siiir
VU-gebouw en fietsenstalling
ri.
vandaag
Trouw
K wartot
lil!!»
Beroepings-
werfc
Schilderswinkel in as
TROW/XWARTET ZATERDAG 21 APRIL 1973
KERK rT2/fc
door L. M. P. Scholten
Voorde Israëli is de archeologie
niet alleen een nationale vrije
tijdsbesteding. Het is eerder een
nationale hartstocht, onderdeel
van een hartstochtelijke her
nieuwde kennismaking met zijn
land.
flMS
aBPfs
PE™..,
fitÜjlip;
t
UW, M
Israëlitische juwelen uit de tijd der Richteren metde originele aardewerk kruik, waarin ze te Beth-
sjemesj gevonden werden: kralen en oorhangers goud, zilver, jaspis en kornalijn.
ÉS®
Een deel van de 'archeologische tuin' van Mosje Dajan bij zijn huis in Tel Aviv.
door A. J. Klei
Stipendia componisten
Abraham Kuyper
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
8.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing, O. Poetma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
Drs. J. Tamminga.
Hoofdkantoor B.V. De
Christelijke Pers: NX
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 359.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro: 26 92 74, Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69 73 60 768). Gem.giro
X 500.
LAND VAN DE BIJBEL
Hij is op jacht naar Romeinse mun
ten of glaswerk in de zandwoestij
nen van Caesarea of in de kleine
nabijgelegen khirbet (ruïneheuvel)
om de collectie van zijn kibboets uit
te breiden. Negentig van zulke col
lecties zijn al geregistreerd bij het
ministerie van oudheden. Hij loopt
de antiekwinkels van Jeruzalem.
Haifa en de Arabische westoever
van de Jordaan af op zoek naar een
zeldzame munt of een stukje Israëli
tisch aardewerk, een Kanalnitische
bronzen dolk, een Egyptische scar:-
bee. Regelmatig haalt nieuws over
opgravingen de voorpagina.
Mosje Dajan's huis lijkt wel een
museum: planken vol antiek aarde
werk, muren bedekt met bronzen
speerpunten, bijlen en dolken, kas
ten vol beeldjes en vaatwerk, Cypri
otische flessen, Filistijnse bierkroe
zen. Dajan bezit een van de mooiste
collecties scarabeeën ter wereld.
Zijn tuin staat vol zuilfragmenten,
kapitelen, enorme voorraadkruiken
en vazen. Het meeste heeft hij zelf
opgegraven. Zo ontdekte hij een van
de belangrijkste pro-Israëlitische be
graafplaatsen bij Azor in de omge
ving van Tel Aviv. Het kostte hem
bijna het leven, toen een groeve
Instortte en hem onder vier ton
aarde bedolf. Dajan's enthousiasme
is bepaald niet uniek. Hij is slechts
een uit een heel legioen fervente
amateurs.
Een ongeschoolde Marokkaanse im
migrant, die behoorde tot een groep
soldaten die de grotten bij de Dode
Zee afzocht naar nog meer boekrol
len, kwam bij de beroemde archeo
loog Jigael Jadin met een stuk ver
schrompeld leer in zijn hand en
verkondigde trots, zonder de hulp
van een bijbeiconcordantie: "We heb
ben psalm 15.'
Deze Jadln was in 1948 stafchef van
het Israëlische leger en deze kombi-
natie van archeoloog en militair had
een vergaande invloed op het ver
loop van' de onafhankelijkheidsoor
log. Aan de hand van een kaart met
Bomeixue wegen ontdekten verken
ners een met keien bestrate heirweg
van tweeduizend jaar geleden, begra
ven onder het zand in de woestijn
tussen Gaza en Beersjeba. Deze werd
door de genie haastig voor gebruik
gereed gemaakt. Zo kon men tot
diep in de Egyptische achterhoede
doordringen, waarna de vijand zich
volkomen verrast moest terugtrek
ken uit de Negev-woestijn. Lezingen
over archeologie behoren dan ook
tot de Israëlische legeropleiding.
De archeoloog Pesach Bar-Adon
heeft de passie van de Israëli's voor
hun verleden omschreven als 'han
den die elkaar over de eeuwen heen
grijpen'. Het is als een zoeken naar
een eigen identiteit, een poging de
eeuwen te overbruggen toen hun
land als zodanig niet meer bestond,
een trachten wortel te schieten, zich
als natie te manifesteren, een po
ging politieke aanspraken te recht
vaardigen op een land, dat door de
eeuwen heen al door zovelen als
hun eigendom werd beschouwd.
Over de recente onderzoekingen en
opgravingen in het land van de
bijbel is thans een bijzonder helder
geschreven en fraai geïllustreerd
overzicht verschenen van de hand
van de Engelsman Jerry M. Landay.
In een meeslepende stijl, ontdaan
van de technisch ingewikkelde pro
blematiek, vertelt hij over de grote
vondsten (Dode Zee-rollen, Masada,
Hazor, het tempelcomplex), maar
evenzeer over talloze kleinere. Want
het is ongelooflijk, hoeveel er de
laatste jaren aan het licht gekomen
is. En, zo zeggen de Israëlische ar
cheologen, we staan nog maar aan
het begin. Er is in Israël nog voor
generaties graafwerk.
In 1961 kwam bij werkzaamheden
voor de verbreding van een weg bij
Lachisj de toegang van een grafkel
der te voorschijn, die 2500 jaar ge
sloten was geweest. Een heel norma
le vondst, maar in een opzicht bleek
deze grafruimte niet zo gewoon. Te
gen alle tradities in waren er ins
cripties en tekeningen gekrast op de
zachte kalkstenen muren van de
voorkamer. Ze stelden een man voor
die een lier bespeelt, en een ander
die de handen omhoog heft in aan
bidding. Een derde afbeelding laat
waarschijnlijk een priester of leviet
zien, te oordelen naar zijn kleding
en hoofdtooi.
Joseph Naveh vertaalde drie korte,
maar ontroerende inscripties, die hij
op de mured-aantrof:
Jahwe is de God van de gehele
darde de bergen van Jada behoren
Hem toe, de God van Jeruzalem.
Gij hebt de berg Moria begunstigd,
de woonplaats van Jah, Jahwe.
Jahwe, verlos ons!
Er steekt meer dan alleen maar
vroomheid achter deze inscripties.
Er zijn ons uit graven van vóór de
Babylonische ballingschap geen an
dere bekend. De inscripties en de
tekeningen gaan lijnrecht in tegen
het gebod om geen gesneden beel
den te maken. Hier is een wanhopi
ge bede om verlossing door doods
bange mensen in steen vastgelegd.
Waren het vluchtelingen voor het
leger van de Assyrische koning San-
herib (tijdens de regering van ko
ning Hizkia), die hier toevlucht had
den gezocht?
Bij de voorbereiding van, wegenaan
leg in de buitenwijken van Oost-
Jeruzalem bracht een bulldozer in
1968 kisten aan het licht met de
overblijfselen van 35 Joden, die daar
tijdens de dynastie van Herodes be
graven moeten zijn. Daaronder wa
ren de beenderen van (blijkens de
inscriptie op de kist) Jochanan ben
Hagalgol. Hij was gekruisigd. Een
roestige achttien centimeter lange
spijker was door beide enkels gesla
gen, de rechterenkel boven de lin
ker. Deze vervormde spijker is het
eerste tastbare bewijs, dat we van
een kruisiging hebben.
Tussen het bot en de kop van de
spijker zaten resten van een houten
wig. De pjint van de spijker was
helemaal omgebogen, toen deze op
een harde knoest kwam in de staan
de balk van het kruis. Een analyse
van kleine houtsplinters aan de spij
ker toonde aan, dat het kruis van
olijfbomenhout was gemaakt De wig
was van acaciahout. Toen na twee of
drie dagen de doodsstrijd ten einde
was. brachten de beulen de genade
slag toe door beide benen met een
stomp voorwerp, waarschijnlijk een
houten hamer, te verbrijzelen. Het
was ook noodzakelijk geweest, de
beide voeten af te hakken, omdat er
geen andere manier was om het
lichaam van het kruis af te halen
met die kromgeslagen. spijker.
Dit alles en nog meer weten
we dankzij de briljante Israëlische
patholoog dr. Nicu Haas, die de
beenderen van Jochanan bestudeer
de. De ontdekking corrigeerde enke
le gangbare opvattingen omtrent de
ze afschuwelijke vorm van terecht
stelling. De armen werden, aan het
kruis genageld tussen de twee bot
ten van de onderarm, net boven de
E .ptjis 'ESpS
«**Aaöi
pols en niet door de palm van de
hand. Haas merkte op, dat deze
botten waren geschaafd door de kon-
stante wrijving van Jochanans pijn
lijke bewegingen langs de spijkers.
Doordat er één spijker door beide
hiel benen was' geslagen,én. niet'een
in elke voet, kon het slachtoffer zijn
benen buigen en zijn gewicht laten
steunen op een houten zitje. Dat
moet met duivelse bedoelingen zijn
ontworpen, want het verlengde het
lijden.
.- Het zit de archeologen in Israël ook
wel bijzonder mee, blijkens dit
boek. Muntspecialist Ja'akov Mesjo-
rer zag op een goede dag in 1960
tijdens een wandeling op een heuvel
een klein rond voorwerpje in het
stof liggen. Hij raapte het op en
hield de oudste munt in zijn han
den, die ooit in Israël gevonden is,
een Attische munt uit de tijd van
Ezra en Nehemia. Een eigenaardig
gesitueerde graftombe,die ais het
ware hangt aan de steile oostelijke
wand van het Kidron-dal met een
vrijwel onleesbaar geworden inscrip
tie werd door Nachman Avigad met
Jesaja 22:15 in de hand geïdentifi
ceerd als het graf van Hizkia's hof
maarschalk Sjebna. Indrukwekkend
waren bij de opgravingen van Hazor
na 3300 jaar de stille getuigen van
de niets ontziende radlkaliteit, waar
mee de mannen van Jozua de Ka-
naënitische heiligdommen hebben
verwoest
De jacht op de Dode Zee-rollen is
een verhaal apart Zó vertelt Linday
hoe de Tempelrol ontdekt werd:
"Toen Yadin met verlof in Londen
was, in 1961, werd hij aangesproken
door een Amerikaan, die onthulde
dat er nóg een rol bestond, intact
compleet, de grootste van allemaal:
Hij vertelde Yadin,dat hij onder
handelde uit naam van een Jordaan
se handelaar in oudheden. De vraag-
prijk was een miljoen dollar. De
Amerikaan liet Yadin een verleide
lijk fragment van een leren rol zien.
Het was voldoende om ""adin ervan
te overtuigen dat de rol uitzonder
lijk belangrijk was. De onderhande
lingen sleepten zich een jaar lang
voort, toen ontving de Amerikaan
10.000 voorschot en verdween. Zes
jaar later een paar uur nadat de
Israëlitische troepen Jordaans Jeru
zalem hadden ingenomen en de bei
de gedeelten van de stad weer here
nigd waren, werd een uitgeputte
Yadin wakker. Hij had dienst ge
daan als speciaal militair adviseur
voor de eerste minister gedurende
de mei—juni-crisis. Hij dacht nu
direct aan de rol. Hij had er al lang
een vermoeden van dat de Jordaanse
handelaar Kando was. Zowel Kando
als de rol moesten nu in door de
Israëli bezet gebied zijn. Binnen een
paar uur was Kando in de gevange
nis en doorzochten Israëlitische sol
daten zijn huis. De rol lag onder de
vloer in een schoenendoos. Door het
voebt was er een derde weggerot.
'Net een brok chocola' zegt Yadin.
'Ik was ontzet' Gelukkig was nog
een flink deel intact. Het was de
grootste rol van allemaal, 10 meter
lang en 20 cm dik, gekopieerd in
een mooi handschrift uit het begin
van de christelijke jaartelling. Kan
do werd vrijgelaten en kreeg
100.000 voor het document 'om
hem er van te weerhouden toekom
stig materiaal te vernielen.'
(Dezer dagen kondigde Jadin aan,
dat hij de tekst van deze rol dit jaar
hoopt te publiceren. Het is volgens
hem de meest merkwaardige van
alle Dode Zee-rollen.)
Na een tussenpoos.; van^w&eduizend
jaar begon een volk, op zoek naar
een eigen identiteit, het land ijverig
te bestuderen. De spanning was tast
baar. toen Jadin op 2 mei 1960 in de
ambtswoning van president Ben Zwi
met nauwelijks verholen opwinding
aankondigde: "Mijnheer de president,
het is mij een grote en bijzondere
eer u mede te delen, dat we de
orders hebben gevonden van! de laat
ste president van de vroegere staat
Israël, Simon Bar-Kochba." Een" le
gendarische figuur, die in het begin
van de tweede eeuw een: laatste
wanhopige poging deed Israëis onaf
hankelijkheid te herwinnen, was
plotseling tastbare werkelijkheid ge
worden.
Aan het eind van zijn boek citeert
Linday Jadin in diens verslag over
de opgravingen naar Bar-Kochba:
'Hier dwaalden we dan iedere dag
door de ruïnes van een Romeins
kamp, dat dood en verderf: had ge
zaaid onder onze voorvaderen. Van
de Romeinen is hier na niets meer
over dan een hoopje stenen aan de
rand van de woestijn. Mam: de af
stammelingen van de overwonnenen
zijn teruggekeerd om de kostbare
eigendommen van hun voorvaderen
te redden.'
Archeologie in het land van de Bij
bel door Jerry óf. Landay. Uitgave
Fibula-Van Dishoeek te Bussum, 272
blz.; ƒ39,50.
Abraham Kuyper, de man die aan de wieg
van de Vrije Universiteit stond, kon het
mooi zeggen. Hij zei 'dat de minst-ge-
achten uit het 'niet-denkend deel der na
tie' van den ploeg en van den meeltrog
kwamen loopen om da penningen saSm
te brengen voor een te stichten univer
siteit"
Deze bewering kan nauwelijks siaan op
het gezelschap dat verleden week de
opening van het nieuwe VU-gebouw
meemaakte. Weliswaar zullen er onder
de aanwezigen geweest 2ijn die graag
in hun tuintje rommelen en die veeivul-
dig om een volkoren-broodje naar de
warme bakker gaan, zodat er misschien
nog met enig fatsoen wat van die ploeg
en die meeitrog te maken zou zijn,
maar de penningen voor wat daar In
Amaterdam-Buitenveldert verrees, zijn in
hoofdzaak door de fiscus bijeenge
bracht
Er zijn er onder degenen, die de VU
een goed hart toedragen, die niet com
pleet gelukkig zijn met de tegenwoor-
dige «tand van zaken. Wat Is er nog
voor verschil tussen de VU en andere
universiteiten, vragen ze. Ook naar de
VU vloeit geld uit 's rijks kas en dat
niet alleen: wat binnen de muren van
de ruimten aan de Boeietaan beweerd
en geleerd wordt, roept eerder vraagte
kens dan uitroeptekens op.
Dat het nieuwe VU-gebouw uiterlijk niet
bar veel verschilt van wat her en der In
de randstad aan reehttoe-rechtaan-toe-
standen overeind wordt gezet, hindert
hen minder. Kuyper heelt zijn volgelin
gen altijd ingeprent dat het gebouw als
zodanig er niet toe doet. Gelukkig maar,
want anders zou het verdriet niet te pei
len zijn geweest vanwege het feit dat,
kort nadat de VU het oude pand aan de
Keizersgracht had afgestoten, daarin
een Ietwat zondige film werd opgeno
men met als gevolg dat in vertrekken,
waarin ooit de wijsbegeerte der wets-
idee werd gedoceerd, mensen met el
kaar aan 't vrijen waren die dit strikt
genomen niet behoorden te doen.
Tpch verhindert deze principiële onver
schilligheid voor een bouwwerk an slch
niet dat sommigen tijdens een wande
ling langs Keizersgracht nr. 162 over
vallen worden door een gevoel van
heimwee naar de tijd, dat daarin een
VU geherbergd werd. die klein was maar
die bevolkt èn gesteund werd door ge
reformeerden dia al hun eigen boontjes
zonder enige aarzeling dopten en dat
wilden weten ook.
Niemand kan de klok terug zetten, maar
dat is ook beslist niet nodig voor hen
die graag het anders-zijn van de VU in
de gaten houden. Ga maar na. Elke uni
versiteit die wat voorstelt, heelt opstan
dige studenten, maar de VU heeft daar
bij nog iets wat geen enkele andere
universiteit heeft, namelijk murmureren
de leden. Het kan alleen een VU-hoog-
leraar overkomen dat hij door iemand,
die ver buiten het academisch bedrijf
staat, aan z'n jasje wordt getrokken. HIJ
zou goed beschouwd ook over de kuif
gestreken kunnen worden, maar dit komt
vrijwel nooit voor. omdat de VU-suppor-
ters van calvinistische snit zijn en (dus)
beslaan uit lieden die geen mooi weer
spelen en uitgaan van de stelling: geen
bericht, goed bericht.
We moeten niet met veel kabaal bewe
ren dat de VU geworteld Is in het refor-
STIL ZIJN
Op deze stille zaterdag wordt gelezen
uit Exodus 14 en 15. Wie dit gedeelte
opslaat komt al gauw het woord tegen
dat Wertoe aanleiding gaf: 'Da hpre
zal voor u strijden, en gij zult stil
zijn' (14.14), Achter de zo juist uitge
trokken Israëlieten komt de Farao met
al de wagens van Egypte en volledig
bemand. Het ziet er donker uit Voor
hen de zee, achter hen de bruut die'
zijn slaven ziet wegtrekken en ze wel
eens even van alles zal leren. Mozes
bezweert met zijn woorden het volk
dat zo vroeg al geneigd is de onderne
ming op te geven, 't Is net alsof we
de mannen van Emmaus horen zeg
gen: 'Wij dachten, dat Hij het was...'
Een raadselachtige dag tussen goede
vrijdag en pasen. Een dag van dood
en rouw in onze gewone mensenerva
ring. Maar de bijbel beklemtoont dat
het een sabbat is, een dag van stilte
en rust Nu komt dat uit waarvoor
die sabbat was. Om ons één ding
bijzonder goed te leren: mensen kun
nen bezig zijn, zich bezorgd maken en
zich hun verantwoordelijkheid bewust
zijn en nog heel veel dingen meer.
maar er is een dag van stil zijn en
rust Er komt een eind aan ons gedoe,
aan onze angst van er niet te komen,
het niet te halen. Want dat beklemt
al ons handelen: halen we het? Is die
wereld die we ons voorstellen haal
baar? Is dat mensenleven waarvan we
van verre gehoord hebben, In vrede
en geluk, is dat een haalbare kaart?
Heeft het werkelijk zin je ervoor in
te spannen? Of moet men de natuur
of het lot maar volgen of afwachten?
Wat doet een mens tegen de wanhoop
van de dood? Hier is een laatste
signaal, op de dag dat Hij, de hoop
van geheel de wereld, in het graf ligt,
zijn dagen uitgeteld zijn, een laatste
signaal: stilte! De Heer strijdt voor
ons. Wij staan er niet alleen en
onmachtig voor. Die stilte kost in
spanning, want een mens laat zich
niet zo gemakkelijk de draden uit
handen nemen. Hij wil aan de touw
tjes blijven trekken. Wie doet het
anders? Hier, deze God van de man
van Nazareth. Deze God met zijn
voornemen. Op wie te vertrouwen is
ais alle draden in de war schijnen
geraakt te zijm. Hij ontwart en ont-
bidt de knopen. Laat het Hem doen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Hoogeveen: J. Mol te
HardinxveMrGiessendam.
BAPTISTENGEM.
Aangenomen, naar Heerenveen: Bi
Stuut te Wymehr (Duitsland).
De minister van CRM de heer P, J.
Engels, heeft aan de volgende compo
nisten een stipendium verleend: Han
Bennink te Loenen aan de Vecht,
Gilius van Bergeijk te 's Gravenhage,
Bernard van Beurden te Bussum.
Maarten Bon te laren (NH), Willem
Frederik Bon te Amsterdam, Bernard
van den Boogaard te Heiloo, Jo van
den Booren te St Michielsgestel, Dick
Borstlap te Seheveningen, Geza Frid
te Amsterdam, Simeon tea Holt te
Bergen (NH). Cor Kee te Zaandam.
Otto Ketting te 's Gravenhage, Tristan
Keuris te Amersfoort, Albert de
Klerk te Haarlem, Hans Kox te Haar
lem, Jos Kunst te Amsterdam, Theo
Loevendie te Amsterdam, Daniël Man
neke te Breda, Matty Niël te Maa
stricht, Ludwig Otten te Alpien
(Gld), Wim Peterma te Groningen.
David Poreelijn te 's Gravenhage, En
rique Raxaeh te Bilthoven, Peter
Schat te Amsterdam, Nico Schuyt te
Amsterdam, Aiphons Stallaert te pa
rijs, Max Vredenburg te Amsterdam.
Jan Vriend te Amsterdam, Klaas do
Vries te v Rotterdam, Victor Wen tink
te 's Gravenhage. i;
Van onze correspondente
TILBURG In Tilburg is een schil
derswinkel uitgebrand nadat vonken
uit een stofzuiger een explosie hadden
veroorzaakt. De eigenaresse, mevrouw
A. Hebing, had tevoren in de winkel
een fles benzine laten vallen en was
daarna gaan dweilen en glas oprui
men. Toen zij hiervoor de stofzuiger
gebruikte hebben de vonken in het
apparaat met de benzinedampen een
explosie teweeggebracht.
i .waki,
matorische volksdeelof zoiets, dat is
botts gelegenheidspraat, maar we kun
nen wel met nadruk vaststellen dat de
VU de énige universiteit Is, waarvan het
doen en laten overal tn het land (en
zelfs daarbuiten) bekeken wordt door
mensen die lang voordat allerlei mo
derne discussies begonnen, wisten dat
zij geen waarden-vrij onderwijs begeer
den. Dit houdt In dat het wetenschap
pelijke bedrijf van de VU nooit in de
lucht kan komen hangen.
In de fietsenstalling van het pedagogisch
Instituut van de Universiteit van Amster
dam staat geschreven dat ieder die zich
hier misdraagt. Kans loopt verbannen te
worden naar de Vrije Universiteit Welnu,
als reeds iemand wiens zorg niet verder
reikt dan het menselijk gedrag in een
fietsenstalling, weet dat de ene univer
siteit (de UvA) de andere (de VU) niet
Is, hoeveel te meer zal dit beseft wor
den door ieder wiens aandacht uitgaat
naar de héle samenleving. Ik wou maar
zeggen dat de VU 93 jaar na haar op
richting nog steeds een verhaal apart is.