Europese kunst uit Amerika
is nu in Mederland te zien
W8&
TROUW/KWARTET ZATERDAG 21 APRIL 1973
KUNST T19/K19
'Ik wil zo schrijven dat je
ervan walgt of droomt'.
Met deze woorden prijst
Hugo Raes zijn nieuwste
roman, 'Het smaran', aan
in de advertenties van De
Bezige Bij. Mu, hij is daar
ook dit keer weer goed in
geslaagd.
door T. van Deel
P. Klee: Dame alleen, 1940. Penseel
en inkt.
A. Modigliani: Charles Guérin, 1919,
Potlood.
door Jac Lelsz
PktfcSP!
t11,1 v
I'S-JA
H. Matisse: Dahlia's en granaatappels, 1947. Penseel en inkt.
WereHhiliandkr «lek
van Hugo Raes
'Het ssnarén' bestaat uit een grote
hoeveelheid kleine hoofdstukjes. Dat
procédé we kennen het al van bv.
Raes' geruchtmakende •oman uit
1966 'Een faun met kille horentjes"
is bij uitstek geschikt om een
kaleidoscoop van indrukken te
bieden. Er kan gemakkelijk
omgesprongen worden met tijd en
plaats. Raes vult die hoofdstukjes
dan ook afwisselend met
overdenkingen van zijn hoofdfiguur,
de historicus-auteur Valentijn Snell,
met verhalen van Snell, met
gebeurtenissen uit (ver) verleden en
toekomst, verteld door een getuige.
Centraal staat de figuur van de
historicus-auteur Snell. Hij wordt
ook verondersteld deze roman te
schrijven. Zijn bedoeling is, door
middel van een vloed van
historische gegevens, bewerkt tot
een getuige-verhaal, de mensen te
laten zien dat dood en verderf de
wereldgeschiedenis beheersen. In
feite breidt Snell zijn eigen
verleden uit tot dat van de
mensheid, en zijn eigen toekomst
tot die van ons allemaal. Hij staat
op een punt in de tijd en probeert
op dat punt alle verleden en
toekomstige tijden samen te
brengen. Hij kan dat alleen maar
doen als hij een noemer heeft
waaronder hij de tijden brengen
kan. Snell nu meent uit de hele
geschiedenis vooral te mogen
opmaken dat mensen in extreme
situaties elkaar naar het leven staan.
De historie-gebeurtenissen die hij
present stelt, betreffen dan ook
vrijwel zonder uitzondering kwesties
van leven of dood: executies,
massamoorden, oorlogen, zeerampen
en dergelijke. De mens wordt erin
getoond als beest
Deze passages uit de roman zijn
inderdaad gruwelijk. Snell geeft
blijk van een inlevend verwerken
van voorvallen uit het verleden.
Zijn historieverhalen wijken in een
belangrijk opzicht af van die uit b.v.
een levendig geschiedenisboek. Bij
hem is sprake van verbeeldingswerk.
De stof voor zijn verhalen putte
Snell/Raes weliswaar uit de nodige
geschiedbronnen, maar deze
behandeling van de verleden tijd als
tegenwoordige tijd maakt het grote
verschil uit De gedragingen van
mensen van toen worden
gedragingen van mensen van nu. De
mensheid wordt gecomprimeerd, van
tijdsverschil wordt afgezien.
'Ik maak er een kleurige collage
van, samen met nog wat
persoonlijk dagboekbladzijden,
zijnde een proeve van observeren,
van associëren, van getuigenissen
uit deze en de al te snel naderende
tijd, de aanstormende toekomst,
waarvan de verbeelding al sommige
voorsmaakjes kan geven', zegt Snell.
Een kleurige collage, ja. Ergens
anders wordt het in bewerking
zijnde boek beschreven als 'een bont
en overweldigend spektakel' en
wordt zelfs enigszins gezinspeeld op
ht mogelijk succes dat de formule
/an 'Het smarin' bij lezers kan
hebben: 'Diversiteit, afwisseling is
de noemer van de succeswinkel'.
Inderdaad is het waar dat Raes"
roman, ondanks zijn schokkende
gedeelten en sombere boodschap,
sen boeiende constructie is. Het is
kennelijk zo dat een lezer, door alle
aangeboden ellende heen, nog
genieten kan van deze 'jachtige
historische kaleidoscoop'.
In 'Hef smardn' beschrijft Raes de
wereld als 'een moordkuil' en hij
meent dat de geschiedenis is
'geschreven met bloed'. Al jaren
geleden, in het boek 'In sprek met
Hugo Raes' (1969), zei hij het
volgende: 'De mens is een
vernietigend wezen an dat hang!
logisch samen met zijn conditie. Hij
is nauwelijks op de wereld of hij
weet al op voorhand dat hij
vernietigd zal worden door de dood'.
Raes illustreert die uitspraak in
deze lijvige roman wel heel degelijk.
De historicus-auteur Snell ziet alles
ais het ware 'loerend vanuit de
hemel, door een gaatje, in de hel'.
De benauwende gedachte bij zo'n
overzicht van menselijk gedrag door
alle tijden heen, Is dat het
inderdaad nog alleen maar voor
herhaling en herhaling vatbaar is,
deze ingewortelde neiging om 'in de
vonk die het menselijk leven is'
alles te doen 'om elkaar uit te
roeien'. De getuige-verteller van
twee afgrijselijke executies in 1571
brengt het zo onder woorden: 'Ik
was getuige geweest van een hele
reeks handelingen,die niet teneinde
waren, die eigenlijk konden, of
moesten voortgezet worden, die
altijd konden doorgaan, want de
veroordeelden waren maar voorlopig
en terloops aanwezig geweest. Maar
de handelingen zijn blijvend. En dat
is wat mij is bijgebleven: het
duidelijk gevoel, dat de twee
moordenaars wel ter dood waren
gebracht, maar dat de handelingen
niet voltooid waren, dat ze als
machines van in elkaar grijpende
raderen in beweging, blijven'.
In de realiteit van Snell's alledag
manifesteert zich die
vernietigingsdrift van de mensheid
onder andere in het optrekken van
huizen midden in de natuur, liet
asfalteren van tuintjes ten gerieve
van de automobiel en het aanwaaien
van verre fabrieksgeuren. Niet voor
niets begin! vrijwel'elk hoofdstukje
waarin. Snell figureert met
natuurwaarnemingen; heel preciese
seizoenbeschrijvingen, waarin de
knopjes al wel of nog lang niet uit
zijn. Toch is in dit boek Raes'
kritiek niet speciaal gericht op
zoiets als vertechmsering. Hier heeft
hij kennelijk naar aanleiding van
historisch gebeurtenissen meer het
wezen willen beschrijven van de
mensen die tezamen de mensheid
uitmaken. De mens is geboren met
in zich de dood en al zijn handelen
staat in het teken van die dood. Het
mag dan soms de schijn hebben dat
mensen erop Uit zijn zichzelf in
leven te houden, in feite zijn ze,
volgens Sneli/Baes, bezig in blinde
vernietigingsdrift zichzelf om het
leven te brengen (kijk maar naar de
geschiedenis).
Men. kan over deze visie denken
zoals men wil en toch waardering
hebben voor 'Het smarön'. Het spel
met de tijd, waarop dit boek
gebouwd is, en waarbij 'het verschil
tussen vroeger en later* soms wordt
opgeheven, dat romantechnische spel
blijkt uitdrukking te zijn van het
thema van *de morbide mens,
voortdurend bezig met of betrokken
bij het macabere spel met de dood'.
De roman eindigt met een beetje
kitscherig toekomstbeeld: een
aarde zonder mensen, waarop alleen
nog Meuren (zie titel) in de vorm
van vlinders zich door het gras en
het luchtruim bewegen, Het is het
hele boek door duidelijk dat weinig
heil van de toekomst wordt
verwacht
'Het smarén' is een boeiend boek,
zei ik. Dat komt door de hele
opzet Er zit vaart in, al vrees ik
dat al die realistische gruwelijkheid,
hoe afwisselend ook gebracht, toch
menigeen te veel zal worden. Al zijn
dus compositie en verpakking van
de idee te waarderen in deze roman,
stilistisch valt er wel wat op af te
dingen. Raes schrijft een
afwisselend proza» dan lyrisch dan
weer heel zakelijk. Maar dikwijls
komen zijn zinnen me erg stroef en
gemaakt voor, vol, cliclté's ook. Een
voorbeeld van z»'n stilistisch
monstrum natuurlijk wel heel
boud is: 'Op hetzelfde ogenblik
van haar dromerige stellingname,
knorde een autootje door de straat
en liet een Meizog na van
wegebbende motor- en bandengeruis.
En de zondagstilte bedekte het
Meizog met zijn mantel van
ingetogenheid'. Zulke zinnen moet
je niet schrijven. Raes doet dat
soms wel, en dat doet af aan zijn
overigens waardeerlijke roman.'
Hugo Raes. Het smardn, het vikka,
de ronko en- al de andere kleuren
van de tieschiedertis. Amsterdam, De
Bezige Bij, LRP 411, 1973, 339 bktz.
f 17,90.
oJnrJ. 1 -*1 i-TLc -vi.1
ouai«k
•Anti!
rrz-r»
mmmm
luLtUiCV<."Lni r,LI'!'-
i'
B f-'
;»T?. ,y;w"
7' i' I
HMSWj
tófeSs
[iii ImiitMiM'biilN
Grenzen zijn rare dingen; grenzen
hebben iets dualistisch. Ze vormen
een bron van twisten, en tevens een
bron van vermaak. Er wordt steeds
meer aan grenzen geruzied, doch
tegelijk worden steeds sneer mensen
gefascineerd door wat over de grens
te zien is. Toeristisch lijkt er een
internationaal verbroederingsfeest
aan de gang, cultureel trouwens
eveneens en in dat kader vliegt ook
de kunst in toenemende mate uit.
Organisatorisch, technisch en speci
aal ook financieel zitten er overi
gens nogal wat haken en ogen aan
het uitzenden van kunst naar het
buitenland, vooral naar andere we
relddelen. Het water van de oceaan
bleek niet te diep voor het Museum
of Modern Art in New York en het
Krölicr-Müller Museum in het natio
naal park de Hoge Veluwe om el
kaar te vinden. Tussen de Verenigde
Staten en Nederland bestaat geen
cultureel akkoord, maar beide mu
sea wisten tot een uitwisseling te
komen, die nagenoeg wel via de
regels van zo'n akkoord tot stand
kwam, waarbij wat ons land betreft
het ministerie van CRM steun ver
leende.
Wat in Kröller-Müller tot half juni te
zien is, zijn honderd tekeningen van
Europese kunstenaars, te beginnen
met Seurat en Cézanne vóór 1900,
vervolgend met kunstenaars uit de
eerste helft van de 20ste eeuw, tot
ongeveer 1940, dus niet het aller
nieuwste, maar dat zagen we bij
andere gelegenheden wel, en niet
tot onverdeeld genoegen Nederland
heeft met deze expositie een pri
meur, want het is voor de eerste
keer dat het Museum of Modern Art
een keuze uit zijn tekeningen in
Europa tentoonstelt. De contra-pres
tatie van Kröller-Müller bestaat
daarin, datdit museum vanaf mei
gedurende een jaar een honderdtal
tekeningen uitleent aan vier Ameri
kaanse en Canadese steden: New
York (Museum of Modern Art), Chi
cago, Ottawa en San Francisco.
Na een paar minder geslaagde expo
sities zou de tentoonstelling '100
Tekeningen uit het Museum of Mo
dern Art, New York' wel eens weer
een succes kunnen worden, zoals dat
vorige zomer ook met 'Van Van
Gogh tot Picasso' het geval was,
waarvan het materiaal uit Rusland
kwam. Zij vult het eigen waardevol
le bezit van Kröller-Müller in dit
opzicht prachtig aan, en het gaat
hier nu eenmaal am een uiterst
boeiende, intrigerende periode in de
beeldende kunst.
In zijn boek 'Amerika schildert' zegt
J. T. Flexner, dat de Amerikaanse
schilders door geografische ligging
en afkomst gescheiden waren van de
welgeplaveide cultuurwegen, die de
Europeanen bewandelden. 'De Ame
rikaanse kunstenaars hadden deel
aan een groot avontuur; de weg die
zij moesten gaan, vertoonde meer
hinderpalen dan hun Europese
kunstbroeders ooit hebben ontmoet.'
Een niet helemaal correcte uit
spraak, dachten we (we komen op
Flexners opmerking over de relatie
Europese-Amerikaanse kunst alleen
omdat we bezig zijn met een bespre
king van een tentoonstelling van
Europese kunst uit een Amerikaans
museum). Blijft het scheppen van
kunst, wéér dat ook gebeurt, wel o£
niet gesteund door een traditie, niet
altijd een avontuur? En is ook in
Europa de beste kunst niet tot stand
gekomen in situaties, waarin de ma
kers ervan de meeste hinderpalen
op hun weg ontmoetten?
Amerika is stellig, en zeker in een
tijd toen zijn eigen kunstenaars nog
balanceerden tussen een streven
naar imitatie van de Europese kunst
en het verwerven van een eigen
gezicht al dan niet met handhaving
van Europese invloeden, overwel
digd door de kunst uit het oude
Europa. Uit beleggings- en andere
materialistische motieven zijn sche
pen vol Europese kunst naar de
nieuwe wereld gegaan. Uit ideëel-
artistieke overwegingen ging er ook
heel wat Europese kunst heen, en
een deel hiervan kwam terecht in
het Museum of Modem Art. Het-
prentenkabinet is daarvan een on
derdeel, en prof. J. Sachs, tevens
mede-oprichter van het museum,
was er een van de grondleggers van.
Uit dit prentenkabinet komen de
honderd tekeningen, die nu in
Kröller-Müller hangen. Door eikaar
genomen fascinerend werk. Mee tot
't oudste behoort dat van Cézanne en
van Seurat, Seurat imponeert ons in
dit geval bijzonder met enkele poëti
sche, wazige krijttekeningen, die een
sfeer oproepen, die ons ook van
sommige moderne filmmakers be
kend is. Met Seurat behoort voor
ons Matisse tot de hoogtepunten. Van.
hem zijn er zelfs aeht tekeningen.
Opnieuw valt daarbij op dat hij
slechts een enkele lijn nodig heeft
om tot een trefzekere karakteristiek
te komen (ojn. Zelfportret, 69), Pi
casso is eveneens met acht werken
aanwezig, In de catalogus kon met
zijn dood nog geen rekening gehou
den worden, wel op de bordjes bij
het werk. Een indrukwekkend werk
is de kop van de dichter Paul Ver-
laine (pen en inkt, gewassen, 83).
Andere bekende name» zijn Chagall,
Gris, Léger, Klee, Kandinsky en Ko-
koschka, laatstgenoemde met een
heel fijne aquarel (Zittend meisje,
47). Ook kcant men voor de meesten
waarschijnlijk nogal onbekende, in
elk geval minder bekende namen
tegen als Boccioni, Kupka en Male
vlch (de laatste met wat hij noemt
suprematische elementen, een bol in
de rechterbovenhoek van het vlak
en twee naast elkaar geplaatste vier
kanten, 57-58, beide uit 1913).
Een opmerkelijke inzending is er
ook van Feininger, die met zijn 'In
der Stadt am Ende der Welt' (27)
aan James Ensor herinnert Ook zijn
er tekeningen van enkele beeldhou
wers, zoals; Rodin, Lipehitz en Ar
chipenko. Archipenko, een Rus die
later in Frankrijk, Duitsland en
Amerika heeft gewerkt, kwam via
het kubisme tot zijn sculptó-peintu-
re. Archipenko was de eerste, die
kleur toepaste in zijn beelden, waar
bij hij van hout en ijzer, maar ook
van glas en andere materialen: ge
bruik: maakte. Interessant is ook te
zien -hoe Van Doesburg, die met
anderen (De Stijl) de architectuur
tot op vandaag beïnvloedt tot zijn
schilderij 'Ritme van een Russische
dans' kwam; de zeven studies, die er
toe leidden, zijn alle aanwezig.
Bij deze notities, hoogst onvolledig
en betrekkelijk uit de losse hand,
willen we het laten. We hopen er in
elk geval belangstelling mee gewekt
te hebben. Het is een goede tentoon
stelling. De rit erheen door ie met
vele wonden geslagen Hoge Veluwe
(120.000 bomen ontworteld en afge
knot) zal velen wel verdrietig stem
men.
\h' silKs',
utciflwi nijjiupjjTmjflr "Kipiji rn ip-irurpmraiai'irnprTmnragrot" ~i„i i jpmaitsro t.mirsn»
a-'t 'i!1',"td-■ Ld[l>üjvf1111 ""m;
-Jl 11V"'irli"t n **i!i ,'Sii»V"ii ,L kt-Zit!'"Vi'T
P 5
ip ph,
j^/t. - ïs .r-jT--1-,
ui ii I -SM» i j
ls}1 WSV: Irsr» 'Ha
1 i'LTijüliiV-iü -ijj. ih-±-
!y i! "Lcria-'-frit'
z-%t
jr
ï7'
L 'i i '_U'l
iSJüT:
■i ri't
«v-jijfe:
Jj 't tjZt I i"
fl «A j» i1 lu'li'i 1—,,'j
i*A'rD'Él'"A'WiJ f
u' 'j.'i'h1'i V"
Hij-*
ti.,Tt
fShrt3 ri
I li f Cf'
'hfi i - bh
i;
•y-teidy-jL-
r«n
p r« prf r i t
_j C Lj j Td rq!' 11- irt
L>SW:
ij- J '".v-.i
fii-è, 1 4
li'. I
y--M5