re zwerftocht over brekend ijs Graficus Prange gaat moderne kunst te lijf Spanje in de baroktijd De zeeleeuw bleef aan land D Audrey op M toont ware gezicht van Z.-Afrika {?K.*K.ïï.W8y;Wïai 'SSggS^ZStSSr™ Vorm en functie in de natuur m Lach dan Jean Marais! De invasie die niet doorging Boeken de zee Poirot is dood... leve Poirot Bittere uitlating van verbitterd mens Doodgewoon meisje Tweede druk van De Hond Engelse boerenroman Autobiografie van Peter Abrahams Sanatoriumwereld HET VRIJE VOLK Tk,!£ri?le,r me alS de dag van &lsteren de derde maart van 1929, de laatste dag van een bijzonder strenge winter waar- In de wadden en de Zuiderzee wekenlang dichtgevroren waren geweest. Er was een druk autoverkeer tussen ürk en Enkhuizen en velen waagden de overtocht over het bevroren wad van en naar de eilanden. Buiswater X 1 .niemand weet, dat oud-kapitein Jurre Blaeu het meisje gevonden heeft... In een fles 4x Ketelbinkie Uit 't dagelijks leven de wereldoorlog. Experimenten Veel ingewikkelder Hetgeen niet wegneemt, dat men met plezier en misschien wel gespan nen dit boek kan doorbladeren en zich voortdurend kan verwonderen. Een rin als 'ALLE vormen in de na tuur zijn aangepast aan hun taak' is echter klinkklare nonsens en voert tot onjuiste conclusies. Het is veel ingewikkelder. R. b. 4TT'S FUN IN SOUTH AFRICA,' zeggen de affiches van reis- bureaus, waarop een gelukzalig lachend en dansend ne-, gerklnd staat afgebeeld. Vrij vertaald: het is een bar gezellige boel in Zuid-Afrika (voor ons, negers). Waarschijnlijk lopen er nog wel enige mensen rond, die zich door die kleurige bil jetten een vredig paradijs voor de geest laten toveren. P Geruchten De zee brandt niet Neger is geen mens Bestemming gevonden Adembenemend verhaal over n e redding in mist Op deze laatste winterzondag maakte ik zelf de tocht van de Bos plaat op Terschelling naar Zwarte- liaan op de Friese kust een onver getelijke reis door een arctisch land schap: brede vlakten oneffen ijs af gewisseld door hoge richels op geschoven schot sen langs de randen der geu len en slenken. Toen ik 's mid dags tegen drieën terug wil de, wasde wind zuidwest gewor den. er hing een dat men in één adem uitleest, over redders en geredden die in de uiter ste nood zich zelf en hun zorgen ver geten en hun leven veil hebben voor hun naasten. Léés het! Een andere eilander althans van komaf is Cees van der M e u 1 e n, die aan Terschelling ge parenteerd Is en een beste naam heeft als zee-fotograaf. In 'Buiswa ter- vertelt hij over de vele tochten, die hij met vissersschepen, slepers en reddingboten heeft gemaakt. Hij schrijft niet zo goed als hij lichte nevel boven het wna ate fotografeert, hij zou een grootmees" snel V^Jad:,_dAe ter in de litteratuur zijn als het wél snel verdichtte, de vloed ruiste voor het eerst na weken met volle kracht door de geulen en de knallen van het werkend ijs waren kilometers .ver te horen. Via- mensen verdronken die mid dag tussen Zwartehaan en Terschel ling, maar dat hoorde ik pas toen ik s avonds in een Harlinger hotel naar de nieuwsberichten van Vaz Diaz zat te luisteren. Aan deze ervaring en aan het leven op de geïsoleerde eilanden in winter tijd, zat ik te denken toen ik het zo was. Maar in de informatieve sec tor weet hij op vlotte wijze bijzon derheden over het leven op zee, over het prachtige werk van ons hospitaal- zeeman, die oeroude tradities van schip 'De Hoop', over redden, bergen onkreukbaarheid, moed en verant- en vissen te geven, die nieuw zullen zijn voor velen van zijn lezers. De foto's zijn natuurlijk prachtig. Raymond H. Biggs heeft op heldere en geestige wijze uit de doe- woordehjkheldsgevoel in een leven van varen en vechten hoog houdt en voortzet. Het is goed, dat de jeugd met deze Jan van Leeuwen wordt geconfron teerd, goed voor de jeugd en goed voor de zeevaart, de hogeschool voor betrouwbaarheid en leiderschap. Ik ben ervan overtuigd dat Ketel- zen bad. De schrijver, die de wadden kent als zijn broekzak, vertelt over de redding van een jong meisje, dat bij kenterend weer de tocht over het |v'oor hen, cUe rich dikwijls hebben ^I"0'b afgevraagd, welke duivelskunsten no- J harten der ouderen toen dig zijn om dit onmogelijke mogelijk °ezen n°S met een glimlach droom- te maken, laat het boekje 'Scheepje den van een groot en avontuurlijk in de fles' niets te raden over. Zoals leven. AGE SCHEPPER bevroren wad van de Groninese kust het vertelt, is het simpei als naar Schiermonnikoog probeert te ei van e andere zeeman, Colum- maken en onderweg door een opko mende nevel wordt verrast. De mannen van het eiland komen in actie en zwermen uit over het onbetrouwbare Ijs. Later, als de vloed opkomt de gulzige vloed die als een waterval door de slenken schiet wanneer westelijke winden doorzet ten wordt de reddingvlet naar buiten gebracht, terwijl nog tiental len eilanders in nacht en ontij over het werkende, knallende en kraken de ijs zwerven. Wat niet wil zeggen, dat het ge makkelijk is: alleen wie over meer geduld en handigheid beschikt dan ik en dat zijn er gelukkig velen zal zijn omgeving spoedig met een nautisch wonder kunnen ver rassen. Het is te proberen! ANTHONY VAN KAMPEN heeft Niemand weet, dat oud-kapitein zijn trilogie over Ketelbinkie ('Kctel- Jurre Blaeu het meisje gevonden binkie", 'Ketclbinkies stuurmanstijd'. heeft en met haar verdwaald is op Kapitein Jan van Leeuwen') afgeslo- het wad. waar de geulen reeds be- ten met een vierde deel, 'Thuisvaart', ginnen open te breken onder het De vier delen zijn onder de titel "t geweid van de vloed. Zeegat uit met Jan van Leeuwen* in Op adembenemende wijze vertelt for5e, ?nlnf!),us van meer dan vijf- Van der Geest van de reddingpogin- 5°,"i r bladzijden drnks sasmgebun- gen en van het wanhopig en koppig ï°'h°ude3 der twje mensen, die alle Van Kampen heeft in Jan van rteüSirflfiv01 u,lce laten varen en Leeuwen, die voor de mast begonnen elliaar Proberen staande is en in het harnas stierf ais een ./19H? groot zeekapitein, een levenswaar Mist is een hartverwarmend boek, beeld gegeven van de Nederlandse K. van der Geest: 'Mist'. Uitgeve rij C. de Boer jr., Amsterdam, 1957, 175 blz., f7,50. Cees van der Meulen: 'Buiswater'. P. N. van Kampen en Zoon NV, Amsterdam, 246 blz. Raymond H. Biggs: 'Zo bouwt men een scheepje in de fles'. Ver taald door E. W. Petrejus, uitge verij C. de Boer jr., Amsterdam, 1957, SS blz., f5,90. Anthony van Kampen: 't Zeegat uit met Jan van Leeuwen. Uitge verij C. de Boer jr., Amsterdam, 1957, 528 blz., f9,90. 'De Grote Vier' is de zoveelste speurdersroman van Agatha Christie, waarin Hercule Poirot zijn scherp zinnigheid botviert. Dat hij sterft, zal zijn bewonderaars stellig schokken. Het einde van zijn spannende avon turen betekent hel echter niet. Accoladereeks, A. W. Sijthoff's Uitgeversmij., Leiden. IVc bekende criticus en graficus Schilderen is nog altijd niet het- Prange heeft een boekje geschre- zelfde als het ontwerpen van dames- ven, waarin hij op felle, wijze de jno- kleren en iemand die denkt, dat he derne kunst te lijf gaat Het is een rijkelijk wild beloog ge worden. waarin hij het succes van en de belangstelling voor moderne kunst uitsluitend ziet als het gevolg van een op geraffineerde wijze gevoerde propaganda, die nltgaat van een aantal kunsthandelaren, kunstcritici en museumdirecteuren. Het perfide van 'deze propaganda is, dat er op listige wijze op de zo gemakkelijk gaat 'iets nieuws' op schilderkundig gebied ingang te doen vinden, miskent de traagheid, waarmee de mens van zijn 'normale' zienswijze afwijkt. Het grootste gebrek in dit boekje is dan ook, dat Prange de wereld der beeldende kunsten ziet als een geslo ten geheel, een domein van 'Insiders', terwijl immers juist in de tegenwoor dige tijd hoe langer hoe meer blijkt, dat *kunst'en "maatschappij'een on valse schaamte gewérkt wordt. Bjj dë verbrekelijk geheel vormen, dat welts- leek, die bang is dom te lijken, bij de waar niet rustig genoemd kan wor- kunstenaar, die zijn zwakheden den, doch waarin alle optredende blootgelegd ziet en zijn moeilijkheden krachten eikaar beïnvloeden. R. B. belachelijk gemaakt. s Dr. G. J. Geers, voortreffelijk ken ner van Spanje en persoonlijk ge boeid door de Spaanse barok heeft een boeiend boek samengesteld, waarin hij aan de hand van authen tieke gegevens het begin van de 17e eeuw in Spanje voor ons doet her leven. 'De barok,' zo meent hij, 'was de tijd waarin de mens en de kun stenaar in de allereerste plaats heeft geworsteld in zich zelf, met zich zelf en met de wereld om Iets van de vrijheid te behouden en tè verwezenlijken die hem in de renais sance was geopenbaard.' Dr. Geers ziet in de gehele geschie denis der mensheid een worsteling om de vrijheid, doch telkens als de mens een nieuw stuk vrijheid ge wonnen heeft, wordt hij door een ge voel van angst bevangen, een gevoel van eenzaamheid en onzekerheid be kruipt hem en meestal zoekt hij maar weer een nieuwe geborgenheid en een nieuw gezag. Zoals ie crisis van het hellenisme ons het christendom bracht, zo bracht de 'crisis' van de barok ons de wetenschap; in een soortgelijke crisis verkeren wij op het ogenblik en wij weten niet waf deze ons zal brengen. Het zijn niet de geschriften van leidende figuren, die ons een bepaald tijdvak nader brengen. Vaak zijn het juist de berichten uit het dagelijks ieven, straatgevechten tussen jonge edelen, grapjes van de koning, trucs van valsspelers en goochelaars, stie regevechten en terechtstellingen, welke de geest van de tijd meedogen loos belichten. Dr. Geers heeft al zijn belezenheid en kennis gebruikt om het kleurig beeld van Spanje uit die tijd te te kenen en zijn boek is als een verza meling kranteknipsels, die ons to nen, dat veel veranderd is, maar dat ook heel veel hetzelfde is gebleven. R. B. Dr. G. 3. Geers, Van.het barokke leven Uitgeverij Hei Wereldven ster, Baam, 1957. Al de problemen, waarmee hij wor stelt en waarmee de generaties voor hem geworsteld hebben, worden be spot, 'burgerlijk' geacht, voor over bodig verklaard, op meest gemakke lijke wijze 'opgelost' door de meest makkelijke formules, zodat hij zich beschaamd een impotente mislukking gaat voelen, een 'burger', die over bodige schilderijtjes maakt, waar 'deze tijd geen behoefte aan heeft' (blz. 39/40). Dit is de bittere uitlating van een verbitterd mens; in het hele 1 Kiekje blijkt duidelijk, dat voortdu rend een man aan het woord is, die zich door zijn kwaadheid mee laat slepen en dat maakt het betoog niet erg overtuigend. Dit Is jammer, want Prange heeft gelijk, als hij zegt, dat de abstracte kunst soms aan kunstnijverheid grenst, maar hij heeft ongelijk als hij suggereert, dat Picasso's litho's waardeloos zijn, omdat deze kunste naar er soms drie of vier op een ochtend maakt. HU heeft gelUk als hU meent, dat bet loslaten van de voorstelling in een schilderij een verarming kan be tekenen, maar hy heeft ongelijk als hijaan de hand van Pieneman en Scheffer tracht te bewijzen, dat 'de kunst voor de tijd' niet altijd waar devol behoeft te zijn, want hiermee bewijst hij niet, dat de eigentijdse kunst waardeloos is. Inconsequenties Zo kan men de schrijver op tal loze inconsequenties betrappen, in consequenties, die een man als hij zeker niet zou begaan als hU dit boek niet met een rood hoofd van kwaad- beid had geschreven. Bedenkelijker echter dan deze inconsequenties Is de wUze, waarop hU het gehele vraagstuk van de moderne kunst benadert. Goed be schouwd is deze immers zeer gelei delijk ontstaan in verbinding met andere geestelijke stromingen en het gaat dus niet aan net te doen alsof een paar kunsthandelaren, kunstenaars, kunstcritici zo maar eens hebben beslist, dat 'abstract' voortaan mode zou zijn. J. Af. Prange: De God Hai-Hai op rabarber, met het kapmes door de jungle der moderne kunst. Uitgeverij J. Heijnis Tsz., Zaan dijk, 1957. Illustratie op ontslag van het boek 'De God Hai-Hai en ra barber van J. M. Prange. Een meisje in een anorak, met een alpino op. Een Duits meisje van 16, "as van school, dat haar weg in het .even nog moet vinden. In '...Heel gewoon, Doko' van H. Stratling-Tölle (Aetemareeks, N.V. Uitgevers Mij. Pax, Den Haag) leren we haar ple ziertjes en problemen kennen. Het is geen opgeschroefd verhaal, liet draait nergens omheen. In de stroom 'meisjesromans', die haast alle eindigen, waar ze zouden moeten be ginnen, is dit zelfs een verfrissend boek. Voor- en nawoord hadden ech ter achterwege kunnen blijven.. J. F. 'finpradp 7i>p1pphw' van Hitier (te beginnen met 16 juli: roemde plannen na die gemaakt f '...ik heb besloten een invasie van werden om met behulp van benzine Codewoord voor de Duit- Engeland voor te bereiden en zo no- 'de zee in brand te steken'. Geruch- ij* dig uit te voeren') en zjjn aarzeling ten hieromtrent waren ook in West- se invasie van Engeland in om door te zetten, die Flemings ver- Europa zeer gewild en talloos zyn de i-i nan haal zo boeiend maakt. verbalen over 'honderden verbrande september VJw, is een van Deze tegenstrijdigheid is door veleDuitsers'. .Toch bleek deze vuurver- v,,f.rrlici tp notice w5t historici van de oorlog beschreven dediging een mislukking, omdat rij ae ui r». au i gsi en (waarschijnlijk terecht) verklaard- alleen bij absolute windstilte enige de geschiedenis van de twee- uit de ambivalente houding die Hit- kans van slagen had. c Ier tegenover Engeland had, voort- durend heen en weer getrokken als hij werd tussen bewondering, 'Ger- ait .nfw^ïacte maans' verwantschapsgevoel en haat. ^L. fe^nö met pie^n gan- - Vrijwel uniek rs Invasie 1940 zenroeren en jachtgeweren... Mfli- pas, omdat het zowel de ouiciele tajr zou zjj weinig of niets betekend voorbereidingen aan Engelse kant hebben, maar z« gaf de burger toch het idee, dat bij meehielp zijn land Het Is een invasie die niet is door gegaan al geloven vandaag de dag nog véle Engelsen, dat de Duitse in- vaslevloot van rijnaken en vracht schepen wel degelijk op 7 september 1940 in zee gestoken is, maar door de Navy en de RAF is vernietigd... Geen officiële tegenspraak van Engelse of Duitse kant kon dit ge loof van vele Britten verwoesten, maar wellicht zal het boek van Peter Fleming 'Invasie 1940" (Nederlandse uitgave Sijthoff, Lei den, 1957) toch een einde maken aan de legende. Het is, om het maar meteen te zeggen, het interessantse boek over de tweede wereldoorlog dat ik gelezen heb, inbegrepen de machtige reeksen in zoveel dikke delen van Churchill en anderen. Het is vooral boelend en fascine rend omdat geen enkele gebeurtenis Aanvankelijk heerste er na de te- uit de oorlog zoveel aanleiding heeft rugtocht van Duinkerken in Enge ANDREAS FEININGER, Vorm en junctie in de natuur, N.V. W. Gaade, Delft, 1956. TTET IS DE VRAAG of een plaat werk als dit met. toegegeven, 1 prachtige foto's van bomen en blade ren, rupsekoppen, gedroogde mod der, leisteenlagen, skeletten, spinne- webben, sporen in het zand, bladner ven en slakkehuizen wel zin heeft. Natuurlijk: bij elke foto denkt men 'Wat is de natuur toch raar!', maar als men zich daar niet elke seconde van zijn ieven reeds al van bewust is, leeft men maar half. Natuur en mens Vroeger waren er, meen ik, Duitse boeken, waarin naast een wolfsklauw een gotisch ornament was afgebeek en naast een paardebloem een borstel (of iets anders) en dan moest je con stateren, dat de vormen van de ment op de vormen van de natuur ieken en dat natuur en mens van hetzelfde beginsel uitgingen of iets dergelijks. Dat zal wel waar zijn en men kon daar heel diepzinnig over gaan filo soferen, maar men komt onveran derlijk tot de conclusie, dat de schep selen en vormen der natuur vreemd zijn en de mens, een 'natuurlijk' ver schijnsel hier op aarde, eveneens. Dat de natuur op een of andere manier 'functionele' vormen heeft geschapen is, eerlijk gezegd, nogal wiedes, maar ze heeft ook zwaar ge ëxperimenteerd en die experimenten, zie de grote uitgestorven diersoorten, ziln niet altijd gelukt. Zodat, om kort te gaan, er niet veel touw aan de gangen der natuur (noch van de mensen) is vast te knopen en als men dat uit zo'n boek haalt, is de moeite aan al die foto's besteed, niet verloren. Maar meestal wil men er iets anders uithalen, iets van 'kunst' of iets van 'wetenschap' en dat lijkt ons nogal gezocht. De Hond van de Baskervilles, mis schien wel het bekendste boek van Conan Doyle, verscheen in tweede druk bij de uitgeverij Contact. Steeds opnieuw verbaast ons de uitstekende milieu-schildering van deze knappe schrijver van detectiveverhalen, waarin de schrandere en vooral lo gisch denkende Sherlock Holmes de held is. Ook in deze roman weet Holmes de schijnbaar bovennatuur lijke verschijnselen tot hun ware weliswaar misdadige maar zeer aardse proporties terug te brengen. In zijn genre is dit Doek een uit blinker. M. K. TWEE GROVE OGEN, tvoeê spit se oren, een brede mond, een jon genskop, dat is Funny Face, Audrey Hepburn in haar nieuwe jttm, die nu Nederland heeft bereikt. Op de ach tergrondmoeten wij het u nog zeg gen? de beroemde suikertaart, dia ons toelacht elke keer als wij in Pa rijn binnensporen, de lelijkste kerk van de lichtstad: de Sacré Coeur, bovenop Montmartre. DE MAN, die hier een lief tallig meisje aan zijn ruige trui drukt, ke:it u natuurlijk wel: het is Jean Marais, die altijd zo somber loopt te doen in sombere Franse films. Het meisje kent u natuurlijk óók: het is Danièle Delorme en als dié niet in staat is om hem een glimlach rond de I stroeve kaken te toveren, wie dan wel? Of het echt lukt, zullen we pas kunnen zien als de film naar Nederland komt. Want het is een opname uit 'Elke dag heeft z'n geheimpjeeen film. die de Fransen onder aan voering van Claude Boissol aan het maken zijn. 'Verzonken eiland' van Hubert Nicholson (Aetemareeks, N.V. Uit gevers Mij. Pax, Den Haag) is, zo men wil, een Engelse boerenroman. Het decor: een kille, op de rivier de Humber veroverde, vlakte. Hoofdrol spelers: Roger Wellincroft, zijn ver loofde Louise Killner en haar zusje Ida, die met Roger trouwt, Deze Ida is een figuur geworden, die men niet zo gauw vergeet. Zij is tuberculeus en weet dat zij jong zal sterven. Hartstocht en dood gaan dan een verbeten strijd aan, maar de tijd is te kort om er een heel leven in ramen te ballen. Nicholson heeft zijn verhaal op openhartige wijze, die niet zeer Engels aandoet, geschreven. Zijn rea liteitszin heeft hem voor een melo drama behoed. J. F.' Het is tijd, dat zij die nog altijd ge- in ons land a! bekend was, toen zijn loven in een Idyllisch Zuid-Afrika, autobiografie MIJN VOLK ROEPT bewoond door godvruchtige Boeren, OM VRIJHEID verscheen (bij 'Fore- vnalc riz> L onx T pannf»« J. ttj W - - Henri Knap: Wereld in de we reld, uitg. De Bezige Bij, 1957, Amsterdam. De journalist Henri Knap is voor al bekend als vertegenwoordiger van het humoristische genre, dat na de oorlog in ons land zo'n grote bloei mag beleven. Toch was rijn eerste werk aUerminst humoristisch (hoe wel niet zonder humor), maar een sa natoriumroman, die kort na de oorlog verscheen. De uitgeverij De Bezige Bij heeft nu een ten dele herschreven herdruk verzorgd 'omdat zij meent dat dit boek in de grote stroom van lectuur die in de jaren 1945—1950 op ons volk is losgelaten, te snel is ver geten.' Onder de nieuwe titel "Wereld in de wereld' maken wij dan (voor het eerst of voor de tweede maal) kennis met de reeks sanatoriumflguren en sanatoriumsituaties die men in deze soort romans altijd ontmoet:-de los-' zinnige t.b.-lijder die zijn eigen ge nezing tegenwerkt door geheim drankmisbruik, de verbroken verhou dingen met de buitenwereld, de hoop en de teleurstelling van de hoofdper soon-patiënt-, het intensieve seksuele verkeer, de 'torren' etc. En dan moet gezegd dat Knap in deze sedert Thomas Mann, Somerset Maugham c.s. bekende situaties, wel-, is waar weinig nieuws weet te bren gen, maar toch de eigen toon ge vonden heeft die een herdruk wet tigde. p. van 't V. zoals de heer L. Penning ze destijds voor de jeugd schiep, zich laten wak ker schudden. Geen betere wekkers dan de boeken van Peter Abrahams, de jonge kleurling (geb. 1919), wiens WIL» CONQUEST <De wilde trek) te verdedigen. De weken verstreken. Langzaam als men het wachten op de in vasie rekent. Snel als het ging om de noodzakelijke tijd van voorberei ding der defensie. Overal liepen de u. geruchten, merkwaardig genoeg van Wire hfcXn hoscViriiff Mï Co dezelfde aard ais bij voorbeeld ln de hoofd te bieden, beschrijft als de Nederlandsc meidagen von do 'o-onrono' mm om «euenanase meiuageu. Spionage, parachutisten vermomd als nonnen, spionnen in Britse unl- reacties van de 'gewone' man en vrouw in Engeland in deze periode. gegeven tot legendevorming als juist deze afgelaste invasie, deze Zeeleeuw die nooit zee gekozen heeft. Fleming beschrijft de periode van mei 1940 tot en met september van dat jaar, uiteraard met voortduren de nadruk op alles wat met de in vasieplannen in verband stond. Set is niet.alleen de merkwaardige te genstelling tussen de officiële orders and niets dan de grootste verwar ring. Een invasie werd redelijkerwijs op korte termijn venvacht ('redelij kerwijs', ja. maar in zijn hart kon toch geen Engelsman geloven dat de 'landrot' Hitier kon slageni en nood maatregelen moesten dus genomen worden. De verdediging werd geïmprovi seerd. Fleming gaat nuchter de be- formen, sabotagedaden. BÜ nader lieten bruggen opblazen, weigen met betonblokken versperren en andere vernielingen aanrichten... De invasie kwam niet. 'Tussen 8 en 14 september moet Bitier afstand hebben gedaan van het idee een ge wapende aanval te doen op de En gelse kust,' schrijft Fleming. Hitier was zijn aandacht gaan richten op Rusland en meende wellicht ook, dal Engeland hem toch wel in. de schoot zou vallen. Zijn eerste en een van zijn groot ste misrekeningen. Uit Flemings echter in die nacht van 7 september, boek blijkt, voor wie het nog niet Alles scheen erop te wijzen, dat de wist, dat Engeland onder leiding van Duitse invasievloot klaar lag om op Churchill vastbesloten was de oor- te stomen en het Britse opperbevel gaf het codewoord 'Cromwell' uit, hetgeen betekende dat de troepen in alarmstelling moesten komen. Door de slechte voorbereiding wis ten de meeste commandanten echter niet precies wat het codewoord 'Cromwell' betekende, Zü meenden, dat de invasie ai begonnen was en onderzoek blijft er van alle geruch ten'weinig of niets over. Alleen verwarring als het Britse opperbevel waarschuwt tegen Duitse militairen in Britse uni formen, die men kan ontmaske ren door op hun accent te let ten en vergeet dat toen al vele duizenden Nederlanders, Denen. Fransen, Noren enzovoorts in Britse uniformen rondliepen en het Engels met vreemde accenten spraken. Het toppunt van verwarring kwam log voort te zetten, op elk niveau: met de marine, de gehavende maar niet verslagen luchtmacht, met guerrilla-eenheden die hun onder grondse holen al hadden gegraven, met als het uiterste moment ge komen was mosterdgas. De invasie is niet doorgegaan. Er is niet tegen Engeland gevaren. Maar waren de Duitsers wel geko men, dan zou de ontvangst feller en dodelijker zyn geweest dan zij zich in hun stoutste verwachtingen hadden kunnen voorstellen. Want Engelsen zijn rare mensen dat is uit 'Invasie 1940' nog weer eens te lezen. 'Een fascinerend boek. dat men in eén adem uitleest!' prijst de uitgever iijn eigen waar aan. En ik ben het volkomen met hem eens. PAUL VAN T VEER holte', Voorhout en "t Groeit', Ant werpen). Peter Abrahams' jeugd is volkomen verweven met de binnenlandse poli tieke situatie in zijn geboorteland. Want zijn huid is zwart en in Zuid- Afrlka is het goede der aarde 'uitslui tend voor Europeanen' bestemd. Het bordje op sportparken, theaters, zwembaden, banken in de parken ob sedeert de jongen. Een neger is geen mens; daar in een der mooiste landen ter wereld. Als kind maakte Abrahams het mee, dat drie blanke lummels hem bewus teloos sloegen. Toen hij thuiskwam, moest zijn voogd hem nogmaals een aframme ling geven, omdat de vader van de drie aanvallers het eiste. Wat een blanke zegt, is wet Als 'negenjarige gaat hij naar school.. Een boek met verhalen heeft zijn lust tot lezen gewekt. En op dat moment begint Peters strijd om een bestaan, een strijd waaruit hij, dank zij een onblusbare weetgierigheid en een ondanks honger, en vernederingen nooit aflatend vertrouwen, als over- Avinnaar te voorschijnt komt. Maar zijn zege is er eerst, wanneer hij als trimmer in Durban voet aan boord zet van een Brits schip, als hij het paradijs van het meest conserva tieve kolonialisme achter zich laat. In Engeland heeft Abrahams, zoon van een Ethiopische vader en een Kaapse kleurlinge, zijn bestemming gevonden. 'Vandaar uit waarschuwt hij de wereld voor de brand die eermiaa! op móét laaien uit een ver vloekt systeem in een schijnbaar de mocratisch geregeerd iand. En steeds vraagt hij de aandacht voor het waagstuk van de neger in de wereld van heden. Zijn autobiografie iigt ook in het Nederlands gereed, om hen te waar schuwen die menen, dat het zo'n vaart niet zal lopen in het verre land van Strydom. M. SYBR, KOOPS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1957 | | pagina 2