Uit de maandbladen
DE PRIJZEN
mÊÊÈmm
Herbezinning
liberalisme
als reveil
m
WIE KAN ER MEEDOEN
HOE HET GAAT
DE JIIRY
MIÉS
jgjjjjjgj
Deze Bauer geluidfilm
projector Is de hoofd
prijs in de fotowedstrijd
Trouw/Kwartet
In de zomermaanden organiseert Trouw/Kwartet
een grote fotowedstrijd, waaraan iedereen
kan meedoen die zijn fototoestel niet alleen als. v
bagage naar zijn of haar vakantie
adres meeneemt
Mooie herinneringen, van u (in zwart-wit of in -kleur)
maken, een kans te worden bekroond met een
aantrekkelijke prijs.
Uiteraard moeten de foto's betrekking hebben op de
vakantie in of buiten Nederland of op de
.du zomer.in hetralgemeen.
De. foto's kunnen niet worden teruggestuurd.
Door deelneming aan de wedstrijd krftgi
Trouw/Kwartet het recht de foto's af te drukken.
De beste foto van elke groep wordt beloond met een hoofdprijs bestaande
een Bauer T16 Sound geluidfilm-projector tw.v. 866.-
VOOR ELKE GROEP:
Een eerste prijs bestaande uit een Bauer filmcamera Super 8 tw.v* 657.»
Een tweede prijs bestaande uit een Bosch volautomatische dia-projector
in draagtas tw.v. ƒ532.* X
Een derde prijs bestaande uit een Bauer Star filmcamera In zacMeder
draagtasje tw.v. ƒ412.»
Een vierde prijs bestaande uit een Bauer flitser tw.v. ƒ185,-
De vijfde t/m de tiende prijs bestaat uit een Agfa-Matic 200 camera In
geschenkverpakking tw.v. 124.-
door Fred Lammers
UTRECHT Wat het bestuur
van het Nederlands Goud-, Zil
ver* en Klokkenmuseum 1 in
Utrecht jarenlang niet is gelukt,
heeft men nu voor elkaar gekre
gen: ter gelegenheid" van haar
zilveren regeringsjubileum heeft
koningin Juliana erin toegestemd
dat een selectie uit haar particur
liere goud- en zilververzameling
voor een groot publiek te kijk
wordt gezet:
IfipPi
CC-- ;- *v»fv-C: -
SIS®!®
ÊS:iiiü
rtfpl
WKBBKm
i
mmmm
IWPIÉ
«forfst» 'SSsii
Omgesmolten
Formatie Cals
Subsidie kerken
Steun partijen
Ironie
We onderscheiden twee groepen:
van 10 t/m 16 jaar
van 17 jaar en ouder
ledereen mag zoveel foto'* inzenden ale hij of zij wil, al* Sief maar Voor
16 september gebeurt.
De wedstrijd sluit op 16 september a.s.
De foto mag niet groter zijn dan 18 x 24 cm.
Alleen zwartwit of in kleur.
(Geen dia's)
Achterop de foto moeten duidelijk naam. adres en leeftijd worden vermeld.
U dient in de linkerbovenhoek van de enveloppe te vernielden; FOTOWED
STRIJD.
Het adres is:
CHRISTELIJKE PERS POSTBUS 810 AMSTERDAM
De foto's worden bekeken door een deskundige fury, waarvan de namen
nog nader worden bekendgemaakt.
Tot en met 17 september zijn ia dit-
Utrechtse museum, Achter de Dom 12
ruim veertig gouden en zilveren voor
werpen in vitrines .te bewonderen.-
Het is voor het eerst dat deze ge-
bruiks- en siervoorwerpen-uit het be
zit van de Oranje-Nassau familie op
een tentoonstelling staan.
'Ruim tien jaar geledenhebben wij
hier een expositie gehad, waarbij een
paar stukken uit koninklijk bezit wa
ren. Toen is het idee ontstaan méér
te tonen uit de verzameling van Né-'
deilands eerste familie. Pogingen die
daartoe wenden gedaan mislukten. De
Koningin voelt er duidelijk niet veel
voor met haar goud. en zilverbezit te
koop te lopen. De initiatieven tot het
houden van een expositie in ;-:deze.
geest werden daarom in.de ijskapt ge-.
stopt, waar ze eind vorig jaar uit wer
den gehaald. Wij hoorden toen van
diverse exposities uit. koninklijk, bezit,
en besloten opnieuw een poging, te
wagen tot het houden van deze zilveri
en goudexpositie. Het resultaat was
toen positief. Wij hebben zoveel me
dewerking gekregen dat de tentoon
stelling, die wij nu eindelijk Jdmnéa
houden -een goede indruk geeft van
de bezittingen van de Oranjes op dit
gebied. Uiteraard had ik nog wel -
meêr willen exposeren, maar dit was
de limiet Vele voorwerpen met name
kostbaar tafelzilver, kon niet worden
uitgeleend omdat het bij het zilveren
jubileum moet worden gebruikt tij
dens diners. Daar doe je weinig tegen.
Ik ben al blij dat wij dit hebben ge
kregen', aldus de heer J. Zeeman, di
recteur van het Nederlands Goud-,
Zilver- en Klokkenmuseum.
Hij heeft zelf een keus mogen maken
uit wat aanwezig is. 'Alles is opgebor
gen in het Koninklijk Huisarchief'aan -
het Noordeinde in Den Haag. Konin
gin Juliana'houdt niet van opsmuk.
Vandaar dat zij haar goud en zilver,
niet uitstalt in de paleizen maar alles
- in - een" indrukwekkende' kluiS 'heeft
opgeborgen. Als er iets nodig is wordt
het tevoorschijn gehaald. Dat gebeurt
hoofzakelijk' met het'.'tafelzilver, "dat
er in grote hoeveelheden is. Andere
indrukwekkende stukken voórhl tafel
versieringen staan .bijna doorlopend
in de kluis', vertelt de;heer Zeeman.
Het tentoongestelde vertegenwoordigt
enige generaties. Vooral m.^dfe'vorige
ySffö fi Jr#i' uM'"n.ny1
1 1'l - -r
SS®
Prins Hendrik nam bij zijn huwelijk
twee prachtig bewerkte zilveren kan
delaars mee, die nu een vitrine vul
len.
Kostbaar waren in de vorige eeuw de
geschenken waarmee de Oranjes wer
den verblijd. Zo schonken de Zeeuwen
koning Willem de Derde in 1874 bij
zijn zilveren regeringsjubileum een
nautulusbeker. Het', is een protserig
geval van massief zilver,dat bij el
kaar ruim vijftien kilo weegt. Als ge
bruiksvoorwerp is het niet te hante
ren, waardevol is het wel, niet in de
laatste plaats* omdat het getuigt van
vakmanschap, waar men nu niet meer
aan. toekomt
"Koningin Wühelmïna en prins Hen
drik kregen bij hun huwelijk een
even" indrukwekkende vaas van een
vereniging in New York, zich noemend
de 'St. Nickolas Society of New York'.
Van oudere datum is de zilveren beker
met afbeeldingen van allerlei Oranjes
en Nassau's. Graaf Adolf;.van Nassau
is op het deksel afgebeeld; De oudste
voorwerpen dateren uit de tijd van
stadhouder Willem de Vijfde, van hem
afkomstig is het bestek, onderdeel van
een vijfhonderd stukken omvattende
cassette, met het stadhouderlijke wa
pen omgeven door de kouseband, er
in gegraveerd. Uit ongeveer dezelfde
periode is het tafelzilver met heften
van Saksisch porcelain. Wilhelmina
van Pruisen heeft dit tafelzilver mee
genomen uit haar vaderland.
Deze zilveren beker uitgeloofd door zijn broer kwam In 1845 In bezit van
prins Alexander, de tweede zoon van Koning Willem m en koningin Sophie.
eeuw werd het zilverbezit van de
Oranjes regelmatig aangevuld, bij-
voorbeeld bij vorstelijke huwelijken.
-'-Koningift-Sophie, de eerste vrouw van
koning Willem de derde bracht uit
Württemberg heel wat mee, dat op
die manier in het bezit van de Oran
je-familie kwam. Op de tentoonstel
ling staat een prachtig twintigdelig
zilveren kinderserviesje vari deze vor-'
*.:'stini*'dié-het;in haar huiselijke loven
zo moeilijk heeft gehad. Ook van haar
afkomstig zijn twee bokalen, waarin
ijs kon worden bewaard.
Grappig is de zilveren beker, door de
zoon van koning Willem de Derde,
kroonprins Willem,beschikbaar ge
steld voor een ruitersportevenement
dat op 6 september 1845 in Zandvoort
plaats vond. De beker werd gewonnen
door zijn broer, prins Alexander, met
het paard 'Generaal'.
'Oudere voorwerpen zijn erniet, ik
heb ze tenminste niet kunnen ontdek-
ken. Stadhouder Willem de Vijfde
heeft veel kunstvoorwerpen uit zijn
particulier bezit laten omsmelten om
er munten van te maken. Daardoor is
veel uit vroeger tijd verlóren gegaan.
Deze. stadhouder had met geldgebrek
te kampen', vertelt de heer Zeeman.
Deze eeuw hébben de Oranjes geen
kilo's wegende gouden of zilveren
voorwerpen meer ten geschenke ge
kregen. Men werd toen praktischer.
Dat betekent niet dat er geen mooie
dingen meer in de collectie bijkwa
men. Van onze koningin is er bijvoor
beeld een gouden vingerhoed met in
emaille haar portret als eenjarig meis
je. Met de gouden rammelaar, in de
vorm van een Oranjeappel en versierd
met een zilveren strik, waarop de
spreuk 'Oranje boven* is te lezen,
heeft zij als kind gespeeld. Gelukkig
voor haar dat er ook een hoornen
ring aan deze kostbare rammelaar zit.
Op de "tentoonstelling staat ook een
gouden theeservies. Koningin Juliana
en prins- Bernhard. kregen dit bij hun
huw£Ujk^iiit£l937;2yan de sultan van
Kutei.'. Aan veel geëxposeerde stukken
is een verhaal verbonden, dat er in
het kort, voorzover dat kon worden
nagegaan, bij vermeld wordt
De openingstijden van. het museum
zijn dagelijks van half elf tot half vijf
en 6p zondagen van half twee tot half
vijf.
liberaal Reveil', eens per kwartaal
verschijnend tijdschrift, voor liberalen
en WD-gezinderi, is met een nieuwe
redactie opnieuw begonnen. Redactie
leden zijn o.a. de hoogleraren dr. R.
Braams (Utrecht), dr. -G. H. Scholten
(Rotterdam), dr. D. Simons (Rotter
dam) en dr G. Zoutendijk (Leiden)
en de Haagse hoofdcommissaris van
politie dr. C. N, Péijster. Voorzitter
van de redactie is de Sijthoff-hóofdre-
dacteur H. A. M. Hoefnagels, die ter
inleiding laat weten dat het.de,bedoe
ling is, dat Liberaal Reveil een medi
um is voor een fundamentele discus
sie over het liberalisme. Wat dat be
treft heeft het vernieuwde tijdschrift
naar Hoefnagels taxatie de wind mee:
er is, schrijft hij 'een stuk intellectue
le herbezinning op het, liberalisme
voor deze tijd gaande, die wij best
een reveil mogen noemen'.
Verder is het volgens Hoefnagels
verkeerd, te denken dat de WD haar
jongste succes te danken heeft aan
een zwenking naar rechts, al is er
blijkbaar wel aile aanleiding voor de
waarschuwing dat de WD zich niet
uit het midden mag laten weg-potari-
seren en zich niet mag vervreemden
van KVP-ers en ARP-ers. Hoefnagels
is zelf de eerste die deze waarschu
wing laat horen, namelijk in een arti-
keil waarin hij constateert dat forma
teur Burger bewust het linkergedeelte
van een tweepartijenstelsel heeft ge
formeerd- De WD. heeft nu. tot taak,
ervoor te zorgendat het recti terpart
van dat stelsel tot stand komt, maar
Hoefnagels laat Wiegel weten dat. de.
grens tussen links en rechts niet
duurzaam rechts van het midden mag
komen te lopen. Prof. Scholen komt
met een soortgelijke conclusie na een
analyse van de verkiezingswinst van
de WD: die winst wijst de weg naar
bet midden. Scholen: 'Nu dé WD in>
de oppositie is, zal het veel zelfbej.'
heersing en bekwaamheid vergen om
die oppositie wel fel en duidelijk,
maar tegelijk constructief,' redelijk en;
werkelijk vooruitstrevend te voeren'.
In het CH-Tijdschrift tweemaande-,
lijkse uitgave van de Jhr. mr. A. F.j
de Savornin Lohman Stichting.
mr. H. K. J. Beernink de namén on-'
der elkaar van de CH-ministers ujt
het 65-jarig bestaan van de Unie. Zijn
stuk wordt pas interessant als hij nog
eens verhaalt hoe de CHU bij de for-
matie-Cals in 1965 uit de boot viel:
'De formateur mr. Cals deelde mij
reeds in het eerste onderhoud mede,
dat de P.v.d.A. liever niet zag dat de
•CHU zou meedoen. Hij verzuimde in
dit onderhoud te zeggen later
heeft hij tegenover mij dit verzuim
erkend dat het zijn bedoeling was,
eerst een oplossing voor het omroep
beleid te vinden en daarna over de
rest van het regeringsprogram. te
spreken. De CH-Tweede Kamerfractie
wenste echter eerst inzicht in het he
le program te hebben. Toen dat niet
werd gegeven, werd zij niet langer bij
het formatiewerk betrokken. Ik heb
in mijn boekenkast staan een boekje
van mr. Cals, getiteld 'De zin der vrij-
heid', met daarin geschreven: 'v.d.S.
(schrijver, red. Tr. Kw.). 25 maart
1965. Sans Rancune!'
Verder vertelt Beernink: 'Het fabeltje
doet nog steeds de ronde, als zou ik
de kabinetsformatie gedurende een
halve dag hebben' opgehouden, omdat
ik er-de voorkeur aan gaf naar een
voetbalwedstrijdvoor dé televisie te
kijken in plaats van Mr. Cals ant
woord op de door hem gestelde vra
gen te geven. Wat was het geval? Ik
stelde er prijs op voor deze beant
woording contact te hebben met Dr.
TiJanus. Deze was pas laat In de
avond te bereiken en ondertussen heb
ik rustig naar de televisie zitten kij
ken! Van enig ophouden van de kabi
netsformatie was natuurlijk geen
sprake'. Beernink besluit zijn stuk
met de overpeinzing dat er misschien
nooit meer CH-bewindslieden zullen
optreden: het kabinet-Den Uyl zal wel
lang blijven zitten en ondertussen
komt er misschien een nieuwe chris
ten-democratische partij. Ook als
Unie-leden die aan die CDP niet wil
len meedoen, de CHU zelfstandig wil
len laten voortbestaan, dan nog is vol
gens 'Beerninks schatting de kans op
een CH-bewindsman niet groot meer.
In het KVP-blad 'Politiek Perspectief
een stuk van drs. P. G. J. Bovens
over kerk-subsidies ('godsdienstsubsi
dies* zoals de auteur het hier en daar
ook wel noemt). Bovens ziet van het
standpunt van de overheid geen be
zwaar tegen financiële steun aan de
kerken: 'Kerken kunnen worden ge
zien als geestelijke basisgemeenschap
pen vanwaaruit mensen bezieling ont
vangen om voor de samenleving nutti
ge activiteiten te verrichten', zo
schrijft hij ergens. Maar van het
standpunt van de kerken uit acht hij
overheidssubsidie weinig aanlokkelijk:
'Binnen de kerken bestaan en ont
staan steeds meer groepen die, op
grónd van betrekkelijk nieuwe theolo
gische opvattingen over geloof en
kerkbeleving, een godsdienstbeleving
trachten te realiseren waarin een be-
roep op financiële overheidssteun
overbodig is'.
In hetzelfde tijdschrift constateert P.
J. M. Duyndam dat het kabinet-Den
Uyi bereid lijkt, vormings- en voor
lichtingsactiviteiten van politieke par
tijen financieel te steunen. Hij hoopt
dat daarbij niet geldnood van deze of
gene politieke partij maatgevend zal
zijn 'maar dat de doorslag zal worden
gegeven door de gedachte dat in een
welzijnsmaatschappij een volwaardige
plaats voor volwassen politieke bedrij
vigheid vanzelfsprekend behoort te
zijn'.
Over overheidssubsidie aan politieke
partijen schrijft ook prof. dr. P. J.
Boukema in 'Acta Politica' tijdschrift
voor politicologie (uitg. Boom Pers,
Meppel). Boukema heeft geen princi
piële, maar ziet wel .praktische bezwa
ren: een verdeelsleutel is moeilijk te
vinden en: 'Vooral is van belang of de
kiezers de politieke partijen kunnen
(blijven) zien als hun eigen organisa
ties of deze gaan beschouwen als in
strumenten waarvan de staat zich be
dient'. Boukema geeft de voorkeur
aan beperking van overheidsbijdragen
aan partijen tot indirecte steun, zoals
vrijdom van porto. Als partijen zon
der directe steun niet meer zouden
kunnen functioneren, zou subsidiëring
moeten worden aanvaard, waarbij
volgens Boukema steun voor algeme
ne partij-activiteiten de voQrkeur
moet hebben boven subsidiëring van
bepaalde taken, zoals verkiezingsacti
viteiten. De hoogte van het subsidie
bedrag zou moeten wórden gekoppeld
aan de eigen bijdrage van de partijen
en de grootte van de fracties in de
Tweede Kamer.
AR-Staatkundc, maandblad van de Dr.
A. Kuyperstichting, staat deze keer
vol met besprekingen van boeken en
van professorale en lectorale redevoe
ringen. Drs. H. E. S. Woldring be
spreekt het werk van dr. C. Rijnsdorp
met als conclusie dat ook een chris
tenpoliticus slechts tot zijn schande
aan deze. cultuurkriticus kan voorbij
gaan.
In Maandblad Plan nr. 8 veegt P. J.
van den Broek op niet onvermakelijke
wijze de vloer aan met de zogeheten
SOS-gemeenten, elf randstadgemeen
ten, die beweren onvoldoende rijks-
steun te krijgen voor hun uitbreidings
plannen, plannen, waarvan al deze
gemeenten zeggen dat ze geënt zijn op
het ruimtelijke ordeningsbeleid van
de rijksoverheid.
De schrijver begint met te vermelden
dat de gemeenten Alphen aan de Rijn
en Capelle aan den IJssel zich maar
meteen hebben aangemeld als waarne
mer, hoewel zij niet door de rijkso
verheid zijn aangemeld als primaire
groeikernen. Ook de rijksdienst voor
de Usselmeerpolders heeft zich aange
sloten namens de nog niet eens be
staande gemeenten Lelystad en Alme-
re. Lelystad bestaat wel al, maar is
nog geen gemeente en Almere bestaat
nog helemaal niet
'De club van elf, aldus Van den
Broek, 'meent in de tweede nota van
1966. de opdracht te vinden om snel uit
te groeien tot .'leefbare en goed geou
tilleerde moderne steden'. Nu hebben
de opeenvolgende regeringen inder
daad steeds verklaard dat zij de twee
de nota aanvaardden als uitgangspunt
van het hun beleid, maar concrete
'opdrachten' zijn er voor zover ons be
kend nimmer verstrekt'.
Van den Broek gaat dan in op de
voornaamste basis van het hele ruim
telijke ordeningsbeleid, de prognoses.
De CBS-cijfers voor 1966: 20 miljoen
Nederlanders in 2000, 1971: 17.1 mil
joen Nederlanders in 2000, terwijl
kortgeleden (Van den Broek vermeld
dit niet) een prognose werd ver
strekt van .even boven de vijftien mil
joen. Wat Vanden Broek wel ver
meldt is dat het EIB (Economisch In
stituut voor de Bouwnijverheid) even
eens kortgeleden met eer; prognose
kwam van ongeveer 14 miljoen Neder-
landers in 2000. Desondanks, zo con
stateert hij, kon de Raad van Advies
voor de ruimtelijke ordening in 1972
nog steeds niet beschikken over ande
re cijfers dan de twintig miljoen van
1966.
Ironisch stelt hij vast: 'Enfin, men
kan de ruimtelijke ordenaars in ieder
geval niet verwijten dat zij overijld te
werk gaan bij het aanpassen van hun
modellen aan nieuwe ontwikkelingen.
Daarin vinden wij dan tevens een
lichtpunt: we voorkomen nu dubbel
'werk omdat we de bijstelling op 17.1
miljoen kunnnen overslaan en meteen
een gebundeld deconcentratie-beleid
kunnen ontwerpen op basis van een
bevolkingsgroei tot bijna 14 miljoen'.
Hij rekent ons en passant ook nog
even voor dat de elf gemeenten wil
len groeien met In het totaal 565.700
inwoners tot het jaar 1985, terwijl de
totale bevolkingsgroei tot dat jaar
blijkens de prognose van het EIB
maar 480.000 zal bedragen.
Hij blaast het kaarsje van de SOS ge
meenten tenslotte definitief uit met
de opmerking: 'Voor het aantrekken
van voldoende werkgelegenheid voor
al die nieuw aan te voeren bewoners
(bij gebrek aan Nederlanders zullen
dat dan wel Turken en Marokkanen
moeten worden) doen zich uiteraard
ook weer enkele knelpunten voor, zo
als het ontbreken van stimulerings
middelen ais premies (ezeltje-strek-je
in Den Haag is ook overal goed
voor)'...' Om dit soort verhalen te
kunnen slikken zijn er inderdaad an-
derssoortige kennisniveaus en karak-
ters nodig".
7 - - f Ir'- ".r
Uil#