade voor zondaren een nieuwe weg open legt, wordt de gelovige een navolging van Christus toegeschreven, die ooit de vormen van onze samenleving doet kraken. Waar alles in het aangeboden discus sie-stuk om draait, is of we niet samen met onze vertikale of horizon tale interesse geroepen zijn de boze macht van daadloze woorden en woordloze daden te overwinnen. Er valt te discussiëren over de vraag welk gevaar van de twee in onze situa tie groter is en welke extremiteit het meest bestreden moet worden. Daar om mogen er ook modaliteiten zijn, lie hun eigen accentuering in het belijden leggen. Beslissend zal wezen of we met onze verschillende 'afdelingen' zozeer ge meente van de vleesgeworden en ver rezen Here Jezus zijn. lat we eikaars lasten dragen en dus eikaars bewogen heden overnemen. Dan zal hij, die zich vooral horizontaal-maatschappe lijk inzet, volledig openstaan, voor de noodzaak aangesloten te zijn op de stuwende Bron, die nabij is. Evenzeer zal de ander, die vertikaal-theologisch gericht staat op die Bron, zich veront rust gaan bezighouden mei de hori zontale doorstroming van het Water les Levens en met de maatschappelij ke vernieuwing van Gods mensenwe reld. Professor van Itterzon en de heer Wijkstra, dommee Buskes en profes sor Jonker zouden elkaar en ons in de hitte van het debat een beker koud water reiken wanneer zij dit samen realiseren. De polarisatie in ons midden kan I wijken. Een eenvoudige watertoren tussen twee Zeeuwse kerken herinnert daaraan! DE VREEMDELING Het verhaal van Isaak bij de Filistij nen is één van de weinige verhalen waarin Isaak de hoofdrol speelt, eerder merkten wij op hot deze aarts vader tussen zijn vader Abraham en zijn zoon Jakob een beetje in aV schaduw staat Dat komt zelfs hier duidelijk uit. Tot acht keer toe valt de naam Abraham. Er is hongersnood en dat noopt Isaak tot emigratie. Waarheen? Niet naar Egypte, laat God hem weten. Hij moet maar in Oerar een plek zien te vinden. Ook dat herinnert met de naam van de koning, Abimeleh, aan Abraham. Go?: belooft IsaSk zijn hulp en de zegen van zijn vader Abraham. En heiema. overhuift diens naam het bestaan van Isaak, als God zegt dat Hij die zegen zal geven, 'omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft'. De gezegende vreemdeling in Gerar (ook van ae stam Ger=vreemdeling). Intussen heeft dat 'omdat' wel eens vragen doen ijzen. Is Abrahams trouw aan der God de bewerkende oorzaak voor de zegen van zijn zoon? Zo sterk zal het niet gezegd kunnen worden. De zegen over Isaëk was, om zo te zeggen al in die van Abraham ingebouwd. Het zat er in. -Waarom dan toch die vermel ding van Abrahams trouw en gehoor zaamheid? Hef enige antwoord kan zijn, dat de onderwijzing ons hier wil leren dat God een God is die 'in de lijn der geslachten' werkt Zo zouden we het vroeger zeer beslist gezegd hebben en het geeft ook precies weer wat de bedoeling is. Het geldt hier een verbond 'met uw nageslacht' Daar zit een stuk troost in. Hij is niet veranderd. Goed, dit mag die speciale aartsvaderlijke zegen zijn, maar Hij is dezelfde. Ook voor vaders en loeders met hun kinderen van vandaag. Dat ligt -andaag wat moeilij. ker De werkelijkheid die wij zien is vaak anders en voor sommigen ver drietig. Soms zien we onze kinderen als vreemdelingen in een vreemd land en under beschermd en veilig dan Isahk in Gerar. Maar toch zal er niets anders op zitten, dan dat we aan dit gegeven vast houden. Hij is zo'n God. Misschien wacht Hij tot wij tot Hem Somen, om zo te zeggen, met onze hand op dit woord En misschien dat er dan nog wat bij gezegd moet worden. Dat weten ouders zelf dan wel. (Genesis 26, 1-6). 7 M Zü: Ik zal ook van die lippen-pommade koopen. KUty altijd cebruikt tlö <vc>sü,ooTd): ik zoa bet maar niet doert. Het smaakt afschuwelijk! (Inmixm CeUine'i Het iyceum dat ik bezocht, had geen speciaal lokaal voor de overblijvers en wij, de jongetjes van buiten, moesten tussen de middag elders in het deftige dorp onderdak vinden. Het werd gewoonte dat we ons brood opaten in de restauratie van het tramstation. Het was er warm en droog, je kreeg voor een habbekrats een glas melkchoeoia èn.je had er 'blaadjes'. De man die bediende heette Wirr Hij was een magere vent met altijd een pet op en met een merkwaardig rode gelaatskleur, iets wat je eerder bij een dik iemand zou verwachten. Ais Wim onze vertering had gebracht, vroegen wij steevast: Wim, heb je nog blaadjes...? Wim knikte dan van ja hij zei nooit veel en legde een stapeltje weinig zwaartillende lectuur bij ons neer: De Lach, 't Amusantje en Piccolo. Dat waren wel de voornaamste der door ons begeerde blaadjes. Van de beide laatste weet ik weinig meer, ik ben zelfs niet eens zekér of de namen goed zijn, maar De Lach was onze favoriet. Over De Lach deed je het langst Vóór je het van thuis meegebrachte pakje brood openmaakte, bladerde je het hele blad door om de loslopende mopjes te bekijken en te lezen, dan nam je de dubbele pagina Laehfilmpjes voor je (een zéé van grappen en tekeningen), een vervolgens graaide je een boterham uit je trommeltje. en tenslotte kon je ongehinderd (want je hoefde met meer omslaan) beginnen aan de gecombineerde consumptie van stoffelijk en geestelijk voedsel Zo beeft De Lach een paar jaar lang eeu integrerend bestanddeel van mijn leven uitgemaakt. Er was niemand in de buurt om ons te vertellen dat onze zinnen wel eens geprikkeld zouden kunnen worden door het weliswaar nog weinige, maar toch wel schalkse bloot (zes meisjes, op de blote rug gekiekt, gestoken in bakkersmuts en lange witte broek, kijken ons verleidelijk aan en het onderschrift jubelt: "t Is voor den bakker!'). Ook kwam geen mens ans vertellen dat wij waarempel toch wel konden weten dat er andere uitingen van esprit te koop waren dan dijenkletsers als: 'Och dokter, ik had graag dat mijn man van 't jaar met me naar Italië reist. Welke ziekte kunt u me aanraden?' We lazen de blaadjes die Wim naast onze dubbele boterhammen met kaas neervleide volstrekt onbevangen. Tussen de middag vonden we de lol van De Lach niet laagstaand en op school vonden we de avonturen van Odysseus niet hoogstaand. We beleden op z'n best met de mond dat onze blaadjes na een week in de ulIemand verdwenen en dat Homerus de eeuwen verduurde Maar. zoals gezegd, geen sterveling vroeg ons om een getuigenis. Daarna is De Lach uit mijn leven verdwenen. De kapper die tk had (hij heeft in deze langharige tijd zijn winkel moeten sluiten, helaas), wou 'die rommel' niet en zette zijn clientèle uitsluitend Ons Amsterdam en De Groene voor. Uit wat ik in de krant las begreep ik dat De Lach de bakkermutsen en zo wegliet, gans blote meisjes in een wei neerlegde en daarna op een divan (dus zonder beschermende grassprieten), maar tenslotte toch de strijd tegen de sexbiaden moest opgeven. Dank zij uitgeverij Ska ra bes in Laren (N.H.) kan ik nu toch nog afscheid nemen van De Lach, want in de Skarabee Facsimile-reeks kwam uit: 'De Lach Een fascinerende selectie uit de jaargangen 1924-1872', samengesteld door Leonard de Vries (na de inleiding van Ad van den Ouden, oud-hoofdredacteur van De Lach krijg je ruim 159 pagina's uit vele jaargangen van dit 'blaadje'; prijs 19,90). Het kan inmiddels duidelijk zijn dat bij het doorbladeren van dit boek mijn gedachten zich vermenigvuldigden: Wim, heb je nog blaadjes...? Wat ik niet wist is dat De Lach als ordentelijk familieblad begonnen is. compleet met rubrieken 'Voor onze kleuters' en 'Voor moeder de vrouw'. Vooral van de laatste werd veel werk gemaakt, getuige het tnsehouwe lijk onderricht in schaafde vormen' en ik heb zorgvuldig waargenomen 'Hoe een dame een zakdoek moet oppakken en hoe ze hetniet moet doen". Maar ja, dit is een schrale troost voor dagenen die betreuren dat de ontwikkeling ertoe geleid heeft dat je in 1924 met 'Die ondeugende verpleegstertjes' (die met een 'page- kopje' en Mies aan 'heel wat beroering' vrekten) levensvatbaar bent en in 1972 met een naakte Teresa voor de boekenkast ter ziele gaat. Om deze rubriek vandaag nog wat degelijkers mee te geven, meld ik dat het or,lang geplaatste verhaal over 'Bolland, Wisse en de nadere reformatie" me een paar aardige brieven opleverde, waarin lezers verhaalden van hun ontmoetingen met professor Wisse. Iemand bracht als jongeman zijn attestatie bij Wisse (toen nog dominee). 'Je moet altijd vroeg in de kerk komen', sprak Wisse zijn nieuw gemeentelid ernstig toe, 'want 't is bij mij altijd erg vol!' Prof. dr. P. Hendrix stuurde mij zijn 'Dc visie van Bolland op de godsdienst' toe. de rede die hij in Leiden uitsprak bij de Bollandherdenking op 14 februari 972 (uitg. Universitaire Pers, Leiden). Prof. Hendrix verwerkt in zijn betoog ook persoonlijke herinneringen. Hij ging als student wel eens me! Bolland mee naar Wisse. Prof. Hendnx: Eens greep hij mij midden op de Breestraat, toen wij bij dominee Wisse in een zware preek waren geweest, bij de jas en zei mij: 'Die man beseft zelf niet, wat voor diepzinnigheden hij zegt. Zeg jij mij nu eens, jongen: waar zijn wij geweest? Zijn wij in het Licht geweest, in de leerzaal der Zuivere Rede? (en ik: neen professor). In de duisternis; was het onzin, wat die man zei? (en ik weer: neen professor). Maar waar dan? Zeg het maar, jongen: wij zijn geweest. en ik moest antwoorden: in de schemering. Dat was de sfeer van de godsdienst: de schemering, het sprookje van dc Waarheid. Vandaar ook de spreuk uit de Leerzaal der Zuivere Rede: de ware preek voor vrome gelovigen komt van wijze ongelovigen.' ben Hl}: Je oogert strelen als dkmaatten. Zjj: Ca door, vertel me nog afit meer van diamanten. Natuurlijk, Jen, kom tk graag luisteren nper Je voordrecht over de relativiteitstheorie! NED. HEKV. KERK Aangenomen: naar Genemuiden A. v. d. Vlist te Giessendam. Bedankt: voor Woudenberg (toez.) J. C. Schuurman te Putten, voor Hoeve laken en voor Lunteren C. v. d. Berg te Katwijk aan Zee. Beroepbaar en toegelaten tot de evang. bediening: S. Boonzaaij'er Jut- phaseweg 173 Utrecht, A. C. Kortleve, Oosteinde 52 Oud-Alblas (niet- be- roepb.) ,C. van Dorp kand. Eamstr 11 Utrecht Afscheid: van Ammerstol W. v. d. Ven wegens em., van Hendrik ido Ambacht M. H. G eertsema ber, te Hazerswoude, van Balk C. G. Wiegers ber. te Geldermalsen, van Katwijk a.d. Rijn A. Makkenze ber. te Joure, van Middelharnis H. D. Hoogstraten be noemd tot cursus- en vormingsleider Oud Poelgeest te Oegstgeesi., van Brunssui D. J. Monshouwer ber. te Haarlem-Schoten. Intrede: te Lerriéle P. J. MacKaaij, voorheen secr. Baad voor de zending Overleden: J. J. van der Krift (55) te Ermeio was predikant te Renswoude, Katwijk aan Zee, Ermeio en Veenen- daal, S. W. Kok (45) te Deventer (em. pred, van St. Laurens). GEREF. KERK Afscheid: van Joure H. J. Lambers Heerspink weg. em., van Ooster-Nij- kerk A. Wildschut ber. te Haarlem- Nrd. Intrede: te Oostermeer kartd. C. Terp stra te Emmeloord. GEREF, KERKEN (VKIJGEM.) Intrede: te Hasselt kand. L. J. Joosse te Hattem. CHR GEREF, KERKEN Intrede: op 2 maart te Nieuwe Pekela drs. R, Hol kand. te Apeldoorn. GEREF. GEMEENTEN Beroepen: te Oudemirdum L. Block te Beekbergen, te Oostkapelle P. Hon- koop te Kampen. Bedankt: voor Spijkenisse F. Harinck te Den Ïaag-Z., voor Lethbridge (Ca nada) Ch. v. d. Poel te Yerseke. GEREF. GEM. IN NED. Bedankt: voor Chilliwaek A. Wink te Veenendaai. NEW YORK (Reuter) Een groep van 18 leden van de militante Joodse Defensieliga heeft donderdagavond na een bezetting van 72 uur het gebouw van de wereldraad van kerken in New York verlaten. Zij deed dit toen de wereldraad zich bereid had verklaard te praten over de eisen betreffende de Joden in de Sowjet-Ume, Irak en Syrië. De 18 bezetters hadden onder meer een schenking geëist van 625.000 dol lar voor een aantal Joodse 'bevrij- dingsgroepenngen', die Joden in de drie genoemde landen willen heipen naar Israël te komen. De Wereldraad liet hen weten dat overwogen zou worden 25.000 dollar beschikbaar te stellen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 2