God houdt niet
van sigaretten
Riverside is dood,
leve Milestone
wmsm
door G. Kruis
Oudheid
Illusie
Griezelen
Fascinerend
Toon
door Rud Niemans
Verward
TBGW/KWiAiRfTET ViRUöAiG 16 NOVEMBER 1973
KUNST -T13/OH19/R14
door J. van Doorne
Er bestaat een 'Schrijverskontakt', de vereniging van christenauteurs.
Auteurs van gelijke levensovertuiging, hoe gevarieerd die ook moge
zijn, moeten elkaar zo nu en dan ontmoeten om elkaar te leren ken
nen en om te praten over de vreugden en moeilijkheden van het
schrijversschap. Zelf ben ik lid van deze vereniging en het is dan ook
met meer dan gewone bélangstelling, dat ik van de verrichtingen van
de leden kennis neem.
'Het rijke leven van spel
poppen en marionetten' -
tot 17 december in het
Nederlands Textielmu
seum, Gasthuisring 23,
Tilburg - is, goed be
schouwd, eigenlijk meer
een 'stil' leven.
Het proza
1
Sonmj Rollins
SP!
Bill Evands
Gewild modern
Rechts Een groep handpoppen die
Livinus van de Bundt in 1947 sneed
voor de poppenspeler Guido van Deth.
Onder: Poesjenellen-jiffurcn, België,
begin 19e eeuw.
F-n
inUwc
E-Vtfcka
CTilM'ï.irr 1 ftr«i- ilrftfjl
Het
rijke
leven
van
spelpoppen en marionetten
Verstard staan en hangen ze daar, die
wonderlijke wezens, loze lappenpop
pen, elegante nèbecht-mensjes, lang*
lijzige poesjenellen, figuren slap of
stijf, machteloos zonder de beweging,
die ze plotseling tot een. bijna werke
lijk leven kan wekken.
Toch Is het niet zo moeilijk die illu
sie op te roepen. Want de geharnaste
ridders, de rijk getooide koningen en
prinien, de rovers, heksen, tovenaars
en maanmannen, de Jan Kiaassens,
Katrijnen en de Dood van Pierlala
wachten, ontspannen, op de dingen,
die komen gaan.
Er is maar weinig voor nodig om ze
in volle actie te brengen. En al is er
de laatste tijd wel iets veranderd, de
actie die het poppenspel door de eeu
wen heen kenmerkte was toch vooral
het gevecht, de strijd. Dat is meer
dan een traditie. Want geef een kind,
dat nog nooit een poppenkastvoorstel
ling gezien heeft een paar handpop-
pen en bij de eerste scène, die je ge
presenteerd wordt zullen de vonken
er af vliegen. Katrijn zal Jan Klaassen
om de oren slaan en de veldwachter
zal binnen de kortste keren gebruik
maken van de wapenstok.
Eveneens zal het kind plotseling blijk
geven over een fantasie te beschikken,
die je nooit bij hem vermoed had en
hef zalook van de gelegenheid ge
bruik weten te maken stiekeme ste
ken toe te brengen aan het anders zo
onaantastbare ouderlijke gezag.
Dat is dan het traditionele poppenthe
ater ten voeten uit Eeuwenlang heeft
het de mogelijkheid geboden zich
(kwasi via 'anderen') te uiten, te mo
raliseren, dingen te kritiseren, bela
chelijk te maken, te verheerlijken of
aan te vallen.
De geschiedenis van het poppenspel is
gedeeltelijk nog een braakliggend ter
rein. Soms stuit men plotseling op
fragmentarische aanduidingen: in de
4e eeuw vóór Chr. bijvoorbeeld in Xe-
nophon's 'Symposion', een filosofisch
werk, en twee eeuwen, na Chr. zegt
Atheneus er iets over in zijn -'Deipno-
sophistae'.
Maar het is nog steeds niet bekend
hoe het zich verbreidde. Men is het
er, om. één voorbeeld te noemen, nog
helemaal niet over eens of de zoge
naamde stokpoppen afgeleid zijn van
de figuren op stokken uit Oost-Azië of
dat de ontwikkeling van de Europese
stokpop gewoon is voortgekomen uit
de noodzaak de poppen vanaf de on
derzijde te bedienen.
Wèl weet men, dat marionetten, pop
pen aan draadjes, al gebruikt worden
in de oudheid en dat de gewone, 'alle
daagse' poppenkast met handpoppen,
omstreeks 1100 voor het eerst gesigna
leerd werd. Mechanische poppen wa
ren er ook, met veermechanieken, die
zijn van latere datum en werden voor
al in de 17e en 18e eeuw gebruikt in
het Theatrum Mundi', waarin voor
stellingen gegeven werden, die betrek
king hadden op actuele gebeurtenis
sen. Een soort voorloper van bio
scoop- of tv.-journaal dus. Het schim
menspel, afkomstig uit het Verre Oos
ten kwam via Perzië en Turkije naar
Europa, waar het in de 18e en 19e
eeuw vooral in Frankrijk en Duits
land intensief beoefend werd.
In deze eeuwen beleefde het poppen
theater in al zijn variëteiten een gro
te bloei. Dat was het gevolg van de
ontwikkeling (en de verfijning) van
het 'grote* theater. De potsenmakers,
de grove grapjassen en boertige
clowns moesten meer en meer hun
plaatsen afstaan aan de serieuze ac
teurs. Maar ze bleven voortleven in
miniatuur en zo ontstond de schei
dingslijn.
Het poppentheater, dat daarvóór zeker
gelijkwaardig was aan het toneel, ver
loor langzamerhand zijn standing en
werd een uitgesproken volks- en kin-
Hoewel het als zodanig een imitatie
bleef van het mensentoneel, waren
toch al de elementen aanwezig, waar
op het hedendaagse poppenspel (dat
zich nu weer als een autonome kunst
vorm ontwikkelt) verder borduurt
'De taak van het poppenspel al
thans op het artistieke vlak is het
scheppen van een illusie, een éndere
werkelijkheid (niet een ónwerkelijk-
heid)' zo drukte de bekende poppen
speler Don Vermeire het eens uit. 'De
illusie moet ontstaan door de wissel
werking met het publiek, dat in de
ban zo u wilt onder de betovering
van het spel raakt Zijn kracht
schuilt, zoals gezegd, in de andere
werkelijkheid, in de vrijheid elke
vorm te gebruiken, die in de verbeel
ding van de speler opduikt"1
In feite is het alleen de aard van de
verbeelding, die veranderd is. De vor
men, die de moderne poppenspeler
uitdenkt °f gebruikt, zijn ontsproten
aan een door déze tijd gevoede fanta
sie. Zo zijn er hier poppen, bijvoor
beeld die van Damiet de Caluwê, won
derlijk sierlijke wezens als het
'Dwaallicht', de 'Moerasroos', de
'Sneeuwvrouw' of de 'Schelpenko-
ning', droomverschijnselen, 'n tikkel
tje absurdistische kunstwerkjes, opge
bouwd uit lapjes, plastic, bont schel
pen en allerlei afval ook. Daarmee
wordt die "andere werkelijkheid',
waarop Vermeire doelde, geschapen,
een verbeeldingswereld, die door de
beweging een illusie van werkelijk
heid, van leven, krijgt. Het moderne
poppentheater werkt op die manier
met een soort 'tussenwezens', niet met
als mensen verklede er op mensen lij
kende poppen, maar met 'echte' fanta
siewezens. De poppenspeler buit dan
de vele 'andere' mogelijkheden, die
hem in tegenstelling tot het grote
dervermaak, dat vooral op jaarmark
ten en kermissen geboden werd.
toneel ten dienste staan, helemaal
uit
Op een andere wijze deed het traditio
nele poppentheater dat eigenlijk ook.
Zeker, voor een deel was het imitatie
en lang niet altijd miniatuur-imi
tatie: er waren poppen van meer dan
twee meter lang van het mensento
neel. Maar dan komt de duivel, met
de dood een zeer veel voorkomende
verschijning in dit wonderlijke 'Thea
trum Mundi'. En de steeds weer te
rugkerende monstrueuze wezens, die
weliswaar meer iconografisch georiën
teerd waren dan de fantasiepoppen
van nu, maar waarvan de vele varië
teiten er toch ook niet om liegen.
Dood, duivel en andere monsterach
tigheden. hoe gruwzaam ook, schijnen
in de hier bedoelde vorm, altijd ai
een zeer grote aantrekkingskracht ge
had te hebben.
De mensheid heeft altijd op de een of
andere wonderlijke manier getracht
ook uit het griezelige, het gruwzame
zijn geneugten te putten. De kermis
voorziet in een infantiele, en de film
op een tot in alle schrikwekkende de
tails uitgewerkte (Dracula e.d.) en
soms (Hitchcock b.v.) uitermate ge
raffineerde wijze, in deze behoefte.
De mens wil wel griezelen, maar hij
wil toch ook weer niet tot in zijn
diepste wezen aangetast, beïnvloed
worden door de diablerieën van ande
ren. Zo is het (tot voor kort?), ook
met het geweld.
Het poppenspel heeft altijd in een
dergelijke behoefte voorzien. Er was.
veel te griezelen, maar dood, duivel
en monsters hielden zich meestal keu
rig aan de regels: de slechtheid werd
bestraft en het goede zegevierde. En
iedereen uit het publiek zag, zij het
soms met enige moeite, wel kans zich
aan de goede zijde te situeren
Wat de poppen op deze tentoonstel
ling betreft, de variaties zijn einde
loos. Er zijn nauwkeurig vervaardig
de, ernstige imitatie-mensjes met tot
in de puntjes verzorgde klederdrach
ten uit allerlei landstreken, rijkge-
tooide koningen, kleurrijke edellie
den, lakeien, narren en sprookjesfigu
ren, poppen met prachtige expressieve
koppen (die Livinus v. d. Bundt in
1947 voor Guido van Deth sneed); er
is een Duits huistheater met poppe
tjes uit de 19e eeuw, die doen denken
aan de vroege stripfiguurtjes 'Max en
Moritz "van Busch, misschien beter
bekend van de Amerikaanse versie
The Katzenjammer Kids'.
Omgeven door een indrukwekkend
en duidelijk intensief gebruikt the
aterfront staat er een groepje uiterst
elegante staafmarionetten uit Frank
rijk, ca, 1870 en iets nieuwer zijn de
Guignol-poppen, uit hetzelfde land.
die zeer verwant zijn aan 'onze' Jan
Klaassen, die in marionetversehijning,
uit het theater van Janus Cabalt met
het hele bekende gezelschap aanwezig
is. Verrukkelijk primitief zijn ze, die
poppen, dikwijls opgelapt en duidelijk
zichtbaar, talloze maien van een
nieuw verfje voorzien. Wat het, niet
al te zachtzinnige, repertoire in ogen
schouw genomen, niet zonder nood
zaak gebeurde.
De poppen komen uit de collectie van
het Toneelmuseum, het Museum voor
het Poppenspel (van Felicia van
Deth-Beck), uit de collectie van mevr.
Hoogenhout-Obstovó(veel Tsjechi
sche stukken), het Poppentheater 'EJ-
EJ* (van Damiet de Caluwé)", het Pop
pentheater 'De Schalmei' (van Riet en
Henk Lutgerink), en het Poppenthea
ter 'De Schelleboom' (van Kien Tim
mermans).
Poppen, soms grappig karikaturaal,
soms wezenlijk gedrochtelijk, lieflijk
en lelijk, vrolijk en boosaardig, ver
fijnd en platvloers.
Hoe expressief, hoe mooi, hoe lelijk
of hoe lief ze predes zijn, is hier
moeilijk uit te maken. Dat hangt af
van het artistieke gevoel, de vaardig
heid, de stem en handen van de mens
die ze 'bezielen 'moet.
Maar zelfs zonder dat alles, zonder de
hoofdzaken dus: een' ongewoon fasci
nerende tentoonstelling, die een be
zoek mèt de kinderen! tot een
plezierige belevenis maakt.
't Kan overigens ook op de autoloze
zondag. Er is een arrangement vanaf
het station Tilburg; na een bezoek
aan het Autotron in Drunen en het
Safaripark 'De Beekse Bergen' wordt
ook deze tentoonstelling aangedaan.
Dezer dagen is een bundel verhalen
en gedichten verschenen, 'De wijzen
uit het Westen* geheten, welke bun
dei werk bevat van leden van het
Kontakt. Het gaat hier om kerstverha
len en kerstgedichten.
Wat is een kerstverhaal of een kerst
gedicht? Een literair werkstuk, waar
in het kerstgebeuren centraal staat èn
de beleving daarvan door de in het
verhaal of het gedicht optredende per
sonen. Voor gedichten geldt in onze
tijd, dat de eventueel optredende per
soon de dichter zélf is.
Een hachelijke zaak. Zulk een verhaal
of gedicht kan so spoedig verworden
tot propaganda, tot "advertising' dus.
Dit nu mag kunst nooit zijn. Het mag
wel getuigenis zijn. Be moet zeggen,
dat ik de gedichten op een enkele uit
zondering na met groot genoegen go-
lezen heb,
Van A. G. Lameris-Bolt is er een ge
dicht, De reis van de vierde wijze",
dat mij trof door de eenvoudige, zui
vere toon en de verrassende visie, zij
het dan dat het slot, geschreven in
een metrum dat de laatste halve eeuw
niet meer wordt gebruikt, enigszins
komisch aandoet blaar dat slot kan
weggeveegd en het gedicht blijft wat
het is: een zuiver, sympathiek gedicht
Direct daarna volgt in de bundel
'Voor verloren schapen' van Inge He-
vaart. Deze dichteres is gegroeid tot
een dichteres van 'de grote adem".
Haar werk behoort tot de élite van de
Nederlandse poëzie. Er is ook een
sympathiek gedichtje van Frank Daen,
an, dat echter dn de bundel niet thuis
boort Het is geschreven in do trant
van veertig jaar geleden. Verder
noem ik met waardering de namen
van Hans Bouma, Elisabeth Wijaands,
Plet Kalteren en Nel Veerman. Zij
schreven allen zuivere, indringende
gedichten voor de bundel. Ik wil Jaap
Zijlstra apart nomen, omdat hij twee
voortreffelijke miniaturen heeft afge
staan. Ik heb de laatste tijd aan hem
getwijfeld.
Hij leek mij verdoold in vernuftig
woordspel, een late renaissancist
Maar in de twee miniaturen die- hij
heeft afgestaan ia het woordspel z6
functioneel, dat ik er verrukt van
werd. Een pak van mijn recesenten-
hart
Maar nu het proza. Op een enkele uit
zondering na, dfe ik straks noemen
zal, is <de bundel mij bitter tegenge
vallen. Ik zal noch de titels noemen
van de verhalen, noch de namen van
de auteurs omdat dit niet relevant is.
Prostituees nemen een nogal grote
plaats in. De auteurs denken zeker,
dat zij speciaal met 'deze dames mo
derne kerstverhalen schrijven kunnen.
Er is een verhaal-over twee in concu
binaat levende jonge christenen.
Noodzaak tot dat- concubinaat is er
niet Maar het meisje wordt zwanger
ea dat vertelt ze aan haar vader, die
ouderling is. Deze reageert volgens de
auteur aldus: "Mary, het 4s afschuwe
lijk, maar laat het wegmaken. De
mensen gaan praten. En 4k kom zulke
dingen tegen to de gemeente; en hoe
kan ik dan als ouderling het mijne
De dubbel-Ip wordt in jazzkringen
door sommigen enigszins schijnheilig
met een vies gezicht aangepakt. Maar
hij is 'in', 2-voor-één geld vergeleken
bij '50-60, hij is een lesje geschiedenis
voor de fans anno '73 in vervolgdelen,
alhoewel ook een duidelijke punt
komma achter hetgeen was en
nimmer terugkomt. De Riverside-
catalogus is opgevangen door het
Milestone-label, in ons land door
Dureco uitgebracht. Smaakvolle
albums, vooralsnog 10 in getal,
brengen goede tot zeer fraaie
opnamen uit de periode '55-'64 van
o.m. Cannonball, Blafeey, Wes
Montgomery, Bill Evans en Rollins a
raison van 24,90 binnen ons bereik.
Riverside begon in '53 als 2 mans
project met het heruitbrengen van
traditionele jazz. Spoedig haakten Bill
Grauer en Orrin Keepnews in op de
muziek van de Eastcoast-sceno, de
contrareaktie op de door blanken
beheerste z.g. Westcoast-jazz.
Riverside bracht de Adderleys naar
voren, ontdekte pianisten als Randy
Weston en Bill Evans en bood gitarist
Wes Montgomery zijn eerste grote
kans. In '64 verdween Riverside,
gelijk zovelen, failliet uit de markt
De Milestone-klappers dragen
schitterende kleurenfoto's uit één
stuk aan de buitenzijde en uiterst
informatieve, bij de muziek betrokken
hoesteksten aan de binnenkant. Data,
personalia en verwijzingen naar de
herkomst van alle materiaal zijn niet
vergeten, eventuele samenvattingen
houden op de Monk-heruitgave na
redelijk verband met elkaar.
'Down Beat' strooide er destijds 3-5
sterren-beoordelingen over uit, maar
ook in deze serie treft men goden en
mindere goden. Zo ga ik bewust
voorbij aan Charlie Byrd-bossa
opnamen uit (962 (MSP 47005) aan de
Herbie Mann's uit 1967 en de Yusef
Lateefs uit 1960 (resp. 47010 en 009).
Maar Montgomery is zo'n typisch
Riverside-fenomeen, in oktober 1959
uit de hemel gevallen met een trio-Ip,
welke ik eerder bad terugverwacht
dan de nu gecombineerde 'Incredible
4. i
EjHJ»JV' 'j
U-Ai? - -
iib/yisf»)! - ■-
ii,
'■hW? «'H "'f f-• f
V-yóv-'Vf. "iVt-V-'i.'"!'-!-'!. et
jazzguitar* uit januari 1960 en 'So
much guitar" uit augustus 1961.
Prachtige, warme muziek van de te
jong gestorven maestro, van wie wij
toén zeiden: 'en dat alles met die grote
duim van 'tn', duidend op het feit,
dat Montgomery zonder plectrum
speelde (47003). Adderley met '8
Giants' {w.o. Evans, Blekey en Milt
Jackson) is de heruitgave van
'Portraits of Cannonball' en 'Things
are gerting better*, jull-okt. 1958. Zijn
eerste sessions voor het label met
frisse, ongecompliceerde postbop,
waarin hij nog verbazend vloeiende
lijnen speelt, met de zelfverzekerheid,
die hem later uiterlijk zo zou
kenmerken (47001).
Bill Evans 'Villa Vanguard-sessions*
(47002) werden gemaakt op 25-6-'61
met drummer Paul Motian en de
fabuleuze bassist Scott Lafaro, die
tien dagen later zou verongelukken.
Dertien stukken, w.o. het voormalige
lp-titelstuk 'Waltz for Debbie' en het
nimmer eerder uitgebracht 'Porgy*
representeren de piek van Evans'
oeuvre. Een geconcentreerd,
simultaan improviseren met vooral
superbe soli van LaFaro. Ik benijd
Chiel de Ruyter om zijn
voortreffelijke typering van deze
muziek, destijds: 'jazz als een Japanse
tekening'. Grofbesnaarde zielen
houden daar niet van, dus ook niet
van Evans. De critici signaleerden
Evans' moeizame communiceren met
evergreens en standards. Ze vormden
Vanguard te horen, hun probleem,
niet dat van de pianist. Kortom: een
schitterende set.
Monk van zijn beste River-zijde valt
te beluisteren in 'Pure Monk' (47004),
een pure solo-2LP, onttrokken aan
liefst 6 albums, die tussen '55-59 niet
altijd 'solo' werden gemaakt. Monk
entte zijn zeer persoonlijke opvatting
van timing en swing op een reeks
evergreens en standards. Ze vormden
vaak een welbewuste entr 'act tussen
het eigen multi-instrumentale werk
door. Keepnews heeft al het
'onbegeleide' eruit getild, uit
'Brilliant Corners', uil 'M. plays
Ellington" enzovoorts. Een ietwat
verminkende procedure, die tot
indigestie kan leiden.
De Milt Jackson-set 'Big Band Bags'
(47006) valt tegen. Van de Dameron-
Wilkins- en Melba Liston-
arrangementen gaat weinig provocatie
uit. De van talent barstende orkesten
begeleiden Jackson de
balladvertokker in een zilte
Metromidnightmusic-atmosfeer. Eta-
key's Jazzmessengers uit '62-4 hoort
men in 'Thermo* (47008). De
bezetting (met Shorter en Fr.
Hubbard) is sterker dan in later
tijden. Aan een Japanse tournee hield
de vitaal swingende Blakey zulke
frisse werkjes over als 'Time Off', 'On
the Ginza' en 'Ugetsu', zo heette de
Birdiand-lp destijds.
Last but not least kom ik bij Rollins,
diens 'Freedom Suite plus' (47007).
Sonny's eerste grote werk tot 1958
met Pettiford bad en Roach drums.
Fraaie voorbeelden van dicht rond
een thema en de onderliggende
harmonieën gegroepeerd improviseren,
getuigend van autoriteit en
coördinatie van ideeën. Een
hoogtepunt zijn de 2 takes van 'Till
there was you' op kant 2. Kant 1 is
voor de Suite. En 'must' voor Rollins*
fans. Kant 3 en 4 zijn ontleend aan
Ip's uit juni *57 in kwartet-bezetting
met Sonny Clark, P. Heath-Chambers
en Boy Haynes. Riverside is dood,
leve Milestone,
5>-~V
ervan zeggen, als ik boter op mi-|n
bobfd heb?'
Alsof zijn hele gemeente niet wist,
dat zijn dochter in concubinaat leef
de.
Die ouderling-vader zegt niet: 'Dan
moeten jullie nu toch echt als de ba.
zen naar het stadhuis'. Nee, dat zou
niet passen dn de moderne opzet van
het verhaal. Nee, de kerk moet een
trap krijgen. Goed, het meisje wil
daarna abortus. Maar dat is de jongen
toch wat te gortig. En hoe haait hij
haar over om tóch het kind te bij-
gen? Door te zeggen: 'Laten we toch
gauw gaan trouwen'? Welnee. Het
moest een kerstverhaal worden en dus
zegt hij iets dat even absurd als stapt,
de is: 'Als jij nu eens Maria was en je
moest het kind Jezus in deze wereld
brengen?'
Ja, en dan zwicht het meisje.
Ik wil niet verder utleggen, want ik
word er misselijk van. En dat verhaal
is geschreven door een predikant.
Er is een ander verhaal, waarin twee
prostituées optreden. Ze vloeken ook
nog. Een van hen zegt tenminste 'Ai-
le kerstbomen'. Foei wat een vloek
Een van de twee wordt onderhouden
door een getrouwde man, die haar ge-
dwongen heeft, abortus te laten ple-"
gen en dat zit het meisje dwars. Op
kerstavond komt ze op een vreemde1
mattier in de kajuit van een schip te- 'r
recht, waarin een man ligt te sterven.,'
Ze ontpopt zich ais een gewiekste
zielszorgster en ontfrutselt de man
zijn levensgeschiedenis. Met veel tit-
teltjes vertelt hij haar dat hij tegen"
de zin van zijn ouders naar zee is ge
gaan. Daarna was alles
Maar waarom had hij zijn zin doorge
zet? Doordat hij een preek had ge
hoord over een schip dat in gevaar
was. De opvarenden wilden zich red-
den door in de boten te gaan, maar
de kapitein had gezegd, dat er een an
der sdilp langszij was gekomen. De'
kapitein van dat andere schip had
zijn zoon een reddingslijn laten uit
werpen en dat was veel beter dan de
reddingsboten. Dat miserabele exem
plarische preekje had de man bewo
gen, naar zee te gaan en daar lag hij
nu te sterven. En dan wijst de prosti*.
tuée hem erop, dat ook voor hem nu
nog altijd die reddingslijn was gewor
pen.
De man gaat dood en dan kan .de-
prostltuée moeilijk anders dan - óók
de lijn pakken.
Wat een lamentabel verhaal. En dat
in 1973.
Een andere auteur gooit het over de
vrolijke, relativerende boeg. Het ver-1
haal speelt in de hemel. In hoofdzaak
is het een verslag van een gesprek"
tussen God en de Satan, de verklager
der broederen. De dialogen zijn
scherp, uitstekend zelfs, indien se niet
aan God en de Satan zouden zijn toe
geschreven. De Middeleeuwers wisten
beter raad met zulke zaken. Maar
goed.
De duivel vraagt aan God: hebt er
bezwaar tegen dat ik een sigaret op-
steek?' En dan zegt God: Tk haat die
dingen, maar ga je gang als je het
niet laten kunt'.
Heel het verhaal is van hetzelfde ge
halte. Gewild modem. Voor mij doet,
afgezien, van het sciencefictionachtige
slot, zulk een verhaal als heiligsschen- -
nis aan. Het verlaagt het meest tragi
sche drama var de wereldgeschiedenis
tot een goedmoedige steekpartij tus*
sen twee rivalen. Dat tragische drama
is het gevecht tussen het alles vernie*
len willende kwaad en het goede.
De rest van de verhalen is óf verward
(flarden van fundamentalisme) of on
benullig. Uitzondering vormt het ver-
haal van Ina van Veen-van der Vlies,
'Lucas bezoekt Maria van Jeruzalem'.
Een gaaf en strak geschreven verhaal,
waarin de lezer wordt ingevoerd in de
kring van mensen die na de geboorte
van Jezus van hem hoorden. Lucas
bezoekt Jeruzalem teneinde zo goed
mogelijk geinformeerd te worden i
over wat in feite gebeurd is, want hij
wil zijn verhaal (zijn 'evangelie')
schrijven. En dan vertelt een vrouw
hem in alle eenvoud wat zij weet
Een uitstekend verhaal.
Er zouden nog heel wat meer aanmer
kingen te maken zijn. Ik houd er
maar mee op.
Ais christen-auteurs nu eens eindelijk
wilden ophouden 'modern' te zijn. En
als ze nu eens wilden ophouden,
christelijke kunst te willen maken.
Als ze nu eens vanuit de bewogenheid
van hun gelovig hart alleen maar zou-
den zeggen wat ze zeggen willen, wat
ze zeggen móéten omdat het hun to
de keel brandt, wat een echte christe-
lijke kunst zou er dan kunnen ont
staan.
Ik heb met een gevoel van liehtelijke
verbittering kennis genomen van de
bundel. Wat een gemiste kans.
Maar mijn visie behoeft kopers niet
af te schrikken. Hoe het zij, de bun-
de! bevat een. aantal werkelijk goede -i:
gedichten en een eveneens werkelijk
goed verhaal. En dan is er nog dit
De bundel geeft de lezer de gelegen-
heid, weer eens stom-verbaasd te zijn.
'De wijzen uit het Westen'. Kerstver-
halen en Gedichten. Bij Boekencen-
trum h.v. te 's-Gravenhage. Onder re-
dactle van Jo van Dorp.Ypma, Dieuw-
ke Winsemius en Jaap Zijlstra. Paper-
back. Aantal pagina's 175.