Economie te centraal
bij de gezondheidszorg
12 ambachten, 13 gelukken
ballon voor pech onderweg
Ouders van bruid aangezien voor vermomde parachutisten....
Commentaar
Afscheid
Les van Vietnam
Bromfietser iaat zich
geen teen aannaaien
Op hulp-secretarie
tweemaal de
schuilkelders in
Verpleegkundige mevrouw Hamming:
'DAG
VAN
DE
VERPLEGING'
dwingend
onthand
TROUW/KWARTET ZATERDAG 12 MEI 3973
BEVNEXLAND/COMMENTAAR
T5/K7
Van een onzer verslaggeefsters
BUSSUM Drieëndertig jaar ge
leden om precies te zijn op 10
mei 1940 trouwden de nu 58-
jarige ir. J. S- Woldringh en zijn
vrouw, de nu 56-jarige mevrouw
L. Woldringh-Lemkes in Den
Haag. Dat deze dag echt een on
vergetelijke dag is geworden
zoals overigens van alle trouwda
gen gezegd wordt is eigenlijk
niet zozeer toe te schrijven aan
het feit, dat er die dag een trou
werij was, maar meer aan de om
standigheden waaronder die trou
werij op deze dag, dat de Duitsers
ons land binnenvielen, na enorm
vec\ stagnaties en moeilijkheden
tóch doorging en nog méér aan
het feit, dat de ouders van de
bruid tot driemaal toe gearres
teerd werden omdat men hen
de man in jaquet met hoge hced
en de vrouw in een lange japon p-
aanzag voor vermomde* Duitse
parachutisten.
M
Ir. J. S. Woldringh en mevrouw L. Woldringh-Lemkes: op 10 mei '40
eindelijk om vijf uur 's middags getrouwd
Onderzoek
Minder dienstbaar
Taxi.
onderredocfevani loessmif
Vele bezigheden in dit leven zijn hard
cn ondankbaar, maar van de politiek
geldt dat soms in meer dan gemiddel
de mate. Dat ervaart deter dagen in
het bijzonder het thans afgetreden ka-
bi- "t-Biesheuvcl. Slechts twee minis
ters uit dat kabinet zijn goed of pro
gressief genoeg bevonden om deel uit
te maken van het nieuwe, dat gisteren
zijn werk is begonnen. Dat weerspie
geit iets van de niet altijd billijke kri
tiek en de verguizing die het kabinet-
Biesheuvel soms heeft moeten verdu
ren.
Het is een kabinet geweest, waarin de
meeste ministers met aanzienlijke be
kwaamheid goed werk hebben gedaan.
Figuren als Neiisscn, Geertsema,
Langman, Udink, Boertien, Schmelzer
en Biesheuvel zelf verdienen het, dat
met erkentelijkheid en respect afscheid
van hen wordt genomen.
Dat de coalitie-Biesheuvel is mislukt,
is deels te wijten aan dc eigengereid
heid van de kleinste partner in het ge
zelschap, deels aan het feit dat ook de
overige partijen waarop dit kabin
steunde, niet steeds voldoende eens-
geestes waren, maar ook aan het wan
trouwen van groetende groepen uit de
bevolking. Dat een kabinet het veld
ruimt, wanneer dit wantrouwen bij
verkiezingen duidelijk tot uitdrukking
komt, is normaal cn gezond in een
parlementaire democratie. Maar dat
hoeft ons de ogen nog niet te doen
sluiten voor het feit, dat dit wantrou
wen niet alleen op zakelijke ovcrwc-
gmgen berustte, maar tevens op onre
delijke sentimenten.
Zo niet van alle, dan toch van een
aantal ministers uit het kabinet-Bies
heuvel kan worden gezegd, dat ze on
voldoende kans hebben gekregen om
te laten zien, wat ze waard waren.
Daarom zal het einde van dit kabinet
ook door menigeen die het optreden
van de prille ploeg-Den Uyl niet met
vijandigheid gadeslaat, als onbevredi
gend worden ervaren.
Tussen eind januari en eind april van
dit jaar heeft de Amerikaanse lucht
macht ruim 12.000 bombardements-
vluchten boven Cambodja uitgevoerd.
Daarbij is een regen van bijna 83.000
ton bommen neergedaald. Hoeveel
mensenlevens deze acties hebben ge-
eist, is minder nauwkeurig bekend dan
wat ze Amerika hebben gekost aan
geld (ongeveer 160 miljoen dollar) en
aan kerosine: voor een retourtje naar
Cambodja verbruikt een luchtreus van
het type B-52 evenveel brandstof als
een doorsnee-auto nodig heeft voor
•een rit van ruim anderhalf miljoen ki
lometer.
Waartoe deze verwoestende verkwis
ting? Omdat, zodra Amerika ermee
ophoudt, het pro-Amerikaanse bc-
wind-Lon Kol door zijn tegenstanders,
de met steun van Hanoi opererende
Rode Khmers, van de kaart wordt ge
veegd. Dat is althans de mening van
de Amerikaanse regering. De vraag o£
ze juist is cn er is enige reden om
daaraan te twijfelen is minder be
langrijk dan de verwachting, dat. als
de Amerikaanse regering dit standpunt
handhaaft, zc binnen afzienbare tijd
verwikkeld dreigt te raker, in een
tweede Vietnam: een barbaarse uitput
tingsslag ter verdediging van een regi
me dat in eigen land minder suppor
ters vindt dan in de Verenigde Staten.
Gelukkig blijkt dit vooruitzicht ook
Amerikaanse politici die tijdens de
Vietnam-oorlog altijd achter hun rege
ring hebben gestaan, af te schrikken.
Een bewijs daarvan is het besluit van
het Huis van Afgevaardigden, tegen
de uitgave van belastinggeld voor de
bombardementen in Cambodja te
stemmen. Dit betekent niet, dat die
bombardementen nu niet meer gefi
nancierd kunnen worden. De regering
vindt daar vvcl een oplossing voor.
Maar het betekent wèl, dat niet alleen
dc altijd al wat eigenzinnige Senaat,
maar dc meerderheid van het gehele
Amerikaanse Congres uit het drama-
Vietnam een belangrijke les heeft ge
trokken. Een les die de commentator
Walter Lippmann in een interview dat
wij vandaag afdrukken, als volgt om
schrijft: een oorlog die door het Ame
rikaanse volk niet als een strijd voor
het vaderland wordt ervaren, kan door
een regering in Washington niet mee.
worden gevoerd. Het wordt tijd, dat
ook de rcgering-Nixon dit gaat inzien
niet aiieen, maar cr ook consequenties
uit trekt.
TILBURG Na het regelen
van de schade van een botsing
tussen een auto en een brom
fiets in Tilburg bleef gisteren op
de plaats van het ongeluk een
teen liggen. De bromfietser, een
21-Jarige inwoner van Tilburg,
merkte eerst thuis dat hij hem
kwijt was, HIJ wilde niet meer
naar het ziekenhuis om de teen
te laten aanhechten.
"rouwerij ging 10 mei 40
na veel soesa tóch door
Ir. Woldringh rustig is zijn Bus-
sumse woning gezeten herinnert
zich de toestanden op die tiende mei
nog heel goed. 'We zouden op 10 mei
1940 trouwen. Dat stond al een paar
maanden van tevoren vast. Ik was af
gestudeerd in Delft, we hadden een
huis, ook in Delft, dus niets stond
meer in de weg. We wisten natuurlijk
wel, dat we in een sombere, dreigen
de tijd trouwden de oorlog tussen
Duitsland en Engeland en Frankrijk
was immers al bezig maar we kon
den niet vermoeden hoe snel we er
zelf ook m iddenin zouden zitten.
We zouden in Den Haag trouwen, om
dat de meeste familie en kennissen
daar woonden. Ik zou mijn vrouw en
haar ouders 's ochtends met de auto
uit Rotterdam halen, waar zij aan de
Oostzeedijk, vlakbij de Maasbruggen,
woonden, 's Nachts, om een uur of
vier, werd ik wakker van de vliegtui
gen. Er werd toen een bombardement
op het vliegveld Ypenburg uitgevoerd.
Om vijf uur lag er een blok verder al
een neergeschoten Duits vliegtuig op
de grond. In en rondom Den Haag
werd druk gevochten door de Duitse
militairen, die op Ypenburg en Oc-
kenburg gedropt waren. Het was wel
duidelijk, dat onze huwelijksdag tege
lijkertijd het begin van de oorlog in
Nederland was. Ik heb onmiddellijk
besloten die ochtend niét naar Rotter
dam te rijden. Maar goed ook, want
ik was daar waarschijnlijk toch nooit
aangekomen. De weger» rondom Den
Haag en Delft stonden vol met Duitse
vliegtuigen, die deze wegen als lan
dingsbanen hadden gebruikt. Opbellen
naar het huis van mijn aanstaande
vrouw was ook niet meer mogelijk,
want alle telefoonverbindingen waren
onmiddellijk verbroken. Alleen een
oom van me. die kolonel was, had uit
hoofde van zijn functie nog een tele
foonverbinding.
Van een onzer verslaggevers
DEN HAAG 'Verpleegkundigen, die de bewakers zijn van de zorg rond de patiënt, moeten be
trokken worden bij politieke beslissingen voor de gezondheidszorg. Op het ogenblik worden deze
beslissingen hoofdzakelijk ingegeven door financieel-economische factoren, terwijl de zorg voor de
zieke mens juist moet worden bepaald door niet-economische overwegingen."
Kan mevrouw Hamming voorbeel
den noemen van de 'afwezigheid' van
de verpleegkundigen in de politieke
besluitvorming?
'Het hele abortus-vraagstuk is een po
litieke zaak geworden, terwijl wan
neer ooit de beslissing valt wij daar
mee moeten werken. Politici maken
uit wat ex moet gebeuren, maar de
verpleegkundigen die dagelijks bij ab
ortus en andere problemen in aanra
king komen, worden niet gehoord.
Het is zo dat de wetgeving het gevotg
is van de belichting van een pro
bleem, van wijziging van normen en
inzichten. Maar juist in dat voorstadi
um mag de verpleegkundige niet zwij
gen."
'Een ander voorbeeld: een onduide
lijkheid in beroepsopvatting of in ge
dragscode, met name in de psychiatri
sche inrichtingen kan de overheid
doen ingrijpen. Er worden vragen in
de Kamer gesteld, zoals dat het laat
ste jaar dikwijls is gebeurd en deze
vragen leidden dan tot een onderzoek
van een organisatiebureau ingescha
keld door de minister. Inspraak of
uitspraken van verpleegkundigen spe
len hierbij zelden een rol.'
'De opvatting dat verpleegkundigen
'doen wat ze gezegd wordt' en dat ze
'geen eigen gezicht* hebben blijkt ook
uit het ontbreken van een verpleeg
kundige in de begeleidingscommissie
van het onderzoek naar de beheer-
baarheid van de gezondheidszorg, dat
enkeie organisatiebureaus in opdracht
van de minister van volksgezondheid
uitroeren. Het gaat bij dit onderzoek
om zaken, die ons ten nauwste raken,
om de manier waarop de verpleegkun
digen in de totale organisatie gaan
functioneren.'
Mevrouw Hamming geeft toe dat de
verpleegkundigen zich ook te weinig
inzetten voor inspraak bij de politieke
besluitvorming. 'Ze zullen zich meer
moeten opdringen, actief moeten wor
den bij de reorganisatie van de ge
zondheidszorg. Als verpleegkundigen
invloed willen hebben op de besluit
vorming. zullen zc eerst zelf vor een
duidelijke taakafbakening moeten zor
gen en gezamenlijk de consequenties
van het te voeren beleid moeten be
spreken.'
Vandaag houden leerling-verpleeg-
kondigen in Utrecht een demonstra
tie, om kracht bij te zetten aan bun
wensen voor de opleiding, neergelegd
in een zwartboek dat zij de minister
van volksgezondheid willen aanbie
den. Volgens Harry van Velzen. secre
taris van de gebundelde werkgroep
van leerling-verpleegkundigen is de
opleiding van verpleegkundigen in
Nederland 'ziek*. Wat vindt mevrouw
Hamming, zelf betrokken bij de oplei
ding in ziekenhuis 'Leyenburg' van
deze opmerking?
'Ik vind de ontevredenheid van deze
groep niet terzake. Een van de klach
ten is dat vijftig procent van de leer
lingen halverwege de opleiding ver
laat, omdat "ze eronder door gaan'. Ik
geloof dat er een groot aantal ver
schillende motieven zijn om er mee
op te houden sommigen zullen de
diensten lichamelijk te zwaar vinden,
anderen zullen emotioneel niet tegen
het werk zijn opgewassen en bo
vendien komt het in elk vak voor, dat
jongemensen er tijdens de opleiding
me, ophouden en een ander vak kie
zen. Ik vind de eis dat mannelijke
verpleegkundigen vrijstelling van mi
litaire dienst moeten kunnen krijgen
ook onjuist. Waarom zouden verpleeg
kundigen niet in dienst hoeven en an
deren wel? Als ze gemotiveerd zijn
voor ons werk komen ze heus wel te
rug na de diensttijd.'
Mevrouw Hamming oordeelt over de
klacht van de leerlingen over te wei
nig begeleiding: 'Veel ziekenhuizen
stellen tegenwoordig begeleiders aan,
maar dan komen de leerlingen weer
met de kritiek dat ze teveel op de
vingers worden gekeken."
Mevrouw Hamming meent dat de op
leiding in de ziekenhuizen over het
algemeen waardevol is. 'Je doet er zo
veel mensenkennis, zelfdiscipline,
psychologisch inzicht in het omgaan
met patiënten, en handigheid op dat
er na de opleiding ook veel andere
beroepen voor je open staan.'
Over de kritisch ingestelde jonge ge
neratie verpleegsters en verplegers
wil ze nog wel kwijt, dat deze genera
tie minder bereid lijkt tot dienstbaar
heid dan oudere generaties verpleeg
kundigen. 'Vroeger was de bereidheid
'Mensen met mensen in de gezond
heidszorg' is het motto van 'Dag van
de verpleging 1073', die vandaag
wordt gevierd. Sinds 1964 staat In Ne
derland op de twaalfde mei, de ge
boortedag van Florence Nightingale,
de bezinning op de verpleegkunde in
het middelpunt van de belangstelling.
Deze bezinning komt vandaag onder
meer tot uiting in een demonstratie
in Utrecht, waar honderden leerling-
verpleegkundigen hun wensen op het
gebied van de opleiding willen duide
lijk maken met het aanbieden van
een zwartboek aan de minister van
volksgezondheid en milieuhygiëne.
Deze demonstratie is slechts een van
de symptomen van het ongeveer sinds
vijf jaar aan de dag tredende bewust
wordingsproces onder de verpleegkun
digen over hun eigen plaats in de sa
menleving.
Voor de politieke bewustwording van
de verpleegkundigen werd onlangs ge
pleit door mevrouw A. L. M. Ham
ming, verpleegkundig adjunct-direc
teur van ziekenhuis 'Leyenburg' in
Den Haag op een congres van de Ne
derlandse Vereniging van Verpleeg
kundigen en Ziekenverzorgenden. In
nevenstaand interview licht mevrouw
Hamming, die tweeëntwintig jaar in
de verpleging werkt, haar mening toe.
om zonder meer het gezag te accepte
ren te groot, maar op het ogenblik
slaan we door in het tegenovergestel
de: de jonge mensen van nu zijn bij
voorbaat agressief en staan bij voor
baat gereed om rekenschap te vragen
van hun superieuren. Ze zijn heel
sterk ik-gericht eri leggen meer na
druk op hun rechten dan op hun
plichten.'
Heeft de kritische benadering van
gezag-is-gezag en het voortdurend vra
gen naar functie en doel van werk
zaamheden, niet de positieve kant dat
ze na hun opleiding meer gericht cn
gemotiveerd en met meer zelfinitla-
tief kunnen werken?
"Op langere termijn kan deze houding
inderdaad beter zijn en positief wer
ken, omdat er gemotiveerde verpleeg
kundigen door komen. Maar over 't
algemeen vind ik dat de jongeren
vaak teveel pretenderen dat ze vol
strekt uniek zijn, terwijl ze anderzijds
'n grote kuddegeest laten zien.'
Mijn vrouw is die nacht ook om vier
uur wakker geworden in haar huis in
Rotterdam. Ze keek naar buiten en
zag allemaal vliegtuigen landen op de
Maas. Zij maakte haar moeder wakkT
en vertelde wat ze zag, maar die rea
geerde eerst nog heel laconiek met
"Je bent zenuwachtig omdat je mor
gen trouwt, ga maar gauw weer sla
pen'.
Het bleken inderdaad vliegboten ;an
de Duitsers te zijn, die op de Maas
landden. Gelukkig begrepen ze in Rot
terdam al gauw dat ik onder deze om
standigheden wel niet uit Den Haag
zo komen rijden.
Mijn vrouw heeft zich toen "s och
tends in haar bruidsjurk gekleed en
mijn schoonouders ook in feestkledij
jaquet en lange jurk en zo zijn
ze naar een garage gegaan om een taxi
te vragen. De garagehouder had die
ochtend echter al twee auto's in puin
zien veranderen door beschietingen
en was niet van plan nog een derde
exemplaar te wagen. Een chauffeur,
die mijn aanstaande vrouw goed ken
de, zei toen 'Mag ik de familie Lem-
kes dan in ieder geval even naar huis
brengen?' Dat kon.
Eenmaal de straat uit zei hij: Ik
breng jullie naar Den Haag, wat er
ook gebeuren mag En zo zijn ze via
Schiedam en het Westland tenslotte
in Delft beland. Na een luchtalarm en
beschietingen zijn ze tenslotte met die
taxi toch in Rijswijk gekomen. Het
was toen al tegen drie uur 's middags.
De trouwerij zou om elf uur op het
stadhuis zijn. De ambtenaar van de
burgeüjke stand, die ik gebeld had.
zei 'Kom maar langs, wanneer de
bruid gearriveerd is'. De getuigen wa
ren inmiddels 's middags ook alweer
naar huis gegaan, omdat ze bang wa
ren anders volkomen te worden afge
sloten van eigen huis en haard.
Met veel moeite belandden we tenslot
te op een hulpsecretarie, waar we nog
tot tweemaal toe de schuilkelders in
moesten. Om een uur of vijf waren
we eindelijk tóch getrouwd. De recep
tie ging niet door. We hebben alleen
met een paar mensen een, zoals heer
Bommel het noemt, 'eenvoudige doch
voedzame maaltijd* genoten in een ho
tel, waar we maar gelijk voor onze
huwelijksreis zijn gebleven.
Mijn schoonouders, die geen andere
kleding bij zich hadden, bleven die
nacht slapen bij mijn moeder in Den
Haag. De volgende dag 11 mei
trokken ze nog steeds in feestkle
dij gehuld met een taxi naar Rot
terdam, maar bleven in Delft steken.
Wij hadden inmiddels ome nieuwe
woning in Delft al opgezocht, maar
we zaten nog niet goed of wel, of
daar stonden schoonvader- en moeder
nogal onthutst voor onze deur. Ze
konden niet naar Rotterdam komen.
Die nacht zijn ze bij ons gebleven. De
volgende dag 12 mei, eerste pink
sterdag kwamen we met z'n vieren
om een uur of twaalf op straat
schoonouders nog steeds in gala, we
konden nergens andere kleren voor
hem krijgen om ergens een hapje
te gaan eten. Onmiddellijk kwam er
een militair aan, die zei hen te moe
ten arresteren en naar de commando
post in hotel Wilheimina te moeten
brengen. Gelukkig ontmoette mijn
schoonvader op die post een collega
van hem, die reserve-kapitein bleek te
zijn. Deze gaf hen een vrijgeleide.
Maandag 13 mei tweede pinkster
dag - zijn mijn schoonouders nog 'n
keer opgepakt en weer vrijgelaten
met een vrijgeleide. We dachten dat
het leed toen wel geleden zou zijn.
maar 's avonds stond er een sergeant
met een fors pistool voor de deur, die
schreeuwde: 'Woont hier die man in
jaquet en die vrouw in die lange
jurk? Die moet ik oppakken'.
Mijn schoonmoeder lag al in bed. Ze
moest zich weer aankleden in de
onvermijdelijke lange jurk en daar
ging het weer naar hotel Wilheimina,
deze keer met het pistool in de rug.
Toen hebben ze daar een definitief
papier gekregen dat moest aantonen,
dat ;:e geen vermomde Duitse para
chutisten waren. Met 1001 excuses
werden ze toen weer naar huis ge
bracht
Mijn schoonmoeder was volledig van
slag, die was toch altijd al erg ner
veus. Maar ja, het was in die dagen
een gekkenhuis in Den Haag. Allerlei
wilde geruchten deden de ronde over
de manieren, waarop de Duitsers zich
probeerden onder het volk te mengen.
Op dinsdag 14 mei konden mijn
schoonouders tenslotte met een post
auto meerijden naar Rotterdam. Ze
waren om ongeveer één uur thuis en
toen begon een kwartiertje later
het bombardement op Rotterdam.
Ze hebben zich toen nog gauw ver
kleed, wat spullen in een koffer ge
pakt en zijn het huis weer uit ge
gaan. Omdat ze nergens meer een taxi
konden krijgen en er verder geen ver
voer meer was zijn ze toen weer terug
gaan lopen naar ons, in Delft. Onder
weg kregen ze van iemand een kin
derwagen om de bagage in te zetten.
Om zeven uur 's avonds stonden ze
weer bij ons voor de deur.
De volgende dag is mijn schoonvader
weer met de postauto naar Rotterdam
gereden. Hij ging naar de Oostzeedijk
en zag dat het huis helemaal verwoest
was'.
A D VER TEN TIE)
Zie ook dc pagina's
24,25 cn 26
'De moeilijkste patiënten? Turkse
trouwen. Ze verstaan je niet, je
moet alles met handen en voeten
voordoen, en dat terwijl er vijf of
zes landgenoten va.i de kraam
vrouw op de grond zitten te jam
meren.'
Dat gebeurt als een Turkse vrouw
moet bevallen, maar met Neder
landsen zijn er ook nog wel eens
problemen. 'Het is helaas bijna on
uitroeibaar dat aanstaande moe
ders elkaar met griezelverhalen op
jutten.' zegt verloskundige Loes
Comelis uit Drunen, die zich in
plaats van met een verloskoffertje
in de hand met een fraaie beau
tycase naar de plaats van het he id
spoedt. Zij is een ran de dertig
meisjes, die in Mink van Rïjsdijk's
'beroepenboekje' iets vertellen
over het vak dat ze hebben geko
zen en u-aarin ze zich nog steeds
lekker voelen. Daarom heet het
boekje ook, ander3 dan de vee!ge
bezigde uitdrukking, '12 ambach
ten. 13 gelukken'. Het bundeltje is
bedoeld als goede raad aan meisjes
op vooral huishoudscholen, mavo
en havo (nu eens niet zo duur,
f 7,50, uitgave J. II. Kok N.V.,
Kampen), die er nog over piekeren
wat ze rui de school moeten doen.
Er komen dan ook geen academi
sche beroepen in voor. Vóór elk
(waar) verhaaltje is aangegeven
welke vooropleiding een beroep
vraagt en wat er na die opleiding
voor mogelijkheden zijn. De verlos-
kundige~ kan bijvoorbeeld voor
zichzelf gaan werken, in een prak
tijk van ziekenhuis of kruisvereni
ging of in een ontwikkelingsland.
Waarom dit boekje er zo nodig
moest komen, vertelt Mink van
Rijsdijk (pseudoniem van Miep
Wielenga) aan Mary Michondie
haar achterin het boekje zelf in
terviewt over haar twee beroepen:
dat van huisvrouw en publiciste.
'Ik ben geen fel feministe,' zegt ze,
'maar het punt is dat de meeste
meisjes niet eens weten wat ze wil
len worden. En dan nemen ze in
vredesnaam maar het eerste het
beste baantje. Terwijl er zulke leu
ke beroepen zijn, waar je de nodi
ge pret aan kunt beleven." A/ge
zien ran de beperkte voorlichting,
met name op huishoudschool, mavo
en havo, zijn veel meisjes volgens
haar opvallend ongemotiveerd om
iets leuks te zoeken. En wat fa nou
leuk? Mink van Rijsdijk: 'Ik heb
voor dit boekje ook een pedicure
geïnterviewd en nou trekt mij dat
beroep niet bepaald aan: peuteren
aan tenen en zo, maar ik merkte
wel degelijk dat ze een enorme
hoop pret in dat werk had.'
De pedicure zelf: 'O ja, er zijn ze
ker mensen die niet de moeite ne
men eerst hun voeten te wassen
voor ze bij mij komen. Nou, dan
zie je wel eens wat koor, natuur
lijk vind ik dat niet fijn, ik griezel
sovis van die voeten, maar ik zeg
er Hooit iets ran. 2e weten niet
beter, denk ik dan maar.' En: Ik
vind het een heerlijk vak. Waar
om? Nou. het is toch prettig ie
mand van pijn o/ te helpen zodat
hij zich tceer normaal kan voortbe
wegen.' Andere beroepen die de
heoefenaarsters zelf fijn vinden:
assistente in een dierenpension
('één keer heb tk een knauw ge
had, maar die icas echt niet voor
mij bedoeld'), autorij-instructii.ce:
'tk geef ilever aan mannen dan
aan vrouwen les'), bejaardenhelp
ster ('de dementen vind ik niet
griezelig, wel sneu, maar ik toon
geen medelijden, daar help je nie
mand mee'), stewardess, balletpe
dagoge, bloemiste, etaleuse en zo
meer.
Dat teil allemaal niet zeggen dat
de schrijfster van mening is dat ie
der meisje ook na haar trouwdag
zo nodig haar leven lang een ne
venberoep moet hebben. 'Momen
teel zijn we bezig de huisvrouw te
discrimineren. Er zullen altijd le
gio vrouwen zijn, die zich hele
maal kunnen uitleven, in puddin
gen maken, smymatapijten knopen
en de kamer een grote beurt ge
ven. Mogen ze alsjeblieft?'
Een fabrikant in de Bondsrepubliek heeft voor automobilisten met pech
onderweg een setje noodkreet-ballons op de markt gebracht met vier in
dringende teksten. In geval van nood kan zo'n automobilist de opvallend
gekleurde ballons opblazen en kiezen welke ballon hij op z'n auto wil vast
maken: 'ik heb hulp nodig", 'ik heb benzine nodig", 'ik moet gesleept wor
den' of 'ik heb een dokter nodig* voorzover hij dan nog tot de vereiste
handelingen in staat is natuurlijk. En dan maar afwachten of er iemand
wil stoppen.
Verenigingen die een goed doel
nastreven, stappen meer en meer
over op harde methoden om geld
voor hun goede doel binnen te ha
len. Sommige sturen je een ver
zoekje om een kleine als eenmalig
gepresenteerde bijdrage en komen
dan het jaar daarop een beetje be
ledigend met een acceptgirokaart
plus kattebelletje in je brievenbus
vertellen Jat je de 'vaste' bijdrage
voor het nieuwe jaar nog niet be
taald hebt, want allemaal kunnen
ze heel eenvoudig aan je gironum
mer komen, van Roodeschool tot
Hii varen beek.
Nu is het weer de vereniging Anti
Rheuma, die het kapitaal voor een
reumabehandelings- en revalidatie
centrum onder meer bij elkaar
probeert te krijgen door de reke
ninghouders van de Amsterdamse
gemeentegiro zo'n acceptgirokaart
te sturen met daarop een voorge
drukte 'gift 1973' van ƒ3. Meer
hoeft niet, minder mag blijkbaar
niet. Als zo alle ruim driehonderd
duizend rekeninghouders drie
gulden uit hun tegoed aan de vere
niging afstaan, betekent dat bijna
een miljoen anti-reuma-guldens.
Maar het is de vraag of al die
mensen op deze manier willen in
gaan op 'ons verzoek, bijgaande ac
ceptgirokaart te gebruiken om ons
uw gift ad 3 ten behoeve van de
rheumatiekbestrijding in Amster
dam te doen toekomen.". Dat is
geen dringend verzoek meer, maar
een dwingend.
De 37-jarige Johannes Hess was ia
een slecht verlichte woonwijk van
de Braziliaanse stad Sao Paulo nèt
klaar met het verwisselen van een
lekke band, toen een jeugdbende
hem aanklampte en zijn polshorlo
ge opeiste. Hess weigerde en zei
dat het een erfstuk was, waarop
een van de diefjes een vlijmscherp
mes trok, daarmee de linkerhand
van de verbouwereerde man totaal
afsneed en. in het duister ver
dween.
Het horlo- was weg, maar de
hand lag gelukkig nog. Hess
had nog genoeg tegenwoordigheid
van geest om zijn lichaamsdeel in
een stuk papier te verpakken, er
mee in zijn auto te stappen en
naar het zieknhuis te rijden. Na
dertien uur opereren zat de hand
er weer aan. Volgens de chirurgen
heeft Hess zeventig procent kans
dat hij zijn linkerhand weer ge
woon zal kunnen gebruiken.dwin-
gend
'Ja. ik heb hem juist ontslagen. Wat? Welke pandjesbaas?'