re zwerftocht over brekend ijs
Graficus Prange gaat
moderne kunst te lijf
Spanje in de
baroktijd
De zeeleeuw bleef aan land
D
Audrey op M
toont ware
gezicht van Z.-Afrika
{?K.*K.ïï.W8y;Wïai 'SSggS^ZStSSr™
Vorm en functie
in de natuur
m
Lach dan
Jean Marais!
De invasie die
niet doorging
Boeken
de zee
Poirot is dood...
leve Poirot
Bittere uitlating van verbitterd mens
Doodgewoon meisje
Tweede druk van
De Hond
Engelse boerenroman
Autobiografie van Peter Abrahams
Sanatoriumwereld
HET VRIJE VOLK
Tk,!£ri?le,r me alS de dag van &lsteren de derde maart van
1929, de laatste dag van een bijzonder strenge winter waar-
In de wadden en de Zuiderzee wekenlang dichtgevroren waren
geweest. Er was een druk autoverkeer tussen ürk en Enkhuizen
en velen waagden de overtocht over het bevroren wad van en
naar de eilanden.
Buiswater
X 1
.niemand weet, dat oud-kapitein Jurre Blaeu het meisje
gevonden heeft...
In een fles
4x Ketelbinkie
Uit 't dagelijks leven
de wereldoorlog.
Experimenten
Veel ingewikkelder
Hetgeen niet wegneemt, dat men
met plezier en misschien wel gespan
nen dit boek kan doorbladeren en
zich voortdurend kan verwonderen.
Een rin als 'ALLE vormen in de na
tuur zijn aangepast aan hun taak' is
echter klinkklare nonsens en voert
tot onjuiste conclusies. Het is veel
ingewikkelder. R. b.
4TT'S FUN IN SOUTH AFRICA,' zeggen de affiches van reis-
bureaus, waarop een gelukzalig lachend en dansend ne-,
gerklnd staat afgebeeld. Vrij vertaald: het is een bar gezellige
boel in Zuid-Afrika (voor ons, negers). Waarschijnlijk lopen
er nog wel enige mensen rond, die zich door die kleurige bil
jetten een vredig paradijs voor de geest laten toveren.
P
Geruchten
De zee brandt niet
Neger is geen mens
Bestemming gevonden
Adembenemend verhaal
over
n
e redding in mist
Op deze laatste winterzondag
maakte ik zelf de tocht van de Bos
plaat op Terschelling naar Zwarte-
liaan op de Friese kust een onver
getelijke reis door een arctisch land
schap: brede vlakten oneffen ijs af
gewisseld door
hoge richels op
geschoven schot
sen langs de
randen der geu
len en slenken.
Toen ik 's mid
dags tegen
drieën terug wil
de, wasde wind
zuidwest gewor
den. er hing een
dat men in één adem uitleest, over
redders en geredden die in de uiter
ste nood zich zelf en hun zorgen ver
geten en hun leven veil hebben voor
hun naasten. Léés het!
Een andere eilander althans
van komaf is Cees van der
M e u 1 e n, die aan Terschelling ge
parenteerd Is en een beste naam
heeft als zee-fotograaf. In 'Buiswa
ter- vertelt hij over de vele tochten,
die hij met vissersschepen, slepers en
reddingboten heeft gemaakt.
Hij schrijft niet zo goed als hij
lichte nevel boven het wna ate fotografeert, hij zou een grootmees"
snel V^Jad:,_dAe ter in de litteratuur zijn als het wél
snel verdichtte, de vloed ruiste voor
het eerst na weken met volle kracht
door de geulen en de knallen van
het werkend ijs waren kilometers
.ver te horen.
Via- mensen verdronken die mid
dag tussen Zwartehaan en Terschel
ling, maar dat hoorde ik pas toen
ik s avonds in een Harlinger hotel
naar de nieuwsberichten van Vaz
Diaz zat te luisteren.
Aan deze ervaring en aan het leven
op de geïsoleerde eilanden in winter
tijd, zat ik te denken toen ik het
zo was. Maar in de informatieve sec
tor weet hij op vlotte wijze bijzon
derheden over het leven op zee, over
het prachtige werk van ons hospitaal- zeeman, die oeroude tradities van
schip 'De Hoop', over redden, bergen onkreukbaarheid, moed en verant-
en vissen te geven, die nieuw zullen
zijn voor velen van zijn lezers.
De foto's zijn natuurlijk
prachtig.
Raymond H. Biggs heeft op
heldere en geestige wijze uit de doe-
woordehjkheldsgevoel in een leven
van varen en vechten hoog houdt en
voortzet.
Het is goed, dat de jeugd met deze
Jan van Leeuwen wordt geconfron
teerd, goed voor de jeugd en goed
voor de zeevaart, de hogeschool voor
betrouwbaarheid en leiderschap.
Ik ben ervan overtuigd dat Ketel-
zen bad.
De schrijver, die de wadden kent
als zijn broekzak, vertelt over de
redding van een jong meisje, dat bij
kenterend weer de tocht over het
|v'oor hen, cUe rich dikwijls hebben ^I"0'b
afgevraagd, welke duivelskunsten no- J harten der ouderen toen
dig zijn om dit onmogelijke mogelijk °ezen n°S met een glimlach droom-
te maken, laat het boekje 'Scheepje den van een groot en avontuurlijk
in de fles' niets te raden over. Zoals leven. AGE SCHEPPER
bevroren wad van de Groninese kust het vertelt, is het simpei als
naar Schiermonnikoog probeert te ei van e andere zeeman, Colum-
maken en onderweg door een opko
mende nevel wordt verrast.
De mannen van het eiland komen
in actie en zwermen uit over het
onbetrouwbare Ijs. Later, als de vloed
opkomt de gulzige vloed die als
een waterval door de slenken schiet
wanneer westelijke winden doorzet
ten wordt de reddingvlet naar
buiten gebracht, terwijl nog tiental
len eilanders in nacht en ontij over
het werkende, knallende en kraken
de ijs zwerven.
Wat niet wil zeggen, dat het ge
makkelijk is: alleen wie over meer
geduld en handigheid beschikt dan
ik en dat zijn er gelukkig velen
zal zijn omgeving spoedig met
een nautisch wonder kunnen ver
rassen. Het is te proberen!
ANTHONY VAN KAMPEN heeft
Niemand weet, dat oud-kapitein zijn trilogie over Ketelbinkie ('Kctel-
Jurre Blaeu het meisje gevonden binkie", 'Ketclbinkies stuurmanstijd'.
heeft en met haar verdwaald is op Kapitein Jan van Leeuwen') afgeslo-
het wad. waar de geulen reeds be- ten met een vierde deel, 'Thuisvaart',
ginnen open te breken onder het De vier delen zijn onder de titel "t
geweid van de vloed. Zeegat uit met Jan van Leeuwen* in
Op adembenemende wijze vertelt for5e, ?nlnf!),us van meer dan vijf-
Van der Geest van de reddingpogin- 5°,"i r bladzijden drnks sasmgebun-
gen en van het wanhopig en koppig
ï°'h°ude3 der twje mensen, die alle Van Kampen heeft in Jan van
rteüSirflfiv01 u,lce laten varen en Leeuwen, die voor de mast begonnen
elliaar Proberen staande is en in het harnas stierf ais een
./19H? groot zeekapitein, een levenswaar
Mist is een hartverwarmend boek, beeld gegeven van de Nederlandse
K. van der Geest: 'Mist'. Uitgeve
rij C. de Boer jr., Amsterdam,
1957, 175 blz., f7,50.
Cees van der Meulen: 'Buiswater'.
P. N. van Kampen en Zoon NV,
Amsterdam, 246 blz.
Raymond H. Biggs: 'Zo bouwt
men een scheepje in de fles'. Ver
taald door E. W. Petrejus, uitge
verij C. de Boer jr., Amsterdam,
1957, SS blz., f5,90.
Anthony van Kampen: 't Zeegat
uit met Jan van Leeuwen. Uitge
verij C. de Boer jr., Amsterdam,
1957, 528 blz., f9,90.
'De Grote Vier' is de zoveelste
speurdersroman van Agatha Christie,
waarin Hercule Poirot zijn scherp
zinnigheid botviert. Dat hij sterft, zal
zijn bewonderaars stellig schokken.
Het einde van zijn spannende avon
turen betekent hel echter niet.
Accoladereeks, A. W. Sijthoff's
Uitgeversmij., Leiden.
IVc bekende criticus en graficus Schilderen is nog altijd niet het-
Prange heeft een boekje geschre- zelfde als het ontwerpen van dames-
ven, waarin hij op felle, wijze de jno- kleren en iemand die denkt, dat he
derne kunst te lijf gaat
Het is een rijkelijk wild beloog ge
worden. waarin hij het succes van en
de belangstelling voor moderne kunst
uitsluitend ziet als het gevolg van
een op geraffineerde wijze gevoerde
propaganda, die nltgaat van een
aantal kunsthandelaren, kunstcritici
en museumdirecteuren.
Het perfide van 'deze propaganda
is, dat er op listige wijze op de
zo gemakkelijk gaat 'iets nieuws' op
schilderkundig gebied ingang te
doen vinden, miskent de traagheid,
waarmee de mens van zijn 'normale'
zienswijze afwijkt.
Het grootste gebrek in dit boekje is
dan ook, dat Prange de wereld der
beeldende kunsten ziet als een geslo
ten geheel, een domein van 'Insiders',
terwijl immers juist in de tegenwoor
dige tijd hoe langer hoe meer blijkt,
dat *kunst'en "maatschappij'een on
valse schaamte gewérkt wordt. Bjj dë verbrekelijk geheel vormen, dat welts-
leek, die bang is dom te lijken, bij de waar niet rustig genoemd kan wor-
kunstenaar, die zijn zwakheden den, doch waarin alle optredende
blootgelegd ziet en zijn moeilijkheden krachten eikaar beïnvloeden. R. B.
belachelijk gemaakt.
s
Dr. G. J. Geers, voortreffelijk ken
ner van Spanje en persoonlijk ge
boeid door de Spaanse barok heeft
een boeiend boek samengesteld,
waarin hij aan de hand van authen
tieke gegevens het begin van de 17e
eeuw in Spanje voor ons doet her
leven.
'De barok,' zo meent hij, 'was de
tijd waarin de mens en de kun
stenaar in de allereerste plaats
heeft geworsteld in zich zelf, met
zich zelf en met de wereld om Iets
van de vrijheid te behouden en tè
verwezenlijken die hem in de renais
sance was geopenbaard.'
Dr. Geers ziet in de gehele geschie
denis der mensheid een worsteling
om de vrijheid, doch telkens als de
mens een nieuw stuk vrijheid ge
wonnen heeft, wordt hij door een ge
voel van angst bevangen, een gevoel
van eenzaamheid en onzekerheid be
kruipt hem en meestal zoekt hij
maar weer een nieuwe geborgenheid
en een nieuw gezag.
Zoals ie crisis van het hellenisme
ons het christendom bracht, zo
bracht de 'crisis' van de barok ons
de wetenschap; in een soortgelijke
crisis verkeren wij op het ogenblik
en wij weten niet waf deze ons zal
brengen.
Het zijn niet de geschriften van
leidende figuren, die ons een bepaald
tijdvak nader brengen. Vaak zijn het
juist de berichten uit het dagelijks
ieven, straatgevechten tussen jonge
edelen, grapjes van de koning, trucs
van valsspelers en goochelaars, stie
regevechten en terechtstellingen,
welke de geest van de tijd meedogen
loos belichten.
Dr. Geers heeft al zijn belezenheid
en kennis gebruikt om het kleurig
beeld van Spanje uit die tijd te te
kenen en zijn boek is als een verza
meling kranteknipsels, die ons to
nen, dat veel veranderd is, maar dat
ook heel veel hetzelfde is gebleven.
R. B.
Dr. G. 3. Geers, Van.het barokke
leven Uitgeverij Hei Wereldven
ster, Baam, 1957.
Al de problemen, waarmee hij wor
stelt en waarmee de generaties voor
hem geworsteld hebben, worden be
spot, 'burgerlijk' geacht, voor over
bodig verklaard, op meest gemakke
lijke wijze 'opgelost' door de meest
makkelijke formules, zodat hij zich
beschaamd een impotente mislukking
gaat voelen, een 'burger', die over
bodige schilderijtjes maakt, waar
'deze tijd geen behoefte aan heeft'
(blz. 39/40).
Dit is de bittere uitlating van
een verbitterd mens; in het hele
1 Kiekje blijkt duidelijk, dat voortdu
rend een man aan het woord is, die
zich door zijn kwaadheid mee laat
slepen en dat maakt het betoog niet
erg overtuigend.
Dit Is jammer, want Prange heeft
gelijk, als hij zegt, dat de abstracte
kunst soms aan kunstnijverheid
grenst, maar hij heeft ongelijk als
hij suggereert, dat Picasso's litho's
waardeloos zijn, omdat deze kunste
naar er soms drie of vier op een
ochtend maakt.
HU heeft gelUk als hU meent, dat
bet loslaten van de voorstelling in
een schilderij een verarming kan be
tekenen, maar hy heeft ongelijk als
hijaan de hand van Pieneman en
Scheffer tracht te bewijzen, dat 'de
kunst voor de tijd' niet altijd waar
devol behoeft te zijn, want hiermee
bewijst hij niet, dat de eigentijdse
kunst waardeloos is.
Inconsequenties
Zo kan men de schrijver op tal
loze inconsequenties betrappen, in
consequenties, die een man als hij
zeker niet zou begaan als hU dit boek
niet met een rood hoofd van kwaad-
beid had geschreven.
Bedenkelijker echter dan deze
inconsequenties Is de wUze, waarop
hU het gehele vraagstuk van de
moderne kunst benadert. Goed be
schouwd is deze immers zeer gelei
delijk ontstaan in verbinding met
andere geestelijke stromingen en
het gaat dus niet aan net te doen
alsof een paar kunsthandelaren,
kunstenaars, kunstcritici zo maar
eens hebben beslist, dat 'abstract'
voortaan mode zou zijn.
J. Af. Prange: De God Hai-Hai
op rabarber, met het kapmes door
de jungle der moderne kunst.
Uitgeverij J. Heijnis Tsz., Zaan
dijk, 1957.
Illustratie op ontslag van het
boek 'De God Hai-Hai en ra
barber van J. M. Prange.
Een meisje in een anorak, met een
alpino op. Een Duits meisje van 16,
"as van school, dat haar weg in het
.even nog moet vinden. In '...Heel
gewoon, Doko' van H. Stratling-Tölle
(Aetemareeks, N.V. Uitgevers Mij.
Pax, Den Haag) leren we haar ple
ziertjes en problemen kennen.
Het is geen opgeschroefd verhaal,
liet draait nergens omheen. In de
stroom 'meisjesromans', die haast alle
eindigen, waar ze zouden moeten be
ginnen, is dit zelfs een verfrissend
boek. Voor- en nawoord hadden ech
ter achterwege kunnen blijven..
J. F.
'finpradp 7i>p1pphw' van Hitier (te beginnen met 16 juli: roemde plannen na die gemaakt
f '...ik heb besloten een invasie van werden om met behulp van benzine
Codewoord voor de Duit- Engeland voor te bereiden en zo no- 'de zee in brand te steken'. Geruch-
ij* dig uit te voeren') en zjjn aarzeling ten hieromtrent waren ook in West-
se invasie van Engeland in om door te zetten, die Flemings ver- Europa zeer gewild en talloos zyn de
i-i nan haal zo boeiend maakt. verbalen over 'honderden verbrande
september VJw, is een van Deze tegenstrijdigheid is door veleDuitsers'. .Toch bleek deze vuurver-
v,,f.rrlici tp notice w5t historici van de oorlog beschreven dediging een mislukking, omdat rij
ae ui r». au i gsi en (waarschijnlijk terecht) verklaard- alleen bij absolute windstilte enige
de geschiedenis van de twee- uit de ambivalente houding die Hit- kans van slagen had.
c Ier tegenover Engeland had, voort-
durend heen en weer getrokken als
hij werd tussen bewondering, 'Ger- ait .nfw^ïacte
maans' verwantschapsgevoel en haat. ^L. fe^nö met pie^n gan-
- Vrijwel uniek rs Invasie 1940 zenroeren en jachtgeweren... Mfli-
pas, omdat het zowel de ouiciele tajr zou zjj weinig of niets betekend
voorbereidingen aan Engelse kant hebben, maar z« gaf de burger toch
het idee, dat bij meehielp zijn land
Het Is een invasie die niet is door
gegaan al geloven vandaag de dag
nog véle Engelsen, dat de Duitse in-
vaslevloot van rijnaken en vracht
schepen wel degelijk op 7 september
1940 in zee gestoken is, maar door
de Navy en de RAF is vernietigd...
Geen officiële tegenspraak van
Engelse of Duitse kant kon dit ge
loof van vele Britten verwoesten,
maar wellicht zal het boek van
Peter Fleming 'Invasie 1940"
(Nederlandse uitgave Sijthoff, Lei
den, 1957) toch een einde maken aan
de legende. Het is, om het maar
meteen te zeggen, het interessantse
boek over de tweede wereldoorlog
dat ik gelezen heb, inbegrepen de
machtige reeksen in zoveel dikke
delen van Churchill en anderen.
Het is vooral boelend en fascine
rend omdat geen enkele gebeurtenis Aanvankelijk heerste er na de te-
uit de oorlog zoveel aanleiding heeft rugtocht van Duinkerken in Enge
ANDREAS FEININGER, Vorm
en junctie in de natuur, N.V. W.
Gaade, Delft, 1956.
TTET IS DE VRAAG of een plaat
werk als dit met. toegegeven, 1
prachtige foto's van bomen en blade
ren, rupsekoppen, gedroogde mod
der, leisteenlagen, skeletten, spinne-
webben, sporen in het zand, bladner
ven en slakkehuizen wel zin heeft.
Natuurlijk: bij elke foto denkt
men 'Wat is de natuur toch raar!',
maar als men zich daar niet elke
seconde van zijn ieven reeds al van
bewust is, leeft men maar half.
Natuur en mens
Vroeger waren er, meen ik, Duitse
boeken, waarin naast een wolfsklauw
een gotisch ornament was afgebeek
en naast een paardebloem een borstel
(of iets anders) en dan moest je con
stateren, dat de vormen van de ment
op de vormen van de natuur ieken
en dat natuur en mens van hetzelfde
beginsel uitgingen of iets dergelijks.
Dat zal wel waar zijn en men kon
daar heel diepzinnig over gaan filo
soferen, maar men komt onveran
derlijk tot de conclusie, dat de schep
selen en vormen der natuur vreemd
zijn en de mens, een 'natuurlijk' ver
schijnsel hier op aarde, eveneens.
Dat de natuur op een of andere
manier 'functionele' vormen heeft
geschapen is, eerlijk gezegd, nogal
wiedes, maar ze heeft ook zwaar ge
ëxperimenteerd en die experimenten,
zie de grote uitgestorven diersoorten,
ziln niet altijd gelukt.
Zodat, om kort te gaan, er niet
veel touw aan de gangen der natuur
(noch van de mensen) is vast te
knopen en als men dat uit zo'n boek
haalt, is de moeite aan al die foto's
besteed, niet verloren. Maar meestal
wil men er iets anders uithalen, iets
van 'kunst' of iets van 'wetenschap'
en dat lijkt ons nogal gezocht.
De Hond van de Baskervilles, mis
schien wel het bekendste boek van
Conan Doyle, verscheen in tweede
druk bij de uitgeverij Contact. Steeds
opnieuw verbaast ons de uitstekende
milieu-schildering van deze knappe
schrijver van detectiveverhalen,
waarin de schrandere en vooral lo
gisch denkende Sherlock Holmes de
held is. Ook in deze roman weet
Holmes de schijnbaar bovennatuur
lijke verschijnselen tot hun ware
weliswaar misdadige maar zeer
aardse proporties terug te brengen.
In zijn genre is dit Doek een uit
blinker.
M. K.
TWEE GROVE OGEN, tvoeê spit
se oren, een brede mond, een jon
genskop, dat is Funny Face, Audrey
Hepburn in haar nieuwe jttm, die nu
Nederland heeft bereikt. Op de ach
tergrondmoeten wij het u nog zeg
gen? de beroemde suikertaart, dia
ons toelacht elke keer als wij in Pa
rijn binnensporen, de lelijkste kerk
van de lichtstad: de Sacré Coeur,
bovenop Montmartre.
DE MAN, die hier een lief
tallig meisje aan zijn ruige trui
drukt, ke:it u natuurlijk wel:
het is Jean Marais, die
altijd zo somber loopt te doen
in sombere Franse films. Het
meisje kent u natuurlijk óók:
het is Danièle Delorme
en als dié niet in staat is om
hem een glimlach rond de
I stroeve kaken te toveren, wie
dan wel?
Of het echt lukt, zullen we
pas kunnen zien als de film
naar Nederland komt. Want
het is een opname uit 'Elke
dag heeft z'n geheimpjeeen
film. die de Fransen onder aan
voering van Claude Boissol aan
het maken zijn.
'Verzonken eiland' van Hubert
Nicholson (Aetemareeks, N.V. Uit
gevers Mij. Pax, Den Haag) is, zo
men wil, een Engelse boerenroman.
Het decor: een kille, op de rivier de
Humber veroverde, vlakte. Hoofdrol
spelers: Roger Wellincroft, zijn ver
loofde Louise Killner en haar zusje
Ida, die met Roger trouwt,
Deze Ida is een figuur geworden,
die men niet zo gauw vergeet. Zij is
tuberculeus en weet dat zij jong zal
sterven. Hartstocht en dood gaan dan
een verbeten strijd aan, maar de tijd
is te kort om er een heel leven in
ramen te ballen.
Nicholson heeft zijn verhaal op
openhartige wijze, die niet zeer
Engels aandoet, geschreven. Zijn rea
liteitszin heeft hem voor een melo
drama behoed.
J. F.'
Het is tijd, dat zij die nog altijd ge- in ons land a! bekend was, toen zijn
loven in een Idyllisch Zuid-Afrika, autobiografie MIJN VOLK ROEPT
bewoond door godvruchtige Boeren, OM VRIJHEID verscheen (bij 'Fore-
vnalc riz> L onx T pannf»« J. ttj W - -
Henri Knap: Wereld in de we
reld, uitg. De Bezige Bij, 1957,
Amsterdam.
De journalist Henri Knap is voor
al bekend als vertegenwoordiger van
het humoristische genre, dat na de
oorlog in ons land zo'n grote bloei
mag beleven. Toch was rijn eerste
werk aUerminst humoristisch (hoe
wel niet zonder humor), maar een sa
natoriumroman, die kort na de oorlog
verscheen. De uitgeverij De Bezige
Bij heeft nu een ten dele herschreven
herdruk verzorgd 'omdat zij meent
dat dit boek in de grote stroom van
lectuur die in de jaren 1945—1950 op
ons volk is losgelaten, te snel is ver
geten.'
Onder de nieuwe titel "Wereld in
de wereld' maken wij dan (voor het
eerst of voor de tweede maal) kennis
met de reeks sanatoriumflguren en
sanatoriumsituaties die men in deze
soort romans altijd ontmoet:-de los-'
zinnige t.b.-lijder die zijn eigen ge
nezing tegenwerkt door geheim
drankmisbruik, de verbroken verhou
dingen met de buitenwereld, de hoop
en de teleurstelling van de hoofdper
soon-patiënt-, het intensieve seksuele
verkeer, de 'torren' etc.
En dan moet gezegd dat Knap in
deze sedert Thomas Mann, Somerset
Maugham c.s. bekende situaties, wel-,
is waar weinig nieuws weet te bren
gen, maar toch de eigen toon ge
vonden heeft die een herdruk wet
tigde. p. van 't V.
zoals de heer L. Penning ze destijds
voor de jeugd schiep, zich laten wak
ker schudden. Geen betere wekkers
dan de boeken van Peter Abrahams,
de jonge kleurling (geb. 1919), wiens
WIL» CONQUEST <De wilde trek)
te verdedigen.
De weken verstreken. Langzaam
als men het wachten op de in
vasie rekent. Snel als het ging om
de noodzakelijke tijd van voorberei
ding der defensie. Overal liepen de
u. geruchten, merkwaardig genoeg van
Wire hfcXn hoscViriiff Mï Co dezelfde aard ais bij voorbeeld ln de
hoofd te bieden, beschrijft als de Nederlandsc meidagen
von do 'o-onrono' mm om «euenanase meiuageu.
Spionage, parachutisten vermomd
als nonnen, spionnen in Britse unl-
reacties van de 'gewone' man en
vrouw in Engeland in deze periode.
gegeven tot legendevorming als juist
deze afgelaste invasie, deze Zeeleeuw
die nooit zee gekozen heeft.
Fleming beschrijft de periode van
mei 1940 tot en met september van
dat jaar, uiteraard met voortduren
de nadruk op alles wat met de in
vasieplannen in verband stond. Set
is niet.alleen de merkwaardige te
genstelling tussen de officiële orders
and niets dan de grootste verwar
ring. Een invasie werd redelijkerwijs
op korte termijn venvacht ('redelij
kerwijs', ja. maar in zijn hart kon
toch geen Engelsman geloven dat de
'landrot' Hitier kon slageni en nood
maatregelen moesten dus genomen
worden.
De verdediging werd geïmprovi
seerd. Fleming gaat nuchter de be-
formen, sabotagedaden. BÜ nader lieten bruggen opblazen, weigen met
betonblokken versperren en andere
vernielingen aanrichten...
De invasie kwam niet. 'Tussen 8
en 14 september moet Bitier afstand
hebben gedaan van het idee een ge
wapende aanval te doen op de En
gelse kust,' schrijft Fleming. Hitier
was zijn aandacht gaan richten op
Rusland en meende wellicht ook, dal
Engeland hem toch wel in. de schoot
zou vallen.
Zijn eerste en een van zijn groot
ste misrekeningen. Uit Flemings
echter in die nacht van 7 september, boek blijkt, voor wie het nog niet
Alles scheen erop te wijzen, dat de wist, dat Engeland onder leiding van
Duitse invasievloot klaar lag om op Churchill vastbesloten was de oor-
te stomen en het Britse opperbevel
gaf het codewoord 'Cromwell' uit,
hetgeen betekende dat de troepen in
alarmstelling moesten komen.
Door de slechte voorbereiding wis
ten de meeste commandanten echter
niet precies wat het codewoord
'Cromwell' betekende, Zü meenden,
dat de invasie ai begonnen was en
onderzoek blijft er van alle geruch
ten'weinig of niets over.
Alleen verwarring als het Britse
opperbevel waarschuwt tegen
Duitse militairen in Britse uni
formen, die men kan ontmaske
ren door op hun accent te let
ten en vergeet dat toen al vele
duizenden Nederlanders, Denen.
Fransen, Noren enzovoorts in Britse
uniformen rondliepen en het Engels
met vreemde accenten spraken.
Het toppunt van verwarring kwam
log voort te zetten, op elk niveau:
met de marine, de gehavende maar
niet verslagen luchtmacht, met
guerrilla-eenheden die hun onder
grondse holen al hadden gegraven,
met als het uiterste moment ge
komen was mosterdgas.
De invasie is niet doorgegaan.
Er is niet tegen Engeland gevaren.
Maar waren de Duitsers wel geko
men, dan zou de ontvangst feller
en dodelijker zyn geweest dan zij
zich in hun stoutste verwachtingen
hadden kunnen voorstellen. Want
Engelsen zijn rare mensen dat
is uit 'Invasie 1940' nog weer eens
te lezen.
'Een fascinerend boek. dat men in
eén adem uitleest!' prijst de uitgever
iijn eigen waar aan.
En ik ben het volkomen met hem
eens.
PAUL VAN T VEER
holte', Voorhout en "t Groeit', Ant
werpen).
Peter Abrahams' jeugd is volkomen
verweven met de binnenlandse poli
tieke situatie in zijn geboorteland.
Want zijn huid is zwart en in Zuid-
Afrlka is het goede der aarde 'uitslui
tend voor Europeanen' bestemd. Het
bordje op sportparken, theaters,
zwembaden, banken in de parken ob
sedeert de jongen.
Een neger is geen mens; daar in
een der mooiste landen ter wereld.
Als kind maakte Abrahams het mee,
dat drie blanke lummels hem bewus
teloos sloegen.
Toen hij thuiskwam, moest zijn
voogd hem nogmaals een aframme
ling geven, omdat de vader van de
drie aanvallers het eiste. Wat een
blanke zegt, is wet
Als 'negenjarige gaat hij naar
school.. Een boek met verhalen heeft
zijn lust tot lezen gewekt. En op dat
moment begint Peters strijd om een
bestaan, een strijd waaruit hij, dank
zij een onblusbare weetgierigheid en
een ondanks honger, en vernederingen
nooit aflatend vertrouwen, als over-
Avinnaar te voorschijnt komt.
Maar zijn zege is er eerst, wanneer
hij als trimmer in Durban voet aan
boord zet van een Brits schip, als hij
het paradijs van het meest conserva
tieve kolonialisme achter zich laat.
In Engeland heeft Abrahams, zoon
van een Ethiopische vader en een
Kaapse kleurlinge, zijn bestemming
gevonden. 'Vandaar uit waarschuwt
hij de wereld voor de brand die
eermiaa! op móét laaien uit een ver
vloekt systeem in een schijnbaar de
mocratisch geregeerd iand. En
steeds vraagt hij de aandacht voor
het waagstuk van de neger in de
wereld van heden.
Zijn autobiografie iigt ook in het
Nederlands gereed, om hen te waar
schuwen die menen, dat het zo'n
vaart niet zal lopen in het verre land
van Strydom.
M. SYBR, KOOPS