V er diensten voor stad
en verre omgeving
zijn onschatbaar
i
üi
H
y.
HET VRIJE VOLK
Niet allemaal dronken
Menselijke verhoudingen
Die wederzijdse bewondering en Toewijding
Nog
Musici betaalden toe
Jubilarissen en pensioenen
Altijd iverk
Nog meer werkers
WmM
Publiek verhonderdvoudigd,
Dat dat bestond
Rotterdams Philharmonisch Orkest
aar
P JUISI is het veertig jaar geleden, dat het Rotterdams Philharmonisch Orkest werd
opgericht. Mensen onder de vijftig zullen dit geloven op gezag van de affichesde
'nibileumconcerten en de krant. Voor hun gevoel is het namelijk ondenkbaardat het
Rotterdamse orkest ooit niet heeft beslaan. Mensen onder de veertig hebben bovendien
moeite, zich te realiseren dat het niet Eduard Flipse is geweest die het orkest heeft opgericht.
Eduard Flipse en het Rotterdams Philharmonisch Orkest hierin, dat ze Rotterdam tot de ge-
vormen trouwens beslist niet alleen in de ogen van het publiek ^eUigste stad van Europa maakten
een twee-eenheid. Wanneer men met dirigent en orkestleden schouwbwg^maï^k dtienteUen
over dit jubileum praat, merkt men hoe hecht en reëel deze andere restaurants, cafés, dancings
band is.
Eduard Flipse van zijn kant zegt dadelijk, zodra hij een
kranteman het woord „jubileum" hoort uitspreken: Denk erom,
het orkest jubileert; ik niet. En dan vertelt hij over de toewij
ding en de prestaties van zijn mensen.
Ik herinner me
schouwburgen en bioscopen hadden
hun eigen orkest.
Het repertoire van die ensembles
bevatte naast dansmuziek veelal
opera- en operetteselecties, ouvertu-
Dat de dirigent reden voor deze minste beweging van zijn wenkbrauw music? hoo^isfn^Men^Maar em
waarschuwing heeft, blijkt als men gehoorzaamt en iaat dan ook wijse- svedde ^chwêrwea%dm
met orkestmusici over het jubileum lijk het stuurwiel met rust), alsmede, Z SiPiïïïïïrt
spreekt. Onvermijdelijk cirkelt het kortom, degene die ondanks eigen ïjfjfjlf fl- H 52, ?r
gesprek dan steeds om Eduard Flipse, omvangrijke werkkring het kïaar- Cu/bfjnabij definitie een dronkelap
by wiens vakmanschap en wiens toe- speelt achter de schermen overal 1 1 e s' dronkelap.
wijding voor het orkest ze steeds weer tegelijk te zijn en zo het werk van
terechtkomen. haar man pas in volle omvang moge-
lijk maakt.
toewijding doen des te 'echter aan. Maar voor het overige heeft men
doordat er menselijke grenzen aan niet dc snelle intelligentie van Flipse
blijken te bestaan. De dirigent moet nodig om te begrijpen, dat er in een
wel eens knopen doorhakken en de orkest van tegen de negentig man
musici laten er geen twijfel over be- Kei eens geslampamperd kan mor
steen. dat ze zo n wolf-, geit- en kool- den. dat het menu niet dag in dag
situatie liever opgelost zagen zonder un koek en eieren kan vermelden, en
aat er op één zere teen werd getrapt, dqt )tgi £e wijsheid van een groot
staatsman vereist om uit de botsen
de belangen van artistieke en mate
riële aard de harmonie te scheppen,
zonder welke een orkest geen muziek
kan maken.
iog het bedenke-
In volle glorie, hoewel nog al
tijd in een noodschouwburg, po
seerden Eduard Flipse en het
Rotterdams Philharmonisch Or
kest voor onze fotograaf. Alle
betrokkenen zien met verlangen
uit naar de eerste foto in een
concertzaal, die deze musici waar
dig is. Maar zelfs de moderne
techniek stelt een krant nog niet
in staat, foto's uit de toekomst te
publiceren
ma's kwam luisteren, dat die inder
haast moesten worden herhaald.
Trouwens, op dat publiek komen we
nog terug.
Maar en dat is veel belangrijker
ze hebben begrip voor de dilem
ma's van een dirigent. Dadelijk volgt
de verklaring, dat „hij", of zelfs
„het", niet anders kan. En dan ko
men de verhalen over de persoon
En toch: praat met Eduard Flip-
lijke toewijding van Eduard Flipse Se (als u de kans krijgt, want hij
door zijn orkest en zijn mensen. werkt elke 7 dagen ongeveer twee
veertigurige werkweken af) en hij
Niet alleen over zijn rusteloos ge- vertelt u over de toewijding van zijn
zwoeg, van het zoeken mn geschikte mensen, die hen in staat stelt na een
-.ij-,—,» dodelijk vermoeide begeleiding, waar-
mmmmmmmm van het diep in de nacht is thuisge
komen. 's morgens op de repetitie
opnieuw te werken ais paarden. Als
hij spreekt van „mijn" orkest, is dat
niet met eèti gevoel van eigendoms-
'recht maar van trots en verbonden
heid, -■■■'-
Natuurlijk werkt het Rotterdams
Philharmonisch Orkest geregeld, zo
als in de perioden waarin Eduard
Flipse nieuwe programma's voorbe
reidt, onder gastdirigenten. Grote di
rigenten veelal, die overigens 'n veel
beperkter verantwoordelijkheid dra
gen dan de huisdirigent en die daar
door de zaak wat kalmer kunnen
aanpakken. Maar wie Rotterdams
Philharmonisch Orkest zegt, zegt
Eduard Flipse. En omgekeerd.
lilke gezicht van mijn moeder, toen
Geen tverklozenorkest we in de jaren twintig een musicus
Op 10 juni 1918 lag de zaak natuurlijk ?ls buurman van het ouderlijk huis
K - lrror»ar> 7n trnlr nunrirran» ennl Wi%
heel anders. Het was Jules Zagwijn
die het initiatief nam, samen met
enkele andere musici. Van deze an
deren heeft de altviolist Nico Save-
nije, de eerste secretaris van het Ge
nootschap, tot aan zijn pensionering
in 1957 deel van het orkest uitge-
kregen. Ze trok overigens snel bij,
want de nieuwe buur kwam wei vaak
laat, maar nooit dronken thuis.
Violist bij het WB-theater (op de
plaats waar nu Capitol staat), was
deze musicus een van de mensen, die
onvoldoende bevrediging vonden in
naar het jubileum.
Er blijkt misverstand te
bestaan
De piccolo van het orkest
partituren af tot aan de laatste be
over de redenen, die tot de oprichting
leidden. Zo is het beslist onjuist, dat
maakt. Node bekijkt hij nu van zijn de dagelijkse sleurdeuntjes. Hil heette
reglementair voorgeschreven rust uit Anton Schweitzer en was een van
die musici, die behoefte voelden aan
echt musiceren, aan het spelen van
artistiek verantwoorde muziek.
Met hem en andere musici vorm-
den Zagwijn, Savenije en anderen in
het Rotterdams Philharmonisch Or- 1918 hun „Genootschap van beroeps-
kest zijn glansrijke loopbaan als musici tot onderlinge kunstbeoefe-
werklozenorkest zou zijn begonnen, ning", dat onder leiding van Willem
slissende inzet tijdens de uitvoering, De situaties waaralt het;ontetaanis, Feiteer bet orkest vormde dat nu.
maar ook over de prijs van duizenden is heel anders en m onze tijd on- als Rotterdams Philharmonisch Or-
guldens, die hij nog onlangs volledig denkbaar. kest, uit het Nederlandse muziekle-
ter beschikking van zijn mensen stel- ld het begin van onze eeuw was t ven niet meer weg te denken is.
beroep van musicus in ons land niet
al te zeer in tel. Is tegenwoordig het
Van viin kant koestert Eduard woord musicus synoniem met toon-
Flipse niet de iUusie dat hij vemr een kunstenaar, destijds vormden de
orkest van engelen* met vedels en toonkunstenaars onder de musici een
klaroenen staat. Alleen voor de harp scnaarse eiu>e.
maakt hij in dit opzidht een uitzon- fn Rotterdam vonden vele honaer-
dering: Margot Broeders, de eerste den musici werk, maar afgezien van
J1*»„1*m I#.f r,va An aa 'AAneflfVOB
harpiste, is immers zijn vrouw, als- de kerkorganisten en de conserva-
mede de onvermoeide behoedster van toriumleraren bestond hun werk
zijn concentratie tegen overbodige en
hinderlijke belangstelling van al te
bewonderende buitenstaanders, als
mede zijn veilige chauffeuse (Flipse
zelf kan er niet aan wennen, dat een
auto niet zoals zijn orkest aan de
NIC. SAVENIJE
....39 jaar bij het orkest,
nu thuis
Men moet overigens niet denken;
dat het deze musici om een lekker
vet schnabbeltje te doen was. Inte
gendeel: het orkest, dat op coöpe
ratieve grondslag werkte, heeft in die
beginjaren nog wel eens toe moeten
betalen om een concert te kunnen
geven op een middag van een
werkdag, want 's avonds en in de
weekeinden hadden de orkestleden
andere verplichtingen.
We kunnen hier geen volledige ge
schiedenis van het orkest schrijven.
Jammer, want een interessante epi
sode is die waarin Feltzer werd op
gevolgd door Alexander Schmuller,
en waarin Eduard Flipse, die zijn
loopbaan begon als pianist en als di
rigent van koren en harmonie- en
fanfarekorpsen, als tweede dirigent
van het Genootschap naar voren be
gon te komen. Op 31 mei 1930 werd
hij benoemd tot eerste dirigent.
Wat er in die jaren en later ge
beurde arbeidersconcerten, jeugd-
concerten in velerlei vorm. hoogte
punten zoals Mahlers Achtste, reper-
coirevemieuwing heeft de grond
slag voor een unieke vorm van mu
ziekleven gelegd, maar we moeten
aan veel dingen in sneltreinvaart
voorbijgaan, ook aan de merkwaardi
ge gebeurtenissen in de oorlogsjaren,
die by vele vorige gelegenheden wer-
Jen gereleveerd.
Met het orkest jubileert ook Karei
las van Grol, de olijke slagwerker
lie op reis of in de pauze voor ieder
;rapje te vinden is, maar een en al
irnst als hij precies op tijd en precies
n de goede sterktegraad met zijn
dap op de tamtam of met zijn
tylofoonpassage komt. Als 22-jarige
lirlgent van een dameskapel kwam
lij in het orkest. Iets ouder, iets ge-
:etter. maar even vol muziek (hij
omponeert ook) viert hij dit jubi-
:um mee.
Ook Samuel Brill, solocellist
van hét orkest, was bij de oprich
ting lid. Zijn uitzonderlijke kwa
liteiten brachten hem echter op
posten, die destijds als belangrij
ker golden dan Rotterdam. Maar,
na van 1936 tot 1953 solocellist
bij het Concertgebouworkest te
zijn geweest, vond hij in laatst
genoemd jaar de weg terug naar
zijn geboortestad.
prachtig werd hij benoemd tot
eerste concertmeester van het orkest
en hij is dat tot 1941 gebleven.
Hij is in meer dan een opzicht een
pionier; als solist bracht hij met het
orkest, waarmee ook hij is vergroeid,
de eerste uitvoeringen in Nederland
van de vioolconcerten van Dvorak,
Hindemith en Stravinsky.
Musici van zijn leeftijd hebben het
overigens niet gemakkelijk. Pas sinds
1937 zijn zij „personeelslid" van de
Stichting, die immers voordien met
bestond, en voor een musicus, die dit
jaar met pensioen gaat, bepalen
daardoor niet meer dan 21 dienst
jaren de grootte van dat pensioen.
Er is aan deze misstand wel dege
lijk iets gedaan, en voor de jongeren
ziet de verre toekomst er dan ook
aanzienlijk rooskleuriger uit. Maar
voor de ouderen is er voorlopig geen
andere uitweg dan lesgeven en as
sisteren bij andere orkesten, als zij
tenminste zelfs maar de woning wil
len blijven bewonen, die ze gehuurd
hebben in de betrekkelijke welstand,
die een werkend orkestlid tegenwoor
dig gelukkig geniet.
Eigen karakter
Uit het handjevol geestdriftige
amusementsmusici, die de echte' mu
ziek niet konden missen, is een en
semble gegroeid dat internationaal
zijn woordje meespreekt. Niet in de
laatste plaats door het eigen, voor
uitstrevend karakter van zijn reper
toire.
Is dat nog wel zo?, vraagt men
wel eens. Een buitenstaander heeft
me zelfs eens haarfijn uitgelegd
waarom het niet meer „zo" was:
Eduard Flipse wordt oud en is het
gevecht met het domme publiek moe.
Dat Eduard Flipse oud wordt,
hopen we van harte. Maar ter ver
mijding van alle misverstand: hij is
het nog allerminst. De hoogblonde
kuif, waaronder vandaan ik, als jon
gen van negen, hem in de muziek
tent op het Heemraadsplein in Rot
terdam een harmonie-arrangement
van een pianosonatine van Kuhlau
zag dirigeren, is nu een spierwitte
haardos geworden. Maar die is dan
;ok het enige teken van ouderdoms-
wakte dat aan hem te bespeuren is
'i
De derde, die van het begin af liei En strijd tegen een dom publiek"
■n leed met het Rotterdams PhiUiar- Dat zou dan het publiek moeten
monisch Orkest heeft gedeeld, is Ma- zijn, dat in de „pioniersperiode" van
rtus Dodo, Om zijn violistische kwa- Eduard Flipse in zulke drommen
liteiten vooral zijn techniek is naar zijn vooruitstrevende program-
enen vooruitstrevend
Het zal menigeen verbazen te ver
nemen, dat het aantal noviteiten dat
het Rotterdams Philharmonisch Or
kest brengt, in de laatste jaren niet
kleiner maar groter is dan in Eduard
Flipse's eerste jaren. Dat dat zo on
waarschijnlijk lijkt, komt omdat in
dc begintijd de moderne muziek was
samengeperst in tien concerten per
seizoen. Nu geeft het orkest er meer
dan honderd, begeleidingen van
koren enz. niet meegerekend.
Natuurlijk worden op dit grotere
aantal concerten ook meer werken
gespeeld: ruim 120 per seizoen. Be
halve noviteiten, bevinden zich daar
onder ook de grote meesterwerken
uit de historische literatuur: Bach,
Haydn, Mozai Beethoven. Schubert,
Berlioz, TsjajkMvski, Franck.
Vroeger kon 'vet orkest aan deze
muziek voorbijgaan: In het Rotter
damse muziekleven brachten immers
in die jaren Concertgebouw- en
Residentie-Orkest de klassieken en
de romantici, en vrijwel niets dan
dat. Nu rust op de Rotterdammers
zelf ook deze taak, want een- concert
leven zonder de grote meesters van
weleer is ondenkbaar.
Dat deze dubbele taakverzwaring
hoge eisen aan de musici stelt, laat
zich denken, 's Morgens repetitie,
's middags reizen, 's avonds concert
plus terugreis, 's morgens weer repe
titie: als men weet hoe vermoeiend
al deze werkzaamheden zijn, en hoe
zwaar bovendien' de verantwoorde
lijkheid voor ieder orkestlid weegt,
dan begrijpt men waarom managers-
nekte en neurotische vioolarmen
vnder hen geen zeldzaamheid zijn.
Rust noodzakelijk
Waarmee ook weer niet gezegd is,
dat de orkestleden afgebeuld zouden
icorden. Dat is trouwens een on
mogelijkheid. Een afgebeuld orkest
ik heb ze vroeger elders wel mee
gemaakt kan eenvoudig niet de
spanning opbrengen, die voor een
enigszins verantwoorde vertolking
een absoluut onmisbare voorwaarde
is-
Op Eduard Flipses kalender voor
het komende seizoen die nu al op
de jeugdconcerten na vol is komt
dan ook een groot aamtal kruisjes
voor. Dat zijn de data, waarop het
orkest tot elke prijs een volle vrije
dag moet hebben. Het zijn er meer,
zo verzekert de dirigent, dan waar
op de musici contractueel recht heb
ben, maar hij weet dat ze ze nodig
hebben.
Ook al kan het eigenlijk niet, zo
lang door het ontbreken van een ech
te concertzaal allerlei concerten twee
maal achtereen moeten worden ge
speeld.
Ook deze verspilling van kostbare
energie, die aan verdere perfectie van
het orkest ten goede behoorde te ko
men, is een van de dringende rede
nen geweest waarom het gemeente
bestuur, na vroegere kansen ver
zuimd te hebben, zelfs in deze moei
lijke tiid de plannen voor een con
certgebouw met kracht ter hand heeft
genomen.
Op zulke rustdagen nu zit de diri
gent zelf overigens veelal weer diep
in de nieuwe partituren, hetzij in zijn
woning in Rotterdam, hetzij in „Fer-
mate". zijn buitenhuisje diep In de
Brabantse bossen, waar niemand hem
kan storen.
Er zijn er meer, die doorwerken ais
het orkest vrijaf heeft. Ook om een
orkest heen hebben mensen handen
vol werk om het apparaat op toeren
te houden.
De administratie. Als u daarbij aan
een duttende boekhouder denkt, ga
dan maar eens aan de Schiedamse-
vest kijken. U ziet daar, als u om het
schotje heen kijkt, meisjes die nijvei
tikken, tellen en telefoneren. Mee;
niet, want ais u in het allerheiligste
doordringt, wordt u er door admini
strateur drs. J. Oosterlee en zijn se
ct etaresse mej. H. C. M. Schaepmar:
beleefd maar afdoende weer uitge
werkt.
Of, als u er werkelijk iets te zoeker,
hebt. hebt u voor een gesprek van
zeven minuten anderhalf uur nodig
Want intussen meldt de echtgenott
van een op het jeugdconcert van
vanmiddag onmisbaar orkestlid haai
man ziek. Na een half uur koortsach
tig bellen blijken Den Haag. Amster
dam. Utrecht noch Hilversum ee:
vervanger te kunnen leveren. Ander
steden iiggen te ver uit de buurt
iemand van daar zou veel te laat ii
Rotterdam aankomen.
Heksenketel
Toch móét het concert doorgaan
Huize Flipse bellen. Mevrouw Flips
weet iemand. Mis: gewoon niet thui
De telefoon gaat, ditmaal niet voc
een wissewasje zoals er zoveel
zaak dreigen te stagneren, maar he
is Den Haag, dat toch nog ieman-,
heeft opgeduikeld. Dezemusici:
wordt opgebeld en zegt toe. Hij wordl
geïnstrueerd: welke muziek hij moet -
spelen, hoe hij de Koninginnekerk
bereikt, hoe men het honorarium be
rekent voor twee jeugdconcerten van
een uur.
Een noodkreet uit 't repititielokaal:
het orkestmateriaal voor de 24ste is
niet aangekomen. Huurmateriaal
komt trouwens uit sommige landen
altijd te laat: het vorige orkest dat
het gebruikte heeft het niet tijdig te
ruggestuurd. Te koop zijn zulke par
tijen veelal niet. Ook dat concert van
de 24ste moet doorgaan. Telegram,
Telefoon. Iemand waarschuwt: uit
een krantebericht blijkt dat de vio
list Spicati ziek is.
Dadelijk informeren, want Spicati
moet volgende maand met het orkest
optreden. Maar tussen die bedrijven
door moet u ook nog worden gehol
pen.
Niettemin zou de zaak grondig
spaak lopen, ais er niet bovendien
nog waxen de éne boekhouder, de
heer M. Schoenmakers, die het werk
van een hele boekhoudafdeling doet
omdat er in de tijdelijke behuizing
eenvoudig geen ruimte voor zo'n af
deling is. Om dezelfde reden is er één
stenotypiste voor de hele corrrespon-
dentie, en is mej. H. van Irsen de
enige die beschikbaar is voor heel de
administratie van de kaartverkoop.
Geen wonder, dat er op hoogtij
dagen, wanneer bijvoorbeeld een
nieuwe serie concerten is geannon
ceerd of het orkest op reis moet, tot
diep in de nacht moet worden door
gewerkt.
En dan dc orkestinspecteur J. F.
A. van Raak fin Dordt spelen we De-
Slagwerker Karei Das van Grol,
jubilaris mét het orkest, vergeet al
zijn grappen wanneer hij zijn ver
antwoordelijke werk in een symfonie
verricht.
bussy: twee harpen mee in de wa
gen); de orkestboden H. Brand en H.
R. Jansen (die nóóit een trombone
partij op de lessenaar van een hoornist
leggen en precies weten waar elk or
kestlid bij de telkens weer verschil
lende bezettingen bij ieder stuk zijn
zitplaats heeft); de bibliothecaresse
mej. I. Rayer (van elk muziekstuk
partituur plus tientallen partijen).
Hun werk omvat meer dan we hier
kunnen opsommen; ook zijn er meer
mensen die, buiten vast dienstver
band, voor het orkest werken. Als er-
gens geldt, dat transpiratie minstens
zo belangrijk is als inspiratie, dan it
het in het orkestbedrijf. En het dient,
opdat het orkest af en toe 's avonds
een paar uurtjes kan toeten en bla
zen, slaan en strijken. Dwaasheid?
Toen Eduard Flipse in 1930 voor
het orkest kwam te staan, had juist
de economische crisis ook Rotterdam
een geduchte klap gegeven, In 1931
is het voorgekomen, dat de toen enige
concertenserie van het orkest door
113 abonnees werd bezocht. In 1958
heeft het orkest een vast publiek van
meer dan twaalfduizend (verschil
lende) mensen, die de concerten van
het RPhO bezoeken omdat ze heb
ben ervaren dat hun leven er wezen
lijk door verrijkt wordt.
Tot in Rome toe is het Eduard
Flipse gebeurd, dat er mensen naar
hem toe kwamen en zeiden: ,Ik ben
een leerling' van uw jeugdconcerten,
en door u heb ik de muziek gevon
den. Ik kom u bedanken.' En on
gebruikelijke figuur in het onderwijs
de jongelui brengen hun ouders
mee, die dan op hun beurt door
Flipse worden .opgevoed' tot genie
ters en dikwijls tot kenners en be
oefenaars van muziek. Elke dirigent
speelt wat dit betreft, graag in Rot
terdam: deze stad heeft een uitzon
derlijk intelligent en kritisch con
certpubliek.
Is de muziek van het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, de symfoni
sche muziek, alleen weggelegd voor
een intellectuele elite?
Als Eduard Flipse eens, in plaats
van het dirigentenplatform, zijn
praatstoel bestijgt, spreekt hij niet
uitsluitend over zijn orkest. Ook over
zijn toehoorders'zal hij praten.
Misschien vertelt hij over dat echt
Rotterdamse volksvrouwtje, dat tij
dens een uitvoering van Schuberts
Onvoltooide van begin tot eind de
tranen moest wegvegen. Flipse zorgde
ervoor haar in de pauze te ontmoe
ten en vroeg wat er schortte. Dadelijk
kwamen de tranen weer. „O, meneer,
het was zo mooi, ik wist niet dat dat
bestond.".
Of een soortgelijk verhaal, want
Eduard Flipse heeft er zoveel zo be
leefd. En dit te mogen geven, aan
ieder die liet horen wil: dat Is het,
waarom de musici bereid waren aan
vankelijk geld toe te geven om dit
werk te doen, en waarom ze nu nog
bereid zijn een leven te leiden, dat
zo vol spanning is dat het soms niet
is uit te houden.
En toch is het deze spanning, die
hen in staat stelt telkens weer dat
uiterste te geven, dat hun toe
hoorders innerlijk verrijkt. Dat
geldt voor de dirigent, voor de or
kestleden van nu, voor de 84 die
in de loop van deze veertig jaar
zijn overleden en voor hen die,
soms na een staat van tientallen
jaren dienst, gepensioneerd wer
den.
Zij allen hebben er een zeer
grote bijdrage toe geleverd, dat
in Rotterdam niet alleen kan
worden gewerkt maar ook ge
leefd.
RIEN OUWERKERK
Wie Eduard Flipse zegt, zegt Rotterdams Philharmonisch Or
kest. En omgekeerd