u If II I I I I tot eenvoudiger bestaan ■p» ™ehr 111 door Max Schuchart AROW/KWiAiRTET ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1973 KUNST TPOUZHS15 /TKRH15 door Ellen Posthuma 'Je zou kunnen zeggen: het sociale engagement bestaat en daar volgt uit dat je verplicht bent met de mensen te praten over' je werk. Je kunt daar niet zo maar iets ophangen, zoals het bij ons gebeurt dat eigenlijk niemand er iets over zegt en dat je een maand later je werk weer mooi kunt weghalen en dat het er eigenlijk niet gehangen heeft. Alleen heeft dan hier en daar een krant-een beetje esthetische beschouwingen gemaakt over wat je gedaan hebt. Nee, in de DDR gaat met er over diskussiëren. Je wordt verplicht om er iets over te zeggen. Ik kan me voorstel len dat zoiets voor vele westerse kunstenaars een bezwaar is om dat ze überhaupt niet zo hebben leren denken en argumenteren, nooit eigenlijk hebben nagedacht over hun positie in de maat schappij. Ze hebben altijd gedacht: 'ik zie dit zo, ik werk zo, dit is mijn visie en als je dat niet wilt, nou, dan laat je het'. Dat gaat daar niet zo, die vrijblijvendheid. Ger Boosten is graficus, schilder en dêcorontwerper. Hij.is 26 jaar oud en Limburger. Hij studeerde 2 jaar aan de kunstnijverheidschool van Maastricht, 6 iaar aande Jan van Eyckacademie en 1 jaar met een studiebeurs in Belgra do, Joegoslavië. Aan de Jan van Eyckacademie studeerde hij af met de prijs van de stad Maas tricht. Hij werkte anderhalf jaar als décorontwerper bij het Groot Limburgs Toneel-Vor mingstheater, en ontving de Koninklijke subsidie voor de schilderkunst. Exposeerde in Venlo, Hilversum, Eindhoven, Amsterdam, Berlijn en Ant werpen. pppiiiia HL Filmkroniek door dr; H. S. Visscher Het Arnhemse filmfestival heeft' in zoverre nuttig gewerkt, dat de sluizen die het laatste jaar de filmstroom grotendeels hebben afgesloten, eindelijk weer eens wat.wijder zijn opengegaan. Het 'officiële' programma omvatte films die weliswaar allerminst hun wereldpremière beleefden en waarvan sommige in het buitenland ongetwijfeld alweer 'oude kost' zullen zijnmaar die voor de Nederlandse bios- koopganger zeker 'nieuw leven' betekenen. Ger Boosten: kunstenaar onontbeerlijk in de DDR westerling, niet als oosterling. Ik heb er daar dan ook vaak uitleg van moeten geven. Ik heb b.v. een heel diepgaande dis- kussle gehad met studenten van de kunst-filosofische fakulteit, over de ze tendensen, over dit soort werk, over werk in de DDR, over werk vanuit marxistisch standpunt'. Op de Intergrafiek-tentoonstelling hing werk uit 150 landen. "Wat vond hij ervan? 'Ja, het was natuurlijk een monster- tentoonstelling, maar een aantal werken/rijn me opgevallen, b.v. van mensen uit de DDR, een dnorme kwaliteit had dat werk, niet allen esthetisch, maar ook inhoudelijk. Een aantal Russen vond ik erg inte ressant, en nog anderen. Kijk, ik vind dat het esthetische ele ment in overeenstemming moet zijn met het inhoudelijke. Ik hecht enor me waarde aan de leesbaarheid van werk. Er wordt veel gemaakt dat nogal pla- kaatachtig is en daar houd ik niet van omdat het oppervlakkig is. Ik in teresseer me voor werk met een die pere achtergrond, iets dat als het Aan het woord is Gèr Boosten, gra ficus, schilder en décorontwerper, en begin augustus lid van de Neder landse delegatie naar het Wereld- jeugdfestival in Oost-Beriijn. Zijn vak bracht met zich mee dat bij in Berlijn andere kontakten leg de, andere gesprekken voerde dan de doorsnee-festivalganger. Hij sprak met studenten van de kunst-filosofi sche faculteit van de Humboldt-un'i- versiteit, met de directie van het Al les Museum, met vele andere kun stenaars en hij was op j bezoek bij het /beroemde Berliner Ensemble. Ervaringen waarover hij graag iets kwijt wil. Samen met Harry van Kruiningen vertegenwoordigde hij Nederland ,op de grote tentoonstelling 'Intergra- fiek' in het Altes Museum. Van Gèr Boosten hingen er 8 etsen, met als thema, legt hij uit: 'Isolatie, kontaktstoornis, ik heb een' aantal etsen gemaakt waarop je ziet vreten, maar dat vreten draagt niet verder bij tot een ontplooiing als mens, het is vreten om het vret'dn. Daarmee heb ik eigenlijk een westerse ten- dens aangetipt. Ik maak dit werk als ware als een mokerslag aankomt en nog weken daarna blijft nadreunen, dat vind ik goed werk. Maar dat is zeer zeldzaam. En dan vond ik toch dat er op die tentoonstelling heel wat van dat goede werk te zien was. Hoe bedoelt hij dat, deze opmerking over socialis tisch realisme? 'Socialistisch realisme is een soort werk dat alleen maar door dc beste mensen gemaakt kan worden. Gaat iemand die een kleiner talent is, zo iets maken dan wordt het vervelend en oppervlakkig en dan kan hij het betér laten, ook al is hij technisch knap. Je moet de taak van het socialistisch realisme goed bekijken; dat kennen wij in. Nederland niet, omdat wij geen socialistisch land zijn. Men heeft indertijd de misvatting gehad om te stellen dat andere soor ten kunst maar moesten inpakken. Dat is niet juist, alleen al uitgaande van het fdit dat dat maar gegeven is aan een kleine groep kunstenaars, zou je die anderen het werk niet kunnen verbieden. Men gaat dan on middellijk verwijzen naar het fascis me, dat is dan ook gebeurd in wes terse landen, dat ze zeggen, zie je, daar hebben ze ook hun Kulturkam- mer. Men heeft óp een gegeven moment ingezien dat is me in gesprekken daar verteld dat mem. een groot talent moet hebben om socialistisch realisme te maken en men heeft be grepen, dat wanneer men abstract. werkt, men zich nog niet tegen de staat en het socialisme hoeft te ke ren,, "tfaht men'diept ten slotte ande re gevoelswaarden van het menselijk leven uit-Ik kan me best voorstellen dat een abstract schilderij naast een socialistisch realistisch schilderij haggt omdat daardoor een grotere diversiteit ontstaat Ik kan dat goed. waarderen. Maat daarvoor. Is eerst een kunstop voeding nodig. Het heeft ze ook daar eerst aan inzicht geschort men is dat nu langzamerhand aan. het bijvijlen. Je moet niet vergeten dat de DDR, en .trouwens alle socialistische lan den zeer jonge staten zijn, de meeste bestaan goed 30 jaar en er worden natuurlijk erg veel fouten gemaakt, fouten die men naderhand hoopt te corrigeren. Het veranderen van het publiek, dat heeft ook weer te maken met het feit dat het een zeer jonge staat is. De vroegere kunstbourgeoisie was ver trokken, kunstenaars waren er ook bijna niet meer.Dit had tot gevolg dat; er eerst een gat; is geweest dat opgevuld is door het socialistisch re- alisme, onder, strenge controle. Eri-.'Qit heeft zich langzaam ontwik keld-tot d'e opvatting van het begrij- pen'-.dat andere - vormen abstracte kunst, stilistische kunst, impressio nistische, expressionistische kunst naast het socialistisch realisme kun nen voortbésia^n en zelfs gestimu leerd moeten wórden, omdat men zo een grotere diversiteit heeft, en gro tere diskussiemogelijkheid'. Gèr is ook decorontwerper. In Ber lijn was hij ook aanwezig bij repeti ties van het Berliner. Ensemble. Wat is hém daar nu speciaal opgevallen? "Het-is wel aardig om te vertellen i UIrich Hachalla: 'Jungendlreffen' 1971. dat men daar een jaar lang werkt aan een stuk, repetities, opbouw van het décor, het ontwerpen. Men is een jaar lang, meer dan een jaar soms, bezig met dat in elkaar zetten van een nieuw stuk. Als er bepaalde materialen niet voorhanden zijn, dat? vertelde mij Karei van Appcn, één van "de -artis- tistieke leiders en decorontwerper, chef van het atelier, dan werden die geïmporteerd uit het Westen, al kosten ze nog zo veel geld. Het is ook belangrijk om te vertel len dat wanneer je een décorontwerp maakt, er bij de voorstelling ook exact staat wat jij hebt ontworpen. Ik weet uit ervaring dat dat hier in Nederland niet gebeurt. Altijd is het water bij de wijn doen. omdat het te veel geld kost, omdat er geen tijd meer is, omdat het niet zo ge zien wordt, of door zgn democratise ring dat je hele rotzooi onder tafel gekletst wordt Dat rijndingen die daar niet voorkomen. Een regisseur en een décorontwer per zijn het op een gegeven moment eens over hoe ze het zullen doen, ze zijn het eens overh'dt ontwerp en daruzal het er ook zo komen, al kost het vóel geld. Dat komt omdat het voor de arbei dersklasse bestemd is en niets is goed genoèg voor de arbeidersklasse. Zo'n stuk gaat ook 10 jaar als er pu bliek voor is. Er zijn bepaalde stuk ken 'die Brecht indertijd nog heeft geënsceneerd en die nu nog draaien.' Hoe staat het met opdrachten aan kunstenaars? 'Het is daar zo geregeld, dat als men toegelaten1 wordt tot de studie dan moet je natuurlijk t'erst bewijzen dat je talent hebt maar als je toegelaten wordt, en dat geldt voor alle vakken, dat je een funktie zal krijgen, dat je kan leven van je vak. Een jaar voor je afstudeert weet je waar je een betrekking krijgt aan geboden. Je kunt daar heen gaan, je kunt de situatie bekijken en je kunt nagaan of je daar goed zult funktio- neren, ja ofte nee. Als je die keuze dan hebt gemaakt is het zeker dat je daar' dan naderhand aan het werk kunt Goed, er is me bijgezegd dat Cr ook wel eens perioden zijn dat het moei lijker is, maar .dit is het principe. Iedereen krijgrt werk naar zijn stu die. Er is altijd werk, want als er in de eigen DDR mensen genoeg zijn dan zendt men ze uit naar andere socialistische landen of naar ontwik- kelingslanden. Dat geldt ook voor kunstenaars. Je kunt kiezen, je krijgt ofwel opdrach ten, je kunt ook les geven, je kunt ook in een fabriek werken, ais lei der van het amateuratelier, zal ik het maar noemen. 'Maar een kunstenaar beeft daar niet zo veel geldnodig, .want kijk, hij krijgt een huis via dè vakbond, krijgt z'n ateliers via de vakbond: hij is alsiéder" mens daar sociaal vx'rzekerd, hij heeft recht op allerlei gelden voor uitstapjes en studierei zen. De vakbond van kunstenaars is bij zonder sterk. Hij bemiddelt direct tussen dé staat en het sociale leven, hij komt op voor de belangen. Hier heeft de vakbond, van kunstenaars een utopische funktie, men kan vra gen, van 'zoudt u alstublieft Dat is daar niet zo. Daar heeft, de vakbond een'directe inspraak, ook óp het regeringsbeleid, ze bepaalt sa men met de minister, of. de advi seurs van de minister het beleid. In het Altes Museum, waar ik een gesprek heb gehad, daar is een funk- tïonaris van de Partij, daar is de di- rekteur en daar is dd vertegenwoor diger van de vakbond. Door deze drie worden de plannen gemaakt en het beleid uitgewerkt'. Wat is nu zijn voornaamste indruk door de gesprekken die hij heeft jge- voerd? Ik geloof dat een van de principiële verschillen, met de kunstbeoefening in het Westen is, dat men voortdu rend in diskussie is. Nou kan dat natuurlijk voor vele mensen moeilijk zijn, ik geloof ook dat er kunstenaars/in de DDR leven die daar niet ..tegen kunnen, ik heb 'er een'aantal. ontmoet, maar ik ge loof toch dat als ik de verschillen bekijk dat ik de voorkeur geeft aan' de positie van de kunstenaar in de DDR. Omdat hij, wanneer hij ge waardeerd wordt.ook ten volle wordt gewaardeerd./ Hij bouwt: h.L mee aan de maat schappij, hij is 'onontbeerlijk. De SED (Socialistische Eenheids Partij Duitsland, dé. belangrijkste politieke partij in de DDR)'stelde in 1972 dat de kunstenaars een onontbeerlijke kracht in de. maatschappij is. Zo'n uitspraak, dat kunst een abso lute steunpilaar is' van de maat schappij kennen wij in Nederland niet.-Kunst is daar zonder meer een bouwsteen van het maatschappelijke leven. Dat is iets waar niet over.ge twijfeld wordt of gediskussieèrd. Dat staat vast' Arnhemse alternatieven Maar naast het officiële programma waren er ook twee 'alternatieve': het ene werd in 'Rembrandt Luxe' uitgebracht, en was 'officieel alternatief: het ging om films die -'.ten dele misschien ook wel zullen gaan rouleren, maar waarvan commercieel bepaald geen wonderen verwacht worden. Het andere was écht officieus. Het was tót stand gekomen door samenwerking van Cinéclub-Amsteidam', 'Fugitive Cinema Holland' en het Arnhemse Jongerencentrum "Willem I'. Juist bij die twee alternatieve manifestaties waren films te 'halen' voor de filmminnaar. Zo draaiden in 'het jongerencentrum Wiliem I de politieke films' die Godard gemaakt 'heeft nadat hij zich na de grote ^studentenopstand in Frankrijk definitief van het heersende kapitalistische filmproduktiesysteem heeft afgewend. Maar ook draaide daar de reeds befaamd geworden Dim van Hans-Jürgen Syberberg: Ludwig. Requiem für einen Jungfraulichen König'. Het is een drie uur durende film over het «even van Ludwig II van Beleren, de schepper van 'sprookjeskastelen' als het beroemde Neuschwanstein: een enorm intrigerende film, prachtig van enscenering, geluid en acteursprestaties, waarin Syberbdrg, uitgaande van historische gegevens en data uit het leven van Ludwig II, in een zeer autonome, gestileerde vormgeving parafraseert op betekenis en impliciete mogelijkheden van die momenten, De handeling speelt zich af tegen pompeuze decors van Wagneropera's, en Wagner, die in het leven van Ludwig H een enorm belangrijke rol heeft gespeeld,'komt in verschillende gestalten in de film voor. Er wordt/dan ook weelderig met nevel gewerkt. die uit alle mogelijke hoeken 'het beeld worden binnengeblazen: en de stijl van de acteurs is langzaam en verheven, als speelden zij werkelijk in een Wagneropera. Ludwig II zag zichzelf en zijn'koningschap als bestaande gegevens in een Wagneropera, zoals de film veelvuldig en parodistisch aantoont. Overigens: zonder Ludwig II zonder meer af te vallen of voor schut te zetten. Uitgangspunt is dat Ludwig, die miljoenen guldens aan zijn droomkastelen uitgaf,-hetgeen zijn kabinet in de wedijver met het Pruisen van Bismarck al heel slecht uitkwam, door machinaties van het hof en manipulaties via de pers tenslotte krankzinnig verklaard - werd. Wat van de film bijzonder opvalt, is de instelling van de maker tegenover zijn onderwerp. Hij laat heel duidelijk uitkomen wat er in Ludwigs tijd aan politiek en vooral ook sociale beweging gaande is en dat Ludwig zelf daar volkomen blind en doof voor blijkt Maar hij valt hesn daarom niet zonder meer af, al parodieert hij hem verschillende malen.'bijvoorbeeld in de scène waarin Ludwig een eigen 'koninklijke tred' ontwerpt die herinneringen oproept aan de beruchte paradepas van de latere S.S. Syberbergs film is verdeeld in hoofdstukken, waarvan de titels de momenten óf personages aangeven die in het leven van Ludwig II belangrijk zijn. Soms is zo'n hoofdstuk volledig in de stijl van de Wagneropera er wordt enorm veel Wagnermuziek gebruikt maar ook maakt hij gebruik van operettelièdjes en soms van een soort cabaret- én revue-sketches. Er zit een prachtige scène in, waarin een als Hitier gekleed en gekapt persoon een tango danst met een overdreven 'vrouwelijke' S.A.-man in wie men gemakkelijk de beruchte Röhm herkent. Daarnaast komen er ook 'televisie-reportages' in voor van personages die Ludwig van nabij meegemaakt hebben of zouden hebben. Het mooiste daarvan is het verhaal van "een oude Béierse boerin, die verheerlijkt verteld hoe Ludwig haar ouderlijk huis bezocht, toen zij nog een heel klein meisje was. Haar verhaal gaat op de geluidsband verder, terwijl we in beeld een heroïsche Ludwig, als een Wagneriaanse Siegfried, op een slee door de sombere besneeuwde bossen van Beieren zien rijden. Het beeld is duidelijk 'onecht,': de achtergrond van verglijdende bomen en bossen is onmiskenbaar een 'travelling matte' een geprojekteerde achtergrond. Dat is kenmerkend voor de film, die alles wat er gebeurt, het karakter van pompeuze Kitsch en 'toneelwerkelijkheid' geeft. Want zó was de werkelijkheid van Ludwig II. Sybergergs film rit vol toespelingen en citaten die de toeschouwer zeker op het eerste gericht niet allemaal begrijpt. Maar het zal hem niet verhinderen onder dc indruk te komen van deze originele en razend- knappe film, die ondanks z'n lange duur en z'n langzame tempo, op onnavolgbare manier een sfeer weet op te bouwen en zich daar tezelfdertijd van weet te distantiëren. Maar jatöch geen film voor de 'gewone bioskoop'. Geldt dat ook voor de met een Gouden Beer te Berlijn bekroonde film 'Distant thunder' van Satyajit Ray, die in het 'officiële' alternatieve, programma vertoond werd? Ray, die men vooral kent van het sterk autobiografische 'Pather Panchali' de verfilming van zijn jeugdherinneringen in 'den klein Indiaas dorpje filmt niet spectaculair, niet 'hevig' en niet zwaar-erotisch. Toén hij als eerste en enige Indiase regisseur buiten de grenzen van zijn eigen land beroemd werd, sprak men vooral van zijn 'neo-realisme'. Dat geldt nog steeds voor deze 'Distant thunder", waarin hij-langzaam en behoedzaam, vol kleine psychologische trekjes en aanduidingen het naderbij sluipen van de hongersnood schildert in een Bengaals dorpje anno 1943. Het nijpende rijsttekort is het directe gevolg van dd oorlogshandelingen, waarvan de simpele bewoners alleen de eskaders overvliegende bommenwerpers zien. Ze weten niet eens precies hoe en waar en waarom die oorlog gevoerd wordt, maar ze sterven er wèl aan. Bij miljoenen, zoals Ray in een soort 'r.awcard' vertelt. Zijn film behandelt alleen het beginstadium van die katastrofe, het nijpende rijsttekort dat zich geleidelijk kenbaar maakt en dat de intermenselijke verhoudingen langzaam maar onherroepelijk ontwricht. Ray's film is niet ingewikkeld. Hij is erg mooi gefilmd en blijft overal volkomen doorzichtig. Zijn observaties van het leven in die kleine dorpsgemeenschap en met name van het huwelijksleven der twee hoofdpersonen spreekt van een geweldige liefde en tederheid voor het menselijk leven. Hij werkt gebeurtenissen en situaties dikwijls niet uit, maar duidt ze alleen aan en laat de rest aan or.s over. Net als 'Pather Panchali' weet hij de toeschouwer volledig in te spinnen in de kleine samenleving van dat nietige dorpje, waar zich desalniettemin een geweldige katastrofe" gaat verwerkelijken. Voor minnaars van de huidge oosterse 'geweldsfilm' is zo'n Distant thunder' niets. Maar voor anderen zal Ray's film ongetwijfeld een 'ontdekking" zijn. Zo simpel en vanzelfsprekend als de gebeurtenissen in Ray's film, zijn ook de lotgevallen van een stel aan elkaar verwante Griekse gastarbeiders, ergens in een krotachtige woning in een Zweedse stad. De film heet 'Gastarbeiders', de maker is de Zweedse regisseur Johan Bergenstrahle. Als je zo'n film ziet, dan vraag je je af, waarom geen Nederlandse filmer zich aan zo'n onderwerp, dat hier toch ook in het centrum van de belangstelling staat, heeft gewaagd. Bergenstrahle heJeft geen 'grote' en zeker geen spectaculaire film willen maken. Maar wèl heeft hij het wel en wee het heimwee voorat van de gastarbeiders weten uit te beelden. Hun eenzaamheid en hun sexuele nood. Hun afhankelijkheid en hun vervreemding. In feite ook weer 'neo-realisme', dat 'n brok menselijk leven heel 'werkelijk' heeft weten té'; maken. Ook 'grote' films vielen binnen het: v' alternatief, zoals-de drie uur durende science fiction-film van de J Rus- Andree Tarkovski: 'Solaris'. Het is een film over de 'verkenning van de vreemde planeet Solaris, waarvan, het oppervlak bedekt is met een oceaan die een groot, levend brein /- blijkt te zijn, dat onder bepaalde condities herinneringen en dromen van de ruimtevaarders materialiseert, Het grootste deel van de film speelti - zich af in een ruimtestation dat praktisch gesproken op liquideren s staat en waarvan de. sfeer erg goed getroffen is. Het eerste, 'aardse' gedeelte, dat prachtig mooi gefilmd is, bevat al allerlei 'signalen' van een andere werkelijkheid dan die via de wetenschap verkend kan worden. Op zichzelf al merkwaardig genoeg in een film van Russische makelij. De füm heeft dan ook een duidelijke filosofische allure dn herinnert ook om die reden sterk aan Kubricks '2001'. De mens in - "Solaris" streeft naar het onbekende en tast de randen van de 'menselijke ruimte' af. Maar overal neemt hij zichzelf mee, zijn herinneringen en zijn dromen. In laatste instantie wil hij opperste tegenstrijdigheid eigenlijk altijd en overal allereerst zichzélf ontmoeten en herkennen De film heeft een lange adem en een overvloedige dialoog. Gemaakt in een koninklijk autonoom tempo, dat zijn 'tijd' durft te nemen om de dingen werkelijk te laten zidn, blijkt het een indrukwekkende film. Alweer: geen 'consumptie-film', maar men mag hopen dat hij ook buiten het Arnhemse alternatief voor het geïnteresseerde publiek toegankelijk wordt Het vonkje dat 'Arnhem' het Nederlandse bloskoopleven heeft ingeblazen, móét toch örgens blijven gloeien Met professor J. J. R. Tolkien, schrij ver van het beroemde THE LORD OF THE RINGS (In de Ban van de Ring), die onlangs in Bournemouth waar hij bij vrienden logeerde, is overleden, is een van de merkwaardigste en ook op merkelijkste schrijvers uit de moderne Engelse literatuur heengegaan. Tolkien, van huis uit taalgeleerde, die in Oxford Angelsaksisch en Engelse literatuur doceerde, kwam in de jaren dertig bij toeval tot het schrijven van. 'fiction' in een ogenblik van verveling, terwijl hij een examenwerkstuk aan het corrigeren was. De verbeeldingsrij ke professor vond eerst het woord 'hobbit' uit en werd daardoor zo geïn trigeerd dat daaruit de eerste 'zin van een verhaal ontstond: 'In een hol on- der de grond woonde een hobbit*. Daar- mee was het boek THE HOBBIT ge boren, en indirect ook het latere meessterwerk 'In de bang van de Ring", waarin de wereld die hij. met The Hobbit schiep werd verbreed en-, verdiept ,-J v/'J J In tegenstelling tot The Hobbit, dat als kinderboek was bedoeld en dat Tolkien later zelf als slecht bestempelde omdat het geschreven was -alsof het voor kin deren bedoeld was", is IN DE BAN":. VAN DE RING dat zich afspeelt ift 'n. menselijke voortijd in een gebied dat Midden Aarde heet en behalve door de 90 cm tot 1.20 meter lange menselijke wezens met behaarde voeten hobbits door elfen, orks, wandelende 'en,v sprekende bomen, eh vele ariderè'j vreemde wezens wordt bevolkt een - rijp en gaaf meesterwerk, staalkaart1 van vele knap in elkaar passende, lite- raire-genres en stijlen, dat een ange-v evenaard succes heeft gehad. Sinds de verschijning van het eerste deel. ial 1954.zijn er over de gehele wereld, de. vertalingen incluis, meer dan tien mil-.;. joen exemplaren van verkocht - Sinds IN DE BAN VAN DE KING heeft Tolkien gewerkt aan een boek waarover niet meer bekend its dari dat het de titel THE SDLMAKILUON draagt dat: in de geschiedenis van de- aarde voor de tijd waarin IN DE BAN VAN DE KING zich afspeelt is ge plaatst en dat in- tegenstelling tot het laatstgenoemde boek het kwaad 't van het goede wint Volgens de laatste berichten bestaat THE SH> MABILLION uit een reeks verhalen, - met een gezamenlijke omvang van'een halfmiljoen woorden, die échter nog 'ais kralen aan elkaar moeten worden geregen' om een sluitend geheel te ver krijgen. Tolkien's uitgever Rayner Unwin hoopt dat de zoon van de schrij ver: Christopher Tolkien deze taak op- zich zal.kunnen nemen. J Een van de vragen die zich 'bij1 eeni beschouwing over de figuur Tolkien opdringt is waaraan deze schrijver rijnfenomenale succes te danken heeft Tolkien heeft zijn lezers en, be wonderaars in alle kringen, maar ook in belangrijke maté. onder. studenten en de jongeren in het algemeen. Afge zien van het feit dat IN DE BAN VAN DE RING literair gesproken een fan- tastisch en fantastisch goed en boetend verhaal is, is er het feit dat het aan sluit bij de reactie van vele mensen op de huidige chaotische tijd: de terug keer tot het romantische .gevoel het verlangen naar eenvoud, .de zinvolle samenhang van< dervingen onder de druk, van de dreigiagidle uitgaat, van een technocratisohe.^teeds meer .ge mechaniseerde wereldj-waarin de mens rijn morele en religieuze waarden ver liest - Tolkien 2elf is scherpgekant tegen Ue mechanistischerijd fojarin wij leven, en er ds geen twijfélïian dat hij deze beschouwt als een exponent van het kwaad'vraartegen de' lR^bit Frwio met zijn'Sancho, Panchö«éh±Lgc:,* trouwe knechtrSain Gewissiésir andé?': ]eiding van de: 'goéde'./tovènw/Eaaüalf ten strijde trekken om de wereld «mis zij die kennen -voor hét kwaadi tö" behoe- dén. .■J" Zoals Robley Evans: in. zijn studie over Tolkien oppraerfct, is het universum in Tolkien's Christéüjke.visie geordend en met een doe!> waarin ideeën/als individuele verantwoordelijkheid, de uitoefening yah de menselijke wil iri de keuze tussen goed en kwaad. medege- voel voor andere schepselen, en posi tieve funktie hebben.. En omdat Tol kien de wereld kan definiëren .als een wereld die wordt georganiseerd door ..middel van wetten én'doeleinden,'kan hij ook aantonen dat actie mogejijk is, dat de mens kan. kiezen om goed of kwaadste doen-en handelingen te ver plichten die gebeurtenfeeri-eb de. le vens van anderen gestalte geven, 'ten goede often kwade. Tolkien lezen is terugkeren naar een eenvoudiger, duidelijker bestaan waar in de mens meer verbonden was met de hem omringende natuur eit barcn- natuurlijke machten. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijze een vlucht uit het beden fe zijn; het leidt veeleer tot een bezinning op een werkelijkheid —- de oerwerkelijkheid van de mythe, de on veranderlijke werkelijkheid achter^ de dingen. Het houdt de erkenning in van het bestaan van een realiteit die-wij siech ts met ons onderbewustzijn kun nen kennen. Bovendien herkent de le zer veel van zichzelf in de hobbits: welgedane .welvarende, huiselijke we zens, die van het goede der aarde houden: lekker eten eh drinken, feest vieren, vakantie houden en zélfs zich overgeven aan de genoegens van -het pijpkruid,, maar. van-win de besten wanneer hun zelfvoldane bestaan wordt bedreigd, in staat zijn boven zichzelf uit te stijgen en het bijna ónmogelijke te volbrengen: een heroïsche zeifopof- fering waardoor d<? loop vair; dé.'ge- h schiedenis kan worden veranderd, en het laatste onheil kan worden, afro- wend.' V.:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 15