u
If II
I I I I
tot
eenvoudiger
bestaan
■p»
™ehr
111
door Max Schuchart
AROW/KWiAiRTET ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1973
KUNST TPOUZHS15 /TKRH15
door Ellen Posthuma
'Je zou kunnen zeggen: het sociale engagement bestaat en daar
volgt uit dat je verplicht bent met de mensen te praten over' je
werk. Je kunt daar niet zo maar iets ophangen, zoals het bij ons
gebeurt dat eigenlijk niemand er iets over zegt en dat je een maand
later je werk weer mooi kunt weghalen en dat het er eigenlijk niet
gehangen heeft. Alleen heeft dan hier en daar een krant-een beetje
esthetische beschouwingen gemaakt over wat je gedaan hebt. Nee,
in de DDR gaat met er over diskussiëren.
Je wordt verplicht om er iets over te zeggen. Ik kan me voorstel
len dat zoiets voor vele westerse kunstenaars een bezwaar is om
dat ze überhaupt niet zo hebben leren denken en argumenteren,
nooit eigenlijk hebben nagedacht over hun positie in de maat
schappij.
Ze hebben altijd gedacht: 'ik zie dit zo, ik werk zo, dit is mijn visie
en als je dat niet wilt, nou, dan laat je het'. Dat gaat daar niet zo,
die vrijblijvendheid.
Ger Boosten is graficus,
schilder en dêcorontwerper.
Hij.is 26 jaar oud en Limburger.
Hij studeerde 2 jaar aan de
kunstnijverheidschool van
Maastricht, 6 iaar aande Jan
van Eyckacademie en 1 jaar
met een studiebeurs in Belgra
do, Joegoslavië. Aan de Jan van
Eyckacademie studeerde hij af
met de prijs van de stad Maas
tricht. Hij werkte anderhalf
jaar als décorontwerper bij het
Groot Limburgs Toneel-Vor
mingstheater, en ontving de
Koninklijke subsidie voor de
schilderkunst. Exposeerde in
Venlo, Hilversum, Eindhoven,
Amsterdam, Berlijn en Ant
werpen.
pppiiiia
HL
Filmkroniek door dr; H. S. Visscher
Het Arnhemse filmfestival heeft'
in zoverre nuttig gewerkt, dat de
sluizen die het laatste jaar de
filmstroom grotendeels hebben
afgesloten, eindelijk weer eens
wat.wijder zijn opengegaan. Het
'officiële' programma omvatte
films die weliswaar allerminst
hun wereldpremière beleefden
en waarvan sommige in het
buitenland ongetwijfeld alweer
'oude kost' zullen zijnmaar
die voor de Nederlandse bios-
koopganger zeker 'nieuw leven'
betekenen.
Ger Boosten: kunstenaar
onontbeerlijk in de DDR
westerling, niet als oosterling. Ik
heb er daar dan ook vaak uitleg van
moeten geven.
Ik heb b.v. een heel diepgaande dis-
kussle gehad met studenten van de
kunst-filosofische fakulteit, over de
ze tendensen, over dit soort werk,
over werk in de DDR, over werk
vanuit marxistisch standpunt'.
Op de Intergrafiek-tentoonstelling
hing werk uit 150 landen. "Wat vond
hij ervan?
'Ja, het was natuurlijk een monster-
tentoonstelling, maar een aantal
werken/rijn me opgevallen, b.v. van
mensen uit de DDR, een dnorme
kwaliteit had dat werk, niet allen
esthetisch, maar ook inhoudelijk.
Een aantal Russen vond ik erg inte
ressant, en nog anderen.
Kijk, ik vind dat het esthetische ele
ment in overeenstemming moet zijn
met het inhoudelijke. Ik hecht enor
me waarde aan de leesbaarheid van
werk.
Er wordt veel gemaakt dat nogal pla-
kaatachtig is en daar houd ik niet
van omdat het oppervlakkig is. Ik in
teresseer me voor werk met een die
pere achtergrond, iets dat als het
Aan het woord is Gèr Boosten, gra
ficus, schilder en décorontwerper,
en begin augustus lid van de Neder
landse delegatie naar het Wereld-
jeugdfestival in Oost-Beriijn.
Zijn vak bracht met zich mee dat
bij in Berlijn andere kontakten leg
de, andere gesprekken voerde dan
de doorsnee-festivalganger. Hij sprak
met studenten van de kunst-filosofi
sche faculteit van de Humboldt-un'i-
versiteit, met de directie van het Al
les Museum, met vele andere kun
stenaars en hij was op j bezoek bij
het /beroemde Berliner Ensemble.
Ervaringen waarover hij graag iets
kwijt wil.
Samen met Harry van Kruiningen
vertegenwoordigde hij Nederland ,op
de grote tentoonstelling 'Intergra-
fiek' in het Altes Museum.
Van Gèr Boosten hingen er 8 etsen,
met als thema, legt hij uit: 'Isolatie,
kontaktstoornis, ik heb een' aantal
etsen gemaakt waarop je ziet vreten,
maar dat vreten draagt niet verder
bij tot een ontplooiing als mens, het
is vreten om het vret'dn. Daarmee
heb ik eigenlijk een westerse ten-
dens aangetipt. Ik maak dit werk als
ware als een mokerslag aankomt en
nog weken daarna blijft nadreunen,
dat vind ik goed werk. Maar dat is
zeer zeldzaam.
En dan vond ik toch dat er op die
tentoonstelling heel wat van dat
goede werk te zien was. Hoe bedoelt
hij dat, deze opmerking over socialis
tisch realisme?
'Socialistisch realisme is een soort
werk dat alleen maar door dc beste
mensen gemaakt kan worden. Gaat
iemand die een kleiner talent is, zo
iets maken dan wordt het vervelend
en oppervlakkig en dan kan hij het
betér laten, ook al is hij technisch
knap.
Je moet de taak van het socialistisch
realisme goed bekijken; dat kennen
wij in. Nederland niet, omdat wij
geen socialistisch land zijn.
Men heeft indertijd de misvatting
gehad om te stellen dat andere soor
ten kunst maar moesten inpakken.
Dat is niet juist, alleen al uitgaande
van het fdit dat dat maar gegeven is
aan een kleine groep kunstenaars,
zou je die anderen het werk niet
kunnen verbieden. Men gaat dan on
middellijk verwijzen naar het fascis
me, dat is dan ook gebeurd in wes
terse landen, dat ze zeggen, zie je,
daar hebben ze ook hun Kulturkam-
mer.
Men heeft óp een gegeven moment
ingezien dat is me in gesprekken
daar verteld dat mem. een groot
talent moet hebben om socialistisch
realisme te maken en men heeft be
grepen, dat wanneer men abstract.
werkt, men zich nog niet tegen de
staat en het socialisme hoeft te ke
ren,, "tfaht men'diept ten slotte ande
re gevoelswaarden van het menselijk
leven uit-Ik kan me best voorstellen
dat een abstract schilderij naast een
socialistisch realistisch schilderij
haggt omdat daardoor een grotere
diversiteit ontstaat Ik kan dat goed.
waarderen.
Maat daarvoor. Is eerst een kunstop
voeding nodig. Het heeft ze ook
daar eerst aan inzicht geschort men
is dat nu langzamerhand aan. het
bijvijlen.
Je moet niet vergeten dat de DDR,
en .trouwens alle socialistische lan
den zeer jonge staten zijn, de meeste
bestaan goed 30 jaar en er worden
natuurlijk erg veel fouten gemaakt,
fouten die men naderhand hoopt te
corrigeren.
Het veranderen van het publiek, dat
heeft ook weer te maken met het feit
dat het een zeer jonge staat is. De
vroegere kunstbourgeoisie was ver
trokken, kunstenaars waren er ook
bijna niet meer.Dit had tot gevolg
dat; er eerst een gat; is geweest dat
opgevuld is door het socialistisch re-
alisme, onder, strenge controle.
Eri-.'Qit heeft zich langzaam ontwik
keld-tot d'e opvatting van het begrij-
pen'-.dat andere - vormen abstracte
kunst, stilistische kunst, impressio
nistische, expressionistische kunst
naast het socialistisch realisme kun
nen voortbésia^n en zelfs gestimu
leerd moeten wórden, omdat men zo
een grotere diversiteit heeft, en gro
tere diskussiemogelijkheid'.
Gèr is ook decorontwerper. In Ber
lijn was hij ook aanwezig bij repeti
ties van het Berliner. Ensemble. Wat
is hém daar nu speciaal opgevallen?
"Het-is wel aardig om te vertellen
i
UIrich Hachalla: 'Jungendlreffen' 1971.
dat men daar een jaar lang werkt
aan een stuk, repetities, opbouw van
het décor, het ontwerpen. Men is
een jaar lang, meer dan een jaar
soms, bezig met dat in elkaar zetten
van een nieuw stuk.
Als er bepaalde materialen niet
voorhanden zijn, dat? vertelde mij
Karei van Appcn, één van "de -artis-
tistieke leiders en decorontwerper,
chef van het atelier, dan werden die
geïmporteerd uit het Westen, al
kosten ze nog zo veel geld.
Het is ook belangrijk om te vertel
len dat wanneer je een décorontwerp
maakt, er bij de voorstelling ook
exact staat wat jij hebt ontworpen.
Ik weet uit ervaring dat dat hier in
Nederland niet gebeurt. Altijd is
het water bij de wijn doen. omdat
het te veel geld kost, omdat er geen
tijd meer is, omdat het niet zo ge
zien wordt, of door zgn democratise
ring dat je hele rotzooi onder tafel
gekletst wordt Dat rijndingen die
daar niet voorkomen.
Een regisseur en een décorontwer
per zijn het op een gegeven moment
eens over hoe ze het zullen doen, ze
zijn het eens overh'dt ontwerp en
daruzal het er ook zo komen, al kost
het vóel geld.
Dat komt omdat het voor de arbei
dersklasse bestemd is en niets is
goed genoèg voor de arbeidersklasse.
Zo'n stuk gaat ook 10 jaar als er pu
bliek voor is. Er zijn bepaalde stuk
ken 'die Brecht indertijd nog heeft
geënsceneerd en die nu nog draaien.'
Hoe staat het met opdrachten aan
kunstenaars?
'Het is daar zo geregeld, dat als men
toegelaten1 wordt tot de studie dan
moet je natuurlijk t'erst bewijzen
dat je talent hebt maar als je
toegelaten wordt, en dat geldt voor
alle vakken, dat je een funktie zal
krijgen, dat je kan leven van je vak.
Een jaar voor je afstudeert weet je
waar je een betrekking krijgt aan
geboden. Je kunt daar heen gaan, je
kunt de situatie bekijken en je kunt
nagaan of je daar goed zult funktio-
neren, ja ofte nee. Als je die keuze
dan hebt gemaakt is het zeker dat je
daar' dan naderhand aan het werk
kunt
Goed, er is me bijgezegd dat Cr ook
wel eens perioden zijn dat het moei
lijker is, maar .dit is het principe.
Iedereen krijgrt werk naar zijn stu
die. Er is altijd werk, want als er in
de eigen DDR mensen genoeg zijn
dan zendt men ze uit naar andere
socialistische landen of naar ontwik-
kelingslanden.
Dat geldt ook voor kunstenaars. Je
kunt kiezen, je krijgt ofwel opdrach
ten, je kunt ook les geven, je kunt
ook in een fabriek werken, ais lei
der van het amateuratelier, zal ik
het maar noemen.
'Maar een kunstenaar beeft daar
niet zo veel geldnodig, .want kijk,
hij krijgt een huis via dè vakbond,
krijgt z'n ateliers via de vakbond:
hij is alsiéder" mens daar sociaal
vx'rzekerd, hij heeft recht op allerlei
gelden voor uitstapjes en studierei
zen.
De vakbond van kunstenaars is bij
zonder sterk. Hij bemiddelt direct
tussen dé staat en het sociale leven,
hij komt op voor de belangen. Hier
heeft de vakbond, van kunstenaars
een utopische funktie, men kan vra
gen, van 'zoudt u alstublieft
Dat is daar niet zo. Daar heeft, de
vakbond een'directe inspraak, ook óp
het regeringsbeleid, ze bepaalt sa
men met de minister, of. de advi
seurs van de minister het beleid.
In het Altes Museum, waar ik een
gesprek heb gehad, daar is een funk-
tïonaris van de Partij, daar is de di-
rekteur en daar is dd vertegenwoor
diger van de vakbond. Door deze
drie worden de plannen gemaakt en
het beleid uitgewerkt'.
Wat is nu zijn voornaamste indruk
door de gesprekken die hij heeft jge-
voerd?
Ik geloof dat een van de principiële
verschillen, met de kunstbeoefening
in het Westen is, dat men voortdu
rend in diskussie is.
Nou kan dat natuurlijk voor vele
mensen moeilijk zijn, ik geloof ook
dat er kunstenaars/in de DDR leven
die daar niet ..tegen kunnen, ik heb
'er een'aantal. ontmoet, maar ik ge
loof toch dat als ik de verschillen
bekijk dat ik de voorkeur geeft aan'
de positie van de kunstenaar in de
DDR. Omdat hij, wanneer hij ge
waardeerd wordt.ook ten volle
wordt gewaardeerd./
Hij bouwt: h.L mee aan de maat
schappij, hij is 'onontbeerlijk. De
SED (Socialistische Eenheids Partij
Duitsland, dé. belangrijkste politieke
partij in de DDR)'stelde in 1972 dat
de kunstenaars een onontbeerlijke
kracht in de. maatschappij is.
Zo'n uitspraak, dat kunst een abso
lute steunpilaar is' van de maat
schappij kennen wij in Nederland
niet.-Kunst is daar zonder meer een
bouwsteen van het maatschappelijke
leven. Dat is iets waar niet over.ge
twijfeld wordt of gediskussieèrd.
Dat staat vast'
Arnhemse
alternatieven
Maar naast het officiële programma
waren er ook twee 'alternatieve': het
ene werd in 'Rembrandt Luxe'
uitgebracht, en was 'officieel
alternatief: het ging om films die
-'.ten dele misschien ook wel zullen
gaan rouleren, maar waarvan
commercieel bepaald geen wonderen
verwacht worden. Het andere was
écht officieus. Het was tót stand
gekomen door samenwerking van
Cinéclub-Amsteidam', 'Fugitive
Cinema Holland' en het Arnhemse
Jongerencentrum "Willem I'. Juist
bij die twee alternatieve
manifestaties waren films te 'halen'
voor de filmminnaar. Zo draaiden in
'het jongerencentrum Wiliem I de
politieke films' die Godard gemaakt
'heeft nadat hij zich na de grote
^studentenopstand in Frankrijk
definitief van het heersende
kapitalistische filmproduktiesysteem
heeft afgewend. Maar ook draaide
daar de reeds befaamd geworden
Dim van Hans-Jürgen Syberberg:
Ludwig. Requiem für einen
Jungfraulichen König'. Het is een
drie uur durende film over het
«even van Ludwig II van Beleren,
de schepper van 'sprookjeskastelen'
als het beroemde Neuschwanstein:
een enorm intrigerende film,
prachtig van enscenering, geluid en
acteursprestaties, waarin
Syberbdrg, uitgaande van historische
gegevens en data uit het leven van
Ludwig II, in een zeer autonome,
gestileerde vormgeving parafraseert
op betekenis en impliciete
mogelijkheden van die momenten,
De handeling speelt zich af tegen
pompeuze decors van Wagneropera's,
en Wagner, die in het leven van
Ludwig H een enorm belangrijke
rol heeft gespeeld,'komt in
verschillende gestalten in de film
voor. Er wordt/dan ook weelderig
met nevel gewerkt. die uit alle
mogelijke hoeken 'het beeld worden
binnengeblazen: en de stijl van de
acteurs is langzaam en verheven, als
speelden zij werkelijk in een
Wagneropera. Ludwig II zag zichzelf
en zijn'koningschap als bestaande
gegevens in een Wagneropera, zoals
de film veelvuldig en parodistisch
aantoont. Overigens: zonder Ludwig
II zonder meer af te vallen of voor
schut te zetten. Uitgangspunt is dat
Ludwig, die miljoenen guldens aan
zijn droomkastelen uitgaf,-hetgeen
zijn kabinet in de wedijver met het
Pruisen van Bismarck al heel slecht
uitkwam, door machinaties van het
hof en manipulaties via de pers
tenslotte krankzinnig verklaard -
werd. Wat van de film bijzonder
opvalt, is de instelling van de maker
tegenover zijn onderwerp. Hij laat
heel duidelijk uitkomen wat er in
Ludwigs tijd aan politiek en vooral
ook sociale beweging gaande is en
dat Ludwig zelf daar volkomen
blind en doof voor blijkt Maar hij
valt hesn daarom niet zonder meer
af, al parodieert hij hem
verschillende malen.'bijvoorbeeld in
de scène waarin Ludwig een eigen
'koninklijke tred' ontwerpt die
herinneringen oproept aan de
beruchte paradepas van de latere
S.S.
Syberbergs film is verdeeld in
hoofdstukken, waarvan de titels de
momenten óf personages aangeven
die in het leven van Ludwig II
belangrijk zijn. Soms is zo'n
hoofdstuk volledig in de stijl van de
Wagneropera er wordt enorm
veel Wagnermuziek gebruikt
maar ook maakt hij gebruik van
operettelièdjes en soms van een
soort cabaret- én revue-sketches. Er
zit een prachtige scène in, waarin
een als Hitier gekleed en gekapt
persoon een tango danst met een
overdreven 'vrouwelijke' S.A.-man in
wie men gemakkelijk de beruchte
Röhm herkent. Daarnaast komen er
ook 'televisie-reportages' in voor van
personages die Ludwig van nabij
meegemaakt hebben of zouden
hebben. Het mooiste daarvan is het
verhaal van "een oude Béierse boerin,
die verheerlijkt verteld hoe Ludwig
haar ouderlijk huis bezocht, toen zij
nog een heel klein meisje was. Haar
verhaal gaat op de geluidsband
verder, terwijl we in beeld een
heroïsche Ludwig, als een
Wagneriaanse Siegfried, op een slee
door de sombere besneeuwde bossen
van Beieren zien rijden. Het beeld
is duidelijk 'onecht,': de
achtergrond van verglijdende bomen
en bossen is onmiskenbaar een
'travelling matte' een
geprojekteerde achtergrond. Dat is
kenmerkend voor de film, die alles
wat er gebeurt, het karakter van
pompeuze Kitsch en
'toneelwerkelijkheid' geeft. Want zó
was de werkelijkheid van Ludwig II.
Sybergergs film rit vol toespelingen
en citaten die de toeschouwer zeker
op het eerste gericht niet allemaal
begrijpt. Maar het zal hem niet
verhinderen onder dc indruk te
komen van deze originele en razend-
knappe film, die ondanks z'n lange
duur en z'n langzame tempo, op
onnavolgbare manier een sfeer weet
op te bouwen en zich daar
tezelfdertijd van weet te
distantiëren. Maar jatöch geen
film voor de 'gewone bioskoop'.
Geldt dat ook voor de met een
Gouden Beer te Berlijn bekroonde
film 'Distant thunder' van Satyajit
Ray, die in het 'officiële'
alternatieve, programma vertoond
werd? Ray, die men vooral kent van
het sterk autobiografische 'Pather
Panchali' de verfilming van zijn
jeugdherinneringen in 'den klein
Indiaas dorpje filmt niet
spectaculair, niet 'hevig' en niet
zwaar-erotisch. Toén hij als
eerste en enige Indiase regisseur
buiten de grenzen van zijn eigen
land beroemd werd, sprak men
vooral van zijn 'neo-realisme'. Dat
geldt nog steeds voor deze 'Distant
thunder", waarin hij-langzaam en
behoedzaam, vol kleine
psychologische trekjes en
aanduidingen het naderbij sluipen
van de hongersnood schildert in een
Bengaals dorpje anno 1943. Het
nijpende rijsttekort is het directe
gevolg van dd oorlogshandelingen,
waarvan de simpele bewoners alleen
de eskaders overvliegende
bommenwerpers zien. Ze weten niet
eens precies hoe en waar en waarom
die oorlog gevoerd wordt, maar ze
sterven er wèl aan. Bij miljoenen,
zoals Ray in een soort 'r.awcard'
vertelt. Zijn film behandelt alleen
het beginstadium van die katastrofe,
het nijpende rijsttekort dat zich
geleidelijk kenbaar maakt en dat de
intermenselijke verhoudingen
langzaam maar onherroepelijk
ontwricht. Ray's film is niet
ingewikkeld. Hij is erg mooi
gefilmd en blijft overal volkomen
doorzichtig. Zijn observaties van het
leven in die kleine
dorpsgemeenschap en met name van
het huwelijksleven der twee
hoofdpersonen spreekt van een
geweldige liefde en tederheid voor
het menselijk leven. Hij werkt
gebeurtenissen en situaties dikwijls
niet uit, maar duidt ze alleen aan
en laat de rest aan or.s over. Net als
'Pather Panchali' weet hij de
toeschouwer volledig in te spinnen
in de kleine samenleving van dat
nietige dorpje, waar zich
desalniettemin een geweldige
katastrofe" gaat verwerkelijken. Voor
minnaars van de huidge oosterse
'geweldsfilm' is zo'n Distant
thunder' niets. Maar voor
anderen zal Ray's film ongetwijfeld
een 'ontdekking" zijn. Zo simpel en
vanzelfsprekend als de
gebeurtenissen in Ray's film, zijn
ook de lotgevallen van een stel aan
elkaar verwante Griekse
gastarbeiders, ergens in een
krotachtige woning in een Zweedse
stad. De film heet 'Gastarbeiders',
de maker is de Zweedse regisseur
Johan Bergenstrahle. Als je zo'n
film ziet, dan vraag je je af, waarom
geen Nederlandse filmer zich aan
zo'n onderwerp, dat hier toch ook in
het centrum van de belangstelling
staat, heeft gewaagd. Bergenstrahle
heJeft geen 'grote' en zeker geen
spectaculaire film willen maken.
Maar wèl heeft hij het wel en wee
het heimwee voorat van de
gastarbeiders weten uit te beelden.
Hun eenzaamheid en hun sexuele
nood. Hun afhankelijkheid en hun
vervreemding. In feite ook weer
'neo-realisme', dat 'n brok menselijk
leven heel 'werkelijk' heeft weten té';
maken.
Ook 'grote' films vielen binnen het: v'
alternatief, zoals-de drie uur
durende science fiction-film van de J
Rus- Andree Tarkovski: 'Solaris'. Het
is een film over de 'verkenning van
de vreemde planeet Solaris, waarvan,
het oppervlak bedekt is met een
oceaan die een groot, levend brein /-
blijkt te zijn, dat onder bepaalde
condities herinneringen en dromen
van de ruimtevaarders materialiseert,
Het grootste deel van de film speelti -
zich af in een ruimtestation dat
praktisch gesproken op liquideren s
staat en waarvan de. sfeer erg goed
getroffen is. Het eerste, 'aardse'
gedeelte, dat prachtig mooi gefilmd
is, bevat al allerlei 'signalen' van
een andere werkelijkheid dan die
via de wetenschap verkend kan
worden. Op zichzelf al merkwaardig
genoeg in een film van Russische
makelij. De füm heeft dan ook een
duidelijke filosofische allure dn
herinnert ook om die reden sterk
aan Kubricks '2001'. De mens in -
"Solaris" streeft naar het onbekende
en tast de randen van de
'menselijke ruimte' af. Maar overal
neemt hij zichzelf mee, zijn
herinneringen en zijn dromen. In
laatste instantie wil hij opperste
tegenstrijdigheid eigenlijk altijd
en overal allereerst zichzélf
ontmoeten en herkennen
De film heeft een lange adem en
een overvloedige dialoog. Gemaakt
in een koninklijk autonoom tempo,
dat zijn 'tijd' durft te nemen om de
dingen werkelijk te laten zidn, blijkt
het een indrukwekkende film.
Alweer: geen 'consumptie-film',
maar men mag hopen dat hij ook
buiten het Arnhemse alternatief
voor het geïnteresseerde publiek
toegankelijk wordt Het vonkje dat
'Arnhem' het Nederlandse
bloskoopleven heeft ingeblazen, móét
toch örgens blijven gloeien
Met professor J. J. R. Tolkien, schrij
ver van het beroemde THE LORD OF
THE RINGS (In de Ban van de Ring),
die onlangs in Bournemouth waar hij
bij vrienden logeerde, is overleden, is
een van de merkwaardigste en ook op
merkelijkste schrijvers uit de moderne
Engelse literatuur heengegaan.
Tolkien, van huis uit taalgeleerde, die
in Oxford Angelsaksisch en Engelse
literatuur doceerde, kwam in de jaren
dertig bij toeval tot het schrijven van.
'fiction' in een ogenblik van verveling,
terwijl hij een examenwerkstuk aan
het corrigeren was. De verbeeldingsrij
ke professor vond eerst het woord
'hobbit' uit en werd daardoor zo geïn
trigeerd dat daaruit de eerste 'zin van
een verhaal ontstond: 'In een hol on-
der de grond woonde een hobbit*. Daar-
mee was het boek THE HOBBIT ge
boren, en indirect ook het latere
meessterwerk 'In de bang van de
Ring", waarin de wereld die hij. met
The Hobbit schiep werd verbreed en-,
verdiept ,-J v/'J J
In tegenstelling tot The Hobbit, dat als
kinderboek was bedoeld en dat Tolkien
later zelf als slecht bestempelde omdat
het geschreven was -alsof het voor kin
deren bedoeld was", is IN DE BAN":.
VAN DE RING dat zich afspeelt ift 'n.
menselijke voortijd in een gebied dat
Midden Aarde heet en behalve door de
90 cm tot 1.20 meter lange menselijke
wezens met behaarde voeten hobbits
door elfen, orks, wandelende 'en,v
sprekende bomen, eh vele ariderè'j
vreemde wezens wordt bevolkt een
- rijp en gaaf meesterwerk, staalkaart1
van vele knap in elkaar passende, lite-
raire-genres en stijlen, dat een ange-v
evenaard succes heeft gehad. Sinds de
verschijning van het eerste deel. ial
1954.zijn er over de gehele wereld, de.
vertalingen incluis, meer dan tien mil-.;.
joen exemplaren van verkocht -
Sinds IN DE BAN VAN DE KING
heeft Tolkien gewerkt aan een boek
waarover niet meer bekend its dari dat
het de titel THE SDLMAKILUON
draagt dat: in de geschiedenis van de-
aarde voor de tijd waarin IN DE BAN
VAN DE KING zich afspeelt is ge
plaatst en dat in- tegenstelling tot
het laatstgenoemde boek het kwaad
't van het goede wint Volgens de
laatste berichten bestaat THE SH>
MABILLION uit een reeks verhalen, -
met een gezamenlijke omvang van'een
halfmiljoen woorden, die échter nog
'ais kralen aan elkaar moeten worden
geregen' om een sluitend geheel te ver
krijgen. Tolkien's uitgever Rayner
Unwin hoopt dat de zoon van de schrij
ver: Christopher Tolkien deze taak op-
zich zal.kunnen nemen. J
Een van de vragen die zich 'bij1 eeni
beschouwing over de figuur Tolkien
opdringt is waaraan deze schrijver
rijnfenomenale succes te danken
heeft Tolkien heeft zijn lezers en, be
wonderaars in alle kringen, maar ook
in belangrijke maté. onder. studenten
en de jongeren in het algemeen. Afge
zien van het feit dat IN DE BAN VAN
DE RING literair gesproken een fan-
tastisch en fantastisch goed en boetend
verhaal is, is er het feit dat het aan
sluit bij de reactie van vele mensen
op de huidige chaotische tijd: de terug
keer tot het romantische .gevoel het
verlangen naar eenvoud, .de zinvolle
samenhang van< dervingen onder de
druk, van de dreigiagidle uitgaat, van
een technocratisohe.^teeds meer .ge
mechaniseerde wereldj-waarin de mens
rijn morele en religieuze waarden ver
liest -
Tolkien 2elf is scherpgekant tegen Ue
mechanistischerijd fojarin wij leven,
en er ds geen twijfélïian dat hij deze
beschouwt als een exponent van het
kwaad'vraartegen de' lR^bit Frwio met
zijn'Sancho, Panchö«éh±Lgc:,* trouwe
knechtrSain Gewissiésir andé?': ]eiding
van de: 'goéde'./tovènw/Eaaüalf ten
strijde trekken om de wereld «mis zij
die kennen -voor hét kwaadi tö" behoe-
dén. .■J"
Zoals Robley Evans: in. zijn studie over
Tolkien oppraerfct, is het universum
in Tolkien's Christéüjke.visie geordend
en met een doe!> waarin ideeën/als
individuele verantwoordelijkheid, de
uitoefening yah de menselijke wil iri de
keuze tussen goed en kwaad. medege-
voel voor andere schepselen, en posi
tieve funktie hebben.. En omdat Tol
kien de wereld kan definiëren .als een
wereld die wordt georganiseerd door
..middel van wetten én'doeleinden,'kan
hij ook aantonen dat actie mogejijk is,
dat de mens kan. kiezen om goed of
kwaadste doen-en handelingen te ver
plichten die gebeurtenfeeri-eb de. le
vens van anderen gestalte geven, 'ten
goede often kwade.
Tolkien lezen is terugkeren naar een
eenvoudiger, duidelijker bestaan waar
in de mens meer verbonden was met
de hem omringende natuur eit barcn-
natuurlijke machten. Dit hoeft niet
noodzakelijkerwijze een vlucht uit het
beden fe zijn; het leidt veeleer tot een
bezinning op een werkelijkheid —- de
oerwerkelijkheid van de mythe, de on
veranderlijke werkelijkheid achter^ de
dingen. Het houdt de erkenning in van
het bestaan van een realiteit die-wij
siech ts met ons onderbewustzijn kun
nen kennen. Bovendien herkent de le
zer veel van zichzelf in de hobbits:
welgedane .welvarende, huiselijke we
zens, die van het goede der aarde
houden: lekker eten eh drinken, feest
vieren, vakantie houden en zélfs zich
overgeven aan de genoegens van -het
pijpkruid,, maar. van-win de besten
wanneer hun zelfvoldane bestaan wordt
bedreigd, in staat zijn boven zichzelf
uit te stijgen en het bijna ónmogelijke
te volbrengen: een heroïsche zeifopof-
fering waardoor d<? loop vair; dé.'ge- h
schiedenis kan worden veranderd, en
het laatste onheil kan worden, afro-
wend.' V.: