mmwm
MM
„Je kunt zeggen dat Dorus in Rotterdam
het laatste puin opgeruimd heeft.
MH
aan de poort van europa
jngsgMwa
door
Aad Wagenaar
Foto's.^Niels
van der Hoeven
Konijnehokkeri'
Kindermatinees
Experiment
m
NS waarschuwen
kampbeheerders
het YK1JE VOLK ZATERDAG 15 JULI 1067
PAGINA
WmWM.
wmmm
tomriHM
ïis
aan de poort van europa
eet je wel," zegt Tom Manders, .weet je wel dat half Nederland
en een groot deel van Rotterdam nog niet weet dat mijn zaak
5? al open is? Er zijn mensen die komen kijken hoe het met het
werk staat en die zie je dan stomverbaasd stilstaan als ze zien dat het
hier al draait, dat er mensen op het terras zitten en dat iedere avond om
half acht het cabaret open gaat. Het is zeker een beetje te vlot gegaan,
zelfs naar Rotterdamse maatstaven."
Het is tien uur. Manders is tussen twee voorstellingen even buiten
gaan zitten aan een tafeltje op zijn Doruspleintje. Twee vooroorlogse
straatlantaarns lichten het gesprek bij. Dorus heeft zijn snor afgedaan,
maar de lijntjes om de ogen zijn nog niet weggepoetst zodat Manders
nog steeds ietwat melancholiek de wereld inkijkt. Hij zegt: „Ik geloof
wel dat de mensen zich amuseren binnen, vind je niet?"
Van binnen klinkt vrolijke pauzemuziek, gerinkel van glazen, geroeze
moes, luid gelach soms, gezelligheid. De enkelen die na de eerste voor
stelling het cabaret verlaten fluiten of neurieën„Weet je wat een Rot
terdammer het mooist van Mokum vindtHel is de tophit van het
Dornscabaret, een meezinger..
Goed recht
TOM MANDERS KWAM. ZAG EN BEGON
L;.* v' Y
m~- -p. i/( jf -
v^*># ï$hs/x. f&M
sjy- .4* K* ^sTSjT:#- 'VdUAfc
mȣ%Ke
Het is vol binnen; ook op de entresol
zitten mensen. Het publiek is niet in
een leeftijdsklasse onder te brengen, er
zijn ouderen en jongeren, gezinnen,
stelletjes en eenlingen. Sommigen zijn
gekleed „op uitgaan", anderen zitten in
vakantieshirt aan de ronde tafeltjes.
Op het brede toneel sit Doras op een
kruk met een bami microfoon. Tussen de
ensemblenummers en de soil van zijn tien
jonge talenten (De Jonge Tien) door, bab
belt hij met zijn gasten. En iedereen die
binnenkomt wordt door hem goedenavond
geheten. Tegen een jonge man: „Je bent
wel een beetje laat". En na een blik op het
fraaie meisje dat de man meevoert: „Maar
je hebt wel een verdomd goeie renen bij
je
De binnenkomers zeggen ook keurig goe
denavond terug en soms zeggen ze nog
meer. Manders merkt daar later over op:
„Dat heb ik nou zo vaak ais Dorus; de
mensen gaan gelijk met je praten. Helemaal
zonder schroom. Je ziet ze denken: „Die
vrijer kennen we nou al zoveel jaren, hij
komt bij ons thuis over de vloer, dus er
valt wel een praatje met 'm te maken". Die
samenspraak met het publiek is een sterk
punt geworden, hier in het cabaret.
De voorstelling duurt haast twee uur en
het merendeel van die tijd is Dorus op het
toneel. Hij introduceert zijn medewerkers
als een trotse oom en zij, de Jonge Tien,
iaten hem niet voor schut staan. Het is
verbazend tot wat voor homogene groep
Manders de tien jongens en meisjes in die
korte tijd heeft weten te vormen.
Tom Manders zegt: „We hebben hard
gewerkt, maar het is mijn oude tempo. Zo
heb ik het altijd gedaan, mijn hele leven
lang. Maar hier in Rotterdam is alles in
derdaad wel buitengewoon vlug gegaan.
Lekker hoor. We zullen morgen eens rond
lopen".
5)
De andere middag zit het terras nagenoeg
vol. In het café zit Manders aan een tafel
een financieel stuk na te kijken, maar hij
is terstond bereid zijn bezoeker door het
gebouw te gidsen. De zaal: er is plaats voor
250 personen en ze zitten op vierkante
krukken (Dorus zegt: „Gestoffeerde konij
nenhokken..."). Het podium is ondiep, maar
zeer breed: er moet plaats zijn voor elf
personen, zijnde de ganse groep van bespe
lers van het Dorustheater. Bij de inrichting
heeft Manders links en rechts van het po
dium ruimte gelaten voor televisiecamera's
en ook op de entresol kan een camera
staan. Tom Manders zegtJk heb hier ook
gelijk aansluitingen van de NRU en de NTS
gekregen, zodat alles by de uitzendingen
straks voor elkaar is".
Het huishondje loopt hem voor de voeten:
Asta heet ze, drie maanden oud, een bruin
dier met forse poten en een ouwelijk, doch
guitig snoetje. Asta doet mee in de kinder
matinees: ze loopt als het haar zint heen-
en-weer op het podium en eet er de koek
kruimels weg, Tom Manders geeft haar een
vriendschappelijke kiets op de flanken en
zegt: „We hebben haar voor zeveneneen-
halve gulden uit het asiel gehaald, t Is een
krankzinnig lekker beest, helemaal mesjog-
ge. Ze doet het uit zich zelf al goed op de
Bühne. Ik ben trouwens niet van plan om
haar kunstjes te gaan leren. Houd ik niet
van: opzitten en pootjes geven".
Asta gaat lings af door een kier in de
coulissen. Tom Manders loopt verder en
doet rechts en links deuren open: „Hier,
kleedkamer voor de meisjes; allemaal een
eigen tafel en spiegel, zie je wel. Kleedka
mer voor de jongens. Hier de w.c. voor de
meisjes en een eigen pleetje voor de jon
gens. Goed voor mekaar?"
Hy klimt een nog ongeverfde trap op en
stapt de .studio" In: een grote vloer, kleu
rig bedekt met linoleum. Hier worden Man
ders tien jonge talenten gekneed, er is
ruimte om te zingen en te dansen. Tom
Manders gooit de deuren open van twee
ruime douchecellen„Mooi hè?"
Hö is trots.
<Ja. dat heb ik gezien. Begin april stond
uitzag toen ik met dit perceel moest be
ginnen?"
(Ja, dat heb ik gezien. Begi napril stond
ik met grote ogen op de Mauritsstraat te
kijken naar het bouwvallige pand waar
Schuddebeurs zijn chemicaliënh&ndel had
uitgeoefend. Het was toen nog in gebruik
als requisietenatelier van het Nieuw Rot
terdams Toneel. Ik ging er binnen door een
deur vol spleten die met touwtjes schar
nierde. Een hol pakhuis was het, voor het
grootste deel al leeggeruimd door het to
neel. In de hoek waren nog chemicaliën-
t&nks ingemetseld. Een ijzeren trap voerde
naar een wrakke entresol. Wat wilde Tom
Manders aan met deze rare bouwval?)
Weer buiten, op het Doruspleintje, kijkt
Tom Manders naar zijn etablissement, de
nieuwe ramen boven, het uitgebouwde voor
café, de vlakgelegde keien van het pleintje
met de tafels en stoelen. Hij zegt: „Je kunt
zeggen dat Dorus in Rotterdam het laatste
puin opgeruimd heeft".
Hy zag De Schuddebeurs voor het eerst
op 20 maart. Op 5 april begon hy met de
verbouwing; op 15 juni kon hy zijn terras
openen en op 24 juni ging hy met zyn
cabaret van start. „Zaterdag en zondag heb
ben we niet doorgewerkt. We heben het
karwei in precies 48 werkdagen geklaard.
Dat, is nogal vlot. mag Ik zeggen. In die
tijd hebben we ook de Jonge Tien nog by
elkaar geselecteerd en moest Ik een pro
gramma maken. Ik heb hard gewerkt,
iedereen trouwens die hier meegedaan
heeft".
Is Tom Manders moe?
„Nee. Ik sta nu nog steeds van tien uur
's morgens tot half drie 's nachts op myn
benen en ondertussen loop ik zes uur met
die snor voor. Maar het is wel vol te hou
den. Bovendien: het zal niet zo lang meer
duren voor lk het wat kalmer aan kan
doen. Alles en iedereen moet nu nog even
zyn plaats vinden; naar een hoop dingen
heb ik straks geen omkijken meer".
Hij moet nu weg om zyn snor voor te
doen. De kindermatinee begint; kleuters en
aankomende tieners komen over het Dorus
pleintje gelopen, alleen of met begeleidende
vaders en moeders die ook wel lol hebben
ln een middagje Dorus. De stemming zit er
binnen direct in. De kinderen kyken ver
wonderd naar het kleurige interieur, naar
de oude fietsen en beddestUlen langs de
entresol, de strijkplanken als trapleuningen.
Ze lachen om het hondje Asta. dat komt
snuffelen wat voor publiek er vanmiddag is.
De Jonge Tien openen het programma. Pe
ter de Jong goochelt en wringt dieren in el
kaar uit kleurige ballonnen. Een geloei gaaf
op als Dorus zelf binnenkomt, met Asta in
zyn kielzog. Voor hem zyn de kinderen ge
komen en Dorus schünt dat te beseffen. Hy
gaat er goed voor zitten en begint een uit
voerige samenspraak met zyn jonge publiek
Oom Dorus is hy, zeer bewonderd.
Oom Dorus zegt later: „Dat werken met
kinderen begint me steeds meer te pakken
"t Gaat zo lekker; Iedere middag zyn er wel
een paar kinderen by die je helpen je voor
stelling te maken Ik heb onlangs nog ge
zegd dat tk best eens een serie kinderpro
gramma's voor de teevee zou willen doen
Geen filmstrip of zo. maar een echt levend
programma waarin je de kinderen zelf ook
we* laat doen.
In het theater draait nu de Darusfilm. Er
is gelegenheid voor een gesprek met de
Jonge Tien, de zes meisjes en vier jongens
die Tom Manders om zich heen verzamelde
na dagenlang audities. Hun namen: Lydia
Oosthoek (18, ex-telefoniste), Connie Pieters
(22, dit Jaar geslaagd voor de kweekschool)
Diny Paerels (19, ex-WV-infarmatriee),
Marian Klaren (20, ex-leerlinge Vrije Aca
demie Den Haag), Ria Geerlings (26, huis
vrouw), Hugh den Ouden (27, conserva-
toriumleerling nog steeds), Nico van
Hulst (19, ex-kantoorbediende). Peter de
Jong (19, ex-belastingambtenaar), Karei de
Rooy (20, was musicus in het West-Neder
lands Symfonie Orkest, zoon van wijlen de
beroemde Rotterdamse musicus Nico de
Rooy, kleinzoon van Karei Das van Grol).
Ze zitten rood de tafel in het voorcafé en
geven antwoord op de vraag hoe de stem
ming in het groepje is en hoe het Is om
onder Torn Manders te werken.
Nico: „We hebben een meesterlijk
groepje."
Lydia: „We moeten hard werken, maar
dat is erg leuk. Oom Tom (zo heet Manders
voor al zijn jonge medewerkers) geeft ons
een geweldige opleiding. Soms is hij ook wel
eens boos. Geeft niet hoor: hij laat je voe
len dat t geen geintje is."
Hugh: „Het is geen kinderspeelplaats, dat
zegt-le altijd. En dat weten we nn onder
hand ook goed."
Peter: „Toch heb je het gevoel op vakan
tie te zijn. In je vakantie doe je meestal
alleen maar dingen die je fyn vindt en
waarvoor je als je werkt de kans niet hebt.
Hier in het cabaret doe je de hele dag al
leen dingen die je fyn vindt. Net vakan
tie...."
Tom Manders bromt: „Wacht maar eens
af..."
We vragen wat Manders* jong talent van
het typetje Dorus vindt. Tom Manders staat
op en zegt: „Nu verwijder ik me maar
even."
Een paar antwoorden uit de vele. Diny:
„Ik vind het een enorme prestatie om veer
tien jaar lang succes te biyven houden met
één type; dan móet dat type wel goed zyn.
Dorus is soms wel een beetje vrijpostig,
maar hy kan het doen, de mensen nemen
alles van hem".
Hugh: „Het biykt dat 't typetje het ook
«•vi-~V .N
bij kinderen goed doet; dat moet uitge
werkt worden, vind lk".
Connie: „Ik vind dat Dorus dezelfde
manieren heeft als Tom Manders zelf,
maar alleen sterk aangezet. HU accentueert
zyn eigen persooniykheid".
Nico: „Ik geloof .dat de mensen Dorus
net zo benijden ais een type als Swiebertje.
Lekker ongebonden, vrij. De mensen zouden
in hun hart ook wel als Dorus willen zyn".
De Jonge Tien moeten hard werken. Hin
dert niet. Lydia: „Tom Manders werkt zelf
ook enorm hard. Dat stimuleert je. Hugh:
„We mogen 'snachts naar bed...". Connie:
„Je merkt er niets van dat je hard werkt",
karei: „Waar zou je trouwens ooit zo'n
kans krijgen om in de praktyk het vak te
Ieren." Diny: „Je zou met een opleiding op
een cabaretschool veel slechter af zyn, ge
loof ik".
Tom Manders komt er weer by. Hem
wordt Connie's mening ter kennis gebracht
over de Dorus die een „aange ette" Tom
Manders zou zijn. De meester -chudt be
slist het hoofd. „Nee", zegt hy, ,Jk zie
Manders bepaald niet als Dorus of anders
om. Ik durf als Dorus dingen te doen die
ik als Manders niet in myn hoofd zou
halen".
Over de Jonge Tien: „Ik heb het gevoel
gehad dat het een experiment was om met
jonge onervaren mensen te beginnen. Een
gevaarlijk experiment, alia. Je kunt dat
rubriceren in mijn hele leven. Ik heb wel
meer gevaarlijke dingen gedaan. Je moet
nooit bang zyn, daar kom je niet ver mee.
Ik ben met de jonge talenten begonnen en
nu staan ze d'r. En het heeft succes. Wat
er met ze gebeurt weet Ik niet Als ze
straks alles geleerd hebben gaan ze mis
schien weg. Ze hebben recht op een eigen
carrière. Maar Ik hoop toch dat we bij
elkaar biyven. Ik wil het stramien bereiken
van het Lach und Schiessgezelschap In
Miiuchen. Dat zyn jonge mensen die der
tien jaar geleden met elkaar begonnen zijn
en nu nog samen zyn".
HU staat op en loopt over het Dorus
pleintje rond, maakt links en rechts een
praatje. Hoedje op; eronder zit een
gladde schedel die hij in Mies en Scène
bij wijze van primeur onthulde: „Onder
die warme tèlevisielampen kon ik dat
wagen. Als ik buiten mijn hoedje afzet,
heb ik gelijk een verhoudheid op mijn
kop te pakken".
Een dame aan een tafeltje krijgt een
vriendelijk knikje van hem. Ze kijkt
Tom Manders na en zegt: „Ik vind hem
zo veel dikker dam als Dorus. Dat gekke
jasje van hem slankt aardig af. Waar
kun je die kopen?"
su a'
oj'v V&> -
m
Terwijl Pieter dit
stukje tiktkleven
zijn vingers aan de
toetsen van zijn
schrijfmachine. Zo
juist werd er ge
beld: twee meisjes
die elke week onze
zeven trappen
schoonhouden. Of
ze een emmer water
mochten. Anders
vragen ze om warm
water. Nu moest het koud zijn, als
jeblief. En of ze ook een glaasje wa
ter konden krijgen. Ik geef het je te
doen, trappen, almaar trappen
schoonboenen bij zulke temperaturen.
Pieters werk kan ook op koele plaat
sen verricht worden, maar zeer ceel
anderen moeten het dagelijks brood
op broeihete plaatsen verdienen, of
ze tegen de hitte kunnen of niet. Sta
als geüniformeerd politieman maar
eens een uur in de brandende zon om
het verkeer te regelenEn dan die
jongens van het zicare wegvervoer,
'tls alles hete lucht wat hun cabine
binnenwaait. Logisch dat ze hun
overhemd en soms ook hun inter-
lokje uittrekken.
In zijn onsterfelijke Camera Ob
scure schreef Hildebrand hoe warm
't was en hoe ver. Alles was de laatste
dagen warm en alles was ver. Clinge
Doorenbos, de aartsrijmelaar, had
het destijds over kippen die spiegel
eieren legden. En over biefstukken die
in de wei aan 't braden waren. Zo is
het op dit ogenblik allemaal precies.
De heer D. Verhagen, Ebenhaëzer-
straat 128 c te Rotterdam, trotseerde
de hitte om een bezoek aan Heter ta
brengen. Hy had de gouden WF-speld
met robyn op de revers plus de zil
veren medaille verbonden aan de
orde van Oranje-Nassau. WF bete
kent Wilton-Fyenoord. De heer Ver
hagen is daar meer dan veertig jaar
in dienst geweest, laatsteiyk als cal
culator. .Hartje Wilton was myn di
recte baas" vertelde hy me.
De heer Verhagen (68 jaar) had 'n
probleem. En of Pieter misschien
raad kon schaffen.
„Toen ik met pensioen ging, dacht
ik: Je moet wat hobby's hebben".
Een mens moet zijn vrije tijd zinvol
besteden. En als je helemaal niks
doet, ben je eerder dood dan je denkt.
Ik ging postzegels verzamelen en ik
legde me toe op oud-Rotterdam. En
zo zijn er nog een paar dingen. Maar
een hobby kost geld en geld heb ik
nietDaarom, ben ik prenten van het
oude Rotterdam gaan natekenen met
de bedoeling om die te verkopen.
Maar nu kan ik mijn tekeningen ner
gens kwijt. Weet jij een oplossing?"
Pieter zegt het eeriyk: Ik had niet
veel fiducie in die tekeningen. Maar
toen de heer Verhagen zyn rol liet
zien, zette ik grote ogen op. Vak
werk. En dat voor iemand die geen
tekenopleiding heeft gehad.
De oud-calculator koos zich aqua
rellen en schilderijen van kunstenaars
als J. A. Langendyk (Öostpoort), de
beroemde Gerrit Groenewegen (Witte
Poort), Victor Vervloet (Oude Hoofd
poort) en De Beijer (St.-Jorispoort);
tot voorbeeld. Hy maakte er pen
tekeningen van. Met welk een on
eindig geduld heeft hy al die duizen
den en nog eens duizenden streepjes
en krasjes oostindische inkt op pa
pier gezet. En hoe smaakvol ziet alles
eruit. Nogmaals: géén tekenopleiding!
.Hoe raak ik die dingen nu kwyt,
Pieter?" i
Pieter wist het niet. Ik vroeg: „Wat
moet u ervoor hebben?"
Antwoord: „Nou, een gulden of
vyfentwintig."
„En hoe lang werkt u over één
zo'n tekening."
„Veertien dagen zeker
Ik verzweeg de opmerking: ,Dan
bent u goed gek." Want eeriyk me
neer Verhagen, voor iemand die er
interesse voor heeft, zou dit een be-
lacheiyk koopje zijn.
Pieter heeft de heer V. niet van
advies kunnen dienen. Ik heb er we!
een stukje over geschreven, omdat ik
eigeniyk zo ontroerend vond. Samen
moesten we opassen dat onze zweet
druppels niet op het mooie, blanke
papier terecht zouden komen
Dit is nog een brief van vóór m'n
vakantie. Schryver is de heer H. Ni-
land, Julianastraat 13 te Langerak.
Hy is oud-Amsterdammer en werkt
in Rotterdam.
Jk las je stukje over de Rotter
damse blindenbond die van de ge
meente geen korting op tram- en
buslijnen kon loskrijgen. Je schreef:
.JJat lukt nooit." Waarom eigenlijk
niet? Een sluitende begroting bij de
vervoersbedrijven in de groten steden,
is toch niet te krijgen. Waarom kan in
Rotterdam niet wat tn Amsterdam,
wél kan? Waar een wil is, is een weg.
Wat deze dingen betreft, dreigen we
wel eens te zakelijk te worden."
.Dat lukt nooit" zei Pieter en ik
biyf erbü. Want ik moet nog zien dat
de Rotterdamse raad „ja" tegen de
bejaarden- en andere bonden zegt..
Tot dusver heeft het adives van de
deskundigen altyd „neen" geluid als
het ging om een verlaging van de
tram- en bustarieven voor bejaarden
(en anderen). Maar men kan na
tuurlijk altyd proberen die raad op
uw hand te krygen. Dat is ln een
democratisch bestel uw goed recht.
PIETER SPREEUW
UTRECHT (ANP) De Nederlandse
Spoorwegen hebben nog eens alle
kampbeheerders in de buurt van
spoorlijnen herinnerd aan de geva
ren die er voor kinderen schuilen in
het spelen rond de spoorbaan X>t
waarschuwing is in een oplage van
15.000 stuk» op de kampeerterreinen
verspreid