Vandaag: t Kriekelland is n scheef zakie Holiday on Ice Sport I >ps «AY Tekst: Wil- ma van Meteren en Arnoud Riethof Foto's: Hans Fatist Onbetaalbaar Lampje Alarm Troep Binnenstappen ZATERDAG 8 NOVEMBER 1982 en si- en,£ ju- nel :t is Steeds meer bejaarden in eigen benedenht is Sammige natuurvolkeren leven In paalwoningen. Om geen last tc hebben van overstromingen en om wilde dieren buiten de deur te houden bijvoorbeeld. Een heel praktische oplossing om aan de gevaren van het oer woud te ontkomen. Sommige mensen die in ome oudé binnensteden wonen, wa nen zich ook in een jungle. Steeds meer, vooral alleenstaan de, bejaarden willen niet meer in een benedenhuis wonen. Ze lijn bang. Ze voelen zich onvei lig en vluchten liever een trapje hoger om te ontkomen aan in braken, om de verloedering van hun buurt niet van zo dichtbij te den, om minder last te hebben van pesterijtjes en van echte In timidatie. De gemeente Rotterdam teit bij na 100.000 bejaarden: éénvijfde deel van de totale bevolking. Bij na 37.000 alleenstaande vrouwen van boven de 65, ruim 10.000 al leenstaande mannen wonen in de stad. Voor deze groepen wordt ai jarenlang het beleid ge voerd om vrijkomende woningen op de begane grond in de eerste plaats aan te bicden aan bejaar den met een medische urgentie. Hen rijtje nieuwe bejaarden woningen in het centrum van Rotterdam: echt gezellig is anders... Maar vooral In de oudere wijken dreigt dat beleid stuk te lopen. De "angst voor de straat" neemt sterk toe. Maar veel andere mogelijkhe- den-dan goedkope benedenhui zen zijn er voor veel bejaarden niet. Ondanks alles blijven men- seirtoeh aan hun oude buurt hahgen. Serviceflats lijken onbe taalbaar en in een ver ze,ings- huis zien ze zichzelf niet zo graag zitten. De wens blijft: zelfstandig wo nen, in de eigen buurt maar dan wel gezellig. En dat Is het niet, als er korte tijd twee keer bij je wordt ingebroken, ol als je 's nachts wordt beroofd. Op een rijtje benedenwoningen hoeft dat maar een paar keer te ge beuren of de mensen maken el kaar bang. Dat hoeft niet, als je wat extra sloten monteert en al les goed dichthoudt. Alarmin stallaties kunnen ook een zege nende werking hebben. Bang zijn voor inbraken of ande re vormen van misdrijf hoeft eigenlijk ook om andere redenen niet. Want cijfers uit onderzoe ken naar slachtoffers van mis drijven wijzen uit, dat het risico om met inbraak, beroving of diefstal te maken te krijgen af neemt met het toenemen van de leeftijd. Met andere woorden: hoe ouder je bent, des te minder krijg je te maken met dieven en boeven. Toch zien bijvoorbeeld mede werkers van dienst Woonruimte zaken in Rotterdam de tendens zich doorzetten dat steeds min der bejaarden "aan de straat" willen wonen. „Precieze cijfers hebben we niet, maar je merkt dat de angstgevoelens bij 65-plussers sterk toenemen," zegt Coby Kievit van Woonruim tezaken In de Rotterdamse wijk het Oude Noorden. „Echt om schrijven kunnen ze dat gevoel niet. Iedereen kan gemakkelijk naar binnen, hoor je als argu ment. We hebben meegemaakt dat iemand In een nieuwe bene denwoning naar de eerste etage moest verhulzen, omdat zij 's nachts geen oog dicht deed. Het binnenterrein was nog niet ont sloten. De vrouw durfde niet naar bed, omdat er wel eens mensen langs haar raam lie pen." Eenzelfde ervaring heeft de heer Verburg van de Algemene Stich ting Verzorging en Huisvesting van bejaarden in Vlaardingen. De stichting beheert een aantal complexen bejaardenwoningen. „Bij alleenstaande bejaarde vrouwen is het beneden wonen in het algemeen een probleem. Die willen naar hogere etages. •Voor mannen en echtparen geldt dat minder." De heer P. van Mansen, van de Schiedamse Raad voor het Be- jaardenwerk, krijgt niet veel klachten over "onveilige bene denhuizen". „Ik denk dat het erg te maken heeft met de situering van de woning. Wie in een gezel lig straatje woont en veel buren kent, voelt zich veilig. Maar bij voorbeeld mensen die in een portiekwoning met deuren en ra men aan een hen verder onbe kende straat wonen, zullen eer der een angstig gevoel hebben." Dat gaat nog sterker op voor straten vo! dichtgetimmerde huizen, waar de oude bekende buren ook al zijn vertrokken. Daarbij komt dan nog dat in oudere wijken de woningen vochtig zijn en slecht. Soms zit er een tuin bij die onderhoud vergt. Daar willen veel mensen 'niet aan. „Liever ho&g en droog" is dan het devies. Natuurlijk willen nu nog steeds veel bejaarden dolgraag verhui zen naar een benedenwoning. Alleen al voor het gemak. Maar heel duidelijk is, dat er bij het toewijzen van huizen op veel meer zaken moet worden gelet. Op een vredige plek heelt de mens graag contact met de grond. Maar waar onrust heerst, voldoet het paalwoning-model beter. Twee bewo ners van de Sint-Maria- straat in Rot terdam: „Wij hebben ten minste nog steun aan el kaar". W*" ;V$-SS v-Vn* verdacht op vreemd .Stijf van de zenuwen zitten ze dan", schetst de heer Gores van de Rotterdamse Bejaarden Bond de angst van ouderen na een inbraak. „Verdacht op ieder vreemd geluid. Door de zenuwen zijn ze niet eens in staat de politie te bellen als er iets gebeurt". Meerdere malen hebben ouderen, vooral alleenstaande vrouwen, bij de bond aangeklopt voor hulp. Niet aileen slachtoffers van inbraken en diefstallen. Ook andere mensen die alleen wonen op de begar.„ grond, in verpauperde buurten, waar de bekende buurvrouw is vertrokken. „Je kunt kwalijk achter iedere deur een agent zetten", zegt de heer Gores. „We proberen deze mensen te helpen met het vinden van een serviceflat, waar ze toch zelfstandig kunnen wonen. Met een alarminstallatie, zodat ze iemand kunnen waarschuwen als hen iets overkomt. Het probleem is dat ze zeker drie jaar moeten wachten op zo'n flatje en wat doe je dan in de tussenliggende periode". Gemeente en regering hebben geen oor voor deze problemen, meent hij. De bond signaleert dat door toename van het aantal ouderen het steeds moeilijker wordt een goede plek te vinden, „Hier en daar wordt wel gebouwd, maar lang niet voldoende". De heer De Pagter van de Algemene Bond voor Ouderen, afdeling Chariois, kent ook mensen in zijn omgeving die met op de begane grond willen wonen. Daarentegen zijn er ook die juist graag een huisje aan de straat hebben zodat ze kunnen zien wie er langs komt. Hij wijst erop dat een serviceflat voor mensen met enkel AOW onbetaalbaar is. „Natuurlijk kan je huursubsidie krijgen, maar wie zegt dat dat over een paar jaar nog zo is. Dan wéér te moeten verhuizen omdat je niet kunt betalen, dat zien veel ouderen niet zitten. De regering praat ons.bezuinigingen aan op alle mogelijke gebieden. Daar worden wij ouderen onzeker van en blijven we liever waar we zitten". De voorzitter van de Bond voor Ouderen heeft wel de indruk dat het „op zuid" rustiger is dan in de rest van de stad. „Vooral in het Oude Westen met die prostitutie en heroïne lijkt het me voor bejaarden heel onprettig wonen. Hier op zuid gebeurt er nooit zo gek veel". Het lampje dat aan bleef als men 's avonds even de deur uit was, is niet meer. De meeste ouderen gaan niet meer de deur uit, zeker met alleen. „Enkele jaren geleden gaven we van de vereniging nog bingo-avonden en een feestmaaltijd. We zijn ermee gestopt", vertelt de heer De Pagter. „De mensen durven *s avonds met meer over straat. Je leest in de kranten over bejaarde vrouwen die van hun tasje worden beroofd. Je hoort verhalen van kennissen. Zulke berichten maken je bang. Soms 'Thuis slapen durf ik niet meer' ROTTERDAM Aan de ach terkant van haar woning kijkt ze uit op de Schie. In haar spionnetje kan ze zien wie er onder aan de Mathenesserdijk langs komt. De kamer doet le venloos aan. Ze woont hier ook niet meer, niet echt tenminste. Voor het interview is ze spe ciaal teruggekomen. '"„Het is misschien gek van me." zegt ze, „maar ik ver trouw geen enkele glazenwas ser meer. Laatst stond er één zo naar mijn bovenlicht te kij ken dat ik riep „zie je het goed". Mevrouw Van der Schaft is zulke uitspraken niet gewend van zichzelf. Maar sinds er in een jaar tijd zes keer bij haar is ingebroken. heeft de angst haar goed te pakken. De laatste keer was in septem ber. Ze kwam terug van een bejaardenreisje. Haar hele huis lag overhoop. „In alle kasten en laden waren ze ge weest. Ik wist niet wat ik zag. Mijn beide dochters zijn me komen heipen met opruimen. Ik kon niet meer. M'n televisie, anderhalf jaar oud, m'n pick up en cassetterecorder hadden ze zo op het frame van mijn boodschappenwagentje wegge reden. „De bovenbuurvrouw heeft net gehoord en gezien. Het gebeurde op klaarlichte dag om twee uur 's middags. Ze durfde niet naar beneden en haar man, die doof is, had niets gehoord.-" Sinds die tijd durft mevrouw Van der Schaft niet meer thuis ;e slapen. „Zes maal hebben ze gepro beerd spullen weg te halen. Steeds hebben ze het glas-in- lood uit de voordeur geslagen. Hoe vaak ik geen nieuw glas heb moeten betalen. Twee keer zijn ze ook echt binnenge- weest. Ik heb nou zo'n angst. Straks slaan ze m'n hoofd ook nog in. want zulke figuren zijn dat." Mevrouw Van der Schaft is niet het enige slachtoffer. De inbrekers gaan het hele rijtje benedenhuizen op de Mathe nesserdijk af. Ook daar wonen bejaarde vrouwen. „'Hebben ze jou ook te grazen gehad' hoor je dan in de winkel." „Op het Marconipiein bij de politie zeiden ze me, ach me vrouw dat gebeurt aan de lo pende band op de dijk. We kunnen er niets aan doen." De voorlaatste keer was het 's nachts. Mevrouw die door al die voorgaande toestanden heel licht sliep, hoorde het ruitje sneuvelen. Trillend op haar benen is ze naar de tele foon gelopen en heeft de politie gebeld. „Een van die agenten maakte nog een geintje tegen me. Mevrouw, als u nou een lekker bakkie koffie voor ons zet, dan blijven we nog een uurtje bij u. Ik was helemaal van streek." Achter het raam van de voor deur zit inmiddels een ijzeren hekwerk. Haar jongste zoon heeft dat ervoor gemaakt. Het glas in lood is vervangen door draadglas. Ook heeft ze een alarminstallatie aan laten leg gen, maar het gebruik daar van is beperkt. Een verzeke ring moet voortaan de schade dekken. Maar toch geeft dit alles me vrouw Van der Schaft geen ge voel van veiligheid. Kennissen hebben haar zo lang onderdak verschaft. De Rotterdamse be- jaardenbond is druk bezig om voor haar een serviceflat te zoeken. Maar ook dat is moei lijk. zijn het kleine dingen zoais mijn vrouw en ik meemaakten. Er kwamen een stelletje knapen. Ze gingen voor ons staan en zei den op dreigende toon: „Hé. ouwe, geef n's een kwartje". Ook bij het dienstencentrum Kralingen dringen geluiden door dat de angst bij ouderen die al leen wonen groot is. „En in onze wijk wonen ze inderdaad op de begane grond," vertelt mevrouw Batenburg. Veel meer dan inbra ken zouden vooral pesterijen en gevoeligheid voor berichten in de krant en op tv ten grondslag liggen aan deze angst, meent hij. Ook de invloed van de stadsver nieuwing vlakt zij niet uit. „De oude buren vertrekken naar een verzorgingstehuis of serviceflat als hun woning aan de beurt is voor renovatie. In de wijk zijn ook veel buitenlanders komen wonen met wie je geen contact hebben. „Ik versta ze niet," is bij ons een veel genoorde klacht. De boel in je straat wordt dichtge spijkerd. Je ziet niemand meer langs komen. Dat is voor veel ouderen toch een moeilijke situa tie." In de buitenwijken wonen de meeste bejaarden erg rustig. Het grootste deel heeft ook een servi ceflat of een plaats in een verzor gingstehuis. „We hebben in Om moord maar een paar bejaarden- woningen en daa- hoor je wel eens dat de mensen bang zijn. Vooral als er weer eens een stuk je in de krant heeft gestaan over iets dat in de buurt is gebeurd. Maar ja, zulke dingen kom je overal tegen in de stad. Over het algemeen is de sfeer hier gemoe delijk." Anders is het in het westelijk ge deelte van de stad. „Het Oude Westen viert feest, maar wij niet," schrijft een bejaard echt paar dat anoniem wil blijven uit angst voor moeilijkheden. „We zijn in korte tijd twee keer in huis beroofd. De laatste keer ter wijl we sliepen, hebben ze zelfs de lade van het nachtkastje ge opend. Veilig wonen is er niet meer bij in deze buurt. Een nutti ge tip voor mensen die beneden wonen: Let op de ramen. Zo kwam ons bezoek ook binnen. Wij oudere mensen vieren pas feest als we weer rustig kunnen slapen." De 70-jarige mevrouw Van Haa- ren woont sinds '45 op een eerste verdieping Ze heeft een long ziekte, kan met moeite de trap pen op en mag eigenlijk niet bij de kachel slapen, maar heeft geen alternatief. „Ik zie er als een berg tegenop als ik m'n trap moet doen. Ik krijg niet genoeg adem, begrijpt u. Maar in die oude huizen moet je dat bijhou den, anders is het zo 'n troep. Van de dokter moet eigenlijk be gane grond of in een serviceflat gaan wonen, maar dat wil ik met. Zo'n flat is niks voor me en beneden wonen? Voor geen goud. Gelukkig heb ik een vriendin en samen redden wij, ouwe kruk ken, het wel." Evenals mevrouw Kleingeld-Ro- meijn komt ze 's avonds nooit al leen buiten. „Laatst is eer kennis van me in de Josephstraai over vallen. Ze werd zo tegen d; grond gegooid. Daar word je angstig van." vertelt mevrouw Kleingeld. „Ik neem nooit geld mee. M'n sleutels doe ik in mijn zak en het geld m m'n sigaret tenkoker." Haar benen zijn nog prima. Dus heeft ze geen moeite om haar woning op de eerste verdieping te bereiken. Maar zelfs als ze slecht ter been wordt, wil ze be slist niet op de begane grond wo nen. „Ze stappen zo je huis bin nen, dat is niets voor mij." Niet omdat ze bang is, wil de 65-jarige mevrouw Boeser-Nab verhuizen van de begane grond naar een eerste verdieping. Nee, ze ergert zich aan de bovenbu ren. Nu ze toch uit haar woning moet vanwege de renovatie, wil ze gelijk van haar ergernis over de troep op straat en in haar tuintje af, „Ze gooien hier van al les naar beneden. Ik erger me co aan die rotzooi dat ik in mijn woede al twee keer van het trap je in de tuin ben gevallen en mijn voet heb verstuikt."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1982 | | pagina 1