1
1
Wk
mm
A
1
m
MOET U
HOREN!
19
tern
op
1
m
m
Tweede net
Nog twee
'kittenin
Binnen-
Ban tammer
BS
PufOllioudt
MOLEN IN AS
G
if
HET VRIJE VOLK ZATERDAG 15 FEBRUARI 1964
PAGINA 3
(Van een onzer verslaggevers)
De Binnen Bantammer-
straat is een gewone Amster
damse straat. Veel hoge hui
zen, smalle trottoirs, weinig
zon en weinig ruimte voor het
verkeer. Het is de straat van
de Chinese restaurants. Er
tvonen veel Chinezen en
Bijna hadden we geschreven:
Het is ook de straat van de
opiumkitten. Maar kun je die
twee huizen, waarvan de deu
ren openstaan, nu wel opium
kitten noemen?
Kanker
De
roes
Twintig
Meer succes had men bij
het aanhouden van de smok
kelwaar in Rotterdam zelf.
Daar is de laatste dertien
jaar niet minder dan vijfhon
derd kilo opium in handen
van de politie gevallen.
MAANDAG: de strijd tegen
opiumsmokkel in Rotterdam.
ISozkSikS kilo
li
1 Een visser kreeg onlangs bezoek 1
1 van het opinie-onderzoek. 1
|g Men nam de brave borst te grazen: g
Wat denkt u van het tweede net? fg
ff Ah, zei hij. waar 7k het eerst op let -
jf hoe groot zijn eigenlijk de mazeng
imniiHmwaiiummaiiitiiiiniïuuiiiiHmmiiuiWftiUiBHitiiiiaMiiiHwufhniriKiimitifiwiiitiiimiiiiiiiiRniinfmiKswtmiffSWffmmiiimiWifmïitT
Raad voor luchtverontreiniging geïnstalleerd
Kamerleden doen
onvriendelijk over
decentralisatie
i smfittfilons zu
(Van onze soc.-econ. redactie)
'De vakbeweging is na de
oorlog veel te tam geweest. De
Ionen zijn ver achter gebleven
bij de mogelijkheden van onze
economie. De vakbeweging
heeft toegelaten dat de rege
ring de lonen te veel onder
druk heeft gezet.'
HERVERDELING
Proces tegen staat:
inzet Maasoevers
Vest er schouwen in
protest tegen uitstel
W'
Li
uit
Kort geleden heeft de
Amsterdamse politie 'n
mededeling gedaan die
velen heelt getroffen:
•Amsterdam heeft van
de acht vroeger be
staande opiumkitten er
nog twee over. Dit zijn
gesloten gemeenschap
pen van oudere Chine
zen die in deze zgn.
hoarding-houses opium
schuiven. Deze lieden
zijn als het ware met
opium opgevoed en
kunnen er niet meer
buiten.'
Ken onzer verslagge
vers heeft naar deze
officieel bekende kitten
een onderzoek Inge
steld.
Uit gesprekken met
mensen die achter die
schermen hebben geke
ken, bleek, dat jongere
Chinezen geen opium
meer schuiven zo
sterft het kwaad lang
zaam uit.
Er zijn in Amster
dam en Rotterdam nog
slechts enige tientallen
Chinezen die niet meer
huiten opjum kunnen.
De rechercheurs van de
afdeling bestrijding
handel in verdovende
middelen kennen ze
allemaal oude Chi
nezen van zestig tot
diep in de tachtig.
Huizen als alle andere in die
oude straat. Voor wie van de Gel
dersekade komt. ligt het ene boven
huis halverwege de straat aan de
linkerkant. Het andere ligt rechts,
maar wat doet dat er toe? Eigen
lijk zijn het pensions voor Chine
zen; vrijgezellen, die er eten en
slapen. Daarom noemt de politie
ze 'boarding-houses' een mooi
woord voor armoedige logementen,
waar soms vijf, zes of zeven man
in één kamer op enkele britsen
slapen. Er zijn ook ledikanten bo
ven elkaar.
Maar wat wil je voor een tientje
per week? Lakens zijn er niet: de
bewoners rollen zich in dekens als
zij ter ruste gaan. Of zij liggen op
een biezen matje op de houten
plank van een brits. Zo'n brits kan
heel breed zijn; zo breed, dat er
enigen naast elkaar kunnen liggen.
Men wast zich in de keuken en
blanken worden er niet toegelaten
het zijn, immers pensions uit-,
sluitend voor Chinezen.
OPIUM..
t
maar dat zijn .lang niet allemaal
opiumgebruikers.
Volgens een ruwe schatting van
de politie wonen er in Amsterdam
nog slechts zo'n twintig Chinezen
die verslaafd zijn aan opium. Zy
komen min of meer geregeld in die
twee huizen, waar ook Chinese
schepelingen terecht kunnen die het
niet zonder opium kunnen stel
len.
Wat gebeurt er in die huizen?
Welke mysterieuze verschijnselen
begeleiden het opiumschuiven? Erg
veel is daarvan niet bekend, want
een dergelijk gebruik ondermijnt
niet alleen de gezondheid, maar
het voltrekt zich ook in het geheim
omdat het strafbaar is.
Als de politie in ce straat ver
schijnt, gaat haar komst als een
lopend vuurtje van mond tot mond.
Dat geldt niet zo zeer voor de man
in uniform, als wel voor de
rechercheurs van de afdeling ver
dovende middelen.De Chinezen ken
nen hen drommels goed van ge
zicht; ze hebben hun bijnamen ge
geven. Een gevreesde speurder was
Hong Min Tjai. ofwel de Man met
het Rosse Gezicht.
Als hij zich aan de betrokken
percelen vervoegde, werd hij stee
vast vriendelijk verwelkomd met
een ondoorgrondelijke Chinese
glimlach. Néé, opiumpijpen wa
ren in geen velden of wegen te be
kennen, evenmin als de olielamp
jes, waarboven de naald met het
bruinzwarte opium enige seconden
wordt gehouden voordat het drab
bige spul bij het gaatje in de kop
van de pijp wordt gesmeerd.
zes. zeven keer met één gram doen.
maar straffe rokers verbruiken het
in drie keer. Zy hebben grotere
hoeveelheden nodig om in een roes
te geraken. Zo lang mogelijk hou
den ze de rook in de longen. Ge
middeld doen ze zo over één gram
opium anderhalf tot twee uur. Daar
na plegen de Chinezen thee te drin
ken. véél thee. Dat hóórt b(j de
service van het huis; het kost niets
extra. Chinezen 'snijden' elkaar
niet. Wie een pypje wil roken,
betaalt tegenwoordig vier gulden,
waarvoor hij het papiertje met het
opium krjjgt. Hjj kan voor dat be
drag de pijp en het olielampje ge
bruiken. mag op de brits gaan lig
gen en krijgt nog thee op de koop
toe.
Maar als de politie het merkt is
het afgelopen. 'Als wü.' vertelt
ons adjudant C. W. H o u w e -
ling van de afdeling verdoven
de middelen der Amsterdamse po-
litei, 'als wij in een van die twee
'boarding-houses' een oude Chi
nees een pijpje zien schuiven. la
ten we hem. als er toch geen opium
meer te vinden is. meestai met
rust. Maar als wij er méér schui
vend aantreffen, laten wij hen niet
schuiven. Dan halen wij de boel
overhoop om te kijken of we opium
kunnen vindeu. Dan stellen wij een
nauwkeurig onderzoek in.'
De heer Houweling is een vrien
delijke. griize man met strenge
ogen. Toen hy in 1945 met dit werk
begon, waren er bij de Amster
damse politie acht opiumkitten be
kend. zeven in de Binnen Bantam -
merstraat en één op de Reehtboom-
sloot alle in de Chinezenwyk
van de hoofdstad. Er woonden toen
naar schatting 800 Chinezen in Am
sterdam, van wie vele tientallen
opium schoven. Daar waren toen
ook jongeren bij.
Nu zijn er nog ruim 500 Chine
zen, van wie er zo'n twintig aan
opium verslaafd zijn: allen oude
ren de jongste is zestig jaar.
Van die acht kitten uit 1945 zyn
er twee overgebleven; maar ook
daar is het opiumgebruik aanzien
lijk teruggelopen.
'Het sterft vanzelf uit.' aldus de
adjudant, die alle hoofdstedelijke
schuivers uitsluitend Chinezen
persoonlijk kent. 'Ik heb Chinezen
gezien, verslaafd aan opium; sterk
vermagerd, vel over been, bevend
Hoeveel Chinezen wonen er in die
twee pensions? Als het er twaalf
zijn is het veel. Soms zijn er meer.
Om in deze panden opium te
kunnen vinden moeteen rechercheur
van goeden huize komen. Meestai
werkt het waarschuwingssysteem
perfect, maar niet altijd. Dan
treft hy soms een of meer, altijd
oudere, Chinezen in een wezenloze
houding op de brits aan, het hoofd
op een kussentje, dat op een bank
je ligt.
Er zijn opiumschuivers die zo'n
SKW!
als een espeblad. Veel opiumschui
vers krijgen longkanker.' De ad
judant staart in de richting van de
binnenstad. 'Tja. ik heb daar heel
wat menselijke wrakken gezien.'
'Maar de meeste echte opium
schuivers Zijn we al kwijt; die ziin
uit Amsterdam vertrokken of
overleden.
De omstandigheden waarin ver
slaafden leven zijn zeer armoedig.
Zodra zij stijgen op dc maatschap
pelijke ladder gaan ze minder
opium schuiven. Rijke Chinezen
doen hef vrijwel nooit. Ook aan
boord van de schepen die in Am
sterdam aankomen bevinden zich
steeds minder Chinezen die opium
gebruiken. Ook dan zijn het vrijwel
altijd ouderen de jongeren be
ginnen er gelukkig niet meer aan.'
De adjudant herinnert zich de
onderzoeken die hij bij nacht en
ontij heeft ingesteld. Dan waren er
weer tips gekomen: Daar en daar
lopen steeds meer Chinezen in en uit.
Spms begon dat al 's middags om
één uur, tot diep in de avond,
maar nooit 's morgens, want dan
wordt er niet. geschoven. Dan wer
den de pijpen en de lampen m be
slag genomen en dan volgden er
veroordelingen wegens overtreding
van de Opiumwet.
W'aar kwam dat opiura vandaan?
Verreweg het meeste, dat in Am
sterdam werd gebruikt, was afkom
stig uit Rotterdam, waar het door
scheepsbemanningen, meestal Chi
nezen. vooral uit Turkije, India,
Pakistan en uit het Verre Oosten
werden aangevoerd.
Wie bracht het dan naar Amster
dam? Jarenlang heeft de politie
daar op de ioer gelegen, maar
het was ondoenlijk iedereen die de
Binnen Bantammerstraat inliep in
de gaten te houden. Zij die het
opium van Rotterdam naar de
hoofdstedelijke kitten brachten,
moeten in eïk gevai zeer voorzichtig
te werk zijn gegaan want 'onder
weg' waren de vangsten gering.
Deze sini-bernard luisterend naar de naam
Sir Winston, is naar velen aannemen de
grootste hond ter icereld. Sir Winston, die
leeft in het. Engelse dorpje Silterlon Dorsetj, weegt ruim 100 kilo. is 7 jaar
oud. 93 cm hoog en verorbert per week S kilo vlees. Zijn bazin tdie hier ter.
wakend oog op hem houdt hoeft zich echter geen zorgen te maken over
stijgende vleesprijzen. want de hond heeft onlangs een erfenis gekregen van
een bewonderaarster uit een naburig dorp.
.ÜIÜIIIBI
iiiR!i!;imiiiiiini!iininiiiiii!iiii;iiiiiiiiiiiiiiiiiiiHniiiiiiiiiii!ii!!!!iii:iiii5!ilii;isiiii:ii!l!iiiiiiii!iiïiii!iiiiil!ll
Het hart van de Chinezenbuurl in Amsterdam, de Binnen Bantammer
straat. waar nog niet zo lang geleden op sommige stukken de opiumkitten
huis aan huis lagen. Nu zijn cr nog twee Chihezenpcnsions waar opium
wordt geschoven.
veel te tam
kan hier een raam open
(Vano nze parlemencsredaetie)
Het decentralisatiebeleid van minis
ter Toxopeus wordt in liet voorlopig
verslag van de Eerste Kamer over de
begroting van Binnenlandse Zaken
flink onder vuur genomen. Vele leden
stellen met teleurstelling vast. dat dit
beleid in de loop der jaren uitermate
weinig tastbare resultaten heeft op-
geleverd.
Vele andere leden zijn nog onvrien- j
delijker. De opmerkignen van de
minister in de toelichting op de be- i
groting noemen zii 'de zoveelste vage
en abstracte sympathiebetuiging aan
het adres van het grote goed dat de
decentralisatie vormt'.
Deze leden spreken van een mis
plaatst gebrek aan vertrouwen in de
bekwaamheden van de gemeentebe
stuurders en hun technische advi
seurs. De vrijheid van de gemeenten
wordt verstikt, zeggen zij. door het I
controlesysteem. j
Zij menen, dat een niet onbelang- j
rijk deel van de rijkscontrole zonder
enig Wezenlijk bezwaar kan worden
gemist. Een grotere vrijheid voor de
provinciale en gemeentelijke bestuur
ders zou niet te onderschatten voor
delen hebben.
(Advertentie LM.)
(Advertentie LM.)
huid
zuiver
Dit was een van de boudste bewe
ringen die gisteravond te Oosterbeck
werden gehoord op een conferentie
van het Nederlands Gesprckcentrum
over de plaats en taak van de vak
beweging. Zij kwam uit'fle mond van
de liberale Groningse hoogleraar in
de economie, prof. dr. F. Hartog.
Prof. Hartog poneerde in zijn in
leiding ook de stelling, dat de loon
stijgingen van na de oorlog geen
vruchten zijn geweest van de strijd
van de vakbeweging. Zij knnnen. vol
gens hem, vrijwel geheel worden ver
klaard uit dc situatie op de arbeids
markt. Heerst daar krapte, dan be
draagt de loonstijging ongeveer 10
percent por jaar. Is het aanbod '.va:
ruimer, dan komt er doorgaans 2 of
3 percent uit de bus.
Prof. Hartog geloofde, dat een zo
groot mogelijke loonstijging een voor
deel betekent voor de nationale eco
nomie:
1. Doordat zij de consumptie ne-
vorderï. Her geld moet rellen om
het prodnkcieapparaat draaiende te
kunnen houden.
2. Hoge lonen zijn een prikkel voor
de ondernemers tot het invoeren van
arbeidsbesparende productiemetho
den. Daardoor zijn ze de motor van
de techniek en van de economische
vooruitgang.
Kritiek op de vakbeweging had
prof. Hartog ook om wat hij zag ais
haar streven om sociale verzekerin
gen en huurpolitiek dienstbaar te
j maken aan haar ideaaï tot herver-
j deling van het nationale inkomen.
J De in vakbondskringen welbekende
socioloog pater dr. H. "toefnagels s.j.
j kwam tot de conclusie, dat dc vakbe-
weging een taak houdt door het ar-
beidersbeiang vooral in de onderne
ming te dienen. Volgens hem komt
er binnen tien jaar een wet op de
medezeggenschap in de onderneming.
Wil deze wet niet. zoais de PBO In
talrijke opzichten, louter een papie
ren zaak worden, dan moet de vak
beweging volgens pater Hoefnagels
experimenteren met medezeggen
schap. Dat wil zeggen: deze krachtig
doen bevorderen, om zo de tijd voor
een wettelijke regeling rijp temaken
Ook de heer I. Baart, voorzitter
van de grootste vakbond van Neder
land, de AN MB, was als inleider te
voren tot de slotsom gekomen, dal
de vakbeweging zich moet 'herstruc
tureren' naar de onderneming, waar
zij tot nu toe feitelijk een wezens
vreemd element is gebleven, doordat
de werknemers niet ais vakbondsle-1
den medezeggenschap konden uit
oefenen.
Uy
VSNLO (ANP» De Limburgse
Land- en Tuinbouw Boud denkt er
over een proefproces te voeren tegen
de staat, over de eventuele aanspra
kelijkheid van liet rijk voor de
schade die vele landeigenaren onder
vinden door de afkalving van de
Maasoevers.
De afbrokkeling van overlanderijen.
die jaarlijks in Noard-Limburg zes
tot tien hectare land verloren doet
gaan. treedt vooral op sinds de grote
toename van de scheepvaart op de
Maas en sinds het gebruik van krach
tige scheepsmotoren.
De sterke golfslag spoelt op vele
plaatsen eerst de sliblaag weg. Daar
na ontstaan grote gaten in de zan
dige oevers.
RARXEVFID fANP.? De uit 1857
daterende en in 1956 gerestaureerde
Buurveens» molen in Koolwijker-
broek (gemeente Barneveldi is vrij
dag door een felle brand totaal ver
woest.
Dc brand is vermoedelijk ontstaan
door het warmlopen van een machine.
De schade bedraagt in totaal min
stens ƒ100.000.
BURGH HAAMSTEDE. (ANPi De
gemeenteraad van Westerschonwen
wil bij de regering protesteren tegen
de beslissing van Rijkswaterstaat, de
afsluiting van het Brouwershavcnse
Gat een jaar op te schorten.
De heer M. J. Steur, die in de vrij
dag gehouden vergadering namens
de raad sprak, achtte de mogelijk
heid nog steeds aanwezig van een-
herhaling van de watersnoodramp
van 1953. Getracht wordt, de andere
gemeenten op Schouwe-Duiveniand
eveneens in het protest betrekken.
li
pen bekwaam romanschrijver
-*-J zou er stof kunnen vinden
voor een klein, maar ontroerend
dorpsdrama.
liet decor: het wijde vette land
van noordoostelijk tValvheren
tussen Vecre en Arnemuideu.
Plaats van handeling: het
kleinste schooltje van Nederland,
gelegen in lie( dorp Klcverskerke.
gemeente Arnemuiden.
Hoofdpersoon: de 60-jarige
schoolmeester I. J. de Bert. een
zachtaardig mens met grijs tvar-
relig ha3r, een trouwhartige blik
en een uitgesproken berustend
karakter.
Overige figuren: drie jongens
(uit één gezini en twee meisjes
tuit twee gezinnen!, te zamen
vormend het totaal aantal leer
lingen van de zes klassen tellende
lagere school van Kleverskerke.
Verder nog enkele dorpsbewo
ners.
Ken suggestie voor de naam
van de roman: Meester De Bert
en het vermaledijde dambord.
Idercen in Kleverskerke heeft
het geweten: de 145 jaar ou
de openbare school, hel enige
zelfstandige bezit van het ruim
honderd hervormde, gereformeer
de en oud-gereformeerde zielen
tellende dorp. was ten dode op
geschreven.
Maar niemand had het op zo
angstig korte termijn zien gebeu
ren, zeker de zestigjarige meester
De Bert niet, die zijn vijf laatste
onderwijzersjaren het liefst in
Kleverskerke had willen slijten.
Van 1923 af in het onderwijs, van
'32 af schoolhoofd in het vroegere
Nederiands-lndié (tot op voorma
lig Xiemv-Guinea toe), in '53 ge
repatrieerd, sinds 1 april 1956
schoolhoofd, onderwijzer in zes
klassen, gymnastiekleraar, con
ciërge. bibliothecaris, secretaris
van de plaatselijke damclub èn
secretaris van de plaatselijke
Oranjevereniging, in Kleversker
ke.
Aitijd tussen de acht en dertien
leerlingen gehad in die jaren en
nóóit, nooit moeilijkheden. Tot
één april 1962.
liet cursusjaar "61-'62 was zo
vredig begonnen met nog tien
schoolgaande Kleverkerkcrtjcs.
'Toen is er iets zeer onaange
naams geschied, voor mij altiians.
Een paar ouders wilden zich be
moeien met de interne gang van
zaken op school en dat kon ik
niet toeslaan. Er wérden flauwe
onbenullige dingen naar voren
gebracht, er kwamen van twee
gezinnen) grieven tegen mijn be
leid. tegen mijii opvoedkundige
methode ook.
Het is voor mij een beetje pijn
lijk hét allemaal weer op te ha
len. Maar ik wil het u toch wel
vertellen. Een van de grieven was
bij voorbeeld mijn liefde voor het
damspel. Ik hou van dammen, ik
doe het graag, ik vind het een
prachtige sport.
Nu meenden die ouders gezien
te hebben, dat ik onder school
tijd met dc kinderen zat te dam
men. Maar dat was niet waar, al
thans niet onder schooltijd, wél
in het koffiemirt.je, als het huiten
slecht weer was. Verder zouden dc
kinderen niet genoeg eerbied voor
mij hebben... ze hoefden hun
vinger niet op te steken ais ze
naar de wc moesten, ze mochten
zo maar uit de bank lopenbe
spottelijk, alsof de kinderen niets
anders deden dan uit de bank lo
pen.
Toen ik eens bij een van die
twee vaders op bezoek zat, kwam
z'n zoontje binnen. Het kind zei:
Dag meester, dag. tot morgen!
Zie je wel. zei de vader, kin
deren die zo met hun meester
omgaan, hebben geen eerbied voor
hem. NI aar wat hij feitelijk be
doelde was: dc kinderen honen
meer van u dan van hun vader.
Ik heh hem toen geantwoord:
niet de kinderen, maar enkele
ouders hebben geen eerbied voor
de onderwijzer.'
A,feester De Bert moest de on-
„11 gelijke strijd wel verliezen: de
twee gebelgde vaders namen hun
vijf kinderen van school en brach
ten hun' nakomelingen naar de
(veilige) school van dc Gerefor
meerde Gemeente in .Middelburg.
Toen bleven cr nog vijf over.
En vijf is te weinig voor zes klas
sen, dat is duidelijk. Kleverskerke
kan geen aanwas meer leveren,
de school had de doodsteek ge
kregen. de sehool moet dit jaar
opgedoekt worden. De raad van
Arnemuiden heelt er een streep
onder gezet, alleen Gedeputeer
den moeten het besluit nog be
krachtigen.
'Maar dat zal wel, dat kan niet
anders.' zegt meester De Bert ver
slagen, 'eind juni gaat er weer
een van sehool en er komt er
geen bij, dus dan zou ik er nog
vier over hebben.'
Hij heeft geen plannen, deze
vergrijsde schoolmeester. Hij Iaat
de dingen maar op zich af ko
men. 'Ik heb nog tegen die twee
vaders gezegd: breng uw bezzwa
ren maar gerust bij de inspec
teur. Ach, zeiden ze, de inspec
teur staat toch achter u. Schrijft
u dan naar de minister, heb ik
toen. gezegd, en als u dat grieze
lig vindt, zal ik de brief wel op
stellen ik heb nog 'n postzegel
in tn'n zak ook. Maar dat deden
ze niet. En wat kan ik nou meer
doen?'
WILLY LEYTE