Economie te centraal bij de gezondheidszorg 12 ambachten, 13 gelukken ballon voor pech onderweg Ouders van bruid aangezien voor vermomde parachutisten.... Commentaar Afscheid Les van Vietnam Bromfietser iaat zich geen teen aannaaien Op hulp-secretarie tweemaal de schuilkelders in Verpleegkundige mevrouw Hamming: 'DAG VAN DE VERPLEGING' dwingend onthand TROUW/KWARTET ZATERDAG 12 MEI 3973 BEVNEXLAND/COMMENTAAR T5/K7 Van een onzer verslaggeefsters BUSSUM Drieëndertig jaar ge leden om precies te zijn op 10 mei 1940 trouwden de nu 58- jarige ir. J. S- Woldringh en zijn vrouw, de nu 56-jarige mevrouw L. Woldringh-Lemkes in Den Haag. Dat deze dag echt een on vergetelijke dag is geworden zoals overigens van alle trouwda gen gezegd wordt is eigenlijk niet zozeer toe te schrijven aan het feit, dat er die dag een trou werij was, maar meer aan de om standigheden waaronder die trou werij op deze dag, dat de Duitsers ons land binnenvielen, na enorm vec\ stagnaties en moeilijkheden tóch doorging en nog méér aan het feit, dat de ouders van de bruid tot driemaal toe gearres teerd werden omdat men hen de man in jaquet met hoge hced en de vrouw in een lange japon p- aanzag voor vermomde* Duitse parachutisten. M Ir. J. S. Woldringh en mevrouw L. Woldringh-Lemkes: op 10 mei '40 eindelijk om vijf uur 's middags getrouwd Onderzoek Minder dienstbaar Taxi. onderredocfevani loessmif Vele bezigheden in dit leven zijn hard cn ondankbaar, maar van de politiek geldt dat soms in meer dan gemiddel de mate. Dat ervaart deter dagen in het bijzonder het thans afgetreden ka- bi- "t-Biesheuvcl. Slechts twee minis ters uit dat kabinet zijn goed of pro gressief genoeg bevonden om deel uit te maken van het nieuwe, dat gisteren zijn werk is begonnen. Dat weerspie geit iets van de niet altijd billijke kri tiek en de verguizing die het kabinet- Biesheuvel soms heeft moeten verdu ren. Het is een kabinet geweest, waarin de meeste ministers met aanzienlijke be kwaamheid goed werk hebben gedaan. Figuren als Neiisscn, Geertsema, Langman, Udink, Boertien, Schmelzer en Biesheuvel zelf verdienen het, dat met erkentelijkheid en respect afscheid van hen wordt genomen. Dat de coalitie-Biesheuvel is mislukt, is deels te wijten aan dc eigengereid heid van de kleinste partner in het ge zelschap, deels aan het feit dat ook de overige partijen waarop dit kabin steunde, niet steeds voldoende eens- geestes waren, maar ook aan het wan trouwen van groetende groepen uit de bevolking. Dat een kabinet het veld ruimt, wanneer dit wantrouwen bij verkiezingen duidelijk tot uitdrukking komt, is normaal cn gezond in een parlementaire democratie. Maar dat hoeft ons de ogen nog niet te doen sluiten voor het feit, dat dit wantrou wen niet alleen op zakelijke ovcrwc- gmgen berustte, maar tevens op onre delijke sentimenten. Zo niet van alle, dan toch van een aantal ministers uit het kabinet-Bies heuvel kan worden gezegd, dat ze on voldoende kans hebben gekregen om te laten zien, wat ze waard waren. Daarom zal het einde van dit kabinet ook door menigeen die het optreden van de prille ploeg-Den Uyl niet met vijandigheid gadeslaat, als onbevredi gend worden ervaren. Tussen eind januari en eind april van dit jaar heeft de Amerikaanse lucht macht ruim 12.000 bombardements- vluchten boven Cambodja uitgevoerd. Daarbij is een regen van bijna 83.000 ton bommen neergedaald. Hoeveel mensenlevens deze acties hebben ge- eist, is minder nauwkeurig bekend dan wat ze Amerika hebben gekost aan geld (ongeveer 160 miljoen dollar) en aan kerosine: voor een retourtje naar Cambodja verbruikt een luchtreus van het type B-52 evenveel brandstof als een doorsnee-auto nodig heeft voor •een rit van ruim anderhalf miljoen ki lometer. Waartoe deze verwoestende verkwis ting? Omdat, zodra Amerika ermee ophoudt, het pro-Amerikaanse bc- wind-Lon Kol door zijn tegenstanders, de met steun van Hanoi opererende Rode Khmers, van de kaart wordt ge veegd. Dat is althans de mening van de Amerikaanse regering. De vraag o£ ze juist is cn er is enige reden om daaraan te twijfelen is minder be langrijk dan de verwachting, dat. als de Amerikaanse regering dit standpunt handhaaft, zc binnen afzienbare tijd verwikkeld dreigt te raker, in een tweede Vietnam: een barbaarse uitput tingsslag ter verdediging van een regi me dat in eigen land minder suppor ters vindt dan in de Verenigde Staten. Gelukkig blijkt dit vooruitzicht ook Amerikaanse politici die tijdens de Vietnam-oorlog altijd achter hun rege ring hebben gestaan, af te schrikken. Een bewijs daarvan is het besluit van het Huis van Afgevaardigden, tegen de uitgave van belastinggeld voor de bombardementen in Cambodja te stemmen. Dit betekent niet, dat die bombardementen nu niet meer gefi nancierd kunnen worden. De regering vindt daar vvcl een oplossing voor. Maar het betekent wèl, dat niet alleen dc altijd al wat eigenzinnige Senaat, maar dc meerderheid van het gehele Amerikaanse Congres uit het drama- Vietnam een belangrijke les heeft ge trokken. Een les die de commentator Walter Lippmann in een interview dat wij vandaag afdrukken, als volgt om schrijft: een oorlog die door het Ame rikaanse volk niet als een strijd voor het vaderland wordt ervaren, kan door een regering in Washington niet mee. worden gevoerd. Het wordt tijd, dat ook de rcgering-Nixon dit gaat inzien niet aiieen, maar cr ook consequenties uit trekt. TILBURG Na het regelen van de schade van een botsing tussen een auto en een brom fiets in Tilburg bleef gisteren op de plaats van het ongeluk een teen liggen. De bromfietser, een 21-Jarige inwoner van Tilburg, merkte eerst thuis dat hij hem kwijt was, HIJ wilde niet meer naar het ziekenhuis om de teen te laten aanhechten. "rouwerij ging 10 mei 40 na veel soesa tóch door Ir. Woldringh rustig is zijn Bus- sumse woning gezeten herinnert zich de toestanden op die tiende mei nog heel goed. 'We zouden op 10 mei 1940 trouwen. Dat stond al een paar maanden van tevoren vast. Ik was af gestudeerd in Delft, we hadden een huis, ook in Delft, dus niets stond meer in de weg. We wisten natuurlijk wel, dat we in een sombere, dreigen de tijd trouwden de oorlog tussen Duitsland en Engeland en Frankrijk was immers al bezig maar we kon den niet vermoeden hoe snel we er zelf ook m iddenin zouden zitten. We zouden in Den Haag trouwen, om dat de meeste familie en kennissen daar woonden. Ik zou mijn vrouw en haar ouders 's ochtends met de auto uit Rotterdam halen, waar zij aan de Oostzeedijk, vlakbij de Maasbruggen, woonden, 's Nachts, om een uur of vier, werd ik wakker van de vliegtui gen. Er werd toen een bombardement op het vliegveld Ypenburg uitgevoerd. Om vijf uur lag er een blok verder al een neergeschoten Duits vliegtuig op de grond. In en rondom Den Haag werd druk gevochten door de Duitse militairen, die op Ypenburg en Oc- kenburg gedropt waren. Het was wel duidelijk, dat onze huwelijksdag tege lijkertijd het begin van de oorlog in Nederland was. Ik heb onmiddellijk besloten die ochtend niét naar Rotter dam te rijden. Maar goed ook, want ik was daar waarschijnlijk toch nooit aangekomen. De weger» rondom Den Haag en Delft stonden vol met Duitse vliegtuigen, die deze wegen als lan dingsbanen hadden gebruikt. Opbellen naar het huis van mijn aanstaande vrouw was ook niet meer mogelijk, want alle telefoonverbindingen waren onmiddellijk verbroken. Alleen een oom van me. die kolonel was, had uit hoofde van zijn functie nog een tele foonverbinding. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG 'Verpleegkundigen, die de bewakers zijn van de zorg rond de patiënt, moeten be trokken worden bij politieke beslissingen voor de gezondheidszorg. Op het ogenblik worden deze beslissingen hoofdzakelijk ingegeven door financieel-economische factoren, terwijl de zorg voor de zieke mens juist moet worden bepaald door niet-economische overwegingen." Kan mevrouw Hamming voorbeel den noemen van de 'afwezigheid' van de verpleegkundigen in de politieke besluitvorming? 'Het hele abortus-vraagstuk is een po litieke zaak geworden, terwijl wan neer ooit de beslissing valt wij daar mee moeten werken. Politici maken uit wat ex moet gebeuren, maar de verpleegkundigen die dagelijks bij ab ortus en andere problemen in aanra king komen, worden niet gehoord. Het is zo dat de wetgeving het gevotg is van de belichting van een pro bleem, van wijziging van normen en inzichten. Maar juist in dat voorstadi um mag de verpleegkundige niet zwij gen." 'Een ander voorbeeld: een onduide lijkheid in beroepsopvatting of in ge dragscode, met name in de psychiatri sche inrichtingen kan de overheid doen ingrijpen. Er worden vragen in de Kamer gesteld, zoals dat het laat ste jaar dikwijls is gebeurd en deze vragen leidden dan tot een onderzoek van een organisatiebureau ingescha keld door de minister. Inspraak of uitspraken van verpleegkundigen spe len hierbij zelden een rol.' 'De opvatting dat verpleegkundigen 'doen wat ze gezegd wordt' en dat ze 'geen eigen gezicht* hebben blijkt ook uit het ontbreken van een verpleeg kundige in de begeleidingscommissie van het onderzoek naar de beheer- baarheid van de gezondheidszorg, dat enkeie organisatiebureaus in opdracht van de minister van volksgezondheid uitroeren. Het gaat bij dit onderzoek om zaken, die ons ten nauwste raken, om de manier waarop de verpleegkun digen in de totale organisatie gaan functioneren.' Mevrouw Hamming geeft toe dat de verpleegkundigen zich ook te weinig inzetten voor inspraak bij de politieke besluitvorming. 'Ze zullen zich meer moeten opdringen, actief moeten wor den bij de reorganisatie van de ge zondheidszorg. Als verpleegkundigen invloed willen hebben op de besluit vorming. zullen zc eerst zelf vor een duidelijke taakafbakening moeten zor gen en gezamenlijk de consequenties van het te voeren beleid moeten be spreken.' Vandaag houden leerling-verpleeg- kondigen in Utrecht een demonstra tie, om kracht bij te zetten aan bun wensen voor de opleiding, neergelegd in een zwartboek dat zij de minister van volksgezondheid willen aanbie den. Volgens Harry van Velzen. secre taris van de gebundelde werkgroep van leerling-verpleegkundigen is de opleiding van verpleegkundigen in Nederland 'ziek*. Wat vindt mevrouw Hamming, zelf betrokken bij de oplei ding in ziekenhuis 'Leyenburg' van deze opmerking? 'Ik vind de ontevredenheid van deze groep niet terzake. Een van de klach ten is dat vijftig procent van de leer lingen halverwege de opleiding ver laat, omdat "ze eronder door gaan'. Ik geloof dat er een groot aantal ver schillende motieven zijn om er mee op te houden sommigen zullen de diensten lichamelijk te zwaar vinden, anderen zullen emotioneel niet tegen het werk zijn opgewassen en bo vendien komt het in elk vak voor, dat jongemensen er tijdens de opleiding me, ophouden en een ander vak kie zen. Ik vind de eis dat mannelijke verpleegkundigen vrijstelling van mi litaire dienst moeten kunnen krijgen ook onjuist. Waarom zouden verpleeg kundigen niet in dienst hoeven en an deren wel? Als ze gemotiveerd zijn voor ons werk komen ze heus wel te rug na de diensttijd.' Mevrouw Hamming oordeelt over de klacht van de leerlingen over te wei nig begeleiding: 'Veel ziekenhuizen stellen tegenwoordig begeleiders aan, maar dan komen de leerlingen weer met de kritiek dat ze teveel op de vingers worden gekeken." Mevrouw Hamming meent dat de op leiding in de ziekenhuizen over het algemeen waardevol is. 'Je doet er zo veel mensenkennis, zelfdiscipline, psychologisch inzicht in het omgaan met patiënten, en handigheid op dat er na de opleiding ook veel andere beroepen voor je open staan.' Over de kritisch ingestelde jonge ge neratie verpleegsters en verplegers wil ze nog wel kwijt, dat deze genera tie minder bereid lijkt tot dienstbaar heid dan oudere generaties verpleeg kundigen. 'Vroeger was de bereidheid 'Mensen met mensen in de gezond heidszorg' is het motto van 'Dag van de verpleging 1073', die vandaag wordt gevierd. Sinds 1964 staat In Ne derland op de twaalfde mei, de ge boortedag van Florence Nightingale, de bezinning op de verpleegkunde in het middelpunt van de belangstelling. Deze bezinning komt vandaag onder meer tot uiting in een demonstratie in Utrecht, waar honderden leerling- verpleegkundigen hun wensen op het gebied van de opleiding willen duide lijk maken met het aanbieden van een zwartboek aan de minister van volksgezondheid en milieuhygiëne. Deze demonstratie is slechts een van de symptomen van het ongeveer sinds vijf jaar aan de dag tredende bewust wordingsproces onder de verpleegkun digen over hun eigen plaats in de sa menleving. Voor de politieke bewustwording van de verpleegkundigen werd onlangs ge pleit door mevrouw A. L. M. Ham ming, verpleegkundig adjunct-direc teur van ziekenhuis 'Leyenburg' in Den Haag op een congres van de Ne derlandse Vereniging van Verpleeg kundigen en Ziekenverzorgenden. In nevenstaand interview licht mevrouw Hamming, die tweeëntwintig jaar in de verpleging werkt, haar mening toe. om zonder meer het gezag te accepte ren te groot, maar op het ogenblik slaan we door in het tegenovergestel de: de jonge mensen van nu zijn bij voorbaat agressief en staan bij voor baat gereed om rekenschap te vragen van hun superieuren. Ze zijn heel sterk ik-gericht eri leggen meer na druk op hun rechten dan op hun plichten.' Heeft de kritische benadering van gezag-is-gezag en het voortdurend vra gen naar functie en doel van werk zaamheden, niet de positieve kant dat ze na hun opleiding meer gericht cn gemotiveerd en met meer zelfinitla- tief kunnen werken? "Op langere termijn kan deze houding inderdaad beter zijn en positief wer ken, omdat er gemotiveerde verpleeg kundigen door komen. Maar over 't algemeen vind ik dat de jongeren vaak teveel pretenderen dat ze vol strekt uniek zijn, terwijl ze anderzijds 'n grote kuddegeest laten zien.' Mijn vrouw is die nacht ook om vier uur wakker geworden in haar huis in Rotterdam. Ze keek naar buiten en zag allemaal vliegtuigen landen op de Maas. Zij maakte haar moeder wakkT en vertelde wat ze zag, maar die rea geerde eerst nog heel laconiek met "Je bent zenuwachtig omdat je mor gen trouwt, ga maar gauw weer sla pen'. Het bleken inderdaad vliegboten ;an de Duitsers te zijn, die op de Maas landden. Gelukkig begrepen ze in Rot terdam al gauw dat ik onder deze om standigheden wel niet uit Den Haag zo komen rijden. Mijn vrouw heeft zich toen "s och tends in haar bruidsjurk gekleed en mijn schoonouders ook in feestkledij jaquet en lange jurk en zo zijn ze naar een garage gegaan om een taxi te vragen. De garagehouder had die ochtend echter al twee auto's in puin zien veranderen door beschietingen en was niet van plan nog een derde exemplaar te wagen. Een chauffeur, die mijn aanstaande vrouw goed ken de, zei toen 'Mag ik de familie Lem- kes dan in ieder geval even naar huis brengen?' Dat kon. Eenmaal de straat uit zei hij: Ik breng jullie naar Den Haag, wat er ook gebeuren mag En zo zijn ze via Schiedam en het Westland tenslotte in Delft beland. Na een luchtalarm en beschietingen zijn ze tenslotte met die taxi toch in Rijswijk gekomen. Het was toen al tegen drie uur 's middags. De trouwerij zou om elf uur op het stadhuis zijn. De ambtenaar van de burgeüjke stand, die ik gebeld had. zei 'Kom maar langs, wanneer de bruid gearriveerd is'. De getuigen wa ren inmiddels 's middags ook alweer naar huis gegaan, omdat ze bang wa ren anders volkomen te worden afge sloten van eigen huis en haard. Met veel moeite belandden we tenslot te op een hulpsecretarie, waar we nog tot tweemaal toe de schuilkelders in moesten. Om een uur of vijf waren we eindelijk tóch getrouwd. De recep tie ging niet door. We hebben alleen met een paar mensen een, zoals heer Bommel het noemt, 'eenvoudige doch voedzame maaltijd* genoten in een ho tel, waar we maar gelijk voor onze huwelijksreis zijn gebleven. Mijn schoonouders, die geen andere kleding bij zich hadden, bleven die nacht slapen bij mijn moeder in Den Haag. De volgende dag 11 mei trokken ze nog steeds in feestkle dij gehuld met een taxi naar Rot terdam, maar bleven in Delft steken. Wij hadden inmiddels ome nieuwe woning in Delft al opgezocht, maar we zaten nog niet goed of wel, of daar stonden schoonvader- en moeder nogal onthutst voor onze deur. Ze konden niet naar Rotterdam komen. Die nacht zijn ze bij ons gebleven. De volgende dag 12 mei, eerste pink sterdag kwamen we met z'n vieren om een uur of twaalf op straat schoonouders nog steeds in gala, we konden nergens andere kleren voor hem krijgen om ergens een hapje te gaan eten. Onmiddellijk kwam er een militair aan, die zei hen te moe ten arresteren en naar de commando post in hotel Wilheimina te moeten brengen. Gelukkig ontmoette mijn schoonvader op die post een collega van hem, die reserve-kapitein bleek te zijn. Deze gaf hen een vrijgeleide. Maandag 13 mei tweede pinkster dag - zijn mijn schoonouders nog 'n keer opgepakt en weer vrijgelaten met een vrijgeleide. We dachten dat het leed toen wel geleden zou zijn. maar 's avonds stond er een sergeant met een fors pistool voor de deur, die schreeuwde: 'Woont hier die man in jaquet en die vrouw in die lange jurk? Die moet ik oppakken'. Mijn schoonmoeder lag al in bed. Ze moest zich weer aankleden in de onvermijdelijke lange jurk en daar ging het weer naar hotel Wilheimina, deze keer met het pistool in de rug. Toen hebben ze daar een definitief papier gekregen dat moest aantonen, dat ;:e geen vermomde Duitse para chutisten waren. Met 1001 excuses werden ze toen weer naar huis ge bracht Mijn schoonmoeder was volledig van slag, die was toch altijd al erg ner veus. Maar ja, het was in die dagen een gekkenhuis in Den Haag. Allerlei wilde geruchten deden de ronde over de manieren, waarop de Duitsers zich probeerden onder het volk te mengen. Op dinsdag 14 mei konden mijn schoonouders tenslotte met een post auto meerijden naar Rotterdam. Ze waren om ongeveer één uur thuis en toen begon een kwartiertje later het bombardement op Rotterdam. Ze hebben zich toen nog gauw ver kleed, wat spullen in een koffer ge pakt en zijn het huis weer uit ge gaan. Omdat ze nergens meer een taxi konden krijgen en er verder geen ver voer meer was zijn ze toen weer terug gaan lopen naar ons, in Delft. Onder weg kregen ze van iemand een kin derwagen om de bagage in te zetten. Om zeven uur 's avonds stonden ze weer bij ons voor de deur. De volgende dag is mijn schoonvader weer met de postauto naar Rotterdam gereden. Hij ging naar de Oostzeedijk en zag dat het huis helemaal verwoest was'. A D VER TEN TIE) Zie ook dc pagina's 24,25 cn 26 'De moeilijkste patiënten? Turkse trouwen. Ze verstaan je niet, je moet alles met handen en voeten voordoen, en dat terwijl er vijf of zes landgenoten va.i de kraam vrouw op de grond zitten te jam meren.' Dat gebeurt als een Turkse vrouw moet bevallen, maar met Neder landsen zijn er ook nog wel eens problemen. 'Het is helaas bijna on uitroeibaar dat aanstaande moe ders elkaar met griezelverhalen op jutten.' zegt verloskundige Loes Comelis uit Drunen, die zich in plaats van met een verloskoffertje in de hand met een fraaie beau tycase naar de plaats van het he id spoedt. Zij is een ran de dertig meisjes, die in Mink van Rïjsdijk's 'beroepenboekje' iets vertellen over het vak dat ze hebben geko zen en u-aarin ze zich nog steeds lekker voelen. Daarom heet het boekje ook, ander3 dan de vee!ge bezigde uitdrukking, '12 ambach ten. 13 gelukken'. Het bundeltje is bedoeld als goede raad aan meisjes op vooral huishoudscholen, mavo en havo (nu eens niet zo duur, f 7,50, uitgave J. II. Kok N.V., Kampen), die er nog over piekeren wat ze rui de school moeten doen. Er komen dan ook geen academi sche beroepen in voor. Vóór elk (waar) verhaaltje is aangegeven welke vooropleiding een beroep vraagt en wat er na die opleiding voor mogelijkheden zijn. De verlos- kundige~ kan bijvoorbeeld voor zichzelf gaan werken, in een prak tijk van ziekenhuis of kruisvereni ging of in een ontwikkelingsland. Waarom dit boekje er zo nodig moest komen, vertelt Mink van Rijsdijk (pseudoniem van Miep Wielenga) aan Mary Michondie haar achterin het boekje zelf in terviewt over haar twee beroepen: dat van huisvrouw en publiciste. 'Ik ben geen fel feministe,' zegt ze, 'maar het punt is dat de meeste meisjes niet eens weten wat ze wil len worden. En dan nemen ze in vredesnaam maar het eerste het beste baantje. Terwijl er zulke leu ke beroepen zijn, waar je de nodi ge pret aan kunt beleven." A/ge zien ran de beperkte voorlichting, met name op huishoudschool, mavo en havo, zijn veel meisjes volgens haar opvallend ongemotiveerd om iets leuks te zoeken. En wat fa nou leuk? Mink van Rijsdijk: 'Ik heb voor dit boekje ook een pedicure geïnterviewd en nou trekt mij dat beroep niet bepaald aan: peuteren aan tenen en zo, maar ik merkte wel degelijk dat ze een enorme hoop pret in dat werk had.' De pedicure zelf: 'O ja, er zijn ze ker mensen die niet de moeite ne men eerst hun voeten te wassen voor ze bij mij komen. Nou, dan zie je wel eens wat koor, natuur lijk vind ik dat niet fijn, ik griezel sovis van die voeten, maar ik zeg er Hooit iets ran. 2e weten niet beter, denk ik dan maar.' En: Ik vind het een heerlijk vak. Waar om? Nou. het is toch prettig ie mand van pijn o/ te helpen zodat hij zich tceer normaal kan voortbe wegen.' Andere beroepen die de heoefenaarsters zelf fijn vinden: assistente in een dierenpension ('één keer heb tk een knauw ge had, maar die icas echt niet voor mij bedoeld'), autorij-instructii.ce: 'tk geef ilever aan mannen dan aan vrouwen les'), bejaardenhelp ster ('de dementen vind ik niet griezelig, wel sneu, maar ik toon geen medelijden, daar help je nie mand mee'), stewardess, balletpe dagoge, bloemiste, etaleuse en zo meer. Dat teil allemaal niet zeggen dat de schrijfster van mening is dat ie der meisje ook na haar trouwdag zo nodig haar leven lang een ne venberoep moet hebben. 'Momen teel zijn we bezig de huisvrouw te discrimineren. Er zullen altijd le gio vrouwen zijn, die zich hele maal kunnen uitleven, in puddin gen maken, smymatapijten knopen en de kamer een grote beurt ge ven. Mogen ze alsjeblieft?' Een fabrikant in de Bondsrepubliek heeft voor automobilisten met pech onderweg een setje noodkreet-ballons op de markt gebracht met vier in dringende teksten. In geval van nood kan zo'n automobilist de opvallend gekleurde ballons opblazen en kiezen welke ballon hij op z'n auto wil vast maken: 'ik heb hulp nodig", 'ik heb benzine nodig", 'ik moet gesleept wor den' of 'ik heb een dokter nodig* voorzover hij dan nog tot de vereiste handelingen in staat is natuurlijk. En dan maar afwachten of er iemand wil stoppen. Verenigingen die een goed doel nastreven, stappen meer en meer over op harde methoden om geld voor hun goede doel binnen te ha len. Sommige sturen je een ver zoekje om een kleine als eenmalig gepresenteerde bijdrage en komen dan het jaar daarop een beetje be ledigend met een acceptgirokaart plus kattebelletje in je brievenbus vertellen Jat je de 'vaste' bijdrage voor het nieuwe jaar nog niet be taald hebt, want allemaal kunnen ze heel eenvoudig aan je gironum mer komen, van Roodeschool tot Hii varen beek. Nu is het weer de vereniging Anti Rheuma, die het kapitaal voor een reumabehandelings- en revalidatie centrum onder meer bij elkaar probeert te krijgen door de reke ninghouders van de Amsterdamse gemeentegiro zo'n acceptgirokaart te sturen met daarop een voorge drukte 'gift 1973' van ƒ3. Meer hoeft niet, minder mag blijkbaar niet. Als zo alle ruim driehonderd duizend rekeninghouders drie gulden uit hun tegoed aan de vere niging afstaan, betekent dat bijna een miljoen anti-reuma-guldens. Maar het is de vraag of al die mensen op deze manier willen in gaan op 'ons verzoek, bijgaande ac ceptgirokaart te gebruiken om ons uw gift ad 3 ten behoeve van de rheumatiekbestrijding in Amster dam te doen toekomen.". Dat is geen dringend verzoek meer, maar een dwingend. De 37-jarige Johannes Hess was ia een slecht verlichte woonwijk van de Braziliaanse stad Sao Paulo nèt klaar met het verwisselen van een lekke band, toen een jeugdbende hem aanklampte en zijn polshorlo ge opeiste. Hess weigerde en zei dat het een erfstuk was, waarop een van de diefjes een vlijmscherp mes trok, daarmee de linkerhand van de verbouwereerde man totaal afsneed en. in het duister ver dween. Het horlo- was weg, maar de hand lag gelukkig nog. Hess had nog genoeg tegenwoordigheid van geest om zijn lichaamsdeel in een stuk papier te verpakken, er mee in zijn auto te stappen en naar het zieknhuis te rijden. Na dertien uur opereren zat de hand er weer aan. Volgens de chirurgen heeft Hess zeventig procent kans dat hij zijn linkerhand weer ge woon zal kunnen gebruiken.dwin- gend 'Ja. ik heb hem juist ontslagen. Wat? Welke pandjesbaas?'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 7