In een gemeenschappelijke bijeenkomst van de hervormde raad voor kerk en Israël en de hervormde zendingsraad heeft prof. dr. H. Berkhof zijn visie op Israël gegeven. Zijn belangrijkste opponent was dsH. de Nie. Hieronder aandacht voor beider standpunten. Prof. Berkhof: Israël nooit goed rond te krijgen Israël, de kerk en de volkeren Vandaag Beroepingswerk mm Trouw K wartet door Alöert Schipper door ds. H. de Nie mm WÊÊÊÊÊÈÈÊSmï}-' door A, J. Klei Open brief: vakcentrales eenzijdig achter Israël VUUR maandblad m KERK T2/K2 OEGSTGEEST Omstreeks het jaar 180 besloot de christelijke kerk dat zij pas volledig kerk zou zijn als zij ook het oude tétament op haar weg door de geschiede nis met zich zou blijven meevoe ren.' Sindsdien zit de kerk met het verschijnsel Israël, want Is raël kan je niet losmaken van zijn boek. En Israël is iets abnor maals, dat zich niet laat inpassen in de gewone volkenwereld en dat daarom ook theoretisch nooit goed 'rond' te krijgen is. Dit is de samenvatting van wat prof. dr. H. Berkhof uit Leiden vorige week zei als toelichting bij tien stellin gen over Israël, dé kerk én de volkeren. Prof. dr. H. Berkhof Reeds in 1950 schreef prof. Mis- kotte in 'De kern van de zaak' het volgende: 'Het gevaar van een nieuw soort paganisme (heiden dom) is niet denkbeeldig in het aanleunen tegen het factum: Is raël. In sommige kringen van vrienden vaii Israël wordt men door 't volk gefascineerd. Het verbond Gods is dan een historisch-biologisch ge geven'. Miskotte spreekt vervol gens over 'het geloof in de cen trale betekenis van de magisch- exclusieve verhouding die tussen God en dit volk-als-volk zöu voort duren', en noemt dit 'de troebe le overdrijving van een historisch realisme, dat we lang achter ons hadden gelaten" (p. 244). P9 Mil i!pt Ds. H. de Nie De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts, Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: J. Tammlnga. Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020 - 220383. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 697360768). Gem.glro X 500. ïte toehoorders warèrt bijna allen •theologen, leden Van twee hervormde raden, die voor de sending en de raad voor kerk err Israël. Binnen deae raden wordt verschillend gedacht over de verhouding tussen dè kerk en: Israël. Hó# verschillend bleek, toen na Berkhofs tien stellingen er nóg eens tien. op tafel gelegd werden door de Amsterdamse ds. H. de Nie. Enkele van deze stellingen heeft ds. De Nie hiernaast -uitgewerkt Doof gebrek aan tijd, kon- prof. Berkhof de zijne niet zelf op papier toelichten. U zult het dus moeten doen met mijn aanteke ningen.- 'Sinds dé kerk besloot dat ook het, ou de- testament er echt bij hoorde, was zij gedwongen tot een soort koppel verkoop', zèi prof. Berkhof. 'Als de kerk-Israël verloochent, dan loopt zij het. gevaar dat zij berust in éen-verin nerlijking, van'het geloof en een reli gieuze club wordt.' Doordat de kerk het oudé testament altijd moet mee nemen wordt ze. ervan weerhouden te berusten "in het bestaande en te ver vallen in een huisbakken of veredeld èótifennisme', zei hij. THEOCRATIE 'Israël is een dubbelgestalte'» ging hij verder. 'Het is een volk en tegelijk een gemeente. Dat noemt mén een theocratie. Dat past eigenlijk niet in onze wereld. Israël grenst aan de ene kant aan de primitieve naturalistische godsdienstigheid, waar staat, gods- dienst en. cultuur een geheel vormen. Maar dit verschijnsel is in,Israël toch gebroken. De koning staat er onder kritiek van de Tora. Hij moet zich aan deze norin meten. De naturalistische harmonie is dus niet volkomen. Maar éesis Bullen de verticale dimensie van de vérhouding tot God én de -horizon tale, politieke, dimensie samengaan. Van die - messiaanse toekomst getuigt Israël met zijn steeds weer falende maar door de trouw van God bewaar de. dubbelgestalte. 'De aard van Israël brengt mee, dat wie zijn boek heeft, ook Israël zelf in. zijn geschiedenis meeneemt', aldus prof. Berkhof; Pk dacht dat-dit gege ven is met de aard van het oude tes tament Het boek slaat op een con creet volk, als een proeftuin van Gods trouwt Op dit punt gaan prof. Berk hof en ds. De Nie uit elkaar. Prof. Berkhof: 'Niemand zal ontkennen dat in het oude testament de woorden en het volk hij elkaar horen. Er is een landbelofte, die als een noemer van Abraham af onder het geheel staat En' niemand zal ontkennen dat ook nu nog het jodendom in het algemeen op deze noemer staat'. NIET GEWOON Prof. Berkhof ging verder: 'Het volk heeft nu. weer een iand. Het heeft een natie opgebouwd. Maar eu zie je weer dat het geen gewone democratie is, omdat 'zijn dubbelgestalte hein dwars zit. Want stel je voor dat wij gere geerd zouden worden door een coali tie van Den Uyl en Jongeling. Door de staat Israël is het"verschijnsel Israël van een Europees-christelijke tot een algemeen politieke ergernis geworden. Het volk is niet in te passen in het gebruikelijke patroon. Dat merkte Ha- man al tegenover koning Ahasveros op (Esther 3:8) en dat hebben de Ger manen, de Slaven en nu weer de Ara bieren ontdekt Steeds weer wordt ge tracht Israël als volk te elimineren en éls gemeente in te lijven, maar steeds weer blijkt het'een volk dat zich niet laat integreren. Dat hebben onze zgn. eerste en tweede'wereld ondervonden. En dat gaat sinds 1947 de derde we reld bemerken. Prof. Berkhof vroeg zich af: als je aan de Arabieren niet duidelijk laat we ten. dat het christelijk geloof, het ou de testament en de dubbelgestalte Is raël samenhangen. verkondig je ze dan geen andere Christus? De gennaanse en Slavische mens moesten, toen ze christen werden, in Israël worden inge lijfd en solidair worden met deze fa lende dubbelgestalte. Kun je dit aan de arablsche mens besparen? Prof. dr. H. Berkhof, hoogleraar te Leiden, was lid van de commissie die indertijd het rapport 'Israël, land en volk' voor de hervormde synode sa menstelde. Deze troebelheid kwam mij overal te gemoet In de tien stellingen van prof. Berkhof, voorgelegd aan de reeds en kele maanden geleden vastgestelde vergadering der belde hervormde ra den. Een nieuw soort heidendom merk waardig, dat de Israëliër dr, Israël Shahak, voorzitter van do Israëlische Liga voor de rechten van de mens, vrijwel hetzelfde woord gebruikte, toen hij in de Times van 27 januari j.l., schreef: 'De naam van een moder ne afgod van velen in de staat Israël. Het eerste teken van deze afgoderij én' van alle afgoderij is het ver dwijnen van elke interesse in gerech tigheid en menselijke gelijkheid'- Sha hak voelt zich, niet "met huid en haar' toegewijd' aan do staat Israël (hoewel hij zich daar een loyaal burger van noemt) noch aan enige andere staat of menselijke organisatie, maar aan God en God alleen. Dat houdt voor hem een solidariteit in met alle men sen, zonder enig onderscheid. Dat, om met prof. Berkhof te spre ken, 'door de staat Israël het feno meen Israël tot een algemeen-politie ke ergernis is geworden', komt vol gens dr Shahak niet door blindheid voor de dubbelgestalte van Israël, maar heel nuchter door het feit dat de staat Israël voor veten tot een af god, tot een grootheid in de plaats van God, de God van Tenach, is ge worden. Mij dunkt dat de stellingen van prof. Berkhof allerminst een zekering tegen dit nieuw soort paganisme vormen, maar het juist regelrecht in de hand werken. DUBBELGESTALTE Waar gaan Berkhof en ik uit elkaar? Reeds onmiddellijk als hij spreekt over Israël als een 'dubbelgestalte van volk èn gemeente', waardoor voor hem de staat Israël, hoe onvolmaakt ook, de 'theocratische' concretisering wordt vaii de trouw van God. De te rugkeer van het oude volk naar het beloofde land om het zo maar eens te zeggen wordt aldus voor Berk hof tot een heilshaadelen van God, welks erkenning we thans de Arabie ren niet kunnen besparen, hoe lastig dat misschien ook voor de zending zijn mag. Voor mij is het wezen van het 'feno meen Israël' dat het door twintig 'christelijke' eeuwen heen een ge meente rondom de synagoge is ge weest. Geen volk in'historiseh-biologi- sche zin, waarmee God op magisch-ex- clusieve wijze heel in het bijzonder te maken zou hebben, maar een gemeen te, een geloofsgemeenschap. Temidden van de naties die zich in de loop der tijden vormden, 'leefde de gemeente van Israël rondom de synagogge. Loy aal burger van het land waartoe zij behoorde, maar boven a! trouw aan de Tora. Zoals ook de christelijke kerk als het goed Is haar wezenlijke burgerschap niet vindt in een -staat kundige nationaliteit Ook zij is ge roepen God meer gehoorzaam te zijn dan de mensen. Zelfs in een 'christe lijke staat', waarmee ze zich helaas vaak genoeg als 'volkskerk' vereenzel vigd heeft. In dit opzicht as de syna goge steeds de nauwelijks of niet gehoorde on gedulde' tegenspreek ster van de kerk geweest De 'verstrooiing onder devolken', door veel christenen zozeer als straf van God uitgekreten dat vele joden het op de duur ook zelf haast zijn gaan geloven, wordt door de grote joodse geschiedschrijver Simon Dub- now geen anomalie, geen onnatuurlij ke toestand genoemd. Integendeel: volgens hm heeft Israël een 'diaspo ra-nation aliteit'l Hij en' velen met hem beleefden de verspreiding 'onder de volken niet als iets negatiefs, maar als een voortgang van Gèüs bedoeling met het volk-dopr-Hem-geroepéi, hoe veel ellende er ook mee gepaard is ge- gaan; vooral sinds de tijd van de kruistochten. JOODSE STAAT Christelijk wanbegrip en kerkelijke weerstand (om het maar heel zacht uit te'drukken)'heeft de joden in,het ghetto'gedreven. En na de emancipa tie heeft het antisemitisme zulke vor men aangenomen, dat mensen als 'Theodor Barzl, die na het loslaten van de band met de synagoge hele maal verwachtten als volwaardig' bur ger van de natie waarbinnen zij gebo ren waren te kunnen leven, zich zö bedreigd voelden dat zij maar één uit weg voor 'het joodse volk' zagen: de vorming van een eigen joodse staat. Dit verlangen was zuiver seculier, niet-godsdienstig, van aard. En- het was Herzl in het begin om het even of die staat nu in Oeganda (waarvan inderdaad sprake is geweest) of waar dan ook gerealiseerd zou kunnen wor den. Emotionele en traditionele rede nen deden de voorkeur naar Palestina uitgaan, dat gezien werd als Tand 200- der volk' geschikt voor het 'volk zon der land'. Helaas bleek er wel dege lijk volk in het land te zijn. «V: ?-.? i!| SMSBSSi Het politieke zionisme, wel te onder scheiden' van het godsdienstige Sions- verlaagen, bleef lange jaren een klei ne minderheidsbeweging binnen het jodendom. Vooral zij die de band met de synagoge bewaarden, wezen het af. Dit veranderde volkomen in en door wat er gebeurde in de jaren '30 en in 1940-1945, Vandaar mijn stelling: 'Christendommelijk wanbegrip en on der de gojiém aangëwakkerd antisemi tisme heeft de gemeente rondom de synagoge (en haar kinderen),, na haar decimering, voor een deel in do rich ting van een semi-religieuze wereldlij ke staat gedrongen'. Het tot stand ko- mèn van de staat Israël is dunkt mij het directe gevolg van het antisemitis me van de 'christelijke' (niet van de arabischel) wereld. Natuurlijk besef jk, dat d4t deel van de joden dat zich in ons midden niet meer veilig voelde, blij was weer grond onder de voeten te hebben ge kregen. En ook dat het daarvoor het land gezocht, heeft, waarmee, het zich van oudsher zozeer verbonden voelde. Toch hangt de joodse Identiteit niet van een land af, maar van de Tenach. Daarvan hebben wij allen geleerd, dat als er over een Tand', én nog wdl 'het beloofde', gesproken wordt, bedoeld wordt de ruimte waar je menselijk met elkaar kunt leven, omdat het de God die in 'Tenach spreekt, om de mensen, d.w.z. alle mensen gaat. We hebben geleerd dat wat in Tenach van Palestina gezegd wordt 'model' staat voor de hele aarde. In deze lijn be weegt ook Paulus zich wanneer hij in Rom. 4:13 zegt dat Abraham geroepen werd om .'erfgenaam van de wereld' te worden. Het beloofde land is de aar de. U bent zeker protestant? De kléine man achter ds toonbank rechtte zijn rug toen hij hoorde van welke krant ik kwam. Hij nam me van top tot teen op en .vroeg op misprijzende toon: •U bent zeker protestant?' Ik knikte bedremmeld van ja, De ander keek me strak aan, wachtte even en zrt toén op heel nadrukkelijke en ook enigszins plechtige toon: 'Zó! U behoort dus tot het léger vaft degenen die behagen schéppen in de afbraak van onze eens zo prachtige kerkprovincie!' Eèn bevriende pastoor had me naar dit speciale zaakje verwezen. Ik zocht namelijk ®en bepaalde plaat als illustratie bij een artikel en hij had me verteld; daar en daar kun je die tekening vast wel krijgen» maar derik er aan, de eigenaar is nogal tel roomsIk was dus gewaarschuwd, maar op deze ontvangst had ik niet gerekehd. Ik haastte mé te zeggen dat ik in volstrekt andere dingen behagen placht te scheppen dat in welke toestand ook van de katholieke kerk in óns land efi ik deelde op hartelijke tóón mee dat onze krant ook wel eens bijdragen van vooraanstaande roomse theologen plaatst. 'Wie dan?' wilde hij weten en hij leunde aandachtig over de toonbank. 'Professor Lescrauwaet', herinnerde ik me. Hij schudde bedroegd het hoofd: 'Nee, da's niks, 't is allemaal niks in Tilburg en op andere plaatsen is 't niet veel beter. Meneer, leefde h ij neg maar!' Hij wees naar een groot portet van Alberdingk Thijm achter zich en ik stemde toe dat deze een bijzondere man was geweest en tenslotte roemden wc gezamenlijk de neogotiek van de ook door Thijm bewonderde bouwmeester Cuypers. Ik kreeg de piaat mee: een kostbare, oude gravure. Nee, ik hoefde geen briefje in te vullen, hij vertrouwde wel dat ik de tekening terug zou brengen. Later kreeg ik nog een brief met aanvullende beschouwingen van mijn nieuwe relatie. Hij had de enveloppe dichtgeplakt met een sluitzegel, waaróp ik werd opgeroepen tot trouw aan Rome,, in zwarte letters boven de koepel van de Sint Pieter. Nu het aanstaande woensdag hervormingsdag is, schiet mij die ontmoeting met de kleine roomse meneer weer te binnen. Eigenlijk wel mooi als je er nog van die stevige, vastomlijnde en tegengestelde standpunten op na houdt Dan kun je ook van hervormingsdag nog wat maken, en ze maken er tegenwoordig niets meer van. Als ik de schaarse uitnodigingen, die op ons bureau terechtkomen, naga wordt alleen maar in de rechter flank van de protestantse wereld aan" de herdenking van de 31ste oktober iets gedaan en uit de keus van sprekers en onderwerpen ontkom je niet aan de indruk, dat sommige samenkomsten meer het karakter van een ontmoeting van verontrusten dragen dan dat de verhouding Rome-Reformatie zorgvuldig in het oog gevat wordt. Typische ontwikkeling eigenlijk. Een jaar of twintig terug nog waren hervormingsavonden zo'n beetje oefenterrein voor oecumenische durfallen. Gereformeerden zagen zomaar een hervormde dominee op hun kansel en hervormden je hield het nauwelijks voor mogelijk hieven het hoofd aandachtig op naar zo'n afscheiden man in een streepjesbroek. Er was ook altijd een lutheraan bij, die dan blijkens het stencil dat je bij de ingang kreeg, 'liturg' was. Dit hield in dat hij zei welke versjes we moesten zingen en dat hij uit de bijbei las. De organisatoren van zo'n hervormingssamenkomst lieten zo'n lutherse dominee bijna nooit preken. Waarom niet? Konden die mensen, die zich toch noemen naar de man van de 95 stellingen, niet preken? Ik herinner me nog uit die tijd dat ik op een regenachtige 31ste oktober van de ene hervormingsdienst naar de andere fietste. Amsterdam 'viert kerkhervorming', hadden we in de krant al aangekondigd en nu zouden de lezers weten hoe er gevierd wérd. Ik stak in vijf kerkgebouwen mijn neus even om de deur en kon zonder overdrijven noteren: in de Overbezette kerk er waren er die met een staanplaats genoegen moesten nemenzelfs de tweede gaanderij moest open om de schare te kunnen opvangenHier sprak iemand teder over de una sancta als een visioen, dat we te pakken moesten krijgen, en ginds werd trots vastgesteld dat wij 'protestant en toch katholiek' waren. Aan het slot zong men luidkeels 'het Lutherlied' en bij 't uitgaan daverde Jan Zwart's fantasie over 'Een vaste burcht' door de kerkruimte. 'Zacht meeneuriënd verlieten de talrijke aanwezigen het bedehuis, dat tot de nok toe gevuld was", berichtte je nauwgezet en voldaan. Een paar jaar later werd het nog oecumeniseher: we haalden de roomsen zelf in huis en wat we de luthersen niet gegund hadden, lieten we onze katholieke medebroeder wel doen: een toespraak houden. Tot onze geruststelling hoorden we dan dat er geen brandstapels op stapel stonden en wij van onze kant beloofden dat we nooit meer donderpreken over de paapse mis zouden houden. 'XJ zij de glorie', zongen we nu aan het slot, dat was op een wijs van Haendel en dat kenden de roomsen ook. Nou ja, en zo Is er langzamerhand de klad ingekomen. Protestanten en rooms-kathoiieken zitten beteuterd bij de brokstukken yan hun zekerheden neer en ze kijken er maar niet meer naar, 2e slaan- nu de blik naar de wereld om te proberen er diör met elkaar wat van te maken. Maar aan de uiterste flanken zitten de mensen die hun zaken nog heel hebben. Ze staan vèr van elkaar af, maar toch geloof ik dat die kleine meneer achter de toonbank liever van doen heeft met een forse reformatie-avond van, zeg maar, de vijftigjarige vereniging Protestant Nederland dan met een met de nodige fleur aangekondigde gemeenschappelijke eucharistievie ring.- Net zoals een stoere gereformeerde als 't er cp aan komt meer ziet in bisschop Gijsen dan in, zeg maar, prof. Kuitert Over herverkaveling gesproken! Ik kom nog even op dat sluitzegel terug. Altijd als ik een afbeelding zie van de Pieterskerk of, zoals nu, alleen maar van de koepel, moet ik denken aan het fraaie gedicht dat Godfried Bomans als verlegen kantoorbediende in zijn verhaal 'De droom' maakte op een door hem bewonderde kantoorjuffrouw: Niet ranker rijzen ginds in Rome de zuilen der Sint Pieterskerk dan, stil aanbeden juffrouw Oomen, uw onvergetelijk benentcerk. Maar dit heeft geen zier met het bovenstaande te maken, wees maar gerust. Thans is er sinds .1948 temidden der nattets een staat die zich Israël noemt. Deze staat, waarvan het bestaan van zelfsprekend, al,was het alleen de-fac to erkend moet worden, is een gewo ne wereldlijke staat als elke andere. Dat is de nuchtere conclusie die wij trekken moeten, zonder daar als chris tenen allerlei mythologieën om h'een te spinnen of cr oon 'theologische' on- derbouy^aah te gevèn. Deze staat mag niet overvraagd worden, als «en soort ideaal-staat^Maar,*jliij znagsïevènmin onthèyéir wbrdeiugeacht ahn-maatsta- ven die men' tén aanzien 'vaft iedere andere staat wél pleegt te-hanteren. Wat de staat Israël doet, is niet altijd goed: alleen omdat'de staat Israël het doet; Helaas is het nodig dit te zeg gen, want ons 'christelijk of Westeuro pees schuldgevoel verleidt ons tot dit standpunt Maar we bewijzen er deze staat allerminst een dienst mee, om dat de Arabische wereld Waarin deze staat zich heeft gevestigd, de hande lingen van deze staat alleen op hun eigen merites beoordeelt en dienover eenkomstig handelt. Prof. Berkhof spréékt van een 'theo cratie' die telkens weer mislukt. Dat is een ondoorzichtige uitdrukking. Doet de staat Israël onrdcht, dan blijft dit onrecht, en onrecht wreekt zich, wanneer het niet hersteld wordt Hiervoor de ogen open te houden is bijbels bezig zijn met dé staat Israël. En alleen zo wordt het zicht op de po litieke problematiek niet vertroebeld maar verhelderd. SOLIDARITEIT Met verdriet moeten we zeggen dat door het niet willen erkennen van het bestaan der Palestijnen en door een politiek van uitsluitend vertrouwen op geweld, de (seculiere) staat Israël onvermijdelijk, om met Berkhof te spreken, 'tot een algemeen politieke ergernis' is geworden. In het bijzon der voor de Arabische wereld. Maar 'ook voor ieder die oprecht met de in de staat Israël wonende Joden solidair wil zijn. Zij die de leus aanheffen 'Wij staan achter Israël' hebben bij zonder vaak het zicht op het bij belse fenomeen Israël verloren. De ergernis die prof! Berkhof signa leert, is legitiem, en heeft niets met antisemitisme te maken. De Joodse stemme® die deze ergernis eveneens vertolken en die talrijker zijn dan men denkt, worden in ons land een voudig niet gehoord of doodgedzwe- gen. fii 1968 formuleerde ik met mijn collega Kroon'*o.a. de stelling: 'Voor een heldere verhouding van Kerk en Israël is het noodzakelijk dat in de kerk het besef leeft, dat alle Joden geen Zionisten en alle Zionisten gedn vertegenwoordigers van Sion zijn.' Ik pleit dus voor niet-mistige, nuchte re, bijbelse solidariteit met de staat Israël, een die niet verdonkermaant dat Gods liefde voor alle mensen in houdt dat ook Palestijnen en Arabie ren met Israëli's gelijkwaardige schep selen Gods zijn. En die beklemtoont, dat het de God die in Tenach spreekt, om menselijkheid gaat en om niets anders. Hij is overal daar waar mén sen lijden omdat hun mens-zijn ge weld wordt aangedaan of het nu Israëli's of Palestijnen of Chilenen of wie dan ook betreft Met dit getuige nis gaat ook <tó gemeente van Jezus de wereld door. En alleen de ons door Tenach en Messiaanse geschrif ten gewezen wegen kunnen ons men sen lelden naar de verzoening tussen dé volken, ook tussen Israëli's en Ara bieren. Dan zal ook de behoefte aan een vluchthaven voor de Joden buiten de staat Israël te niet gedaan worden. Dét is onze solidariteit met de ge meente van Israël, de wortel die ons draagt, Ds. H. de Nie te Amsterdam is lid van de hervormde raad voor kerk en Israël. NODIGE HERHALING Jakob heeft besloten met heel zijn stam op wog te gaan naar Egypte, het land van brood en vooral het land van Jozef. Langzaam is het tot hem doorgedrongen: Jozef, zijn doodge waande zoon, leeft. Onderweg heeft de oude man dan ook behoefte om kontakt te hebben met zijn God. Hij brengt oen slachtoffer in Berseba, Daar spreekt God tot hem. Ogen schijnlijk dingen die hij allang weet, nl. dat God de God van zijn vader is en dat Hij met hem is. Maar ondanks het feit dat Jakob dit alles al weet heeft hij deze herhaling nodig. Om twee redenen. Ten eerste is hier een gewichtig punt in zijn leven aange broken. Hij gaat op weg naar een an der land. Wat hem vertrouwd gewor den is moet hij verlaten om zich te begeven naar het gebied waar inder- tijd het drama met Jozef zich afge speeld heeft. Vindt God dit goed? Draagt het zijn zegen weg? Misschien wat ver van ons af, dit vragen en om hoog kijken. Wij zijn gewend voor en •tegen tegen elkaar af te wegen, de re kening op te maken en dan nemen we een beslissing, hoogstens vragen we nog in 't algemeen of de Heer ons wil zegenon' of wil bewaren op onze we gen. Niet altijd gaan de gelovigen in de bijbel ook zo persoonlijk met God om, maar het mag ons wel aan 't den ken zetten hoe het komt dat zulke mededelingen vaak zo ver van ons af staan. Jakob krijgt hier een zeer spe cifieke toezegging van God. God zal met hem zijn en hem ook weer terug brengen. Maar daarnaast is daar ook dat algemene van Gods nabijheid dat herhaald wordt. Ook dat is nodig. Er is een herhaling die verveelt omdat een mens nu eenmaal ook het verras sende nodig heeft om te kunnen luis teren. Maar er zijn ook dingen die herhaald moeien worden. Al zijn ze nog zo bekend. De dimensie van het spreken en do omgang komt er dan bij. Of ik het allemaal in een boekje heb staan zegt mij vaak minder dan wanneer het mij met (menselijke) stem gezegd wordt. Dan komt het dichtbij. En zo is Hij dichtbij. (Gene- sis 46, 1-7) Van een verslaggever UTRECHT In een open brief aan de drie vakcentrales hebben 58 vak bondsleden 'sterke' afkeuring uitge sproken over het telegram, dat NW, NKV en CNV op 8 oktober aan de Is raëlische vakbeweging Bistadroet heb ben gestuurd. Zij uiten ongerustheid over de eenzijdige opstelling van de* vakcentrales achter Israël. Volgens de briefschrijvers ds dg bezet- tipg «door Israëlvan' gebledmv van Syrië en Egypte een daad van agressie eri niet de poging van deze landen,,, dié gebieden te «vrijden. De brief schrijvers merken op, dat het tele gram van de vakcentrales geheel voor bijgaat aan de positie van de Palestij nen.- De ondertekenaars zijn onder meer leden en kaderleden van onder meer de algemene bond vanonderwij zend personeel, de algemene bond Van ambtenaren, do (industriebond NW, de B.V.A. Mercurius en de Vrouwen bond NW. NED. HERVORMDE KERK Beroepen te Eist (bij Amerongèn): J. W. de Bruyn te Harderwijk: te Leer- dam: J, C. de Bie te Rijssen; te Veld hoven. en te Diemen: J, Struy» te Utrecht; te Blauwkapel-Groenekah: T, de Jóng te Nieuw-Lekkerland, die be dankte voor Wouterswoude en St. Maartensdijk. Bedankt voor Woudenberg: A. Vliet- stra te Doornspijk voor Besoyen-Waal- wijk-West: B. Schroten te Langerak. Intrede op 28 okt. te Den Burg: S. de Roest, leraar g.o. aan het Ichtus-colle- ge te Drachten, GEREF. GEMEENTEN Bedankt voor Veenendaal: J, C. West- strate- te Meliskerke. ZIE PAGINA 14 Charismatische Werkgemeenschap Nederland. taf

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 2