1 My o.<L,*wr
Promotie
Westmaas
doorA. J.KLEI
Opvallend
Moeilijkheid
door dr. C. Rijnsdorp
Niét verzonnen
Waarheid en Eenheid
M
UROUW/KWAJITET ZATERDAG 10 NOVEMBER 1973
KERK
T2/K2
Portret van C. E. van Koetsveld»
in 1887 geschilderd door J. H.
Neumann.
Eind vorig jaar schreef ik in de
ze krant een verhaal dat onge
veer hierop neerkwam: de gere
formeerden hobbelen met hun
problematiek rondom de bijbel
gewoon een aantal jaren achter
de hervormden aan. Vandaag zit
ten de gereformeerden met de
vraag van (wat ik nu maar ou
derwets omschrijf als:) Schrift
kritiek-op-de-kansel, maar al in
het begin van deze eeuw waren
de hervormden daar druk mee
doende. Dat was met name naar
aanleiding van een paar preken
die de Haagse dr. J. A. Cramer
In oktober 1906 hield. Deze pre
dikant had een andere bijbelop
vatting dan het gros van zijn ge
meenteleden en hij vond het on
juist in de zondagse prediking
net. te doen alsof er op dit punt
niets aan de hand was.
Op mijn artikel reageerde de Hooge-
veense hervormde predikant en ieraar
A. J. Onstenk met een uitvoerige
brief, waaruit ik nu het volgende ci
teer:
Er was een andere Haagse predikant
die al veel eerder een standpunt ver
dedigde vergelijkbaar net dat van
Cramer cn Gerretsen en daarbij de
gemeente ook duidelijk wilde betrek
ken. Het was dr. C. E. van Koetsveld,
1807-1893 (ik heb een dissertatie over
hem zo goed als gereed liggen).
Bij deed dat o.a. in De Apostolische
Overlevering Schoonhoven1836) en
Bet Apostolisch Evangelie, 's-Graven-
hoge, 1864-66).
Aan de ene kant komt hij krachtig op
voor het gezag van de bijbel: 'Er
werd zoo lang en zoo sterk tegen bij
belvergoding gewaarschuwd, dat men
wel toeer eens tegen bijbelverachting
waarschuwen mag', aan de andere
kant verzet hij zich tegen een kramp
achtig vasthouden aan 'dat op zich
zelf staande, eenzijdige, overdrevene
schriftgeloof, dat ter dood toe strijdt
voor ieder woord, voor elke letter;
dat wankelt met eene valsche lezing
en valt met een verloren Bijbelboek'.
Bij vindt het onwaarachtig, dat men
over hele hoofdstukken heen kan
gaan of over hele boeken kan zwijgen
zodra hun inhoud bezwaren zou op
roepen en dat men toch de hele bijbel
teil behouden onder het motto: 'als
men iéts loslaatis in onze tijd dlles
verloren'.
Hij wil de wetenschap volledig hono
reren maar daarnaast ook het geloof
erkennen als een eigen kenbron van
de waarheid.
Nog één citaat, dat ik zelf verrassend
modern vind met betrekking tot de
huidige discussies: 'Kunstel mij nu
verder niet aan dit onnavolgbaar ver
heven bijbelsch verhaal, om het tn
overeenstemming te brengen met de
resultaten der moderne wetenschap.
Laat beide vrij hun eigen weg gaan.
De scheppingshymne is geene eigenlij
ke geschiedenis, en kan dit niet zijn,
van wat geen oog gezien heeft en
geen oor gehoord heeft. Zij is de
schilderachtige uitwerking der groo'e
bijbelsche waarheid: God spreekt en
het is er
Tot zover uit de brief van dominee
Onstenk. Ik had het bovenstaande des
tijds graag in de kra,:t gezet, maar
drs. Onstenk wilde dit liever niet: 't
zou net zijn alsof hij van tevoren al
met zijn proefschrift te koop liep. In
tussen is drs. Onstenk deze week dr.
Onstenk geworden: hij promoveerde
afgelopen donderdag in Utrecht bij de
kerkhistoricus prof, dr. S. van der
Linde -tot doctor in de godgeleerdheid
op de studie: 'Ik behoor bij mijzelf*
Coraelis Eilsa van Koetsveld, 1807-
1893. Vandaar dat ik nu wel met de
brief van dr. Onstenk voor de dag
durf (en mag) komen. Hiermee heb
ik dan tegelijk de hoofdgedachten uit
het zesde hoofdstuk van dr. Onstenks
boek gereleveerd.
Voordat ik me overgeef aan de over
peinzing, waartoe dit hoofdstuk me
aanleiding geeft, loop ik met forse
passen het héle werk door, hier en
daar wat aanwijzend om de aandacht
te vestigen op dit boeiende en ook
voor 'leken' zo aantrekkelijke boek
(dat is uitgegeven bij Van Gorcum in
Assen, 212 pagina's telt, acht afbeel
dingen biedt waarvan ik er hier
een paar laat zien en. 29,- kost).
Van Koetsveld was de zoon van 'een
niet onbemiddeld wijnkoper en vre
derechter ia de Maasstad.' (Hoe zou
het kennen dat die negen tiende-eeu-
wers altijd vaders hebben met een
leuk baantje èn met geid? Ik denk om
dat onbekende negentiende-eeuwers
arme vaders met een miezerig beroep
hadden). Hij studeerde in Leiden,
waar hij invloed onderging van de
predikant Lucas Egeling, bekend uit
de bekeringsgeschiedenis van Da Cos
ta. In zijn eerste gemeente Westmaas
tftjgia
Van Koetsveld (met knuppel) in debat met de oefenaar in Westmaas.
VVi ij
Van Koetsveld, die In 1849 Haags pre
dikant werd, had een veelzijdige en
voor zijn tijd ook bijzonder 'open' en
onbekrompen belangstelling. Hij was
een van de eerste 26 leden van het
hoofdcomité van het Rode Kruis en
bij het zilveren jubileum van het Ro
de Kruis nam hij het op voor Atjeh,
'het volk daarginds in de oost, al is
het ook een onbeschaafd en Moham-
medasnsch volk, dat tegen ons zijne
onafhankelijkheid verdedigt*. Hij was
geen antl-milltarist, maar toch zei hij:
'O mijne hoorders! niets ergert mij
meer dan die huichelachtige vrede die
op meer dan drie milMoea bajonetten
berust Als de groot» mogendheden
den vrede zoo liefhebben» waarom
stelt er niet één eene algemeece ont
wapening voor, terwijl het militairis
me meer en meer de volken drukt en
uitput'.
Belangrijk is verder Van Koetsveld
aandacht mi zorg voor het geestelijk
gehandicapte Stad Do-ar zijn toedoen
is in Den Haag de eerste, wat toen
nog heette, jdiotenschool opgericht.
Zijn indringende belangstelling voor
maatschappelijke vragen en toestan
den was zo groot dat hij zelfs (we
zijn in de negentiende-eeuw, In Den
Haag) een bijeenkomst van de Inter
nationale bezocht HU zei: *Het is geen
wonder dat het rechtsgevoel van het
volk verstikt is en de godsdienst, die
onderwerping preekt aan de bestaande
machten, gehaat wordf.
Eerste bladzij van Van Koets velds intreepreek in Westmaas, met de Hofprediker
'voorafspraak'.
had Van Koetsveld een dispuut met
een oefenaar die 36 uur onafgebroken
sprak. Van Koetsveld: 'Ook vertrouw
de ik een weinig op mijn knuppel,
maar bovenal op God'. Het viel "nogal
mee: 'Gelukkig zei hij (de oefenaar,
ajk) mij alleen, dat ik naar de hel
ging, -ju dat had den tijd nog*.
In 1830 nëd.Van Koetsveld zijn intree
in Westmaas gedaan, acht jaar later
vertrok hij «aar Schoonhoven, waar
hij zijn bekendste werk schreef:
'Schetsen uit de pastorie te Mastland*.
Busken Huet zei dat hij in gedachten
de hoed afnam, zo vaak hij de Pasto
rie van Mastland dn handen kreeg.
Om meteen een héél ander werk te
noemen, curieus is Van Koetsvelds
Afscheidsgroet aan de (afgescheiden)
H. P. Scbolte bij diens emigratie naar
Noord-Amerika. Hier zijn een paar re
gels er uit:
'Hebt ge ons de rust te wreed ontno
men,
dat God aan zijn ruste schenk
Is liefde op uwe stem gevloden,
Dat God aan u in liefde denk'!'.
In 1878 wordt de 71-jarige Van Koets
veld door koning Willem III benoemd
tot hofprediker. Vermaard werd zijn
toespraak bij de uitvaart van de ko
ning. Daarin zei Van Koetsveld o.a.
dit: 'Ik heb mijnen Koning liefgehad
Ik heb hem nooit gevleid bij
zijn leven» ik deuk het niet te doen
na zijn dood'. Bij de begrafenis in
Delft waren veel hoogwaardigheidsbe
kleders, da groepen geordend bijeen.
Van Koetsveld wandelde op z'n eentje
wat heen en weer door de kerk. Toen
een van de dignitarissen hem vroeg
bij wie hij eigenlijk hoorde, ant
woordde Van Koetsveld: 'Ik behoor
bij mijzelf, en daar is de titel van
het boek van dr. Onstenk, waaruit Ik
een hap en een snap nam: naar ik
hoop voldoende om belangstelling ge
wekt te (hebben voor dit werk. Het
plezier dat dr. Onstenk dn zijn onder
werp heeft en de eerbied die hij er
voor koestert, delen zich aan de iezer
mee. Ik zou zéggen: een aanstekelijk
proefschrift!
Nu mijn overpeinzing. Het valt me op
dat voor de tegenwoordige discussie
rondom de bijbel en het gezag van de
bijbel (Klare wijn, Verstaat «ij wat
gij leest?, en wat er allemaal verder
as gevolgd) de mensen uit wat ik nu
maar aanduid als de ethische hoek
veel meer bijdragen en dus. actue
ler zijn - dan de confessümeol-gexe-
foxmeerden.
Het is diirom opvallend, omdat de
ethische» uit de vorige eeuw en het
begin van deze eeuw nooit veel
geddén hebben. Doen door laten» zei
Beets. De gereformeerden met hun
machtige aanvoerder Abraham Kuyper
hebben van alles gedaan en tot van
daag toe kun je de vruchten van gere
formeerde activiteit dn kerk, staat en
maatschappij aanwijzen. De ethisch en
hebben niet zoveel op touw gezet, ze
hadden niet van. die vastomlijnde
denkbeelden en ook geen vastomlijn
de plannen. Naast de voortvarende
Kuyper lijkt iemand als Gunning een
aarzelende tobber.
Niemand zal de grote betekenis van
het emancipatiewerk van Kuyper ge
ringschatten; maar je maakt vandaag
wel de afbrokkeling mee van het eens
zo glorierijke gereformeerde leven,
net zoals trouwens van het eens zo
rijke roomse leve®. Gereformeerden
(om ons nu maar bij hen te bepalen)
weten het niet zo precies meer en wat
zie je? Dat ze vandaag tege® vragen
aanlopen, waarmee iemand als Van
Koetsveld (om weer bij hem terecht
té komen) al bezig is -geweest, maar
die door Kuyper en de kuyperianen
zorgvuldig, weggeveegd .werden van
het pad dat de kleine luyden en hun
nazaten hadden te gaan, rechttoe-recht-
aan.
De Weense voorstadkapelaan
Adolf Holl (geb. 1930) publi
ceerde twee jaar geleden zijn
geruchtmakende bestseller Je
sus in scklechter Gesellschaft
(Stuttgart 1971). Tijd en gele
genheid om dit boek te schrij
ven had hij te danken aan een
hem door kardinaal König op
gelegde 'totale Funkstille', een
verbod dus om voor radio en
televisie op te treden. Dit gold
voor binnen- (Oostenrijk) en
buitenland. Een lezing houden
in een zaal vereiste een vooraf
gaande, bijzondere toestem
ming.
Holl is priester, doctor la de theolo
gie en filosofie. Zijn boek werd ia
het Nederlands vertaald onder de ti
tel Jezus in slecht gezelschap en uit
gegeven bij Amboboeken, Bilthoven
(167 blz., ƒ10,-). In dat werk wordt
de Jezus van de rooms-katholieke
kerkleer herleid tot wat de auteur
zag als de echte, historische Jezus,
lastig element in de samenleving
van zijn dagen (niet de geestelijke
vader van alle latere, maatschappe
lijke omwentel aars), wiens activiteit
maar kort heeft geduurd en die als
een misdadiger is terechtgesteld.
'Het verbazingwekkende is dat de
invloed van Jezus nog altijd voort
duurt, al heeft zijn activiteit slechts
enkele jaren, misschien zelfs maar
enkele maanden geduurd', aldus de
achterkant van het genoemde Ambo-
boek.
Dezelfde schrijver kwam van het
jaar met een nieuw boek onder de
titel Tod irnd Teufel (Stuttgart
1973)\ Ambo heeft zich beijverd om
met een Nederlandse vertaling ook
van dit nieuwe werk te komen en
"wel onder de titel De laatste vraag:
wat komt er na de dood? (230 blz.,
ƒ14,50). Aanleiding tot het schrij
ven van die studie was een brief
van een oude boer, met wie dr. Holl
in correspondentie was geraakt naar
aanleiding van dat boek van hem
over Jezus. Wilhelm Seibold was
landbouwer en 71 jaar, katholiek op
gevoed en met veel geestelijken in
de familie. Hij zag het met zijn kerk
en het geloof van de godsdienstles
op school niet meer zitten. Aan de
nis erin, mededelingen uit vakwer
ken, berichten uit de krant, ervarin
gen op vakantiereisjes, citaten uit
de bijbel en de roomse liturgie. Kort
om een montage van gegevens van
allerlei aard, waarin het verhevene
en het alledaagse, geloof en twijfel,
ernst en satire elkaar met schijnba
re grilligheid afwisselen, Wil men
een paar moeilijke woorden ter ken
schetsing: rhapsodisch en hybridisch.
Deze opzet van het boek (enigszins
herinnerend aan de manier waarop
Multatuli zijn Max Havelaar
schreef) is een weerspiegeling van
de stand van het vraagstuk zelve.
gens algemeen erkend; ofschoon de
paus doorgaat mét op hoge feestda
gen het wereldrond te zegenen met
de zegen Urbi et Grbl, uitgezonden
door talloze radio- en televisiestati
ons (maar juist niet door alle)' (blz.
19/20).
Wie goed kan lezen proeft hier wat
ten diepste Holls moeilijkheid is: de
pretentie van algemeenheid en alge
mene geldigheid van derooms-ka
tholieke kerk gaat in de werkelijk
heid niet op. Een protestant heeft
daar veel minder Jast van: MJ heeft
grens van de dood vraagt bij aan. de
geleerde man die hij vertrouwt:
'Wat moet ik aanvangen met alles
wat In mijn hoofd rondspookt? Wat
komt er na de dood en wat niet?'
Holl ziet het óék niet meer zo zit
ten, maar hij is veel beter geïnfor
meerd. Hij besluit een soort inven
taris op te maken van wat over
dood en hiernamaals in zijn eigen
hoofd en in zijn bibliotheek rond
spookt Het wordt geen strikt weten
schappelijke verhandeling, of liever:
op de grondslag van een weten
schappelijke aanpak van het onder
werp schrijft hij een schijnbaar van
de hak op de tak springend boek
met brokjes eigen levensgeschiede-
'Er is geen algemeen bindende, van
zelfsprekende en twijfelloos geldige
overeenstemming beschikbaar, die
zoals in vroeger tijden de enkeling
op dit punt vertrouwen zou kunnen
bieden, ai was het alleen maar door
de zeerheid van het helse vuur voor
de boosdoeners. Er is alleen maar
een aanbod van de meest uiteenlo
pende ideeën, leidraden op de markt
van de wereldbeschouwingen, reli
gies en filosofieën, vrijblijvend ge
noeg en tegen verminderde prijzen.
De beslissing wordt aan de consu
ment zelf overgelaten, ieder kan op
zijn eigen manier zalig worden, als
adventist katholiek of Zen-discipel.
Zonder uitzondering particulier, ner-
van jongs af aan weet van een 'klein
kuddeke', van een minderheidsposi
tie voor de kerk in de wereld, van
geestelijke Gideonsbenden enzo
voort Hier spreekt zich een diep
verdriet uit, een botsing van jeugdi
ge piëteit en verknochtheid aan het
priesterambt met bestudering van
kritiscb-theologisehe werken en alge
mene literatuur, alook de dagelijkse
werkelijkheid zoals die via krant ra
dio, televisie en buitenlandse reizen
beleefd wordt Niet in het minst
ook de ontnuchterende ervaring van
de pastorale praktijk. Evenals De
Genestet in de vorige eeuw, voelt
Holl zich een kind van zijn tijd. Hij
is niet in staat gebleken de resulta
ten van zij» ervaringen en studiën
te integreren, vooral ook omdat hij
de zwakheden van de officiële kerk
te scherp heeft leren zien. Men kan
gedeeltelijke successen boeken met
werken waarin een duidelijk stand
punt wordt ingenomen, rechts of
links, maar de grote vraag naar zijn
boeken in de Duitstalige, rooms-ka
tholieke wereld en ook daarbuiten
is, naar mij nu duidelijk wordt, het
feit dat de oude boer Seibold, hijzelf
en rijn tienduizenden lezers er gees
telijk allemaal ongeveer eender
voorstaan. Hij spreekt éénvoudig de
verbijstering uit die rich in onze da
gen van miljoenen heeft meester ge
maakt Maar hij doet dril niet alleen
op echt-menséUjk peil, maar ook op
wetenschappelijk niveau en met on
miskenbaar literair talent Zijn hu
mor is die van een down (lach dan.
Paljas, als je hart is gebroken j.wat
niet wegneemt dat de ironie soms
.tot vlijmende satire wordt zoals op
de bladzijden 53 en 54, waar het
gaat over de professorale discussies
bij het graf van Jezus.
Nu heb ik nog niets over de Inhoud
van het boek gezegd. Mij boeit te zeer
de mens in en achter dit knappe ge
schrift al is het boek iets te lang
geworden. Zijn denken is vrijzinnig,
zoals dat bij een rooms man kan ge
beuren; van te veel zekerheden
doorgeschoten naar te weinig. Maar
zijn hart hangt aan de traditie en
daarom kan hij, wat hem betreft
zijn kerk niet verlaten. Het zinnetje
tegen het einde van het bode zegt
hier genoeg: 'Voor mij is da conse-
cratie werkelijker dan de maanlan
ding'. (218). Een sterke kerkelijke
moederbinding. Onder de bediening
van de mis wordt niet meer, gedacht
(wei opgemerkt!), maar priesterlijk
gehandeld.
De rest moet u desgewenst maar
zelf in het boek nalezen.
Er zit natuurlijk iets tragisch im wan
neer je riet dat gereformeerde ver
worvenheden, die ovecdnd gekomen
zijn met veel offers, met veel organi
satietalent en ook met veel geloof,
wanneer je ziet dat zodets wegkwijnt
Stelligheden zijn onzekerheden gewor
den, uitroeptekens vervangen door
vraagtekens. En de vraag komt of dan
al die moeiten voor niets zijn geweest
en of die ethteöhen» die 'halven' zoals
Kuyper zei, het eerder bij het rechte
eind hadden. Doen door litem Bs,
LUtge (overigens niet ethisch, maar
een kahlbrogglaan) zei tegen Kuyper:
je moet met alles zélf doen, Gód moet
het doen.
Nog zeer onlangs ontstond op de gere
formeerde synode enige opwinding
over een bervonmte hriëf»-.waarin met
zoveel woorden gezegd wérd dat je
ook la de gereformeerde kerken vrij
zinnigheid aantreft Dat te toet waari,
werd verzekerd. Wonderlijk; want wat
men ook tegen verontrusten moge
hebben die wijzen ia hun bezwaar
schriften heus gee® verzAnnea vrijzin
nigheden en vrijzinnigen aan» daar
helpt je geen synodaal doekje voor het
bloeden van af. Ik wou maar zeggen
dat gereformeerden er moeilijk aan
willen dat hun stevige slagorde ver
broken is.
Nu lees je over en van Van Koets
veld, die je niet direct het etiket 'e-
thisch' kunt opplakken, maar die wel
voorvechter was voor een evangeli
sche middenpartij, tussen modem en
orthodox. Een gelovig man, die z'n
ogen niet in rijn zak had en rijn bijbel
open btedd. Geen veldheer als Kuyper,
geen veldheertje als een fcuyperiian.
Hij'heeft niet stil gezeten, maar toch
toet zoveel in beweging, gezet en in
beweging gekregen als Kuyper, En
nu, na zoveel jaren» komen de om
trekken van Van Koetsveld en men
sen als Van Koetsveld je helderder
voor dan dia van Kuyper eo de kuy
perianen» Da eersten rijn met dingen
bezig, die je vandaag to en om de
kerk overal tegenkomt, de laatste® lij
ken hun kruit verschoten te hebben.
Of zie ik dat verkeerd?
VREEMDE JOZEF
"We rijn met die geschiedenissen van
Jozef aangekomen bij een gedeelte
waarvan Van Selms zegt dat het er
net zo goed uit gelaten had kunnen
worden» Wie het leest kan die opmer
king begrijpen» Waar gaat het eigen
lijk over? We krijgen een beschrij-
ving van hoe het in het diepste punt
van de magere hongerjaren gegaan is.
't Is net alsof bij in zijn aanhankelijk
heid aan de Farao op een afschuwelij
ke manier doorslaat Al het geld ver
dwijnt tegen de aflevering van koren,
in de schatkist van de Farao. En a!s
het geld op te komt bet vee san de
beurt Meedogenloos worden de bur
gers en boeren uitgekleed. Paarden,
rundvee, kleinvee, ezels en wat dies
meer zij verdwijnt dn de stallen van
de Farao. Enfin, het verhaal gaat ver-
der. Het enige wat de Egyptenarea
nog hébben komt ook da Farao's han
den» hun grond. Farao wordt de grote
eigenaar van de firma Egypte. En do
onderneming wordt kompleet als de
burgers praktisch slaven worden,
want tegen verkrijging van zaad ver
plichten zij rich één vijfde van da op
brengst aan de Farao üf te staan. Als
woorden uit de meeste.zwarte koloni
ale jaren klinken de betuigingen van
dankbaarheid dn vers 25: 'Gij hebt ons
to het leven behouden; mogen wij da
genegenheid van mijn beer winnen,
dan zulten wU Farao dienstbaar rijn'.
Dat ook nog. Van Selms 4s van me
ning dat de schrijver deze 'maatrege
len van Jozef er aan' toe gevoegd
heeft om de Egyptische omstandlghe-
den van zijn dagen (de tijd van Salo
mo) te verklaren en tevens de Israëlie
ten te laten zien in wat voor een be
loofd land zij zélf leven. Zo ongeveer
als vroeger toen onze moeders ons tot
eten aanzetten met verwijzing naar d«
kindertjes to Rusland, Een stukje we
reldgeschiedenis. En toch is Jozef
daar. Jozef, de wijze man» de man aan
wie zo bet ©en en onder van hét heil
hangt Of hangt het dan toch niet aan
hem, die hier, als 't allemaal zo ge
gaan is, een vreemde rol speelt, te ie
der geval maatregelen doet totgaan
die ia flagrante strijd zijn met de ge
boden die straks op do Stoal, bier
niet ver vandaan sullen weerklinken»
over de mens en zijn ruimte en rijn
©teen leven? 't Hangt ook toet aan Jo
zef, maar aan die vreemde stom van
die oude Invalide man, die hier te ko
men wonen en die .straks zal uitgaan,
op weg naar de. Sinai, en nog verder,
onderweg met andere maatregelen,
Van hoger hand. (Genesis 47,13-26).,
(ADVERTENTIE)
Ortaan voor hot gereformeerd levefc
Ui tg. Karnen, Bodegraven,
(vraagt proefnummer)
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Besoyen-Waalwijk-West
J. Ouwendljk te Den Bommel; te Arm
hem B. J. Blaauwendraad te Rotten
dam.
BEDANKT: voor Boven-Hardtoxveld
P, Veimaat te VlaardJngen; voor Lo-
pik J. den Dikken te Benthuizen;
voor Hekelingen L. J. de Leeuw, vica
ris te Utrecht
Beroepbaar: J. Pronk, OZ Achterburg
wal 87, Amsterdam; per 24 nov. G. v,
d. Kamp, Rletzangerstraat 95, Amers
foort (verb, ber.).
GEREF, KERSEN
Beroepen: te Santpoort J. Tiersma te
Sexbierum.
Bedankt: voor Leeuwarden-Huizum G.
Rang te Soest
GEREF. KERKEN (VBUGEM BV)
Beroepen: te Loosdrecht J. H. Verf-
kind te Krommenie.
CHR. GEREF. KERKEN
Bedankt: voor Utrecht-N. M. Vlietstra
te Werkendam.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Almelo J. Mol te Har-
dinxveld, die bedankte voor Scherpe-
nisse.
GEREF. KERKEN
Préparatoir geëxamineerd en bereid de
kerken te dienen: kand. G. ,C. Ho-
vingh, Pièter van der Doesstraat 84-u,
Amsterdam,
ABCOUDE In de Gereformeerde
kerk te Abcoude wordt zondag 18 no
vember om zeven uur een bijzondere
dienst gehouden, waarin ds. K. D. van
Kampen uit Abcoude voor zal gaan.
Medewerking wordt verleend door het
bekende Interkerkelijk Jeugdkoor Wa
tergraafsmeer o.l.v. Peter Dogger.
ADVERTENTIE
Uit het novembernummer:
Siganlen van hoop,
dr. J. M. van Minnen
Godservaring, K. Blei
Politieke beeldkroniek
Vietnam is nog lang niet heel,
Hans Lourens
Gewenning aan geweld,
Hylke Tromp
Nabestaanden van het geluk,
Toos Hartkamp
Koopman in oudroest,
dr. J. J. Buskes
Christendemokraten eindelijk rijp
voor partnerruil,
D. Buitendijk-Mulder
Daarom kan ik niet om Christus
heen, L. van Hulzen
Néêm/géêf een abonnement óp hét
maandblad VOORLOPIG. Al was het
voorlopig voor een jaar. Of vraag een
proefno. Adresseer: VOORLOPIG, Ant-
woordno. 101, Delft. Geen postzegel
nodig, 18,90 p.j. (stud, 12,70). Uit
gave Kok/Meinema.
r I 1 i
De laatste vraag