Je zou ze naar een
voorlopig
Prof. Roscam Abbing over de ethiek van de inkomensverdeling
BeroepingSf
werk
Trouw
Kwartet
TROUW/KWAKTET ZATERDAG 26 MEI 1973
KERK T2/K2
door Huub Elzerman
GRONINGEN - Hoe groot mag het verschil in inkomen zijn? Hoeveel mag de een meer verdienen dan
de ander? De ongelijkheid is voor sommige mensen een soort natuurlijk gegeven. Maar bij het leren
kennen van bijvoorbeeld de toestanden in de derde wereld slaat de meesten toch wel de schrik om het hart.
door A. J. Klei
Op 15 en 16 juni houden de
hervormde en de gereformeer
de synode in de Utrechtse Lu*
kaskerk een gemeenschappelij
ke vergadering, Grote gebeur
tenissen werpen hun schaduw
vooruit en jawel hoor. er is al
een parmantig rapport versche
nen waarin een hervormde en
een gereformeerde dominee
uitgebreid hun zegje doen over
het 'Samen op weg'-zijn van hun
kerken.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordls Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
J. Tamminga.
Hoofdkantoor B.V. De
Christelijke Pers; N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 220383.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Mldd. Bank (rek.nr,
69 73 60 768).. Gem.giro
X 500.
Hoeveel mag de eer méér
verdienen dan de ander?
Tal van economen hebben in de afge
lopen jaren geprobeerd te verklaren
hoe de ongelijkheid in inkomen tot
stand is gekomen, maar lang niet al
len hebben zich uitgesproken over de
meest wenselijke verdeling van de
welvaart. Waar ligt de grens? Moet ie
dereen in principe een gelijk inkomen
hebben of moet iedereen maar graai
en wat er te graaien valt? Eigenlijk is
het niet zo verwonderlijk dat de
meeste economen hier hebben gezwe
gen of dat zij zijn teruggevallen op een
persoonlijk waarde-oordeel, want de
vraag naar de meest wenselijke ver
deling is geen economische, maar een
ethische vraag. De moeilijkheid is al
leen dat de meeste ethici met een wij
ze boog om het probleem van de
rechtvaardige inkomensverdeling zijn
heen gelopen. Aan deze situatie is, al
thans voor wat het Nederlandse taal
gebied betreft een eind gekomen, nu
een ethicus de moeite heeft genomen
om zich voldoende in de economische
wetenschap te verdiepen om tot een
afgerond oordeel te komen over het
hete haagijzer van de ongelijke verde
ling vai< welvaart en welzijn. De Gro
ninger ethicus prof. dr. P. J. Roscam
Abbing komt met "zijn boek 'Ethiek
van de inkomensverdeling' als geroe
pen, Hij zal weliswaar niet vermoed
hebben dat hij na vijf jaar schrijven
zijn pennevrucht op een hoogst actu
eel moment op de markt zou brengen.
Maar wie kon het bevroeden dat vak
bonden en werkgevers zich juist nu
na het heftigste naoorlogse ar
beidsconflict aan een studie over
het inkomensbeleid zouden zetten?
Het is waar dat pfof. Roscam Abbing
zich niet uitlaat over de technische
uitwerking van een inkomenspolitiek,
hij levert wel een principiële, funda
mentele bijdrage over de vraag hoe
de onverantwoorde ongelijkheid de
wereld uitgeholpen kan worden.
Zijn kernvraag is: hoe krijgen we een
inkomensverdeling, die niet het ge
volg is Van het egoïstisch streven van
iedere mens, maar van het streven
naar sociale rechtvaardigheid? En
daar moet onmiddellijk aan worden
toegevoegd, dat de vraag naar de soci
ale rechtvaardigheid vraagt om een
totale benadering van wat misschien
verdeelbaar is. Zoals gezegd niemand
weet precies hoeveeb iemand mag ver
dienen of hoeveel méér dan een ander
hij mag vergaren. In dit licht bezien
is ook het looneonfiict van de afgelo
pen maanden hoogst merkwaardig.
Vakbonden en werkgevers zijn achter
af tot de conclusie gekomen, dat het
beter is de zaak eens te bestuderen.
'Dat is inderdaad merkwaardig', geeft
prof. Roscam Abbing toe, wanneer hij
op ons verzoek een toelichting geeft
op zijn zojuist verschenen boek. In
zijn werkkamer, te midden van
zijn vele al dan niet zelf geschreven
boeken, praat de hoogleraar 'bijbeise
godgeleerdheid, praktische godgeleerd
heid met de daarbij vereiste oefenin
gen en de christelijke zedenkunde'
over de actuele sociaal-economische
problemen, oyer de hoofdlijnen van
zijn boek en over de overigens nog
spaarzame kritiek die op zijn boei
ende visie geleverd is.
Prof. Roscam Abbing; 'Vooral met de
kritiek van prof. Pen ben ik blij. Hij
erkent in feite de logische opbouw en
Een sleutelbegrip in de visie van de
Groninger ethicus prof. dr. P. J. Ros
cam Abbing op een rechtvaardiger
inkomensbeleid is zijn opvatting
over de aard van het loon. Volgens
de gangbare visie ziet men loon als
betaling van een arbeidsprestatie.
De werknemer levert arbeid en de
werkgever geeft in ruil daarvoor
geld. Het gaat dan om een ruil, ge
lijk oversteken, eventueel contractu
eel vastgelegd. Elk zorgt er dan ook
voor een zo goed mogelijke ruil te
doen. De arbeider verkoopt zijn ar
beid zo duur mogelijk, de werkgever
koopt diens arbeid zo goedkoop mo
gelijk. Ook als elk van beide part
ners niet zijn eigenbelang maximaal
mag of wil nastreven, blijft toch de
ruilidee allesbeheersend.
Prof. Roscam Abbing noemt dat
ethisch niet aanvaardbaar. Arbeid is
niet geiijk aan koopwaar. De werk
gever mag de arbeid niet zo zien,
omdat hij dan alleen de arbeid en
niet de arbeider aanziet, omdat hij
dan de tussenmenselijke relatie ont
kent en daardoor onmenselijk
wordt Hij zou dan onbewogen ie
mand op een hongerloon mogen la
ten werken ei mogen ontslaan zodra
hem dat voordelig uitkomt En de
werknemer mag zijn arbeid at even
min onder dit gezichtspunt bezien.
Als het goed is, arbeidt hij niet
slechts voor zichzelf (en eventueel
voor zijn gezin), maar voor de ge
meenschap (inclusief zichzelf en zijn
gezin). Als de werknemer met zijn
arbeid niet op het belang van de ge
meenschap is ingesteld, negeert ook
hij de tussenmenselijke relatie en
wordt ook hij onmenselijk. In een
ethisch ingestelde en geordende sa
menleving arbeiden allen terwille
van allen, en kunnen zodoende allen
van de vruchten van die arbeid pro
fiteren. In feite is de visie dat ar
beid geen ruil is en dat het on-
rechtvaardig is om de economische
waarde van iemands werk bij de
loonbepaling te laten meespelen, het
fundament van Roscam Abbing's 'E-
thiek van de inkomensverdeling)
AI zijn stellingen vloeien logisch
voort uit deze grondstelling.
'Ethiek van de inkomensverdeling',
door prof. dr. P. 3. Roscam Abbing.
Uitg. Kluwer te Deventer. 547 blz.
Prijs 65,-.
samenhang v?n mijn boek. Daar ben
ik blij mee, <>mdat ethici er nu een
maal snel op worden aangekeken te
veel vanuit idealen te redeneren en
met met beide voeten op de grond te
staan".
Denkt U dat het akkoord tussen de
industriebonden en de industriële
werkgevers een aanloop kan vormen
voor een inkomensherverdeling? Aoo-
ral omdat nu ook de drie vakcentrales
zich op het standpunt hebben gesteld
dat de cao tot alle werknemers dient
te worden uitgebreid en dat er vol
gend Jaar zo wel een minimum als
een maximum In de prijscompensatie
moet komen?
'Ik ben er van overtuigd dat de bon
den met het stellen van deze eisen
streven naar afschaffing van onaan
vaardbare en niet te verdedigen ver
schillen in inkomen. Vooral de uit
breiding van het cao-gebied ook al
vallen de vrije beroepsoefenaren daar
nog steeds buiten vind ik belang
rijk. Op deze manier kan de greep
van de overheid op de loonvorming
worden verstevigd.
Ik heb wel bezwaar tegen het kader
waarbinnen het streven naar inko
mensnivellering zich afspeelt Werkge
vers en werknemers staan als twee be
langengroepen tegenover elkaar. De
sterkste en dat wil zeggen degene
met de grootste weerstandsfcas
wint Dat betekent dat er op het ge
bied van de vrije loonvorming zoals
we die nu hebben in feite de wet van
de jungle heerst, er zit in die strijd
een barbaars element Nu kan naar
mijn mening alleen de overheid dit
bezwaar ondervangen. Haar komt de
rol van eerlijke scheidsrechter toe en
daarom moet aan haar vooral op soci
aal-economisch vlak groter macht wor
den toegekend. Uiteraard zal een uit
gekookte democratie de manier waar
op de overheid van deze macht ge
bruik maakt moeten controleren. Bij
goede democratische verhoudingen
hebben werkgevers en werknemers
ook geen reden inmenging van de
overheid af te wijzen, omdat ze den
ker dat ze sterk staan, of bang zijn
dat ze iets zuilen verliezen. Ook de
overheid zelf moet beseffen dat ze
zich niet kan distanciëreri van de
loonvorming en de cao-onderhandelin
gen, ze moet de machtstrijd tussen
werkgevers en werknemers inperken
en binnen het raam van de democra
tie haar invloed doen gelden. Daarom
pieit ik ook voor de terugkeer naar
de geleide loonpolitiek, zoals die ook
vlak na de oorlog heeft geleid tot een
evenwichtige loonontwikkeling'.
Inkomensverschillen zijn volgens u,
behoudens enkele uitzonderingen,
ethisch gezien verkeerd. Om welke
uitzonderingen gaat het?
'Er zijn volgens mij drie argumenten
waaraan je een verschil in inkomen
kunt ontlenen. Dat zijn: extra inspan
ning of ijver. Niemand ral bijvoor
beeld betwisten dat overwerk als ex
tra inspanning ook extra moet worden
beloond. Vervolgens noem ik bezwa
rende werkomstandigheden. Uitge
sproken zwaar of onaangenaam werk
ban extra worden betaald. Ten slotte
moet er rekening worden gehouden
met de behoefte. Dat kan een moei
lijk punt zijn. Maar dat bijvoorbeeld
de gezinsgrootte de behoefte aan meer
inkomen vergroot zal toch iedereen
erkennen. De kinderbijslag is van die
erkenning een rechtstreeks gevolg.
De veronderstelling dus dat ik, hoe
wel uitgaand van een principiële ge
lijkheid in inkomen, onder alle om
standigheden een gelijk loon zou be
pleiten, berust op een misverstand.
Verschillen in inkomen zijn accepta
bel'.
Volgens de gangbare opvattingen zijn
er wel meer argumenten om iemand
een hoger loon te geven.
'Jawel, maar die opvattingen zijn over
het algemeen ethisch onjuist. Ik vind
het bijvoorbeeld niet acceptabel, dat
iemand op basis van macht of traditie
de hoogte van zijn eigen inkomen kan
bepalen. Ook toevallige factoren zoals
talent of begaafdheid vormen oprieh-
zelf geen reden voor het ontvangen
van een hoog loon. Eerst wanneer dat
talent door veel extra inspanning
(studie) is ontwikkeld, mag er sprake
zijn van een extra beloning. Immers,
op weike persoonlijke verdienste is
begaafdheid terug te voeren? De be
gaafde krijgt toch al veel extra, omdat
het arbeidsvreugde kan putten uit het
verantwoordelijke werk, dat hij ai dan
met moeiteloos kan verrichten. Ik
vraag me ook af of studenten zich
meer inspannen dan hun leeftijdsge
noten op het kantoor of in de fabriek.
Het kan zijn dat ze soberder moeten
leven, omdat ze nog niets verdienen.
Maar dat is voor mij geen reden om
academici zonder meer hoog te belo
nen.
Uitgebreid wetenschappelijk onder
zoek zou moeten uitmaken hoe zwaar
'hogere' functies zijn. In ieder geval
hoeven mensen die hoger op de maat
schappelijke ladder staan niet automa
tisch een hoger loon te hebben. Dat
geidt ook voor mensen die zogenaamd
verantwoordelijk werk verrichten.
Wanneer verantwoordelijk werk ge
paard gaat met extra inspanning, on
dernemersrisico etc. kan er extra loon
worden gegeven. Maar wanneer dat
niet het geval is moeten machts- en
toevalselern enten (natuurlijke be
gaafdheid, kunde vaardigheid) worden
uitgesloten ais reden voor een hoger
loon.
Iemand die verantwoordelijk werk
doet, wordt toch al ex.ra beloond, om
dat hij 'psychisch inkomen' heeft, dat
wil zeggen dat hij geniet van zijn
werk, van zijn verantwoordelijkheid,
van zijn vrijheid. Dat is ook een vorm
van inkomen. Je zou., een soort .pun
tensysteem, moeten ontwerpen,, waarin
je voor alle beroepen bezwarende en
verlichtende omstandigheden tot uit
drukking brengt. Via een dergelijk
'genormaliseerde loonciassificatie' zou
je tot een meer reële inkomensverde
ling kunnen komen.
Tegen arbeidsloos inkomen uit winst,
huur of pacht behoeft geen bezwaar
te bestaan als het oorspronkelijke ver
mogen maar met eigen inspanning,
(ijver, soms risico) of offers (sparen)
is vergaard. Inkomens uit erfenissen
vind ik ethisch zeer dubieus.
Overigens ben ik realist genoeg om te
beseffen, dat je rekening moet hou
den met het egoïsme van mensen. Dat
cr bijvoorbeeld een prikkel tot arbeid
nodig is. Je kunt de bereidheid van
carrièremakers om zich in te spannen
in ruil voor méér inkomen (loon, sta
tus, macht) niet wegdenken. Dat geldt
ook voor de onderlinge concurrentie
tussen de ondernemingen. Die concur
rentie kan nodig zijn, maar ik heb er
wel bezwaar tegen wanneer de winst
in particuliere zakken verdwijnt On-
1771-71
Prof. dr. P. J, Roscam Abbing
dememersrisico mag extra beloond
worden, maar globaal moet de be
drijfswinst ten goede komen van de
gemeenschap. In mijn boek pleit ik
voor staatsproductie met behoud van
de goederenmarkt (concurrentie).
Mochten de praktische bezwaren van
een dergelijk systeem vanwege de
gebrekkige ethische gezindheid van de
producenten onoverkomelijk zijn
dan kunnen er concessies worden ge-
aan in de richting van de vrije onder-
nemingsgewijze productie. Ook hier
bepleit ik dus verregaande overheids
invloed'.
Heb u zich beziggehouden met de
vraag hoe groot het verschil in inko
men in cijfers mag zijn?
'Nee. daar heb ik mij met aan ge
waagd. Prof. Tinbergen heeft eens ge
zegd, dat globaal genomen de inko
mensverschillen met de helft kunnen
worden teruggebracht. Misschien is
dat een aanwijzing'.
Inkomens behoudens de genoemde
uitzonderingen voortvloeit uit de
opdracht dat 'de mens hart behoort te
hebben voor de medemens' aanvecht
baar genoemd. HU kan zich voorstel
len dat iemand zegt: 'Ik heb zo veel
hart voor mijn medemens, dat ik hem
een inkomen gun dat klopt met het
niveau van zijn werkt
'Ik constateer-dat in de huidige situa
tie iemand vaak krijgt wat zijn arbeid
economisch waard blijkt, te zijn. Maar
is dat aanvaardbaar? Ik maak hier
een principiële keuze. Of je zegt je
moet maar graaien wat er te graaien
vait of je vindt dat de mens hart
moet hebben v->or zijn medemens. Je
vindt dat iede en zijn eigen boontjes
maar moet doppen, of je streeft naar
sociale rechtvaardigheid. Uiteindelijk
meen ik dat je je medemens in de
kou laat staan, wanneer je hem, of zijn
werk, louter en alleen -op de ecönomi
DE ONTMOETING
Na de worsteling in de nacht vindt de
ontmoeting van Jakob en Esau plaats.
Ook hierbij ontziet de schrijver Ja
kob niet. Bij de rangschikking komt
duidelijk uit aan wie hij 't meest
hecht. Tegenover de gevreesde broer
moeten vanwege het gevaar, vooraan
staan de slavinn en en hun kinderen
en dan Lea en haar kinderen en ten
slotte Rachel en Jozef. Mag een mens
zo met zijn naasten omgaan? Maar
goed, wat veel belangrijker is, op
nieuw treft ons de sympathieke wijze
waarop de schrijver dit verhaal Esau
tekent. Wat Jakob van die kant vreest
is een illusie. Esau is anders, een ui
terst correct mens die zich verwon
dert afvraagt: waarom al die maatre
gelen? Wat bedoel je, Jakob? Esau Is
anders, hij hoeft die geschenken niet
en neemt ze tenslotte aan om niet on
beleefd te lijken. Zijn aanbod tot be
schermend begeleiden wordt afgewe
zen, ook de mannen die Easu wil ach
terlaten. Achterdocht tegenover' één
en al voorkomendheid. Een trek die
ons meer treft bij deze schrijver. We
denken aan de verbazing van de ko
ningen als Abraham en Isakk hun
vrouwen zusters noemen. De 'heide
nen' zijn mensen, wil de schrijver
zeggen, Moreel staan ze niet ten ach
ter bij de aartsvader. We zijn geneigd
te zeggen: integendeel, althans zo
schildert het verhaal hen. Het zijn
ook geen moraalverhalen. De man Ja
kob koopt in 't eind een stuk land.
richt er een altaar op en offert; Hij
noemt het altaar: De God van Israë!
is God. Daar gaat het om. God is God.
En Hij is vrij, vrij in zijn doen en la
ten, onnaspeurlijk. Zijn keuze heeft
niets te maken met' deugden of on
deugden. Zijn keuze dient persoonlijk
erkend en aanvaard te worden, tót
een beschaming en tot genezing, 't
Gaat niet over deugden en ondeug
den. Daarover kunnen wij eindeloos
aan de gang blijven. Maar 't gaat om
deze God, die in onbeschrijfelijke ge
nade met mensen door de geschiede
nis trekt. En die mensen mee wil
hebben op zijn tocht. (Genesis 33).
GEREF, KERKEN
Beroepen te Sneek voor de missio
naire dienst in Brazilië) F. L. Schalk
wijk te Groningen-NO., die dit'te
roep heeft aangenomen. t
Aangenomen naar Luttelgeest"! B.'
Orereem, kand. te Kampen.
Met name uw stelling dat het on
waarde van iemand werk bij de Joon-
bepaling te laten meespelen, zal kri
tiek uitlokken. De meeste mensen zui
len ook voor hun gevoci voor geld
werken.
'Ik heb er geen moeite mee. wanneer
iemand voor geld werkt. Laat hij zich
maar inspannen, studeren, cursussen
volgen. Hard werken, uit eigenbelang
komt ook de gemeenschap ten goede.
Ik .Vind niet, dat iemand met een
schiiars 'talent, dat hij op de arbeids
markt duur kan verkopen, recht heeft
op een hoog loon. Het is eerlijker het
loon af te stemmen op de verrichte
inspanning of op bezwarende werkom
standigheden, dan op een toevallige
factor als schaarste op de arbeids
markt. Arbeid is in mijn visie geen
koopwaar. Ik geef toe dat het moeilijk
praten is met iemand, die het ethisch
kwalijke niet inziet 'van het zich te
koop moeten aanbieden op de arbeids
markt!'
Prof. Pen neeft uw grondstelling
scfie waarde bekijkt Daarmee doe je VRIJS ÉVANG. GEMEENTEN - 1
hem tekort. Wanneer iemand .uitein- Beroepen t^.utrechbC.'.^M. vink "te
ung uat u« ou- delijk vmdt dat je. geen 'Kart yóot de IBlcmajf. (ais. secretaris Tij .Raad
rechtvaardig is om de economische medemens behoeft» té'. hebbendhou'dt'<: v»an -de Zendfng'der NKHK te Oegst-
------ je discussie op. Maar juist ter beteu- -geest).
geling van deze mentaliteit moet er
een overheid zijn, die in billijkheid
en eerlijkheid, toeziet op het sociale
en economische gedrag van individue
le mensen of ondernemingen. En zelfs
al zou de overheid er in slagen om
tot een rechtvaardige verdeling van
wat er te verdelen valt, te komen,
dan nog zal er gelegenheid genoeg
overblijven om ruim van hart te zijn
voor eikaar. Daarover hoeven we ons
geen illusies te maken".
De geldzucht blijft de wortel van
alle kwaad?
'Ja, ik vrees van wei. Ik moet overi
gens erkennen dat ik met een goed
geweten in mijn boek niet nadruk
kelijk naar het evangelie heb verwe
zen, Om de dialoog zo breed mogelijk
te houden heb ik mij beperkt tot al
gemene ethische notities. Maar het zal
elke christen duidelijk zijn dat een
ethisch motief als: 'je moet hart heb-
ben voor je medemens' zich door het
dat de principiële gelijkheid van de evangelie alleen maar laat versterken'.
Niemand hoeft benauwd te zijn dat
het bij dit stuk zal blijven. Zonder
entee twijfel komen er rapporten
óver dat rapport. Gewapend met oen
tas vol papieren en een hoofd vo)
denkbeelden trekken de synodeleden
straks naar Utrecht om daar toespra
ken af te steken en naar andermans
toespraken te luisteren (want daar
komt het synodale bedrijf op neer).
En als zijzelf niet aan het woord
zijn, is daar nog een hele batterij
van rapporteurs en adviseurs, die
het eveneens als hun taak kunnen
beschouwen toespraken af te steken
en naar toespraken te luisteren.
Praten die mensen eigenlijk we!
eens met elkaar? Nauwelijks. Onder
de koffie poetsen ze hun toespraak
wat op en onder *t eten betreuren
ze dat ze hem nog niet méér opge
poetst hebben... Je zou al die eer
waarde zusters en broeders eigenlijk
eerst een dagje naar een café moe
ten sturen. Dat valt heel goed te re
gelen.
Niets vermoedend arriveren de syno
deleden bij de Lukaskerk in
Utrecht. Bij de ingang staan, vrien
delijk wuivend, de beide voorzitters:
dominee Jörg en dominee Kruys-
wijk. Ze houden het gezelschap te
gen: goeie morgen, zuster, broe
der ja, geeft u die tas maar hier,
die bergen wij vandaag voor u op,
die hebt u niet nodig. Neenee, u
hoeft de kerk niet in. Onze gemeen
schappelijke computer heeft u in
drie groepen verdeeld. In rechtsen,
linksen en mensen van het midden.
Zij die bij hun stukken een oranje
naamkaartje vonden, moeten zich
daar even opstellen, dat rijn de
mensen van rechts. De middengroep
heeft een groen naamkaartje gekre
gen och, wilt u ginds gaan
staan' En het rode naamkaartje was
voor goed geraden de linker
vleugel. Als die zich nu bij elkaar
voegt op deze piek ja, mooi zo.
Nu is het de bedoeling dat iedere
groep naar een Utrechts café of
restaurant gaat om met elkaar te
praten. Wat zegt u? Allicht, verte
ringen maken mêg, aan 't eind van
de middag zitten hier mensen van
de generale financiële raad om üw
onkostennota's uit te betalen, U
hoeft niet op een glaasje te kijken,
tenslotte collecteren we niet voor
niks "oor de instandhouding van de
openbare eredienst, nietwaar? En
wat daarna gebeurt? Och, mensen,
dat z.en we morgen dan wej
weer
We eerst met de mensen van
het ma i|e naamkaartje mee. Het
zijn aan b '-rinde kant confessio-
nei-n en gt-i et orm eerde bonders en
Mj de gereformeerden zijn het con
fessionele be,-aders en verontrusten.
Ze kiezen een etablissement waar
van de eigenaar niet op een perzisch
tapijtje meer of minder heeft geke
ken en waarin kelim-stoelen er ver
trouwenwekkend uitzien. Behaaglijk
zakt het gezelschap neer, je zit hier
rustig en de keuken moet goed zijn.
De eenstemmigheid is groot, wan
neer iemand eerst om de menukaar
ten wil vragen. Ja, laat maar es kij
ken, ober. Want weet je, als je nu
niet meteen reserveert voor de
maaitijd, vind je straks de hond in
de pot, waar of met! Zo gaat dat,
want de rechtsen veronachtzamen de
spijze die vergaat geenszins. Ze zul
len van den buik hun god niet ma
ken, maar aan de andere kant moet
je ook oppassen dat je niet in 't vaar
water van de werkheiligheid komt.
Dat is geregeld en thans schikt men
zich tot het gesprek. Wat ik zeggen
wou, broeder, jullie hebben nou wel
een groot woord over professor
Smits bij ons, maar wat doen jullie
met die Kuitert? Toch ook niks an
ders dan mooi weer spelen?
Hoofden buigen naar elkaar, ik vang
woorden op: horizontalismege
tuigenis doperse mijdingbe
vindelijke predikingDat loopt
hier wel, concludeer ik tevreden.
We gaan nu naar de mensen van
het groene naamkaartje. De midden
groep dus. Die heeft zich in een
bruin café genesteld. Sommigen leu
nen achteloos tegen de bar, anderen
hangen geroutineerd on een kruk.
Aha, deze lieden weten dat ze niet
van de wereld zijn, maar wel in üe
wereld, en dat laatste willen ze we
ten. Luchtig vlieden de woorden
heen en weer, maar reken maar dat
er ernst achter zit. Heldere kijkers
verraden hoe de wereid voor de
wakkere middenmoot is open ge
gaan: mondiale problematiek, weet
je wel. Een voorzichtig bastaard
vloekje in de orde van grootte van
potverdrie kruidt de conversatie. Ke
rel. pik er nou eentje van mij.
Langzamerhand breekt het betere
werk door en daar gaan we weer:
prioriteitenschaalvergroting
operationeelVergenoegd ga ik
verder, het zit hier wel goed.
De mensen van het rode naamkaart
je treffen we aan rondom fonnicata-
feitjes in een snackbar. Hé, wat is
dit? De mensen kijken elkaar achter
hun flesje Spa-water beteuterd aan.
Jij links? Hoe komen ze er bij, je
stemt notabene WD zeg je zelf
Ja, maar ik sta als vrijzinnig te
boek en dan ben je in onze kerk
links, ook al moet je niks van die
rooie mannetjes hebben en ik kan
je verzekeren dat ik er niks van
hebben moet. Overigens waarom zit
hij hier bij links? Als ik je zo hoor
praten, leun je op z'n minst tegen
de confessionelen aan. Wat zeg je?
Omdat ze je eens met een spandoek
op straat hebben zien lopen? Nou,
dan is jouw linksigheid de mijne
nietEnfin, zo gaat dat in de
snackbar. Woorden als strukturen
en omturnen, waarvan ik dacht dat
ze ine om de oren zouden vliegen,
komen niet van de grond. De com
puter is niet goed geprogrammeerd.
Je hebt immers twee soorten link
sen. Mensen dn niet alles van en in
de bijbel geloven maar wèl in huur-
liberalisatie, e i mensen d: a veel ge
loven enne Oost-Duitsland zo'n
lekker sober land vinden. Wacht, er
kan nog een derde soort zijn. Ie
mand die kerkelijk èn politiek links
is, zoiets ais een vrijzinnig Den Uyl-
mannetje. Ik vraag me af, of een
computer déar uit komt.
Dit laatste lijkt me het enige vlekje
te zijn op mijn mooie plan voor de
15e juni. Maar ik denk dat er die
dag gewoon gerapporteerd, geadvi
seerd, geamendeerd en gereleveerd
zal worden. Dat gebeurt intussen al
sinds 1955. Ik herinner me nog dat
toen in Leeuwarden op de gerefor
meerde synode gedebatteerd werd
over de verhouding tot de hervorm
de kerk. De hervormde synode was
in die jaren nog niet publiek, daar
kan ik dus geen verhaal over hou
den, In Leeuwarden was het zo dat
de broeders een afvaardiging naar
eikaars synode niet zagen zitten. Het
valt nog verkeerd, zei de Kamper
professor Herman Ridderbos, over
een paar jaar gebeurt het geruisloos.
Hij had gelijk. Midden in de jaren
zestig zat dominee De Ru op De
blije werelt van de synodale voor-
aanzittingen te genieten en hij zei
aardige dingen over de acte van af
scheiding of wederkeer. Inmiddels
was ook de hervormde synode van
perstafeltjes voorzien en kon je do
minee Kunst op Hydepark tegenko
men. En sindsdien is er geen houën
aan. Aan de hervormd-gereformeer-
de contacten bedoel ik. Niet dat her
vormden en gereformeerden elkaar
stuk voor stuk in de armen vliegen,
of dat ze allemaal branden van ver
langen om in één kerk te zitten (nog
onlangs gaf de gereformeerd: bond
te kennen dat een eventuele komst
van de gereformeerden geen verrij
king voor de k irvormde kerk zou
betekenen). Maar de ontwikkelingen
in en buiten de kerk drijven her
vormden en gereformeerden steeds
meer naar elkaar toe. Niet opzette
lijk of vanwege allerlei rapporten,
maar op een organische manier.
Dat is al heel wat Ik zou willen dat
iedereen die wat met "Samen op
weg" te maken heeft, het radioge
sprek gehoord had van NCRV's
Wim Jansen met de al genoemde
professor Ridderbos. De hoogleraar
attendeerde op dit wat ik nu maar
noem, organisch naar elkaar toe
groeien. maar hij meende dat een
fusie van beide kerken vooralsnog
meer narigheid dan genoegen zou
opleveren (de omschrijving is van
mij), vooral piaatselijk. Dat zal waar
wezen. Ik weet uit m'n jeugd van
een gereformeerd gezin, waarvan de
kindertjes dolblij-waren dat ze niet'
hervormd waren, omdat het her
vormde dienstmeisje altijd drie
kwartier langer in de kerk moest
zitten. Toch noemde professor Rid
derbos verleden week in het Gere
formeerd Weekblad de komende ge
meenschappelijke synodevergadering
een historische gebeurtenis. Hij
deed dit 'in alle nuchterheid' (dat
had hij er niet zo speciaal bij hoe
ven zetten, dat wisten we zo wel).
Hij sprak daarmee zijn radioverhaal
niet tegen, want je moet élles in de
goede proporties zien: plaatselijk ge
harrewar dat je de nek kan breken
èn de synodale dus niet vrijblijven
de ontmoeting, op 15 en 16 juni. Ik
hoop nu maar dat de zusters en
broeders in de Lukaskerk (ik laat
het eaf»* nu -jaar zwemmen) niet
blijven hangen aan de uiterlijke te
kenen van ee i rapport, hoe zinnig
ook, of van een amendement, hoe
spits ook.
REMONSTR. BROEDERSCHAP"
Overledca: W, -Mackenzie (84) te Ama
sterdam; stond te Brielie (NPB);
Zwammerdam, Ajkmaar, Utrecht en
Amsterdam.
OUD GERF. GEM, IN NED.
Beroepen te Kampen: J. Schinkels»
boek, lerend ouderling aidaar.
COM. GEREF, KERK v
Afscheid van Franeker: H. van MulH-
gen, beroepen te Utrecht-centrum. -
(ADVERTENTIE/
Uit het meinumhier:
Rothuizen en Vorster in één
kerk?, dr. J. Buskes
Amerika is niet belangeloos
in Europa, "dc. A. L. Con-
standse
Durven we na Vietnam nog
iets hopen?, prof. dr. Kr.
Strijd
Christenen aan de V.U. staan
aan de verkeerde kant, Mar
guerite Isaacs
De zondag een ondag?,
zr. Marta Dijcks o.s.a.
School is dood, drs. A. Schip
pers
Jezelf en je situatie beter
verstaan, mevr. G, van den
Akker
Vormingswerk is ook niet
alles, Eimert Pruim
Artoi. Maandblad VOORLOPJu.
Uitgave Kok/Meinema. Postbus
38, Delft, 18,90 p.j. (studenten
f 12,70). Nóêm/geef een abonne
ment. Al was het voorlopig voor
een jaar. Of vraag vroejno.