In een gemeenschappelijke bijeenkomst van
de hervormde raad voor kerk en Israël en de
hervormde zendingsraad heeft prof. dr. H.
Berkhof zijn visie op Israël gegeven. Zijn
belangrijkste opponent was dsH. de Nie.
Hieronder aandacht voor beider standpunten.
Prof. Berkhof:
Israël nooit
goed rond
te krijgen
Israël, de kerk
en de volkeren
Vandaag
Beroepingswerk
mm
Trouw
K wartet
door Alöert Schipper
door ds. H. de Nie
mm
WÊÊÊÊÊÈÈÊSmï}-'
door A, J. Klei
Open brief: vakcentrales
eenzijdig achter Israël
VUUR maandblad
m
KERK T2/K2
OEGSTGEEST Omstreeks het
jaar 180 besloot de christelijke
kerk dat zij pas volledig kerk zou
zijn als zij ook het oude tétament
op haar weg door de geschiede
nis met zich zou blijven meevoe
ren.' Sindsdien zit de kerk met
het verschijnsel Israël, want Is
raël kan je niet losmaken van
zijn boek. En Israël is iets abnor
maals, dat zich niet laat inpassen
in de gewone volkenwereld en
dat daarom ook theoretisch nooit
goed 'rond' te krijgen is. Dit is de
samenvatting van wat prof. dr. H.
Berkhof uit Leiden vorige week
zei als toelichting bij tien stellin
gen over Israël, dé kerk én de
volkeren.
Prof. dr. H. Berkhof
Reeds in 1950 schreef prof. Mis-
kotte in 'De kern van de zaak' het
volgende: 'Het gevaar van een
nieuw soort paganisme (heiden
dom) is niet denkbeeldig in het
aanleunen tegen het factum: Is
raël.
In sommige kringen van vrienden
vaii Israël wordt men door 't volk
gefascineerd. Het verbond Gods is
dan een historisch-biologisch ge
geven'. Miskotte spreekt vervol
gens over 'het geloof in de cen
trale betekenis van de magisch-
exclusieve verhouding die tussen
God en dit volk-als-volk zöu voort
duren', en noemt dit 'de troebe
le overdrijving van een historisch
realisme, dat we lang achter ons
hadden gelaten" (p. 244).
P9
Mil
i!pt
Ds. H. de Nie
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts, Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
J. Tammlnga.
Hoofdkantoor B.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 220383.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
697360768). Gem.glro
X 500.
ïte toehoorders warèrt bijna allen
•theologen, leden Van twee hervormde
raden, die voor de sending en de raad
voor kerk err Israël. Binnen deae raden
wordt verschillend gedacht over de
verhouding tussen dè kerk en: Israël.
Hó# verschillend bleek, toen na
Berkhofs tien stellingen er nóg eens
tien. op tafel gelegd werden door de
Amsterdamse ds. H. de Nie. Enkele
van deze stellingen heeft ds. De Nie
hiernaast -uitgewerkt Doof gebrek aan
tijd, kon- prof. Berkhof de zijne niet
zelf op papier toelichten. U zult het
dus moeten doen met mijn aanteke
ningen.-
'Sinds dé kerk besloot dat ook het, ou
de- testament er echt bij hoorde, was
zij gedwongen tot een soort koppel
verkoop', zèi prof. Berkhof. 'Als de
kerk-Israël verloochent, dan loopt zij
het. gevaar dat zij berust in éen-verin
nerlijking, van'het geloof en een reli
gieuze club wordt.' Doordat de kerk
het oudé testament altijd moet mee
nemen wordt ze. ervan weerhouden te
berusten "in het bestaande en te ver
vallen in een huisbakken of veredeld
èótifennisme', zei hij.
THEOCRATIE
'Israël is een dubbelgestalte'» ging hij
verder. 'Het is een volk en tegelijk
een gemeente. Dat noemt mén een
theocratie. Dat past eigenlijk niet in
onze wereld. Israël grenst aan de ene
kant aan de primitieve naturalistische
godsdienstigheid, waar staat, gods-
dienst en. cultuur een geheel vormen.
Maar dit verschijnsel is in,Israël toch
gebroken. De koning staat er onder
kritiek van de Tora. Hij moet zich aan
deze norin meten. De naturalistische
harmonie is dus niet volkomen. Maar
éesis Bullen de verticale dimensie van
de vérhouding tot God én de -horizon
tale, politieke, dimensie samengaan.
Van die - messiaanse toekomst getuigt
Israël met zijn steeds weer falende
maar door de trouw van God bewaar
de. dubbelgestalte.
'De aard van Israël brengt mee, dat
wie zijn boek heeft, ook Israël zelf in.
zijn geschiedenis meeneemt', aldus
prof. Berkhof; Pk dacht dat-dit gege
ven is met de aard van het oude tes
tament Het boek slaat op een con
creet volk, als een proeftuin van Gods
trouwt Op dit punt gaan prof. Berk
hof en ds. De Nie uit elkaar. Prof.
Berkhof: 'Niemand zal ontkennen dat
in het oude testament de woorden en
het volk hij elkaar horen. Er is een
landbelofte, die als een noemer van
Abraham af onder het geheel staat
En' niemand zal ontkennen dat ook
nu nog het jodendom in het algemeen
op deze noemer staat'.
NIET GEWOON
Prof. Berkhof ging verder: 'Het volk
heeft nu. weer een iand. Het heeft een
natie opgebouwd. Maar eu zie je weer
dat het geen gewone democratie is,
omdat 'zijn dubbelgestalte hein dwars
zit. Want stel je voor dat wij gere
geerd zouden worden door een coali
tie van Den Uyl en Jongeling. Door
de staat Israël is het"verschijnsel Israël
van een Europees-christelijke tot een
algemeen politieke ergernis geworden.
Het volk is niet in te passen in het
gebruikelijke patroon. Dat merkte Ha-
man al tegenover koning Ahasveros
op (Esther 3:8) en dat hebben de Ger
manen, de Slaven en nu weer de Ara
bieren ontdekt Steeds weer wordt ge
tracht Israël als volk te elimineren en
éls gemeente in te lijven, maar steeds
weer blijkt het'een volk dat zich niet
laat integreren. Dat hebben onze zgn.
eerste en tweede'wereld ondervonden.
En dat gaat sinds 1947 de derde we
reld bemerken.
Prof. Berkhof vroeg zich af: als je aan
de Arabieren niet duidelijk laat we
ten. dat het christelijk geloof, het ou
de testament en de dubbelgestalte Is
raël samenhangen. verkondig je ze dan
geen andere Christus? De gennaanse
en Slavische mens moesten, toen ze
christen werden, in Israël worden inge
lijfd en solidair worden met deze fa
lende dubbelgestalte. Kun je dit aan
de arablsche mens besparen?
Prof. dr. H. Berkhof, hoogleraar te
Leiden, was lid van de commissie die
indertijd het rapport 'Israël, land en
volk' voor de hervormde synode sa
menstelde.
Deze troebelheid kwam mij overal te
gemoet In de tien stellingen van prof.
Berkhof, voorgelegd aan de reeds en
kele maanden geleden vastgestelde
vergadering der belde hervormde ra
den.
Een nieuw soort heidendom merk
waardig, dat de Israëliër dr, Israël
Shahak, voorzitter van do Israëlische
Liga voor de rechten van de mens,
vrijwel hetzelfde woord gebruikte,
toen hij in de Times van 27 januari
j.l., schreef: 'De naam van een moder
ne afgod van velen in de staat Israël.
Het eerste teken van deze afgoderij
én' van alle afgoderij is het ver
dwijnen van elke interesse in gerech
tigheid en menselijke gelijkheid'- Sha
hak voelt zich, niet "met huid en haar'
toegewijd' aan do staat Israël (hoewel
hij zich daar een loyaal burger van
noemt) noch aan enige andere staat
of menselijke organisatie, maar aan
God en God alleen. Dat houdt voor
hem een solidariteit in met alle men
sen, zonder enig onderscheid.
Dat, om met prof. Berkhof te spre
ken, 'door de staat Israël het feno
meen Israël tot een algemeen-politie
ke ergernis is geworden', komt vol
gens dr Shahak niet door blindheid
voor de dubbelgestalte van Israël,
maar heel nuchter door het feit dat
de staat Israël voor veten tot een af
god, tot een grootheid in de plaats
van God, de God van Tenach, is ge
worden.
Mij dunkt dat de stellingen van prof.
Berkhof allerminst een zekering tegen
dit nieuw soort paganisme vormen,
maar het juist regelrecht in de hand
werken.
DUBBELGESTALTE
Waar gaan Berkhof en ik uit elkaar?
Reeds onmiddellijk als hij spreekt
over Israël als een 'dubbelgestalte van
volk èn gemeente', waardoor voor
hem de staat Israël, hoe onvolmaakt
ook, de 'theocratische' concretisering
wordt vaii de trouw van God. De te
rugkeer van het oude volk naar het
beloofde land om het zo maar eens
te zeggen wordt aldus voor Berk
hof tot een heilshaadelen van God,
welks erkenning we thans de Arabie
ren niet kunnen besparen, hoe lastig
dat misschien ook voor de zending
zijn mag.
Voor mij is het wezen van het 'feno
meen Israël' dat het door twintig
'christelijke' eeuwen heen een ge
meente rondom de synagoge is ge
weest. Geen volk in'historiseh-biologi-
sche zin, waarmee God op magisch-ex-
clusieve wijze heel in het bijzonder te
maken zou hebben, maar een gemeen
te, een geloofsgemeenschap. Temidden
van de naties die zich in de loop der
tijden vormden, 'leefde de gemeente
van Israël rondom de synagogge. Loy
aal burger van het land waartoe zij
behoorde, maar boven a! trouw aan
de Tora. Zoals ook de christelijke
kerk als het goed Is haar wezenlijke
burgerschap niet vindt in een -staat
kundige nationaliteit Ook zij is ge
roepen God meer gehoorzaam te zijn
dan de mensen. Zelfs in een 'christe
lijke staat', waarmee ze zich helaas
vaak genoeg als 'volkskerk' vereenzel
vigd heeft. In dit opzicht as de syna
goge steeds de nauwelijks of niet
gehoorde on gedulde' tegenspreek
ster van de kerk geweest
De 'verstrooiing onder devolken',
door veel christenen zozeer als straf
van God uitgekreten dat vele joden
het op de duur ook zelf haast zijn
gaan geloven, wordt door de grote
joodse geschiedschrijver Simon Dub-
now geen anomalie, geen onnatuurlij
ke toestand genoemd. Integendeel:
volgens hm heeft Israël een 'diaspo
ra-nation aliteit'l Hij en' velen met
hem beleefden de verspreiding 'onder
de volken niet als iets negatiefs, maar
als een voortgang van Gèüs bedoeling
met het volk-dopr-Hem-geroepéi, hoe
veel ellende er ook mee gepaard is ge-
gaan; vooral sinds de tijd van de
kruistochten.
JOODSE STAAT
Christelijk wanbegrip en kerkelijke
weerstand (om het maar heel zacht
uit te'drukken)'heeft de joden in,het
ghetto'gedreven. En na de emancipa
tie heeft het antisemitisme zulke vor
men aangenomen, dat mensen als
'Theodor Barzl, die na het loslaten
van de band met de synagoge hele
maal verwachtten als volwaardig' bur
ger van de natie waarbinnen zij gebo
ren waren te kunnen leven, zich zö
bedreigd voelden dat zij maar één uit
weg voor 'het joodse volk' zagen: de
vorming van een eigen joodse staat.
Dit verlangen was zuiver seculier,
niet-godsdienstig, van aard. En- het
was Herzl in het begin om het even
of die staat nu in Oeganda (waarvan
inderdaad sprake is geweest) of waar
dan ook gerealiseerd zou kunnen wor
den. Emotionele en traditionele rede
nen deden de voorkeur naar Palestina
uitgaan, dat gezien werd als Tand 200-
der volk' geschikt voor het 'volk zon
der land'. Helaas bleek er wel dege
lijk volk in het land te zijn.
«V: ?-.? i!|
SMSBSSi
Het politieke zionisme, wel te onder
scheiden' van het godsdienstige Sions-
verlaagen, bleef lange jaren een klei
ne minderheidsbeweging binnen het
jodendom. Vooral zij die de band met
de synagoge bewaarden, wezen het af.
Dit veranderde volkomen in en door
wat er gebeurde in de jaren '30 en in
1940-1945, Vandaar mijn stelling:
'Christendommelijk wanbegrip en on
der de gojiém aangëwakkerd antisemi
tisme heeft de gemeente rondom de
synagoge (en haar kinderen),, na haar
decimering, voor een deel in do rich
ting van een semi-religieuze wereldlij
ke staat gedrongen'. Het tot stand ko-
mèn van de staat Israël is dunkt mij
het directe gevolg van het antisemitis
me van de 'christelijke' (niet van de
arabischel) wereld.
Natuurlijk besef jk, dat d4t deel van
de joden dat zich in ons midden niet
meer veilig voelde, blij was weer
grond onder de voeten te hebben ge
kregen. En ook dat het daarvoor het
land gezocht, heeft, waarmee, het zich
van oudsher zozeer verbonden voelde.
Toch hangt de joodse Identiteit niet
van een land af, maar van de Tenach.
Daarvan hebben wij allen geleerd, dat
als er over een Tand', én nog wdl 'het
beloofde', gesproken wordt, bedoeld
wordt de ruimte waar je menselijk
met elkaar kunt leven, omdat het de
God die in 'Tenach spreekt, om de
mensen, d.w.z. alle mensen gaat. We
hebben geleerd dat wat in Tenach van
Palestina gezegd wordt 'model' staat
voor de hele aarde. In deze lijn be
weegt ook Paulus zich wanneer hij in
Rom. 4:13 zegt dat Abraham geroepen
werd om .'erfgenaam van de wereld' te
worden. Het beloofde land is de aar
de.
U bent zeker protestant?
De kléine man achter ds toonbank
rechtte zijn rug toen hij hoorde van
welke krant ik kwam. Hij nam me
van top tot teen op en .vroeg op
misprijzende toon:
•U bent zeker protestant?'
Ik knikte bedremmeld van ja,
De ander keek me strak aan,
wachtte even en zrt toén op heel
nadrukkelijke en ook enigszins
plechtige toon:
'Zó! U behoort dus tot het léger
vaft degenen die behagen schéppen
in de afbraak van onze eens zo
prachtige kerkprovincie!'
Eèn bevriende pastoor had me naar
dit speciale zaakje verwezen. Ik
zocht namelijk ®en bepaalde plaat
als illustratie bij een artikel en hij
had me verteld; daar en daar kun je
die tekening vast wel krijgen» maar
derik er aan, de eigenaar is nogal tel
roomsIk was dus gewaarschuwd,
maar op deze ontvangst had ik niet
gerekehd.
Ik haastte mé te zeggen dat ik in
volstrekt andere dingen behagen
placht te scheppen dat in welke
toestand ook van de katholieke kerk
in óns land efi ik deelde op
hartelijke tóón mee dat onze krant
ook wel eens bijdragen van
vooraanstaande roomse theologen
plaatst.
'Wie dan?' wilde hij weten en hij
leunde aandachtig over de toonbank.
'Professor Lescrauwaet', herinnerde
ik me.
Hij schudde bedroegd het hoofd:
'Nee, da's niks, 't is allemaal niks in
Tilburg en op andere plaatsen is 't
niet veel beter. Meneer, leefde h ij
neg maar!'
Hij wees naar een groot portet van
Alberdingk Thijm achter zich en ik
stemde toe dat deze een bijzondere
man was geweest en tenslotte
roemden wc gezamenlijk de
neogotiek van de ook door Thijm
bewonderde bouwmeester Cuypers.
Ik kreeg de piaat mee: een kostbare,
oude gravure. Nee, ik hoefde geen
briefje in te vullen, hij vertrouwde
wel dat ik de tekening terug zou
brengen. Later kreeg ik nog een
brief met aanvullende
beschouwingen van mijn nieuwe
relatie. Hij had de enveloppe
dichtgeplakt met een sluitzegel,
waaróp ik werd opgeroepen tot
trouw aan Rome,, in zwarte letters
boven de koepel van de Sint Pieter.
Nu het aanstaande woensdag
hervormingsdag is, schiet mij die
ontmoeting met de kleine roomse
meneer weer te binnen. Eigenlijk
wel mooi als je er nog van die
stevige, vastomlijnde en
tegengestelde standpunten op na
houdt Dan kun je ook van
hervormingsdag nog wat maken,
en ze maken er tegenwoordig niets
meer van. Als ik de schaarse
uitnodigingen, die op ons bureau
terechtkomen, naga wordt alleen
maar in de rechter flank van de
protestantse wereld aan" de
herdenking van de 31ste oktober
iets gedaan en uit de keus van
sprekers en onderwerpen ontkom je
niet aan de indruk, dat sommige
samenkomsten meer het karakter
van een ontmoeting van
verontrusten dragen dan dat de
verhouding Rome-Reformatie
zorgvuldig in het oog gevat wordt.
Typische ontwikkeling eigenlijk.
Een jaar of twintig terug nog waren
hervormingsavonden zo'n beetje
oefenterrein voor oecumenische
durfallen. Gereformeerden zagen
zomaar een hervormde dominee op
hun kansel en hervormden je
hield het nauwelijks voor mogelijk
hieven het hoofd aandachtig op
naar zo'n afscheiden man in een
streepjesbroek. Er was ook altijd
een lutheraan bij, die dan blijkens
het stencil dat je bij de ingang
kreeg, 'liturg' was. Dit hield in dat
hij zei welke versjes we moesten
zingen en dat hij uit de bijbei las.
De organisatoren van zo'n
hervormingssamenkomst lieten zo'n
lutherse dominee bijna nooit
preken. Waarom niet? Konden die
mensen, die zich toch noemen naar
de man van de 95 stellingen, niet
preken?
Ik herinner me nog uit die tijd dat
ik op een regenachtige 31ste oktober
van de ene hervormingsdienst naar
de andere fietste. Amsterdam 'viert
kerkhervorming', hadden we in de
krant al aangekondigd en nu zouden
de lezers weten hoe er gevierd wérd.
Ik stak in vijf kerkgebouwen mijn
neus even om de deur en kon
zonder overdrijven noteren: in de
Overbezette kerk er waren er die
met een staanplaats genoegen
moesten nemenzelfs de tweede
gaanderij moest open om de schare
te kunnen opvangenHier sprak
iemand teder over de una sancta als
een visioen, dat we te pakken
moesten krijgen, en ginds werd
trots vastgesteld dat wij 'protestant
en toch katholiek' waren. Aan het
slot zong men luidkeels 'het
Lutherlied' en bij 't uitgaan daverde
Jan Zwart's fantasie over 'Een vaste
burcht' door de kerkruimte. 'Zacht
meeneuriënd verlieten de talrijke
aanwezigen het bedehuis, dat tot de
nok toe gevuld was", berichtte je
nauwgezet en voldaan.
Een paar jaar later werd het nog
oecumeniseher: we haalden de
roomsen zelf in huis en wat we de
luthersen niet gegund hadden,
lieten we onze katholieke
medebroeder wel doen: een
toespraak houden. Tot onze
geruststelling hoorden we dan dat
er geen brandstapels op stapel
stonden en wij van onze kant
beloofden dat we nooit meer
donderpreken over de paapse mis
zouden houden. 'XJ zij de glorie',
zongen we nu aan het slot, dat was
op een wijs van Haendel en dat
kenden de roomsen ook.
Nou ja, en zo Is er langzamerhand
de klad ingekomen. Protestanten en
rooms-kathoiieken zitten beteuterd
bij de brokstukken yan hun
zekerheden neer en ze kijken er
maar niet meer naar, 2e slaan- nu de
blik naar de wereld om te proberen
er diör met elkaar wat van te
maken. Maar aan de uiterste flanken
zitten de mensen die hun zaken nog
heel hebben. Ze staan vèr van
elkaar af, maar toch geloof ik dat
die kleine meneer achter de
toonbank liever van doen heeft met
een forse reformatie-avond van, zeg
maar, de vijftigjarige vereniging
Protestant Nederland dan met een
met de nodige fleur aangekondigde
gemeenschappelijke eucharistievie
ring.- Net zoals een stoere
gereformeerde als 't er cp aan komt
meer ziet in bisschop Gijsen dan in,
zeg maar, prof. Kuitert Over
herverkaveling gesproken!
Ik kom nog even op dat sluitzegel
terug. Altijd als ik een afbeelding
zie van de Pieterskerk of, zoals nu,
alleen maar van de koepel, moet ik
denken aan het fraaie gedicht dat
Godfried Bomans als verlegen
kantoorbediende in zijn verhaal 'De
droom' maakte op een door hem
bewonderde kantoorjuffrouw:
Niet ranker rijzen ginds in Rome
de zuilen der Sint Pieterskerk
dan, stil aanbeden juffrouw Oomen,
uw onvergetelijk benentcerk.
Maar dit heeft geen zier met het
bovenstaande te maken, wees maar
gerust.
Thans is er sinds .1948 temidden der
nattets een staat die zich Israël noemt.
Deze staat, waarvan het bestaan van
zelfsprekend, al,was het alleen de-fac
to erkend moet worden, is een gewo
ne wereldlijke staat als elke andere.
Dat is de nuchtere conclusie die wij
trekken moeten, zonder daar als chris
tenen allerlei mythologieën om h'een
te spinnen of cr oon 'theologische' on-
derbouy^aah te gevèn. Deze staat mag
niet overvraagd worden, als «en soort
ideaal-staat^Maar,*jliij znagsïevènmin
onthèyéir wbrdeiugeacht ahn-maatsta-
ven die men' tén aanzien 'vaft iedere
andere staat wél pleegt te-hanteren.
Wat de staat Israël doet, is niet altijd
goed: alleen omdat'de staat Israël het
doet; Helaas is het nodig dit te zeg
gen, want ons 'christelijk of Westeuro
pees schuldgevoel verleidt ons tot dit
standpunt Maar we bewijzen er deze
staat allerminst een dienst mee, om
dat de Arabische wereld Waarin deze
staat zich heeft gevestigd, de hande
lingen van deze staat alleen op hun
eigen merites beoordeelt en dienover
eenkomstig handelt.
Prof. Berkhof spréékt van een 'theo
cratie' die telkens weer mislukt. Dat
is een ondoorzichtige uitdrukking.
Doet de staat Israël onrdcht, dan
blijft dit onrecht, en onrecht wreekt
zich, wanneer het niet hersteld wordt
Hiervoor de ogen open te houden is
bijbels bezig zijn met dé staat Israël.
En alleen zo wordt het zicht op de po
litieke problematiek niet vertroebeld
maar verhelderd.
SOLIDARITEIT
Met verdriet moeten we zeggen dat
door het niet willen erkennen van het
bestaan der Palestijnen en door een
politiek van uitsluitend vertrouwen
op geweld, de (seculiere) staat Israël
onvermijdelijk, om met Berkhof te
spreken, 'tot een algemeen politieke
ergernis' is geworden. In het bijzon
der voor de Arabische wereld. Maar
'ook voor ieder die oprecht met de in
de staat Israël wonende Joden solidair
wil zijn. Zij die de leus aanheffen
'Wij staan achter Israël' hebben bij
zonder vaak het zicht op het bij
belse fenomeen Israël verloren.
De ergernis die prof! Berkhof signa
leert, is legitiem, en heeft niets met
antisemitisme te maken. De Joodse
stemme® die deze ergernis eveneens
vertolken en die talrijker zijn dan
men denkt, worden in ons land een
voudig niet gehoord of doodgedzwe-
gen. fii 1968 formuleerde ik met mijn
collega Kroon'*o.a. de stelling: 'Voor
een heldere verhouding van Kerk en
Israël is het noodzakelijk dat in de
kerk het besef leeft, dat alle Joden
geen Zionisten en alle Zionisten gedn
vertegenwoordigers van Sion zijn.'
Ik pleit dus voor niet-mistige, nuchte
re, bijbelse solidariteit met de staat
Israël, een die niet verdonkermaant
dat Gods liefde voor alle mensen in
houdt dat ook Palestijnen en Arabie
ren met Israëli's gelijkwaardige schep
selen Gods zijn. En die beklemtoont,
dat het de God die in Tenach spreekt,
om menselijkheid gaat en om niets
anders. Hij is overal daar waar mén
sen lijden omdat hun mens-zijn ge
weld wordt aangedaan of het nu
Israëli's of Palestijnen of Chilenen of
wie dan ook betreft Met dit getuige
nis gaat ook <tó gemeente van Jezus
de wereld door. En alleen de ons
door Tenach en Messiaanse geschrif
ten gewezen wegen kunnen ons men
sen lelden naar de verzoening tussen
dé volken, ook tussen Israëli's en Ara
bieren. Dan zal ook de behoefte aan
een vluchthaven voor de Joden buiten
de staat Israël te niet gedaan worden.
Dét is onze solidariteit met de ge
meente van Israël, de wortel die ons
draagt,
Ds. H. de Nie te Amsterdam is lid
van de hervormde raad voor kerk en
Israël.
NODIGE HERHALING
Jakob heeft besloten met heel zijn
stam op wog te gaan naar Egypte, het
land van brood en vooral het land
van Jozef. Langzaam is het tot hem
doorgedrongen: Jozef, zijn doodge
waande zoon, leeft. Onderweg heeft
de oude man dan ook behoefte om
kontakt te hebben met zijn God. Hij
brengt oen slachtoffer in Berseba,
Daar spreekt God tot hem. Ogen
schijnlijk dingen die hij allang weet,
nl. dat God de God van zijn vader is
en dat Hij met hem is. Maar ondanks
het feit dat Jakob dit alles al weet
heeft hij deze herhaling nodig. Om
twee redenen. Ten eerste is hier een
gewichtig punt in zijn leven aange
broken. Hij gaat op weg naar een an
der land. Wat hem vertrouwd gewor
den is moet hij verlaten om zich te
begeven naar het gebied waar inder-
tijd het drama met Jozef zich afge
speeld heeft. Vindt God dit goed?
Draagt het zijn zegen weg? Misschien
wat ver van ons af, dit vragen en om
hoog kijken. Wij zijn gewend voor en
•tegen tegen elkaar af te wegen, de re
kening op te maken en dan nemen we
een beslissing, hoogstens vragen we
nog in 't algemeen of de Heer ons wil
zegenon' of wil bewaren op onze we
gen. Niet altijd gaan de gelovigen in
de bijbel ook zo persoonlijk met God
om, maar het mag ons wel aan 't den
ken zetten hoe het komt dat zulke
mededelingen vaak zo ver van ons af
staan. Jakob krijgt hier een zeer spe
cifieke toezegging van God. God zal
met hem zijn en hem ook weer terug
brengen. Maar daarnaast is daar ook
dat algemene van Gods nabijheid dat
herhaald wordt. Ook dat is nodig. Er
is een herhaling die verveelt omdat
een mens nu eenmaal ook het verras
sende nodig heeft om te kunnen luis
teren. Maar er zijn ook dingen die
herhaald moeien worden. Al zijn ze
nog zo bekend. De dimensie van het
spreken en do omgang komt er dan
bij. Of ik het allemaal in een boekje
heb staan zegt mij vaak minder dan
wanneer het mij met (menselijke)
stem gezegd wordt. Dan komt het
dichtbij. En zo is Hij dichtbij. (Gene-
sis 46, 1-7)
Van een verslaggever
UTRECHT In een open brief aan
de drie vakcentrales hebben 58 vak
bondsleden 'sterke' afkeuring uitge
sproken over het telegram, dat NW,
NKV en CNV op 8 oktober aan de Is
raëlische vakbeweging Bistadroet heb
ben gestuurd. Zij uiten ongerustheid
over de eenzijdige opstelling van de*
vakcentrales achter Israël.
Volgens de briefschrijvers ds dg bezet-
tipg «door Israëlvan' gebledmv van
Syrië en Egypte een daad van agressie
eri niet de poging van deze landen,,,
dié gebieden te «vrijden. De brief
schrijvers merken op, dat het tele
gram van de vakcentrales geheel voor
bijgaat aan de positie van de Palestij
nen.- De ondertekenaars zijn onder
meer leden en kaderleden van onder
meer de algemene bond vanonderwij
zend personeel, de algemene bond Van
ambtenaren, do (industriebond NW,
de B.V.A. Mercurius en de Vrouwen
bond NW.
NED. HERVORMDE KERK
Beroepen te Eist (bij Amerongèn): J.
W. de Bruyn te Harderwijk: te Leer-
dam: J, C. de Bie te Rijssen; te Veld
hoven. en te Diemen: J, Struy» te
Utrecht; te Blauwkapel-Groenekah: T,
de Jóng te Nieuw-Lekkerland, die be
dankte voor Wouterswoude en St.
Maartensdijk.
Bedankt voor Woudenberg: A. Vliet-
stra te Doornspijk voor Besoyen-Waal-
wijk-West: B. Schroten te Langerak.
Intrede op 28 okt. te Den Burg: S. de
Roest, leraar g.o. aan het Ichtus-colle-
ge te Drachten,
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt voor Veenendaal: J, C. West-
strate- te Meliskerke.
ZIE PAGINA 14
Charismatische Werkgemeenschap
Nederland.
taf