God houdt niet van sigaretten Riverside is dood, leve Milestone wmsm door G. Kruis Oudheid Illusie Griezelen Fascinerend Toon door Rud Niemans Verward TBGW/KWiAiRfTET ViRUöAiG 16 NOVEMBER 1973 KUNST -T13/OH19/R14 door J. van Doorne Er bestaat een 'Schrijverskontakt', de vereniging van christenauteurs. Auteurs van gelijke levensovertuiging, hoe gevarieerd die ook moge zijn, moeten elkaar zo nu en dan ontmoeten om elkaar te leren ken nen en om te praten over de vreugden en moeilijkheden van het schrijversschap. Zelf ben ik lid van deze vereniging en het is dan ook met meer dan gewone bélangstelling, dat ik van de verrichtingen van de leden kennis neem. 'Het rijke leven van spel poppen en marionetten' - tot 17 december in het Nederlands Textielmu seum, Gasthuisring 23, Tilburg - is, goed be schouwd, eigenlijk meer een 'stil' leven. Het proza 1 Sonmj Rollins SP! Bill Evands Gewild modern Rechts Een groep handpoppen die Livinus van de Bundt in 1947 sneed voor de poppenspeler Guido van Deth. Onder: Poesjenellen-jiffurcn, België, begin 19e eeuw. F-n inUwc E-Vtfcka CTilM'ï.irr 1 ftr«i- ilrftfjl Het rijke leven van spelpoppen en marionetten Verstard staan en hangen ze daar, die wonderlijke wezens, loze lappenpop pen, elegante nèbecht-mensjes, lang* lijzige poesjenellen, figuren slap of stijf, machteloos zonder de beweging, die ze plotseling tot een. bijna werke lijk leven kan wekken. Toch Is het niet zo moeilijk die illu sie op te roepen. Want de geharnaste ridders, de rijk getooide koningen en prinien, de rovers, heksen, tovenaars en maanmannen, de Jan Kiaassens, Katrijnen en de Dood van Pierlala wachten, ontspannen, op de dingen, die komen gaan. Er is maar weinig voor nodig om ze in volle actie te brengen. En al is er de laatste tijd wel iets veranderd, de actie die het poppenspel door de eeu wen heen kenmerkte was toch vooral het gevecht, de strijd. Dat is meer dan een traditie. Want geef een kind, dat nog nooit een poppenkastvoorstel ling gezien heeft een paar handpop- pen en bij de eerste scène, die je ge presenteerd wordt zullen de vonken er af vliegen. Katrijn zal Jan Klaassen om de oren slaan en de veldwachter zal binnen de kortste keren gebruik maken van de wapenstok. Eveneens zal het kind plotseling blijk geven over een fantasie te beschikken, die je nooit bij hem vermoed had en hef zalook van de gelegenheid ge bruik weten te maken stiekeme ste ken toe te brengen aan het anders zo onaantastbare ouderlijke gezag. Dat is dan het traditionele poppenthe ater ten voeten uit Eeuwenlang heeft het de mogelijkheid geboden zich (kwasi via 'anderen') te uiten, te mo raliseren, dingen te kritiseren, bela chelijk te maken, te verheerlijken of aan te vallen. De geschiedenis van het poppenspel is gedeeltelijk nog een braakliggend ter rein. Soms stuit men plotseling op fragmentarische aanduidingen: in de 4e eeuw vóór Chr. bijvoorbeeld in Xe- nophon's 'Symposion', een filosofisch werk, en twee eeuwen, na Chr. zegt Atheneus er iets over in zijn -'Deipno- sophistae'. Maar het is nog steeds niet bekend hoe het zich verbreidde. Men is het er, om. één voorbeeld te noemen, nog helemaal niet over eens of de zoge naamde stokpoppen afgeleid zijn van de figuren op stokken uit Oost-Azië of dat de ontwikkeling van de Europese stokpop gewoon is voortgekomen uit de noodzaak de poppen vanaf de on derzijde te bedienen. Wèl weet men, dat marionetten, pop pen aan draadjes, al gebruikt worden in de oudheid en dat de gewone, 'alle daagse' poppenkast met handpoppen, omstreeks 1100 voor het eerst gesigna leerd werd. Mechanische poppen wa ren er ook, met veermechanieken, die zijn van latere datum en werden voor al in de 17e en 18e eeuw gebruikt in het Theatrum Mundi', waarin voor stellingen gegeven werden, die betrek king hadden op actuele gebeurtenis sen. Een soort voorloper van bio scoop- of tv.-journaal dus. Het schim menspel, afkomstig uit het Verre Oos ten kwam via Perzië en Turkije naar Europa, waar het in de 18e en 19e eeuw vooral in Frankrijk en Duits land intensief beoefend werd. In deze eeuwen beleefde het poppen theater in al zijn variëteiten een gro te bloei. Dat was het gevolg van de ontwikkeling (en de verfijning) van het 'grote* theater. De potsenmakers, de grove grapjassen en boertige clowns moesten meer en meer hun plaatsen afstaan aan de serieuze ac teurs. Maar ze bleven voortleven in miniatuur en zo ontstond de schei dingslijn. Het poppentheater, dat daarvóór zeker gelijkwaardig was aan het toneel, ver loor langzamerhand zijn standing en werd een uitgesproken volks- en kin- Hoewel het als zodanig een imitatie bleef van het mensentoneel, waren toch al de elementen aanwezig, waar op het hedendaagse poppenspel (dat zich nu weer als een autonome kunst vorm ontwikkelt) verder borduurt 'De taak van het poppenspel al thans op het artistieke vlak is het scheppen van een illusie, een éndere werkelijkheid (niet een ónwerkelijk- heid)' zo drukte de bekende poppen speler Don Vermeire het eens uit. 'De illusie moet ontstaan door de wissel werking met het publiek, dat in de ban zo u wilt onder de betovering van het spel raakt Zijn kracht schuilt, zoals gezegd, in de andere werkelijkheid, in de vrijheid elke vorm te gebruiken, die in de verbeel ding van de speler opduikt"1 In feite is het alleen de aard van de verbeelding, die veranderd is. De vor men, die de moderne poppenspeler uitdenkt °f gebruikt, zijn ontsproten aan een door déze tijd gevoede fanta sie. Zo zijn er hier poppen, bijvoor beeld die van Damiet de Caluwê, won derlijk sierlijke wezens als het 'Dwaallicht', de 'Moerasroos', de 'Sneeuwvrouw' of de 'Schelpenko- ning', droomverschijnselen, 'n tikkel tje absurdistische kunstwerkjes, opge bouwd uit lapjes, plastic, bont schel pen en allerlei afval ook. Daarmee wordt die "andere werkelijkheid', waarop Vermeire doelde, geschapen, een verbeeldingswereld, die door de beweging een illusie van werkelijk heid, van leven, krijgt. Het moderne poppentheater werkt op die manier met een soort 'tussenwezens', niet met als mensen verklede er op mensen lij kende poppen, maar met 'echte' fanta siewezens. De poppenspeler buit dan de vele 'andere' mogelijkheden, die hem in tegenstelling tot het grote dervermaak, dat vooral op jaarmark ten en kermissen geboden werd. toneel ten dienste staan, helemaal uit Op een andere wijze deed het traditio nele poppentheater dat eigenlijk ook. Zeker, voor een deel was het imitatie en lang niet altijd miniatuur-imi tatie: er waren poppen van meer dan twee meter lang van het mensento neel. Maar dan komt de duivel, met de dood een zeer veel voorkomende verschijning in dit wonderlijke 'Thea trum Mundi'. En de steeds weer te rugkerende monstrueuze wezens, die weliswaar meer iconografisch georiën teerd waren dan de fantasiepoppen van nu, maar waarvan de vele varië teiten er toch ook niet om liegen. Dood, duivel en andere monsterach tigheden. hoe gruwzaam ook, schijnen in de hier bedoelde vorm, altijd ai een zeer grote aantrekkingskracht ge had te hebben. De mensheid heeft altijd op de een of andere wonderlijke manier getracht ook uit het griezelige, het gruwzame zijn geneugten te putten. De kermis voorziet in een infantiele, en de film op een tot in alle schrikwekkende de tails uitgewerkte (Dracula e.d.) en soms (Hitchcock b.v.) uitermate ge raffineerde wijze, in deze behoefte. De mens wil wel griezelen, maar hij wil toch ook weer niet tot in zijn diepste wezen aangetast, beïnvloed worden door de diablerieën van ande ren. Zo is het (tot voor kort?), ook met het geweld. Het poppenspel heeft altijd in een dergelijke behoefte voorzien. Er was. veel te griezelen, maar dood, duivel en monsters hielden zich meestal keu rig aan de regels: de slechtheid werd bestraft en het goede zegevierde. En iedereen uit het publiek zag, zij het soms met enige moeite, wel kans zich aan de goede zijde te situeren Wat de poppen op deze tentoonstel ling betreft, de variaties zijn einde loos. Er zijn nauwkeurig vervaardig de, ernstige imitatie-mensjes met tot in de puntjes verzorgde klederdrach ten uit allerlei landstreken, rijkge- tooide koningen, kleurrijke edellie den, lakeien, narren en sprookjesfigu ren, poppen met prachtige expressieve koppen (die Livinus v. d. Bundt in 1947 voor Guido van Deth sneed); er is een Duits huistheater met poppe tjes uit de 19e eeuw, die doen denken aan de vroege stripfiguurtjes 'Max en Moritz "van Busch, misschien beter bekend van de Amerikaanse versie The Katzenjammer Kids'. Omgeven door een indrukwekkend en duidelijk intensief gebruikt the aterfront staat er een groepje uiterst elegante staafmarionetten uit Frank rijk, ca, 1870 en iets nieuwer zijn de Guignol-poppen, uit hetzelfde land. die zeer verwant zijn aan 'onze' Jan Klaassen, die in marionetversehijning, uit het theater van Janus Cabalt met het hele bekende gezelschap aanwezig is. Verrukkelijk primitief zijn ze, die poppen, dikwijls opgelapt en duidelijk zichtbaar, talloze maien van een nieuw verfje voorzien. Wat het, niet al te zachtzinnige, repertoire in ogen schouw genomen, niet zonder nood zaak gebeurde. De poppen komen uit de collectie van het Toneelmuseum, het Museum voor het Poppenspel (van Felicia van Deth-Beck), uit de collectie van mevr. Hoogenhout-Obstovó(veel Tsjechi sche stukken), het Poppentheater 'EJ- EJ* (van Damiet de Caluwé)", het Pop pentheater 'De Schalmei' (van Riet en Henk Lutgerink), en het Poppenthea ter 'De Schelleboom' (van Kien Tim mermans). Poppen, soms grappig karikaturaal, soms wezenlijk gedrochtelijk, lieflijk en lelijk, vrolijk en boosaardig, ver fijnd en platvloers. Hoe expressief, hoe mooi, hoe lelijk of hoe lief ze predes zijn, is hier moeilijk uit te maken. Dat hangt af van het artistieke gevoel, de vaardig heid, de stem en handen van de mens die ze 'bezielen 'moet. Maar zelfs zonder dat alles, zonder de hoofdzaken dus: een' ongewoon fasci nerende tentoonstelling, die een be zoek mèt de kinderen! tot een plezierige belevenis maakt. 't Kan overigens ook op de autoloze zondag. Er is een arrangement vanaf het station Tilburg; na een bezoek aan het Autotron in Drunen en het Safaripark 'De Beekse Bergen' wordt ook deze tentoonstelling aangedaan. Dezer dagen is een bundel verhalen en gedichten verschenen, 'De wijzen uit het Westen* geheten, welke bun dei werk bevat van leden van het Kontakt. Het gaat hier om kerstverha len en kerstgedichten. Wat is een kerstverhaal of een kerst gedicht? Een literair werkstuk, waar in het kerstgebeuren centraal staat èn de beleving daarvan door de in het verhaal of het gedicht optredende per sonen. Voor gedichten geldt in onze tijd, dat de eventueel optredende per soon de dichter zélf is. Een hachelijke zaak. Zulk een verhaal of gedicht kan so spoedig verworden tot propaganda, tot "advertising' dus. Dit nu mag kunst nooit zijn. Het mag wel getuigenis zijn. Be moet zeggen, dat ik de gedichten op een enkele uit zondering na met groot genoegen go- lezen heb, Van A. G. Lameris-Bolt is er een ge dicht, De reis van de vierde wijze", dat mij trof door de eenvoudige, zui vere toon en de verrassende visie, zij het dan dat het slot, geschreven in een metrum dat de laatste halve eeuw niet meer wordt gebruikt, enigszins komisch aandoet blaar dat slot kan weggeveegd en het gedicht blijft wat het is: een zuiver, sympathiek gedicht Direct daarna volgt in de bundel 'Voor verloren schapen' van Inge He- vaart. Deze dichteres is gegroeid tot een dichteres van 'de grote adem". Haar werk behoort tot de élite van de Nederlandse poëzie. Er is ook een sympathiek gedichtje van Frank Daen, an, dat echter dn de bundel niet thuis boort Het is geschreven in do trant van veertig jaar geleden. Verder noem ik met waardering de namen van Hans Bouma, Elisabeth Wijaands, Plet Kalteren en Nel Veerman. Zij schreven allen zuivere, indringende gedichten voor de bundel. Ik wil Jaap Zijlstra apart nomen, omdat hij twee voortreffelijke miniaturen heeft afge staan. Ik heb de laatste tijd aan hem getwijfeld. Hij leek mij verdoold in vernuftig woordspel, een late renaissancist Maar in de twee miniaturen die- hij heeft afgestaan ia het woordspel z6 functioneel, dat ik er verrukt van werd. Een pak van mijn recesenten- hart Maar nu het proza. Op een enkele uit zondering na, dfe ik straks noemen zal, is <de bundel mij bitter tegenge vallen. Ik zal noch de titels noemen van de verhalen, noch de namen van de auteurs omdat dit niet relevant is. Prostituees nemen een nogal grote plaats in. De auteurs denken zeker, dat zij speciaal met 'deze dames mo derne kerstverhalen schrijven kunnen. Er is een verhaal-over twee in concu binaat levende jonge christenen. Noodzaak tot dat- concubinaat is er niet Maar het meisje wordt zwanger ea dat vertelt ze aan haar vader, die ouderling is. Deze reageert volgens de auteur aldus: "Mary, het 4s afschuwe lijk, maar laat het wegmaken. De mensen gaan praten. En 4k kom zulke dingen tegen to de gemeente; en hoe kan ik dan als ouderling het mijne De dubbel-Ip wordt in jazzkringen door sommigen enigszins schijnheilig met een vies gezicht aangepakt. Maar hij is 'in', 2-voor-één geld vergeleken bij '50-60, hij is een lesje geschiedenis voor de fans anno '73 in vervolgdelen, alhoewel ook een duidelijke punt komma achter hetgeen was en nimmer terugkomt. De Riverside- catalogus is opgevangen door het Milestone-label, in ons land door Dureco uitgebracht. Smaakvolle albums, vooralsnog 10 in getal, brengen goede tot zeer fraaie opnamen uit de periode '55-'64 van o.m. Cannonball, Blafeey, Wes Montgomery, Bill Evans en Rollins a raison van 24,90 binnen ons bereik. Riverside begon in '53 als 2 mans project met het heruitbrengen van traditionele jazz. Spoedig haakten Bill Grauer en Orrin Keepnews in op de muziek van de Eastcoast-sceno, de contrareaktie op de door blanken beheerste z.g. Westcoast-jazz. Riverside bracht de Adderleys naar voren, ontdekte pianisten als Randy Weston en Bill Evans en bood gitarist Wes Montgomery zijn eerste grote kans. In '64 verdween Riverside, gelijk zovelen, failliet uit de markt De Milestone-klappers dragen schitterende kleurenfoto's uit één stuk aan de buitenzijde en uiterst informatieve, bij de muziek betrokken hoesteksten aan de binnenkant. Data, personalia en verwijzingen naar de herkomst van alle materiaal zijn niet vergeten, eventuele samenvattingen houden op de Monk-heruitgave na redelijk verband met elkaar. 'Down Beat' strooide er destijds 3-5 sterren-beoordelingen over uit, maar ook in deze serie treft men goden en mindere goden. Zo ga ik bewust voorbij aan Charlie Byrd-bossa opnamen uit (962 (MSP 47005) aan de Herbie Mann's uit 1967 en de Yusef Lateefs uit 1960 (resp. 47010 en 009). Maar Montgomery is zo'n typisch Riverside-fenomeen, in oktober 1959 uit de hemel gevallen met een trio-Ip, welke ik eerder bad terugverwacht dan de nu gecombineerde 'Incredible 4. i EjHJ»JV' 'j U-Ai? - - iib/yisf»)! - ■- ii, '■hW? «'H "'f f-• f V-yóv-'Vf. "iVt-V-'i.'"!'-!-'!. et jazzguitar* uit januari 1960 en 'So much guitar" uit augustus 1961. Prachtige, warme muziek van de te jong gestorven maestro, van wie wij toén zeiden: 'en dat alles met die grote duim van 'tn', duidend op het feit, dat Montgomery zonder plectrum speelde (47003). Adderley met '8 Giants' {w.o. Evans, Blekey en Milt Jackson) is de heruitgave van 'Portraits of Cannonball' en 'Things are gerting better*, jull-okt. 1958. Zijn eerste sessions voor het label met frisse, ongecompliceerde postbop, waarin hij nog verbazend vloeiende lijnen speelt, met de zelfverzekerheid, die hem later uiterlijk zo zou kenmerken (47001). Bill Evans 'Villa Vanguard-sessions* (47002) werden gemaakt op 25-6-'61 met drummer Paul Motian en de fabuleuze bassist Scott Lafaro, die tien dagen later zou verongelukken. Dertien stukken, w.o. het voormalige lp-titelstuk 'Waltz for Debbie' en het nimmer eerder uitgebracht 'Porgy* representeren de piek van Evans' oeuvre. Een geconcentreerd, simultaan improviseren met vooral superbe soli van LaFaro. Ik benijd Chiel de Ruyter om zijn voortreffelijke typering van deze muziek, destijds: 'jazz als een Japanse tekening'. Grofbesnaarde zielen houden daar niet van, dus ook niet van Evans. De critici signaleerden Evans' moeizame communiceren met evergreens en standards. Ze vormden Vanguard te horen, hun probleem, niet dat van de pianist. Kortom: een schitterende set. Monk van zijn beste River-zijde valt te beluisteren in 'Pure Monk' (47004), een pure solo-2LP, onttrokken aan liefst 6 albums, die tussen '55-59 niet altijd 'solo' werden gemaakt. Monk entte zijn zeer persoonlijke opvatting van timing en swing op een reeks evergreens en standards. Ze vormden vaak een welbewuste entr 'act tussen het eigen multi-instrumentale werk door. Keepnews heeft al het 'onbegeleide' eruit getild, uit 'Brilliant Corners', uil 'M. plays Ellington" enzovoorts. Een ietwat verminkende procedure, die tot indigestie kan leiden. De Milt Jackson-set 'Big Band Bags' (47006) valt tegen. Van de Dameron- Wilkins- en Melba Liston- arrangementen gaat weinig provocatie uit. De van talent barstende orkesten begeleiden Jackson de balladvertokker in een zilte Metromidnightmusic-atmosfeer. Eta- key's Jazzmessengers uit '62-4 hoort men in 'Thermo* (47008). De bezetting (met Shorter en Fr. Hubbard) is sterker dan in later tijden. Aan een Japanse tournee hield de vitaal swingende Blakey zulke frisse werkjes over als 'Time Off', 'On the Ginza' en 'Ugetsu', zo heette de Birdiand-lp destijds. Last but not least kom ik bij Rollins, diens 'Freedom Suite plus' (47007). Sonny's eerste grote werk tot 1958 met Pettiford bad en Roach drums. Fraaie voorbeelden van dicht rond een thema en de onderliggende harmonieën gegroepeerd improviseren, getuigend van autoriteit en coördinatie van ideeën. Een hoogtepunt zijn de 2 takes van 'Till there was you' op kant 2. Kant 1 is voor de Suite. En 'must' voor Rollins* fans. Kant 3 en 4 zijn ontleend aan Ip's uit juni *57 in kwartet-bezetting met Sonny Clark, P. Heath-Chambers en Boy Haynes. Riverside is dood, leve Milestone, 5>-~V ervan zeggen, als ik boter op mi-|n bobfd heb?' Alsof zijn hele gemeente niet wist, dat zijn dochter in concubinaat leef de. Die ouderling-vader zegt niet: 'Dan moeten jullie nu toch echt als de ba. zen naar het stadhuis'. Nee, dat zou niet passen dn de moderne opzet van het verhaal. Nee, de kerk moet een trap krijgen. Goed, het meisje wil daarna abortus. Maar dat is de jongen toch wat te gortig. En hoe haait hij haar over om tóch het kind te bij- gen? Door te zeggen: 'Laten we toch gauw gaan trouwen'? Welnee. Het moest een kerstverhaal worden en dus zegt hij iets dat even absurd als stapt, de is: 'Als jij nu eens Maria was en je moest het kind Jezus in deze wereld brengen?' Ja, en dan zwicht het meisje. Ik wil niet verder utleggen, want ik word er misselijk van. En dat verhaal is geschreven door een predikant. Er is een ander verhaal, waarin twee prostituées optreden. Ze vloeken ook nog. Een van hen zegt tenminste 'Ai- le kerstbomen'. Foei wat een vloek Een van de twee wordt onderhouden door een getrouwde man, die haar ge- dwongen heeft, abortus te laten ple-" gen en dat zit het meisje dwars. Op kerstavond komt ze op een vreemde1 mattier in de kajuit van een schip te- 'r recht, waarin een man ligt te sterven.,' Ze ontpopt zich ais een gewiekste zielszorgster en ontfrutselt de man zijn levensgeschiedenis. Met veel tit- teltjes vertelt hij haar dat hij tegen" de zin van zijn ouders naar zee is ge gaan. Daarna was alles Maar waarom had hij zijn zin doorge zet? Doordat hij een preek had ge hoord over een schip dat in gevaar was. De opvarenden wilden zich red- den door in de boten te gaan, maar de kapitein had gezegd, dat er een an der sdilp langszij was gekomen. De' kapitein van dat andere schip had zijn zoon een reddingslijn laten uit werpen en dat was veel beter dan de reddingsboten. Dat miserabele exem plarische preekje had de man bewo gen, naar zee te gaan en daar lag hij nu te sterven. En dan wijst de prosti*. tuée hem erop, dat ook voor hem nu nog altijd die reddingslijn was gewor pen. De man gaat dood en dan kan .de- prostltuée moeilijk anders dan - óók de lijn pakken. Wat een lamentabel verhaal. En dat in 1973. Een andere auteur gooit het over de vrolijke, relativerende boeg. Het ver-1 haal speelt in de hemel. In hoofdzaak is het een verslag van een gesprek" tussen God en de Satan, de verklager der broederen. De dialogen zijn scherp, uitstekend zelfs, indien se niet aan God en de Satan zouden zijn toe geschreven. De Middeleeuwers wisten beter raad met zulke zaken. Maar goed. De duivel vraagt aan God: hebt er bezwaar tegen dat ik een sigaret op- steek?' En dan zegt God: Tk haat die dingen, maar ga je gang als je het niet laten kunt'. Heel het verhaal is van hetzelfde ge halte. Gewild modem. Voor mij doet, afgezien, van het sciencefictionachtige slot, zulk een verhaal als heiligsschen- - nis aan. Het verlaagt het meest tragi sche drama var de wereldgeschiedenis tot een goedmoedige steekpartij tus* sen twee rivalen. Dat tragische drama is het gevecht tussen het alles vernie* len willende kwaad en het goede. De rest van de verhalen is óf verward (flarden van fundamentalisme) of on benullig. Uitzondering vormt het ver- haal van Ina van Veen-van der Vlies, 'Lucas bezoekt Maria van Jeruzalem'. Een gaaf en strak geschreven verhaal, waarin de lezer wordt ingevoerd in de kring van mensen die na de geboorte van Jezus van hem hoorden. Lucas bezoekt Jeruzalem teneinde zo goed mogelijk geinformeerd te worden i over wat in feite gebeurd is, want hij wil zijn verhaal (zijn 'evangelie') schrijven. En dan vertelt een vrouw hem in alle eenvoud wat zij weet Een uitstekend verhaal. Er zouden nog heel wat meer aanmer kingen te maken zijn. Ik houd er maar mee op. Ais christen-auteurs nu eens eindelijk wilden ophouden 'modern' te zijn. En als ze nu eens wilden ophouden, christelijke kunst te willen maken. Als ze nu eens vanuit de bewogenheid van hun gelovig hart alleen maar zou- den zeggen wat ze zeggen willen, wat ze zeggen móéten omdat het hun to de keel brandt, wat een echte christe- lijke kunst zou er dan kunnen ont staan. Ik heb met een gevoel van liehtelijke verbittering kennis genomen van de bundel. Wat een gemiste kans. Maar mijn visie behoeft kopers niet af te schrikken. Hoe het zij, de bun- de! bevat een. aantal werkelijk goede -i: gedichten en een eveneens werkelijk goed verhaal. En dan is er nog dit De bundel geeft de lezer de gelegen- heid, weer eens stom-verbaasd te zijn. 'De wijzen uit het Westen'. Kerstver- halen en Gedichten. Bij Boekencen- trum h.v. te 's-Gravenhage. Onder re- dactle van Jo van Dorp.Ypma, Dieuw- ke Winsemius en Jaap Zijlstra. Paper- back. Aantal pagina's 175.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1973 | | pagina 14