Je zou ze naar een voorlopig Prof. Roscam Abbing over de ethiek van de inkomensverdeling BeroepingSf werk Trouw Kwartet TROUW/KWAKTET ZATERDAG 26 MEI 1973 KERK T2/K2 door Huub Elzerman GRONINGEN - Hoe groot mag het verschil in inkomen zijn? Hoeveel mag de een meer verdienen dan de ander? De ongelijkheid is voor sommige mensen een soort natuurlijk gegeven. Maar bij het leren kennen van bijvoorbeeld de toestanden in de derde wereld slaat de meesten toch wel de schrik om het hart. door A. J. Klei Op 15 en 16 juni houden de hervormde en de gereformeer de synode in de Utrechtse Lu* kaskerk een gemeenschappelij ke vergadering, Grote gebeur tenissen werpen hun schaduw vooruit en jawel hoor. er is al een parmantig rapport versche nen waarin een hervormde en een gereformeerde dominee uitgebreid hun zegje doen over het 'Samen op weg'-zijn van hun kerken. De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordls Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: J. Tamminga. Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers; N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020 - 220383. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Mldd. Bank (rek.nr, 69 73 60 768).. Gem.giro X 500. Hoeveel mag de eer méér verdienen dan de ander? Tal van economen hebben in de afge lopen jaren geprobeerd te verklaren hoe de ongelijkheid in inkomen tot stand is gekomen, maar lang niet al len hebben zich uitgesproken over de meest wenselijke verdeling van de welvaart. Waar ligt de grens? Moet ie dereen in principe een gelijk inkomen hebben of moet iedereen maar graai en wat er te graaien valt? Eigenlijk is het niet zo verwonderlijk dat de meeste economen hier hebben gezwe gen of dat zij zijn teruggevallen op een persoonlijk waarde-oordeel, want de vraag naar de meest wenselijke ver deling is geen economische, maar een ethische vraag. De moeilijkheid is al leen dat de meeste ethici met een wij ze boog om het probleem van de rechtvaardige inkomensverdeling zijn heen gelopen. Aan deze situatie is, al thans voor wat het Nederlandse taal gebied betreft een eind gekomen, nu een ethicus de moeite heeft genomen om zich voldoende in de economische wetenschap te verdiepen om tot een afgerond oordeel te komen over het hete haagijzer van de ongelijke verde ling vai< welvaart en welzijn. De Gro ninger ethicus prof. dr. P. J. Roscam Abbing komt met "zijn boek 'Ethiek van de inkomensverdeling' als geroe pen, Hij zal weliswaar niet vermoed hebben dat hij na vijf jaar schrijven zijn pennevrucht op een hoogst actu eel moment op de markt zou brengen. Maar wie kon het bevroeden dat vak bonden en werkgevers zich juist nu na het heftigste naoorlogse ar beidsconflict aan een studie over het inkomensbeleid zouden zetten? Het is waar dat pfof. Roscam Abbing zich niet uitlaat over de technische uitwerking van een inkomenspolitiek, hij levert wel een principiële, funda mentele bijdrage over de vraag hoe de onverantwoorde ongelijkheid de wereld uitgeholpen kan worden. Zijn kernvraag is: hoe krijgen we een inkomensverdeling, die niet het ge volg is Van het egoïstisch streven van iedere mens, maar van het streven naar sociale rechtvaardigheid? En daar moet onmiddellijk aan worden toegevoegd, dat de vraag naar de soci ale rechtvaardigheid vraagt om een totale benadering van wat misschien verdeelbaar is. Zoals gezegd niemand weet precies hoeveeb iemand mag ver dienen of hoeveel méér dan een ander hij mag vergaren. In dit licht bezien is ook het looneonfiict van de afgelo pen maanden hoogst merkwaardig. Vakbonden en werkgevers zijn achter af tot de conclusie gekomen, dat het beter is de zaak eens te bestuderen. 'Dat is inderdaad merkwaardig', geeft prof. Roscam Abbing toe, wanneer hij op ons verzoek een toelichting geeft op zijn zojuist verschenen boek. In zijn werkkamer, te midden van zijn vele al dan niet zelf geschreven boeken, praat de hoogleraar 'bijbeise godgeleerdheid, praktische godgeleerd heid met de daarbij vereiste oefenin gen en de christelijke zedenkunde' over de actuele sociaal-economische problemen, oyer de hoofdlijnen van zijn boek en over de overigens nog spaarzame kritiek die op zijn boei ende visie geleverd is. Prof. Roscam Abbing; 'Vooral met de kritiek van prof. Pen ben ik blij. Hij erkent in feite de logische opbouw en Een sleutelbegrip in de visie van de Groninger ethicus prof. dr. P. J. Ros cam Abbing op een rechtvaardiger inkomensbeleid is zijn opvatting over de aard van het loon. Volgens de gangbare visie ziet men loon als betaling van een arbeidsprestatie. De werknemer levert arbeid en de werkgever geeft in ruil daarvoor geld. Het gaat dan om een ruil, ge lijk oversteken, eventueel contractu eel vastgelegd. Elk zorgt er dan ook voor een zo goed mogelijke ruil te doen. De arbeider verkoopt zijn ar beid zo duur mogelijk, de werkgever koopt diens arbeid zo goedkoop mo gelijk. Ook als elk van beide part ners niet zijn eigenbelang maximaal mag of wil nastreven, blijft toch de ruilidee allesbeheersend. Prof. Roscam Abbing noemt dat ethisch niet aanvaardbaar. Arbeid is niet geiijk aan koopwaar. De werk gever mag de arbeid niet zo zien, omdat hij dan alleen de arbeid en niet de arbeider aanziet, omdat hij dan de tussenmenselijke relatie ont kent en daardoor onmenselijk wordt Hij zou dan onbewogen ie mand op een hongerloon mogen la ten werken ei mogen ontslaan zodra hem dat voordelig uitkomt En de werknemer mag zijn arbeid at even min onder dit gezichtspunt bezien. Als het goed is, arbeidt hij niet slechts voor zichzelf (en eventueel voor zijn gezin), maar voor de ge meenschap (inclusief zichzelf en zijn gezin). Als de werknemer met zijn arbeid niet op het belang van de ge meenschap is ingesteld, negeert ook hij de tussenmenselijke relatie en wordt ook hij onmenselijk. In een ethisch ingestelde en geordende sa menleving arbeiden allen terwille van allen, en kunnen zodoende allen van de vruchten van die arbeid pro fiteren. In feite is de visie dat ar beid geen ruil is en dat het on- rechtvaardig is om de economische waarde van iemands werk bij de loonbepaling te laten meespelen, het fundament van Roscam Abbing's 'E- thiek van de inkomensverdeling) AI zijn stellingen vloeien logisch voort uit deze grondstelling. 'Ethiek van de inkomensverdeling', door prof. dr. P. 3. Roscam Abbing. Uitg. Kluwer te Deventer. 547 blz. Prijs 65,-. samenhang v?n mijn boek. Daar ben ik blij mee, <>mdat ethici er nu een maal snel op worden aangekeken te veel vanuit idealen te redeneren en met met beide voeten op de grond te staan". Denkt U dat het akkoord tussen de industriebonden en de industriële werkgevers een aanloop kan vormen voor een inkomensherverdeling? Aoo- ral omdat nu ook de drie vakcentrales zich op het standpunt hebben gesteld dat de cao tot alle werknemers dient te worden uitgebreid en dat er vol gend Jaar zo wel een minimum als een maximum In de prijscompensatie moet komen? 'Ik ben er van overtuigd dat de bon den met het stellen van deze eisen streven naar afschaffing van onaan vaardbare en niet te verdedigen ver schillen in inkomen. Vooral de uit breiding van het cao-gebied ook al vallen de vrije beroepsoefenaren daar nog steeds buiten vind ik belang rijk. Op deze manier kan de greep van de overheid op de loonvorming worden verstevigd. Ik heb wel bezwaar tegen het kader waarbinnen het streven naar inko mensnivellering zich afspeelt Werkge vers en werknemers staan als twee be langengroepen tegenover elkaar. De sterkste en dat wil zeggen degene met de grootste weerstandsfcas wint Dat betekent dat er op het ge bied van de vrije loonvorming zoals we die nu hebben in feite de wet van de jungle heerst, er zit in die strijd een barbaars element Nu kan naar mijn mening alleen de overheid dit bezwaar ondervangen. Haar komt de rol van eerlijke scheidsrechter toe en daarom moet aan haar vooral op soci aal-economisch vlak groter macht wor den toegekend. Uiteraard zal een uit gekookte democratie de manier waar op de overheid van deze macht ge bruik maakt moeten controleren. Bij goede democratische verhoudingen hebben werkgevers en werknemers ook geen reden inmenging van de overheid af te wijzen, omdat ze den ker dat ze sterk staan, of bang zijn dat ze iets zuilen verliezen. Ook de overheid zelf moet beseffen dat ze zich niet kan distanciëreri van de loonvorming en de cao-onderhandelin gen, ze moet de machtstrijd tussen werkgevers en werknemers inperken en binnen het raam van de democra tie haar invloed doen gelden. Daarom pieit ik ook voor de terugkeer naar de geleide loonpolitiek, zoals die ook vlak na de oorlog heeft geleid tot een evenwichtige loonontwikkeling'. Inkomensverschillen zijn volgens u, behoudens enkele uitzonderingen, ethisch gezien verkeerd. Om welke uitzonderingen gaat het? 'Er zijn volgens mij drie argumenten waaraan je een verschil in inkomen kunt ontlenen. Dat zijn: extra inspan ning of ijver. Niemand ral bijvoor beeld betwisten dat overwerk als ex tra inspanning ook extra moet worden beloond. Vervolgens noem ik bezwa rende werkomstandigheden. Uitge sproken zwaar of onaangenaam werk ban extra worden betaald. Ten slotte moet er rekening worden gehouden met de behoefte. Dat kan een moei lijk punt zijn. Maar dat bijvoorbeeld de gezinsgrootte de behoefte aan meer inkomen vergroot zal toch iedereen erkennen. De kinderbijslag is van die erkenning een rechtstreeks gevolg. De veronderstelling dus dat ik, hoe wel uitgaand van een principiële ge lijkheid in inkomen, onder alle om standigheden een gelijk loon zou be pleiten, berust op een misverstand. Verschillen in inkomen zijn accepta bel'. Volgens de gangbare opvattingen zijn er wel meer argumenten om iemand een hoger loon te geven. 'Jawel, maar die opvattingen zijn over het algemeen ethisch onjuist. Ik vind het bijvoorbeeld niet acceptabel, dat iemand op basis van macht of traditie de hoogte van zijn eigen inkomen kan bepalen. Ook toevallige factoren zoals talent of begaafdheid vormen oprieh- zelf geen reden voor het ontvangen van een hoog loon. Eerst wanneer dat talent door veel extra inspanning (studie) is ontwikkeld, mag er sprake zijn van een extra beloning. Immers, op weike persoonlijke verdienste is begaafdheid terug te voeren? De be gaafde krijgt toch al veel extra, omdat het arbeidsvreugde kan putten uit het verantwoordelijke werk, dat hij ai dan met moeiteloos kan verrichten. Ik vraag me ook af of studenten zich meer inspannen dan hun leeftijdsge noten op het kantoor of in de fabriek. Het kan zijn dat ze soberder moeten leven, omdat ze nog niets verdienen. Maar dat is voor mij geen reden om academici zonder meer hoog te belo nen. Uitgebreid wetenschappelijk onder zoek zou moeten uitmaken hoe zwaar 'hogere' functies zijn. In ieder geval hoeven mensen die hoger op de maat schappelijke ladder staan niet automa tisch een hoger loon te hebben. Dat geidt ook voor mensen die zogenaamd verantwoordelijk werk verrichten. Wanneer verantwoordelijk werk ge paard gaat met extra inspanning, on dernemersrisico etc. kan er extra loon worden gegeven. Maar wanneer dat niet het geval is moeten machts- en toevalselern enten (natuurlijke be gaafdheid, kunde vaardigheid) worden uitgesloten ais reden voor een hoger loon. Iemand die verantwoordelijk werk doet, wordt toch al ex.ra beloond, om dat hij 'psychisch inkomen' heeft, dat wil zeggen dat hij geniet van zijn werk, van zijn verantwoordelijkheid, van zijn vrijheid. Dat is ook een vorm van inkomen. Je zou., een soort .pun tensysteem, moeten ontwerpen,, waarin je voor alle beroepen bezwarende en verlichtende omstandigheden tot uit drukking brengt. Via een dergelijk 'genormaliseerde loonciassificatie' zou je tot een meer reële inkomensverde ling kunnen komen. Tegen arbeidsloos inkomen uit winst, huur of pacht behoeft geen bezwaar te bestaan als het oorspronkelijke ver mogen maar met eigen inspanning, (ijver, soms risico) of offers (sparen) is vergaard. Inkomens uit erfenissen vind ik ethisch zeer dubieus. Overigens ben ik realist genoeg om te beseffen, dat je rekening moet hou den met het egoïsme van mensen. Dat cr bijvoorbeeld een prikkel tot arbeid nodig is. Je kunt de bereidheid van carrièremakers om zich in te spannen in ruil voor méér inkomen (loon, sta tus, macht) niet wegdenken. Dat geldt ook voor de onderlinge concurrentie tussen de ondernemingen. Die concur rentie kan nodig zijn, maar ik heb er wel bezwaar tegen wanneer de winst in particuliere zakken verdwijnt On- 1771-71 Prof. dr. P. J, Roscam Abbing dememersrisico mag extra beloond worden, maar globaal moet de be drijfswinst ten goede komen van de gemeenschap. In mijn boek pleit ik voor staatsproductie met behoud van de goederenmarkt (concurrentie). Mochten de praktische bezwaren van een dergelijk systeem vanwege de gebrekkige ethische gezindheid van de producenten onoverkomelijk zijn dan kunnen er concessies worden ge- aan in de richting van de vrije onder- nemingsgewijze productie. Ook hier bepleit ik dus verregaande overheids invloed'. Heb u zich beziggehouden met de vraag hoe groot het verschil in inko men in cijfers mag zijn? 'Nee. daar heb ik mij met aan ge waagd. Prof. Tinbergen heeft eens ge zegd, dat globaal genomen de inko mensverschillen met de helft kunnen worden teruggebracht. Misschien is dat een aanwijzing'. Inkomens behoudens de genoemde uitzonderingen voortvloeit uit de opdracht dat 'de mens hart behoort te hebben voor de medemens' aanvecht baar genoemd. HU kan zich voorstel len dat iemand zegt: 'Ik heb zo veel hart voor mijn medemens, dat ik hem een inkomen gun dat klopt met het niveau van zijn werkt 'Ik constateer-dat in de huidige situa tie iemand vaak krijgt wat zijn arbeid economisch waard blijkt, te zijn. Maar is dat aanvaardbaar? Ik maak hier een principiële keuze. Of je zegt je moet maar graaien wat er te graaien vait of je vindt dat de mens hart moet hebben v->or zijn medemens. Je vindt dat iede en zijn eigen boontjes maar moet doppen, of je streeft naar sociale rechtvaardigheid. Uiteindelijk meen ik dat je je medemens in de kou laat staan, wanneer je hem, of zijn werk, louter en alleen -op de ecönomi DE ONTMOETING Na de worsteling in de nacht vindt de ontmoeting van Jakob en Esau plaats. Ook hierbij ontziet de schrijver Ja kob niet. Bij de rangschikking komt duidelijk uit aan wie hij 't meest hecht. Tegenover de gevreesde broer moeten vanwege het gevaar, vooraan staan de slavinn en en hun kinderen en dan Lea en haar kinderen en ten slotte Rachel en Jozef. Mag een mens zo met zijn naasten omgaan? Maar goed, wat veel belangrijker is, op nieuw treft ons de sympathieke wijze waarop de schrijver dit verhaal Esau tekent. Wat Jakob van die kant vreest is een illusie. Esau is anders, een ui terst correct mens die zich verwon dert afvraagt: waarom al die maatre gelen? Wat bedoel je, Jakob? Esau Is anders, hij hoeft die geschenken niet en neemt ze tenslotte aan om niet on beleefd te lijken. Zijn aanbod tot be schermend begeleiden wordt afgewe zen, ook de mannen die Easu wil ach terlaten. Achterdocht tegenover' één en al voorkomendheid. Een trek die ons meer treft bij deze schrijver. We denken aan de verbazing van de ko ningen als Abraham en Isakk hun vrouwen zusters noemen. De 'heide nen' zijn mensen, wil de schrijver zeggen, Moreel staan ze niet ten ach ter bij de aartsvader. We zijn geneigd te zeggen: integendeel, althans zo schildert het verhaal hen. Het zijn ook geen moraalverhalen. De man Ja kob koopt in 't eind een stuk land. richt er een altaar op en offert; Hij noemt het altaar: De God van Israë! is God. Daar gaat het om. God is God. En Hij is vrij, vrij in zijn doen en la ten, onnaspeurlijk. Zijn keuze heeft niets te maken met' deugden of on deugden. Zijn keuze dient persoonlijk erkend en aanvaard te worden, tót een beschaming en tot genezing, 't Gaat niet over deugden en ondeug den. Daarover kunnen wij eindeloos aan de gang blijven. Maar 't gaat om deze God, die in onbeschrijfelijke ge nade met mensen door de geschiede nis trekt. En die mensen mee wil hebben op zijn tocht. (Genesis 33). GEREF, KERKEN Beroepen te Sneek voor de missio naire dienst in Brazilië) F. L. Schalk wijk te Groningen-NO., die dit'te roep heeft aangenomen. t Aangenomen naar Luttelgeest"! B.' Orereem, kand. te Kampen. Met name uw stelling dat het on waarde van iemand werk bij de Joon- bepaling te laten meespelen, zal kri tiek uitlokken. De meeste mensen zui len ook voor hun gevoci voor geld werken. 'Ik heb er geen moeite mee. wanneer iemand voor geld werkt. Laat hij zich maar inspannen, studeren, cursussen volgen. Hard werken, uit eigenbelang komt ook de gemeenschap ten goede. Ik .Vind niet, dat iemand met een schiiars 'talent, dat hij op de arbeids markt duur kan verkopen, recht heeft op een hoog loon. Het is eerlijker het loon af te stemmen op de verrichte inspanning of op bezwarende werkom standigheden, dan op een toevallige factor als schaarste op de arbeids markt. Arbeid is in mijn visie geen koopwaar. Ik geef toe dat het moeilijk praten is met iemand, die het ethisch kwalijke niet inziet 'van het zich te koop moeten aanbieden op de arbeids markt!' Prof. Pen neeft uw grondstelling scfie waarde bekijkt Daarmee doe je VRIJS ÉVANG. GEMEENTEN - 1 hem tekort. Wanneer iemand .uitein- Beroepen t^.utrechbC.'.^M. vink "te ung uat u« ou- delijk vmdt dat je. geen 'Kart yóot de IBlcmajf. (ais. secretaris Tij .Raad rechtvaardig is om de economische medemens behoeft» té'. hebbendhou'dt'<: v»an -de Zendfng'der NKHK te Oegst- ------ je discussie op. Maar juist ter beteu- -geest). geling van deze mentaliteit moet er een overheid zijn, die in billijkheid en eerlijkheid, toeziet op het sociale en economische gedrag van individue le mensen of ondernemingen. En zelfs al zou de overheid er in slagen om tot een rechtvaardige verdeling van wat er te verdelen valt, te komen, dan nog zal er gelegenheid genoeg overblijven om ruim van hart te zijn voor eikaar. Daarover hoeven we ons geen illusies te maken". De geldzucht blijft de wortel van alle kwaad? 'Ja, ik vrees van wei. Ik moet overi gens erkennen dat ik met een goed geweten in mijn boek niet nadruk kelijk naar het evangelie heb verwe zen, Om de dialoog zo breed mogelijk te houden heb ik mij beperkt tot al gemene ethische notities. Maar het zal elke christen duidelijk zijn dat een ethisch motief als: 'je moet hart heb- ben voor je medemens' zich door het dat de principiële gelijkheid van de evangelie alleen maar laat versterken'. Niemand hoeft benauwd te zijn dat het bij dit stuk zal blijven. Zonder entee twijfel komen er rapporten óver dat rapport. Gewapend met oen tas vol papieren en een hoofd vo) denkbeelden trekken de synodeleden straks naar Utrecht om daar toespra ken af te steken en naar andermans toespraken te luisteren (want daar komt het synodale bedrijf op neer). En als zijzelf niet aan het woord zijn, is daar nog een hele batterij van rapporteurs en adviseurs, die het eveneens als hun taak kunnen beschouwen toespraken af te steken en naar toespraken te luisteren. Praten die mensen eigenlijk we! eens met elkaar? Nauwelijks. Onder de koffie poetsen ze hun toespraak wat op en onder *t eten betreuren ze dat ze hem nog niet méér opge poetst hebben... Je zou al die eer waarde zusters en broeders eigenlijk eerst een dagje naar een café moe ten sturen. Dat valt heel goed te re gelen. Niets vermoedend arriveren de syno deleden bij de Lukaskerk in Utrecht. Bij de ingang staan, vrien delijk wuivend, de beide voorzitters: dominee Jörg en dominee Kruys- wijk. Ze houden het gezelschap te gen: goeie morgen, zuster, broe der ja, geeft u die tas maar hier, die bergen wij vandaag voor u op, die hebt u niet nodig. Neenee, u hoeft de kerk niet in. Onze gemeen schappelijke computer heeft u in drie groepen verdeeld. In rechtsen, linksen en mensen van het midden. Zij die bij hun stukken een oranje naamkaartje vonden, moeten zich daar even opstellen, dat rijn de mensen van rechts. De middengroep heeft een groen naamkaartje gekre gen och, wilt u ginds gaan staan' En het rode naamkaartje was voor goed geraden de linker vleugel. Als die zich nu bij elkaar voegt op deze piek ja, mooi zo. Nu is het de bedoeling dat iedere groep naar een Utrechts café of restaurant gaat om met elkaar te praten. Wat zegt u? Allicht, verte ringen maken mêg, aan 't eind van de middag zitten hier mensen van de generale financiële raad om üw onkostennota's uit te betalen, U hoeft niet op een glaasje te kijken, tenslotte collecteren we niet voor niks "oor de instandhouding van de openbare eredienst, nietwaar? En wat daarna gebeurt? Och, mensen, dat z.en we morgen dan wej weer We eerst met de mensen van het ma i|e naamkaartje mee. Het zijn aan b '-rinde kant confessio- nei-n en gt-i et orm eerde bonders en Mj de gereformeerden zijn het con fessionele be,-aders en verontrusten. Ze kiezen een etablissement waar van de eigenaar niet op een perzisch tapijtje meer of minder heeft geke ken en waarin kelim-stoelen er ver trouwenwekkend uitzien. Behaaglijk zakt het gezelschap neer, je zit hier rustig en de keuken moet goed zijn. De eenstemmigheid is groot, wan neer iemand eerst om de menukaar ten wil vragen. Ja, laat maar es kij ken, ober. Want weet je, als je nu niet meteen reserveert voor de maaitijd, vind je straks de hond in de pot, waar of met! Zo gaat dat, want de rechtsen veronachtzamen de spijze die vergaat geenszins. Ze zul len van den buik hun god niet ma ken, maar aan de andere kant moet je ook oppassen dat je niet in 't vaar water van de werkheiligheid komt. Dat is geregeld en thans schikt men zich tot het gesprek. Wat ik zeggen wou, broeder, jullie hebben nou wel een groot woord over professor Smits bij ons, maar wat doen jullie met die Kuitert? Toch ook niks an ders dan mooi weer spelen? Hoofden buigen naar elkaar, ik vang woorden op: horizontalismege tuigenis doperse mijdingbe vindelijke predikingDat loopt hier wel, concludeer ik tevreden. We gaan nu naar de mensen van het groene naamkaartje. De midden groep dus. Die heeft zich in een bruin café genesteld. Sommigen leu nen achteloos tegen de bar, anderen hangen geroutineerd on een kruk. Aha, deze lieden weten dat ze niet van de wereld zijn, maar wel in üe wereld, en dat laatste willen ze we ten. Luchtig vlieden de woorden heen en weer, maar reken maar dat er ernst achter zit. Heldere kijkers verraden hoe de wereid voor de wakkere middenmoot is open ge gaan: mondiale problematiek, weet je wel. Een voorzichtig bastaard vloekje in de orde van grootte van potverdrie kruidt de conversatie. Ke rel. pik er nou eentje van mij. Langzamerhand breekt het betere werk door en daar gaan we weer: prioriteitenschaalvergroting operationeelVergenoegd ga ik verder, het zit hier wel goed. De mensen van het rode naamkaart je treffen we aan rondom fonnicata- feitjes in een snackbar. Hé, wat is dit? De mensen kijken elkaar achter hun flesje Spa-water beteuterd aan. Jij links? Hoe komen ze er bij, je stemt notabene WD zeg je zelf Ja, maar ik sta als vrijzinnig te boek en dan ben je in onze kerk links, ook al moet je niks van die rooie mannetjes hebben en ik kan je verzekeren dat ik er niks van hebben moet. Overigens waarom zit hij hier bij links? Als ik je zo hoor praten, leun je op z'n minst tegen de confessionelen aan. Wat zeg je? Omdat ze je eens met een spandoek op straat hebben zien lopen? Nou, dan is jouw linksigheid de mijne nietEnfin, zo gaat dat in de snackbar. Woorden als strukturen en omturnen, waarvan ik dacht dat ze ine om de oren zouden vliegen, komen niet van de grond. De com puter is niet goed geprogrammeerd. Je hebt immers twee soorten link sen. Mensen dn niet alles van en in de bijbel geloven maar wèl in huur- liberalisatie, e i mensen d: a veel ge loven enne Oost-Duitsland zo'n lekker sober land vinden. Wacht, er kan nog een derde soort zijn. Ie mand die kerkelijk èn politiek links is, zoiets ais een vrijzinnig Den Uyl- mannetje. Ik vraag me af, of een computer déar uit komt. Dit laatste lijkt me het enige vlekje te zijn op mijn mooie plan voor de 15e juni. Maar ik denk dat er die dag gewoon gerapporteerd, geadvi seerd, geamendeerd en gereleveerd zal worden. Dat gebeurt intussen al sinds 1955. Ik herinner me nog dat toen in Leeuwarden op de gerefor meerde synode gedebatteerd werd over de verhouding tot de hervorm de kerk. De hervormde synode was in die jaren nog niet publiek, daar kan ik dus geen verhaal over hou den, In Leeuwarden was het zo dat de broeders een afvaardiging naar eikaars synode niet zagen zitten. Het valt nog verkeerd, zei de Kamper professor Herman Ridderbos, over een paar jaar gebeurt het geruisloos. Hij had gelijk. Midden in de jaren zestig zat dominee De Ru op De blije werelt van de synodale voor- aanzittingen te genieten en hij zei aardige dingen over de acte van af scheiding of wederkeer. Inmiddels was ook de hervormde synode van perstafeltjes voorzien en kon je do minee Kunst op Hydepark tegenko men. En sindsdien is er geen houën aan. Aan de hervormd-gereformeer- de contacten bedoel ik. Niet dat her vormden en gereformeerden elkaar stuk voor stuk in de armen vliegen, of dat ze allemaal branden van ver langen om in één kerk te zitten (nog onlangs gaf de gereformeerd: bond te kennen dat een eventuele komst van de gereformeerden geen verrij king voor de k irvormde kerk zou betekenen). Maar de ontwikkelingen in en buiten de kerk drijven her vormden en gereformeerden steeds meer naar elkaar toe. Niet opzette lijk of vanwege allerlei rapporten, maar op een organische manier. Dat is al heel wat Ik zou willen dat iedereen die wat met "Samen op weg" te maken heeft, het radioge sprek gehoord had van NCRV's Wim Jansen met de al genoemde professor Ridderbos. De hoogleraar attendeerde op dit wat ik nu maar noem, organisch naar elkaar toe groeien. maar hij meende dat een fusie van beide kerken vooralsnog meer narigheid dan genoegen zou opleveren (de omschrijving is van mij), vooral piaatselijk. Dat zal waar wezen. Ik weet uit m'n jeugd van een gereformeerd gezin, waarvan de kindertjes dolblij-waren dat ze niet' hervormd waren, omdat het her vormde dienstmeisje altijd drie kwartier langer in de kerk moest zitten. Toch noemde professor Rid derbos verleden week in het Gere formeerd Weekblad de komende ge meenschappelijke synodevergadering een historische gebeurtenis. Hij deed dit 'in alle nuchterheid' (dat had hij er niet zo speciaal bij hoe ven zetten, dat wisten we zo wel). Hij sprak daarmee zijn radioverhaal niet tegen, want je moet élles in de goede proporties zien: plaatselijk ge harrewar dat je de nek kan breken èn de synodale dus niet vrijblijven de ontmoeting, op 15 en 16 juni. Ik hoop nu maar dat de zusters en broeders in de Lukaskerk (ik laat het eaf»* nu -jaar zwemmen) niet blijven hangen aan de uiterlijke te kenen van ee i rapport, hoe zinnig ook, of van een amendement, hoe spits ook. REMONSTR. BROEDERSCHAP" Overledca: W, -Mackenzie (84) te Ama sterdam; stond te Brielie (NPB); Zwammerdam, Ajkmaar, Utrecht en Amsterdam. OUD GERF. GEM, IN NED. Beroepen te Kampen: J. Schinkels» boek, lerend ouderling aidaar. COM. GEREF, KERK v Afscheid van Franeker: H. van MulH- gen, beroepen te Utrecht-centrum. - (ADVERTENTIE/ Uit het meinumhier: Rothuizen en Vorster in één kerk?, dr. J. Buskes Amerika is niet belangeloos in Europa, "dc. A. L. Con- standse Durven we na Vietnam nog iets hopen?, prof. dr. Kr. Strijd Christenen aan de V.U. staan aan de verkeerde kant, Mar guerite Isaacs De zondag een ondag?, zr. Marta Dijcks o.s.a. School is dood, drs. A. Schip pers Jezelf en je situatie beter verstaan, mevr. G, van den Akker Vormingswerk is ook niet alles, Eimert Pruim Artoi. Maandblad VOORLOPJu. Uitgave Kok/Meinema. Postbus 38, Delft, 18,90 p.j. (studenten f 12,70). Nóêm/geef een abonne ment. Al was het voorlopig voor een jaar. Of vraag vroejno.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 2