EC
Fout bij
Arnhem
h
Zeven man gezond
en wel uit mijn
Betere betrekkingen
Z nidsla vië-Engeland
Overrompelende muziek
van Duke Ellington
ƒ25000 op 5946
preeuwenpraat
mmï
Huis in brand,
man redt zich
door sprong
Automobilist bij
botsing gedood
21.000ste schip
op Waterweg
Oude Brit op
Cyprus gedood
ipllli
iuaw
HET VRIJE VOLK MAANDAG 3 NOVEMBER 18SC
ET zal wel duidelijk
zijn dat er heel wat
mensen blij waren toen
ik wegging.'
Veldmaarschalk Bernard
Law Montgomery, hruggraaf
van El Alamein, ridder in de
orde van de Kouseband,
schrijft deze zin in zijn me
moires aan het einde van een
hoofdstuk over zijn optreden
als chef van de Britse impe
riale generale staf na de
oorlog.
Hij had de opmerking ook
als motto voor in zijn boek
kunnen plaatsen.
Want Montgomery, de popu
laire legeraanvoerder met zijn
rare baretjes, die na een actie
ve dienst van precies een halve
eeuw na het „buiten dienst"
achter zijn rang mag schrijven
is ongetwijfeld een der popu
lairste, zowel als een der meest
verwenste generaals uit de ge
geschiedenis. Populair bij d
troep en bij het publiek, ver
wenst door zijn collega's op
welk niveau en in welke omge
ving de officier Montgomery
ook maar met hen In contact
kwam.
Boel geld
DE BESTE
INVASIE '44
TEGENEN VOOR
NAUW CONTACT
Na negen dagen zonder eten en drinken
SPRINGHILL (AP Reuter). Voor de tweede maal is een
wonder gebeurd in het Canadese dorp Springhill: zeven mijn
werkers zijn, zoals wij zaterdag nog in een deel van onze edities
konden berichten, uit de ingestorte mijn Cumberland II ge
red. Zij hadden negen dagen in een donkere ruimte 4000 meter
onder de grond doorgebracht, vrijwel zonder eten of drinken.
QUERULANT
Sms
U leest 't
in de krant
U ZIET T IN
PANORAMA!
REPORTAGES HEET
VAN DE NAALD
m
mêmi
Armstrong en Basie
naar Nederland?
Wezep heeft verkeer
niet omgelegd
PAGINA 3
Reserve-agent van
gemeentepolitie G. J.
van Leenen uit Rot
terdam vertelt mij,
dat hü m;ln stukje
over het militaire ge
doe in de wandel
sport met veel be
langstelling heeft ge
lezen. De reserve
agent is zelf een ver
woed wandelaar. Hij
zegt:
„Wij van de RGP
hébben een bloeiende
■wandelsportvereni
ging. Het wandelen doen wij geheel
vrijwillig en geheel mor ons genoe
gen. Alleen, zijn wij natuurlijk aan
regels gebonden, want het zou toch
werkelijk te gek zijn als zo'n groepje
politiemannen er maar met de pet
naar ging gooien.
Heus Pieter, het. wandelen in
groepsverband kan werkelijk prettig
zijn. Vele leuke herinneringen bewa
ren wij aan diverse marsen. Neem nu
bijv. die Airborne-mars in Ooster
beek. Daar liepen zo'n 17.000 man
mee, burgers, militairen, politie, ver
plegend personeel, oud en jong. Dan
merk je pas hoe sportief wandelaars
zijn.
Wij kwamen daar langs een rust
punt van wandelgroepen. Dan gaat
het zo: Een van de rustenden roept:
Een hoeraatje voor de Rotterdamse
politie". Het hele koor roept: „Hoei,
hoei, hoei, toi, toi, ioi," Dat zijn leuke
momenten die je niet gauw vergeet.
Je praat eens met de mensen, er wor
den adressen uitgetOisseld, er worden
foto's gemaakt; kortom: het is een
gezellige boel.
En wat vind je ervan dat wij bij de
Rotterdammer-mars de eerste prijs
leeghaalden voor de neuzen van de
mariniers uit de Van Gendt-kazerne?
Daar is discipline, goede stemming
en kameraadschap voor nodig.
Ik hoop je nog eens op de Wester
singel 55 te zien. Dan kun je onze
prijzenkast bekijken.
m
Hoei, hoei, hoei. toi, toi. toi. vriend
Van Leenen. Daar hebt ge deze
spreeuw toch gans vrkeerd begrepen
Ik heb niets tegen het wandelen in
groepsverband, ik heb niets tegen het
vief marcheren in groepsverband en
ik kan me voorstellen, dat soldaten,
politiemannen of BB'ers behoorlijk
moeten lopen wanneer zij zich in uni
form aan de massa vertonen. Ik heb
echter wel wat tegen dat overdreven
militaire fluit- en commandeergedoe
in sommige burgerwandelgroepen.
Ik sta niet alleen. De heer A.Keu
zenkamp uit Rotterdam, in wandel
sportkringen zeker geen onbekende,
schrijft mij,Jk kan niet anders dan
uw mening delen. Het militaire gedoe
is geen wandelen meer in de zin zoals
de Koninklijke Nederlandse Bond
voor Lichamelijke Opvoeding en de
bij hem aangesloten organisaties dit
propageren."
De heer Keuzenkamp wijst ons op
de zangbijeenkomsten die de Wan
delsportkring voor Rotterdam en
Omgeving voor zijn wandelaars or
ganiseert en waarin de goede stem
ming en vrijheid van wandelen be
vorderd worden. Zaterdagmiddag is
er zo'n bijeenkomst in de kantine van
Het Vrije Volk gehouden. „Wanneer
je dan de enthousiaste liedjes van de
jeugd hoort, zul je het met mij eens
zijn, dat zeer zeker niet alle wandel
groepen het stramme en stroeve mar
cheren voorstaan, doch alle moeite
doen de jeugd het levenslustige en
vrije wandelen bij te brengen." Aldus
de heer Keuzenkamp.
MONTY: eigenwijs -
maar groot generaal
Blij Is Pieter met een exemplaar
van de richtlijnen voor het toeken
nen van extra-prijzen bij wandel
tochten.
Wat beoordeelt de jury?
„In het toe te kennen puntenaan-
tal geeft zij haar waardering voor:
Wandelvaardigheid (wekt de groep
de indruk getraind te zijn voor de af
stand waarop zij loopt?), orde en
netheid (is de formatie netjes of
slordig? Als de groep in uniform is
gekleed, is die dan ook werkelijk uni
form? Neemt zij de verkeersregels in
acht?), de geest in de groep (wordt
er gezongen en. zo ja, wat zingt en
hoe zingt men? Hoe reageert de
groep op de aanwijzingen van de lei
ding?).
En het belangrijkste:
.Het toekennen van z.g. extra-
prijzen bij wandeltochten, dreigt een
soort wandelen te doen ontstaan, dat
in hoge mate ongewenst is en een
gevaar is voor de gezonde ontivik-
keling van de wandelsport, nl. het
op belachelijke wijze nabootsen van
militairen bij een défilé. Onze taak
als de grootste wandclsportorganisa-
t.ie in ons land legt ons de plicht
op ernstig tegen dit euvel te waar
schuwen en alles te doen om het ka
rakter van onze, voor de volksge
zondheid zo belangrijke tak van
sport, zuiver te houden."
Als Pieter een padvinder-wandelaar
was, zou ik roepen: „gee-oo-ee-dee-
zet-oo: goed zo, goed zo, goed zozo."
„Ja, Pieter, ik ben vanmiddag mijn
porfcemonnaie kwijtgeraakt. Ik had
pas mijn steun gehaald en er zat 31
gulden in. Ik was op weg om een
zakje kolen te halen. Je begrijpt dat
ik het erg vind, want ik heb vier kin
deren en leef al negen jaar van de
steun. Ik heb nog nooit wat verlo
ren. Het was een bruine portemon-
naie.
Aldus lees ik in een brief uit het
Witte Dorp. Die portemonnaie is tus
sen Brik- en Damloperstraat kwijt
geraakt.
Voor sommige mensen betekent een
bedrag van 31 toch wel een ver
schrikkelijke boel geld, vrienden.
Aanbod
Aan het begin van de nieuwe week
bebben wij de volgende aanbiedingen
met veel genoegen opgeschreven: een
éénpersoons ledikant (bestemd) van De
G. van de Dreef, een armstoel, een thee
meubel en een bankje van R. van de
Plataanweg, stoelen, een dressoir (alles
bestemd) en een theekast van V. uit de
Rh Ij n vis Fetthstmat, twee fauteuils van
R. uit de Boudewijnstraat. en een Llber-
tystoel van J. van de Noorderhavenkade.
Vier stoelen (best.) hebben wij genoteerd
van S. uit de Bethlehemstraat, een radio
(bestemd) van L. uit de Vlasakkerstraat,
capsules van R. van de Pleinweg, thee-
lood van Van de B. uit de Josephstraat
en relsbonnen van Van de B. Een op
vouwbare poppekast met zes poppen
hebben wij opgeschreven van B. van de
Pompstatlonsweg te Den Haag. speelgoed
van K. uit de Van Lennepstraat en nog
eens speelgoed van S. uit de Fuikstraat.
Alles voor do Vara-speelgoed-actle. Allen
onze dank.
Verlies
Mevr. Vrooman, Van Harenstraat 50,
verloor op 29 oktober in het centrum
van de stad een gouden broche met een
donkerrode steen. Het dochtertje van
mevr. Nieuwenhulzen. Steven Hoogen-
dijkstraat 22, is op 28 oktober In het
Kralingse Bos het beugeltje van haar
tanden kwijtgeraakt.
Bij bet wegbrengen van de spelen van
de waardebonnen-actie van het NW
heeft mevr. Vellekoop, Oost plein 50c,
donderdagmiddag In de omgeving van
de Spanpensekade haar zwarte glacé
handschoen verloren. Het zoontje van
de heer J. Cardlnaal. Bospolderderstraat
5Lb, miste zondag in de omgeving van
de Schiedamsewcg zijn leren hand
schoentje met bruin astrakan.
Dierenrijk
Mevr. De Geus. Sleephelllngstraat 50.
zoekt voor haar katertje een goed te-
yx'f'.
De gevoelens waren en zijn we-
derkerig. Daarvan getuigt niet
alleen dit uiterst boeiende boek
'Memoires van Montgomery' zelf,
maar niet minder de stampei
die het reeds voor zijn verschij
ning in boekvorm heeft veroor
zaakt.
Dat generaals over een flinke por
tie eigenwijsheid beschikken, brengt
hun functie mee. De portie eigenwijs
heid van Montgomery echter is ver
rassend. Men heeft moeite in alle
zeshonderd pagina's van zijn memoi
res een gunstige opmerking te vinden
over zijn meerderen en zijn collega's
buiten de enigszins kunstmatig aan
doende algemene betuigingen aan
bet einde van hoofdstukken of perio
den dat 'mijn beste vriend Eisenho
wer een groot legeraanvoerder was' of
iets dergelijks. Tevoren heeft hij dan
Eisenhower op alle manieren van
aarzelingen, foutieve beslissingen en
onbegrip beschuldigd.
Het is de gewoonte dat generaals
uit de Tweede Wereldoorlog hun „me
moires" door anderen laten schrij
ven. Het lijdt geen twijfel dat
niemand anders dan Montgomery
zelf zo welhaast onbeschaamd zij n
eigen gelijk ten troon zou durven
verheffen. (Misschien zou een vak
kundiger auteur dan Montgomery
trouwens een aantal bekortingen
hebben aangebracht, die het boek
niet zouden schaden.)
Men hoeft niet ver te lezen om
te weten te komen waarom Mont
gomery zo van zijn eigen gelijk
overtuigd is. Hfj is eenvoudig de
legeraanvoerder bij de gratie Gods,
die in een beschrijving van de
vereisten waaraan een goed bevel
hebber moet voldoen (pagina 83)
zozeer zich zelf ten tonele voert,
dat men als het ware gaat zoeken
naar de vermelding dat 's mans
naam eigenlijk met een ,jil" moet
beginnen en op „ontgomery" moet
eindigen om de ware ideale com
mandant te kunnen zijn
Het tekenendste voorbeeld van dit
gelijkzoeken, ook waar het kennelijk
niet aanwezig is. is de bekende ge
schiedenis uit de vertraagde „uit
braak" uit Normandië na de invasie
van 1944. Montgomery commandeer
de de Britse en Canadese troepen bij
Caen en alle officiële en niet-offi-
ciële beschrijvingen zijn het erover
eens dat zijn legergroep er niet in
slaagde de Duitse defensie in deze
sector te breken.
Door deze vertraging (veroorzaakt
door de „toevalligheid" dat aan deze
sector van het front veel meer Duit
se tanks stonden dan tegenover het
eerde en eerste Amerikaanse leger
aan de Zuidwestkant van het Nór-
mandische schiereiland) mislukte
later ten dele de omsingeling van
enige Duitse legers.
MONTGOMERY
eigenwijs;?
Bij een brand in een arbeiderswo
ning te Harkema-Opeinde in Fries
land is gistermiddag de bewoner J.
Hiemstra ternauwernood aan de dood
ontsnapt, toen hij tijdens zijn mid
dagslaapje door het vuur werd ver
rast, Zijn echtgenote en kinderen
waren afwezig.
De man moest uit het raam van
de verdieping springen, maar bereikte
de grond vrijwel ongedeerd. Het huis
brandde tot de grond toe af. De in
boedel ging vrijwel geheel verloren.
Wat is Montgomery's opvatting?
Het is nooit de bedoeling geweest dat
de Britse en Canadese troepen onder
zijn bevel zouden uitbreken. Zij moes
ten integendeel blijven staan om zo
veel mogelijk Duitsers te binden.
Niemand anders dan Montgomery
zelf heeft dit blijkbaar begrepen
Zelfs Eisenhower, de opperbevelheb
ber, kende zijn eigen bevelen niet. De
onverdiende blaam voor het tweede
Britse leger „vormt een duidelijke
aanwijzing dat Eisenhower nooit het
basisplan heeft begrepen, waarmee
hij zo opgewekt had ingestemd'
schrijft Montgomery.
Met andere woorden: de opperbe
velhebber kende zijn eigen plan niet
en Montgomery's interpretatie is be
ter dan die van de man, die de ope
raties leidde!
Dit is niet het enige, maar wel het
scherpste voorbeeld van Montgome
ry's eigenwijsheid. Als men dit leest,
kan het niemand verbazen dat de
veldmaarschalk voortdurend met zijn
mede-commandanten overhoop lag.
Als men bovendien leest hoe vaak en
hoe snel hij zijn eigen onderbevel
hebbers verving en overplaatste om
dat hun opvattingen niet de zijne
waren, kan het ook geen verwonde
ring baren dat ook in deze kring
Montgomery niet bepaald populair
was.
Maar toch is dit alles slechts de
halve waarheid over Montgomery,
wellicht zelfs minder dan de halve
waarheid. Er tegenover staat im
mers dat zoals eveneens over
vloedig uit de memoires blijkt
Montgomery op ettelijke punten,
met kop en schouders boven de
routinegeneraals uitstak.
Hij was een van de eerste officieren
in het Britse leger die aandacht had
voor de menselijke kant van zijn taak.
Hü begreep dat een commandant zijn
soldaten en officieren moet bezielen
door zijn eigen voorbeeld, door zijn
openhartigheid over de doelen van
de actie (zonder uiteraard militaire
geheimen te onthullen) in het ge
vecht.
„De materie waarmee de generaal
werkt, bestaat uit de manschappen.
Hetzelfde geldt in het burgerleven.
Ik heb wel eens de indruk gekregen,
dat directeuren van grote industriële
ondernemingen dit niet altijd besef
fenveel generaals hebben op dit
belangrijke punt ook niet voldoende
inzicht getoond en de implicaties
ervan niet geheel begrepen: „Dit is
een van de redenen, waarom sommi
gen van hen hebben gefaald."
Zo'n passage, beschrijving van
Montgomery's gedachten ver voor de
Tweede Wereldoorlog, tekent de man
minstens evenzeer als zijn ruzies.
Reeds als majoor, en hoeveel meer
later als generaal, probeerde Mont
gomery steeds het karakter van zijn
compagnieën, bataljons en divisies te
leren kennen door nauw contact met j
soldaten en officieren.
Op een plaats in zijn memoires
geeft Montgomery een belangrijke
fout toe: in zijn beschrijving van
de slag om Arnhem.
De veldmaarschalk noemt vier
redenen -waarom 'we bij Arnhem
niet tot een volledig succes kon
den komen':
1. onvoldoende steun van het geal
lieerde hoofdkwartier bij de operatie,
overigens niet door Eisenhowers
schuld;
2. de luchtlanding was te ver van
de grote Rijnbrug uitgevoerd;
3. het weer was te slecht;
4. de aanwezigheid van het tweede
SS-pantserkorps, waarvan de ge
vechtskracht was onderschat.
Het tweede punt neemt Montgo
mery geheel voor zijn eigen verant
woording. 'Ik had het tweede leger
en het eerste luchtlandingskorps or
der moeten geven ten minste een
complete parachutebrigade heel dicht
by de brug af te werpen, zodat die in
enkele minuten zou zijn veroverd. De
verdediging ervan zou dan in alle
rust zijn voorbereid. Dit heb ik niet
gedaan,' schrijft hij.
Generaal Urquhart noemt in zijn
boek 'De slag om Arnhem' ongeveer
dezelfde oorzaken van het mislukken
der actie, die overigens een stoutmoe
dig plan van Montgomery was om in
korte tijd het Roergebied te verove
ren en Nederland te bevrijden.
Urquhart vermeldt dat bij het op
zetten van de operatie Market Gar
den de mogelijkheid was overwogen
parachutisten vlakbij de grote Rijn
brug af te werpen. Volgens ce be
schikbare inlichtingen was de grond
daarvoor echter te drassig, hetgeen
later onjuist bleek te zijn.
Overigens meent Montgomery dat
de actie wel had.kunnen slagen als
hem maar voldoende vliegtuigen,
grondtroepen en voorraden waren
toegewezen.
voorstellen die geen querulant is
een moeilijk te verdragen mensenty
pe waarvan hij duidelijke trekken
vertoont.
Maar toch kan het geen verba
zing wekken dat een man als hij
ondanks zijn queruiantisme tot
steeds hogere posten geroepen
werd om ten slotte in westers ver
band tijdens de oorlog en daarna
in NAVO-verband tot de hoogste
functies te stijgen, die een niet-
Amerikaan bereiken kan.
HAUL VAN T VEER
f Memoires van veldmaarschalk
Montgomery, vert. J. F. en H.
L. J. Kliphuis., uitg. H. J. W,
Becht, Amsterdam 1958).
"ij
Na negen dagen vol ontbe
ring en ondraaglijke spanning
diep onder de aardoppervlakte
komt de Canadese mijnwerker
Maurice Ruddick in een zieken
huisbed weer op krachten.
Ruddiek, vader van twaalf
kinderen, is een van de zeven
geredden. In zijn armen slui
mert zijn jongste zoon Revere,
naast hem zijn dolgelukkige
vrouw.
Voor hen is de mijnramp als
een boze droom die voorbij is.
Van de 174 arbeiders van de nacht
ploeg, die donderdag voor een week
werden ingesloten door een onder
grondse aardverschuiving, werden er
81 kort na de ramp gered en twaalf
zes en een halve dag later.
Deze verbazingwekkende redding
had de bevolking van Springhill nog
niet verwerkt, toen zaterdagmorgen
wéér stemmen werden vernomen
uit de mijn. Het was nog donker,
maar ploegen arbeiders die naar
lijken zochten, waren nu aan het
werk.
In de hoofdstraat van het dorp
gingen de lichten aan, huisdeuren
vlogen open en opgewonden mensen
renden naar de mijn.
Door een tnnnel wisten de redders
de ingesloten mannen te bereiken.
Sommigen van ben waren gewond,
maar anderen schenen er zelfs beter
aan toe dan de twaalf die in de
nacht van woensdag op donderdag
werden gered.
Een van de geredden, de 46-jarige
Maurice Ruddick vader van twaalf
kinderen was zelfs nog in staat
een grapje te maken. „Geef me wat
water en ik zal een liedje voor jullie
zingen," zei hij tegen de van vreugde
bijna uitzinnige omstanders.
Reddingploegen hebben zaterdag
avond en zondagmorgen zeven lijken
geborgen. Er worden nu nog dertig
mensen vermist. Het staat vast, dat
44 mijnwerkers de dood hebben ge
vonden.
In de gemeente Norg in Drente is
zondagavond op de weg tussen Norg
en Smilde een automobilist bij het
inhalen met zijn auto van de weg af
geraakt en tegen een boom terecht
gekomen. De bestuurder, de 4I-jarige
heer E, Martens uit Norg, die enig
inzittende was, is om het leven ge
komen. De botsing was zo hevig, dat
de boom midden in het autowrak
kwam te staan.
Het slachtoffer Is in het ziekenhuis
te Assen overleden.
(Van onze Londense correspondent)
Belgrado mag zich verheugen over de resultaten van het bezoek
dat de Zuidslavische minister van Buitenlandse Zaken, Kotsja Po-
povitsj, vorige week aan Londen heeft gebracht: Er schijnt een be
langrijke verbetering van de betrekkingen met Engeland door bereikt
te zijn.
De minister beeft de Britse rege
ring ingelicht over de relaties met
Moskou, die even verwarrend zijn als
Hij „liet zich zien" bij de troep,
sprak de soldaten herhaaldelijk per
soonlijk toe en hij onthult in z'n boek
dat hij zich opzettelijk wat wonder
lijk kleedde om zo de soldaten een
visueel beeld van „hun" bevelhebber
te geven. Als hij zijn leger zo door en
door had leren kennen, kon hij be
paalde divisies of afdelingen voor be
paalde taken Inzetten.
Het is geen wonder, dat Montgo
mery met zijn grote aandacht voor
het welzijn van de soldaat populair
was bij de troepen bij het pu
bliek. De „voorzichtigheid", die hem
in generaalskringen wei verweten
werd (en die misschien objectief ge
zien wel eens een verwijt waard was
als een snelle overwinning noodzake
lijk was om latere grote verliezen te
vermijden), is een eigenschap die
hem als mens ook slechts sympathie
ker kan maken.
Zo is het beeld van Montgomery,
dat uit zijn eigen memoires naai' vo
ren komt en trouwens uit andere
bronnen genoegzaam gestaafd kan
worden, opgebouwd uit licht en don
ker. Zijn nadelen zijn niet geheel
naar de Franse uitspraak „Les dé-
fauts de ses nualités", de fouten die
juist de schaduwkant van zijn kwa
liteiten zijn, want men kan zich zeer
goed een man met zijn inzichten
Advertentie LM.
U hoort t
door de radio...
altijd. De Sowjet-unie heeft het eer
der aan Zuidslavië beloofde krediet
van 1200 miljoen gulden Ingetrokken.
Tegelijkertijd echter is de houding
van de Sowjet-pers jegens Zuidsla
vië vriendelijker dan ooit sedert het
congres van de Zuidslavische com
munistische partij in het voorjaar te
Ljublana. Anderzijds tonen Albanië
en Bulgarije, twee buurlanden van
Zuidslavië en tevens trouwe satel-
lietlanden van de Sowjet-Unie zich
even vijandig als in de tijd van de
grote spanning, tussen 1948 en 1954.
Minister Popovitsj heeft van zijn
verblijf in Londen gebruik gemaakt
om weer in contact te treden met de
Britse arbeiderspartij. Dit contact
was sedert de veroordeling van Milo-
van Djilas en van drie oude sociaal
democraten verbroken.
Naar verluidt, is de arbeiderspartij
bereid een delegatie naar Zuidslavië
te zenden en opnieuw betrekkingen
met de Zuidslavische regering aan te
knopen.
Op zijn persconferentie werd Popo
vitsj gewaagd, of bij zich er van be
wust is, dat de vrienden van Zuid
slavië op een amnestie van Djilas en
de sociaal-democraten wachten. Zijn
antwoord luidde dat er een „theore
tische mogelijkheid" bestaat, dat
Djilas gratie krijgt maar dat deze
mogelijkheid niet wordt bevorderd
door enigerlei druk die van buiten af
wordt uitgeoefend.
Veertien musici, geleid door pianist, componist en arrangeur Duke
Ellington hebben de duizenden bezoekers van de koude Houtrusthal
in Den Haag zaterdagavond in een muzikaal sauna-bad gedompeld.
Ir een orgie van muzikaliteit, vindingrijkheid, verbluffende
orkestratie en indringende soli, een feest van klankkleuren en com
posities, die alleen een Ellington kan bieden.
Het verbluffende van deze thans
58-jarige man, die bij zijn leven al
een legende is, is niet het feit, dat
hij zich weet te handhaven, maar de
wijze, waarop hij dat doet. Hij teert
niet op zijn oude roem, stelt zich niet
tevreden met een herhaling van zijn
vele bekende nummers, maar trekt
keer op keer de aandacht door nieu
we composities, nieuwe ideeën en
vondsten, die zijn muziek spring
levend houden.
Veel is er al geschreven over de
orkestleider Ellington, over de diri
gent, die bij alle vrijheid, die hij zijn
musici laat, toch alleen zelf bepaalt,
hoe er gespeeld wordt. Zaterdag in
Den Haag en zon'dag in Amsterdam
heeft men hem aan het werk kunnen
zien; schijnbaar-nonchalant wande
lend over het toneel, met een enkele
brede armzwaai dirigerend en soms
staande achter de piano een paar ak
koorden aanslaand, maar toch ge
spannen, voortdurend bedacht op een
juiste voordracht van zijn muziek.
De veertien orkestleden, van de
oudste, 52-jarige altsaxofonist John
ny Hodges, tot de jongste, de 31-jarl-
ge bassist James Woode, zijn stuk
voor stuk meester op hun instru
ment. De meesten hebben ervaring
bij andere orkesten opgedaan, maar
ize zijn nu typische Elüngton-musici,
die ondanks grote verschillen in stijl
en toon toch een perfecte eenheid
vormen.
Snel en vaardig werd het program
ma afgewerkt: bekende nummers als
'Sophisticated Lady', 'Take the A-
train' en de 'Black and Tan Fantasy"
en nieuwe als de 'Sonnet to Hank
Cing', een deel uit .Such sweet thun
der'. Ellingtons illustratie van teksten
van Shakespeare. Overrompeld,
volkomen veroverd door deze hart
verwarmende muziek, moest men zich
aan de Duke overgeven.
LEO KOOL
(Van een onzer verslaggevers)
In februari 1959 komt Louis Arm
strong en zijn orkest waarschijnlijk
naar Nederland. Onderhandelingen
over deze tournee zijn gaande. In
maart krijgen we wellicht bezoek van
de even bekende Count Basie. Dit
deelde impresario Lou van Rees
zaterdag tijdens het concert van de
derde grootheid op jazzgebied, Duke
Ellington, in de Houtrusthal in Den
Haag mee.
DVKE ELLINGTON
springlevend
iVan een onzer verslaggevers)
Met slechts één dag achterstand op
de recordcijfers van 1957 is zaterdag
het 21.0fl0stc schip de Waterweg bin
nengekomen. Het was het Engelse
vrachtschip Karri, dat geladen met
ijzer van Goole kwam en naarde
Waalhaven ging.
Deze achterstand van één etmaal
betekent, dat ongeveer honderd sche
pen minder op de Waterweg zijn
aangekomen dan vorig jaar. Enige
maanden geleden bedroeg deze ach
terstand bijna vijfhonderd schepen.
Hieruit blijkt dus, dat het scheep
vaartverkeer naar het Waterweg
gebied in het laatste kwartaal
drukker is geweest dan in dezelfde
periode van het vorig jaar.
De 21.000ste arriveerde vorig jaar
op 31 oktober. Het was toen de Sirius.
In de eerste klasse van de Staats
loterij is vanmorgen een prijs van
25.000 gevallen op nummer 5946.
Men vreest dat 24 mensen om
het leven zijn gekomen bij het om
slaan van een veer ten gevolge van
een wervelstorm in een Oostpakis-
taanse rivier.
NICOSIA (Reuter). Een Engels
man van 71, Charles Wood, die der
tig jaar op Cyprus heeft gewoond, is
vanmorgen in Nicosia door terroris
ten doodgeschoten.
Wood stond onder een grote euca-
lyptusboom op een plein te wachten
op de bus die hem naar zijn werk
zou brengen, toen hij van achteren
door verscheidene mannen werd be
schoten. Hij overleed vrijwel onmid
dellijk. Wood had vele vrienden on
der de inwoners van Cyprus. Hij is
de oudste van de 133 Britten die tot
nu toe op het eiland zijn doodgescho
ten.
De jongste was de zeventienjarige
zoon van een Britse sergeant, die
vrijdag jl. is doodgeschoten.
(Van een onzer verslaggevers)
'Van een wcgomlegging op last van
de gemeente via de onbewaakte over
weg te Wczep is 'geen sprake geweest.
Dit hebben Gedeputeerde Staten
van Gelderland geantwoord op vra
gen van het Statenlid mr. S. Willin-
ge Gratama over het ongeluk op deze
onbewaakte, dat aan vier inzitten
den van een bus het leven heeft ge
kost.
Hangende het justitiële onder
zoek laten Gedeputeerde Staten de
vraag in het midden welke facto
ren ertoe hebben geleid dat twee
bussen gebruik hebben gemaakt
van de onbewaakte overweg.
Deze werd overigens niet alleen op
de dag van het ongeluk, maar ook
reeds geruime tijd daarvoor zonder
bezwaar benut door het middelzware
vrachtvervoer van en naar de nabij
gelegen Prinses Margrietkazerne.