11
'^&:A^*%
-*&*%&$$&%. yWjf^Wt^XÉ
Vandaag met: Aflevering 2 van ?Dorp aan de rivier1 Stukgoed Agenda
xivAl
a
h
I
-4/: >5,
\V<?
1 "c i'.
,.,tr.foffer-. r;
f
V.
'e.¥.J h^AVJ VA
;ofe#i4,i-"4 4
- ?88^#^#ix
n/t&l&fè:
rf.YYA^-'" - -»
<9
svZk&S
5,.
„Het is waar," zegt Tony Hak bedachtzaam,
^4clat je de laatste tijd weinig tot de verbeelding
Sprekende studentenacties ziet. Maar het is de
'vraag of je daaruit zomaar mag afleiden dat de
"Studenten dus verrechtst zijn. Je moet natuurlijk
^yel oppassen dat je die korte periode rond 1970,
itóen het studentenverzet overal hoogtijdagen be-
J&efde, niet tot norm verheft. Het was toen een
.<Mel bijzondere toestand, dat moeten we niet uit
het oog verliezen.
^Onzekerheid
Storm
Verzet
Nu studenten weer voornamelijk studeren lijkt het
massale geprotesteer en gedemonstreer van de jaren
rond 1970 naar het grijze verleden verwezen te zijn.
„Maar er is wel degelijk storm op til," waarschuwt een
insider.
Onder de trouwe be
zoekers van het Walhal
la, zoals de grote socie-
teitszaal van het Rot
terdamse Studenten
Corps van oudsher heet,
bevond zich in 1941 ook
ene H.H. Polzer, die
toen nog doorleerde om
zich later drs. P. te mo
gen noemen. Zoals de
Duitse bezetter vreug
deloos vaststelde be
schikte P, reeds toen
over een venijnig pen
netje; onder het pseudo
niem "Tante Pollie" pu
bliceerde hij in het ver
enigingsblad totdat hij
werd opgepakt door de
Sicherheitsdienst.
Misverstanden
M
Corpsbestuursleden Kersten (in colbert) en Beschoor-Plug: >rMen denkt nog altijd
dat het hier een beetje een rijkeluistent is."
'Vrij normaal'
Contacten
i
i
HI
p*VtO>aS< •-■• ;- -4 4 4UA^j-
ft* J. I
.r.sifisw-
-S0Oi
f 1>
nsgSÏ -f 4*
■fc.'* J" -J
E -, -* 1
6 J IttlA
-fö?.K44|}
j --"*4 V ,#l. f.pJ/S.M
«te
A
-V-V' v -' -"-
•CJM v""**5 l'fj&JlSiiui ,T.tósi*' -
„<s-m ;t
C4'A<41
r4~> rf
„_v, /i i" i^t 4
Gr-wlsM^iwtacrvmv»-*
'v 41 '.>viva;!
jjft jt* f
f.Ssltf'
.1^
j
I ffsipe Heer Student, zeggen
z'e, is bezig aan een weder-
.opstanding, Niet langer pro-
beren aankomende acade-
micl de wereld en omstre-
s lf«n per gestencild pamflet
s -te/verbeteren; daarvoor heb-
j-ben ze nu even geen tijd.
Abel's voor doctorandussen,
i artsen en Juristen liggen de
f banen immers niet meer
- voor het oprapen,
j "Het is dus zaak om door
s 'nijver studeren en gericht
sociëteltsbezoek voldoende
J'i-kënnls en kennissen op te
doen om straks een comfor-
tabele plaats op de maat-
schappelijke^ladder te kun-
g-nen veroveren. Oude tijden
Aderen weer; alleen mag de
fleer Student tegenwoordig
T-ook een dame zijn. Zeggen
*fgc.
"t"1' Verrechtst de student, en
met hem de hele universi-
-i telt, inderdaad? Zien de
•«■"linkse jongens van vroeger
sj om in weemoed of zelfs bit-
terheid? En beleeft het_slu-
1 dentencorps als verzamel-
punt van behoudende krach-
ten gloriedagen?
Prikkelende vraagjes bij
'het 70-jarig bestaan van de
i Rotterdamse Erasmus Uni-
Tyersitelt. Nu was Rotterdam
'Ftoch al nooit een centrum
tSEyan studentenprotest, ook
•-jr'niet In de woelige periode
.rond 1969.
De huidige Erasmus Uni-
■"versiteit Is voortgekomen uit
-de Hoogeschool voor den
^jhKoopman (in 1913 gesticht
'ldoor toenmalige big sbóts
lit bet zakenleven, zoals
-Mees, Ruys en Van Stolk) 'en
dat Is heel lang merkbaar
^'gebleven.
slï" In die geest van "wat koop
"i' Ik ervoor" In het studenten-
J'verzet nooit zo hoog opge-
- laald als bijvoorbeeld in
-1 Amsterdam. "Zo heel hevig
j ls het hier nooit gegaan,"
;_!zegt bijvoorbeeld oud-stu
denten activist Tony Hak.
"4 «fff jST? W°
"Het ging hier altijd vrij
rustig," meent ook Kees van
PArldon, die in het verleden
actief was bij de linkse Al
gemene Rotterdamse Stu-
dentenbond.
De (bijna voormalige)
rector-magnlficus Sperna
Weiland merkte eens met
kennelijk genoegen op: "In
Rotterdam wordt in het al
gemeen harder gestudeerd
dan in Amsterdam."
Niettemin sloegen ook
hier de vernieuwingsgezln-
den toe. En bet bleef niet bij
protesteren alleen; uiteinde
lijk kwam links zelfs met
twee man (wetenschappe
lijk hoofdmedewerker Wil
Foppen en prof. Jan Pool) In
het College van Bestuur.
Vooral door hun impulsen
kreeg Rotterdam er drie
nieuwe studierichtingen bij:
algemene gezondheidszorg,
politicologie en maatschap
pijgeschiedenis.
„Dat zijn," zegt Wil Fop
pen nu, "studierichtingen
waarin op een nieuwe ma
nier wordt ingespeeld op
maatschappelijke behoeften
en problemen. Dat is in Rot
terdam toch maar bereikt."
Nog In 1979 was de hervor-
mlngsdrang op de universi
teit voelbaar. In dat jaar
brieste de hoogleraar Slag
ter in het universiteitsblad
Quod Novum over de ver
linksing en verloedering van
de juridische faculteit.
Sindsdien echter verneemt
de buitenwacht betrekkelijk
weinig schokkends meer
van Woudestein en Hoboken,
afgezien van de forse
stroom wetenschappelijke
publicaties.
Is de Erasmus Universi
teit dus een bedaagde zeven
tigjarige geworden? En zal
dat zo blijven? Bert van
Dommelen zocht oud links
op en nam een kijkje in het
hoofdkwartier van nieuw
rechts.
-V-'Er kwamen ineens grote
poepen studenten uit milieus
•''oié daarvoor nooit toegang tot
'Se universiteit hadden gehad.
'."StUderen was niet meer alleen
-weggelegd voor een elite. Dat
sgaf nogal een schok. Boven-
"dien stroomden de studenten
"Tsteeds massaler naar de uni
versiteiten, die daarop totaal
-Diet berekend waren. Er heer
sten nog ontstellend autoritai
re verhoudingen, er bestonden
NShgelofeiijk ouderwetse struc-
turen. Dat moest wel een keer
.barsten.
®-fNu zijn de scherpe kantjes
.'■•'er wel een beetje af. Op de uni-
ve£Ëfteiten is alles gedemocra-
_ÜSgerd. Echt schandelijke on
derwijsprogramma's zoals
.toen bestaan niet meer. Hoog
leraren kunnen niet meer doen
7jghTlaten wat ze willen zonder
^rekening te houden met hun
'Studenten en hun wetenschap
pelijke medewerkers."
»-Hak (zelf een van de activis-
'•"ten in de woelige dagen van
T:rond..l970, nu wetenschappelijk
-medewerker aan de medische
-•JacuIÜeit in Rotterdam) meent
-«4at sfudenten nog wei degelijk
nsftetjet- zijn, maar dan vooral
duiten, de universiteit.
tvlmde vredesbeweging en in
-ite„,\Midden-Arnerikabeweging
.-kom je veel studenten tegen.
1 .Alleen dragen die bewegingen
Hjef^gt stempel "studentenac-
- 'ties?:;-Maar het is gezichtsbe
drog dat studenten niet meer
'■jinka-en actief zouden zijn om-
afdiUer- aan de universiteiten
mjkofnig. actie meer wordt ge-
voerd."
—~Kees. van Paridon, vroeger
■^beitvgn de voormannen van de
"'^progressieve studentenbond
ïarsb,as-het in grote lijnen met
^Haioseens. En bovendien, zegt
bij. zelfs als het waar zou zijn
dat j$iudentenN en wetenschap-
"iPSJüKioOmedewerkers tegen-
'{woor,digminder geneigd zou
den zijn om universiteit en sa-
-.mggjgymg te hervormen, mag
''-iftjtePodat dan kwalijk nemen?
„Er,, heerst door het rege-
ringsbeieid een onzekerheid
dïïT~ve rl am mend kan werken.
..wetenschappelijk medewer-
^rs^fri^en zich af of ze hun
'baHïT'iullen houden, studenten
of ze straks wel een baan kun-
men-vinden. Mag je het studen-
Ten dan~KWalijk nemen ais ze
i fïHjV extra doen? Mag je
Ój^bSPpelijk medewer-
rsAvan-' wie op het gebied
ijs en onderzoek
méér wordt gevergd, er-
wijken als ze dit soort
AcffvÏÏeïffen laten vallen?"
Tony Hak: „Het is natuurlijk
ook nogal huichelachtig ais de
buitenwacht de studenten ver
wijt dat die hun vernieuwings
gezind elan zouden hebben ver
loren. Wat willen we nou, dat
er op de universiteiten niks
aan de hand is, terwijl klein
links en de PvdA wèl in een
crisis zitten en de vakbewe
ging klap op klap incasseert?
Onzin. Studenten zijn niks link
ser, maar ook niet rechtser
dan willekeurige andere groe
pen in de samenleving. De uni
versiteit volgt gewoon het poli
tieke klimaat dat in heel Ne
derland heerst."
Hij vindt overigens dat voor
al de PvdA weinig recht heeft
om de universiteiten van ver-
rechtsing te betichten. „De op
stelling van die partij is heel
schadelijk geweest. Zoals
staatssecretaris Klein in het
kabinet-Den Uyl de arbeideris-
tische vooroordelen tegen de
universiteiten heeft aangewak
kerd. Ook de vakbonden heb
ben wat het wetenschappelijk
onderwijs betreft trouwens ai-
tijd een rechtse koers gevolgd.
Er is steeds gesuggereerd
dat 'die lui op de universiteiten
maar wat deden'. Universitei
ten moest je niet te veel de
ruimte geven. Maar daarbij
werd vergeten dat het kleine
beetje ruimte dat er was nu
juist nodig was om progressie
ve ontwikkelingen van de
grond te kunnen krijgen. Kijk
maar wat er in de praktijk is
gebeurd: nieuwe ontwikkelin
gen van studieprogramma's,
vrouwenstudies en dat soort
zaken zijn het eerst de nek om
gedraaid toen er bezuinigd
moest worden."
„De politiek wantrouwt de
universiteit ten onrechte,"
vindt ook Wil Foppen, voorma
lig progressief lid van het col
lege van bestuur van de Eras
mus Universiteit, werkzaam
als wetenschappelijk hoofdme
dewerker van de vakgroep po
liticologie.
Ook hij stelt vast dat studen
ten "in elk geval op dit mo
ment geen voorhoede vormen".
Maar, meent hij, dat kan wel
eens heel vlug veranderen.
Foppen voorspelt dat in 1984,
een nieuwe, ongekend grote
golf van studentenverzet zal
losbreken. Hij wijst er op dat
1984 symbolische waarde heeft
als het "jaar van Orwell", Big
brother is watching you; grote
anonieme machten bespieden
ons en bepalen ons leven. Die
symboliek maakt het klimaat
rijp voor acties, meent Fop
pen.
„Het zal wat anders toegaan
Is 'het student
echt verrechtst?
dan rond 1970. Minder destruc
tief, minder simpelweg alles
plat willen leggen. Maar er is
storm op komst, en die storm
kan heel snel losbreken. An
ders dan rond 1970 hoeven nu
geen organisaties meer van de
grond af aan te worden opge
bouwd; die bestaan en er is er
varing mee. De krachten kun
nen dus heel snel worden ge
bundeld."
Hij voorziet dat studenten
het rampbeleld van Deet-
man" niet langer zullen accep
teren. Ze zullen in opstand ko
men omdat ze financieel "com
pleet onder het minimum wor
den gedrukt", omdat parallel
aan de algemene no-nonsense-
ideologie van de regering ook
de eenzijdigheid van de studie-,
programma's toeneemt, en
omdat ze gedwopgen worden
eikaars vijanden te zijn. „De
boodschap is dat je maar kei
hard moet studeren, zodat je je.
vriendje naast je in de colle-
gebank de baas blijft en dus
straks misschien een baantje
vindt. Dat zullen studenten
niet lang meer pikken, ik merk
nu al dat het protest groeit en
dat ze bezig zijn zich weer te
organiseren."
Foppen verwacht dat tege
lijk met de studenten ook de
werknemers in verzet zullen
komen. Die bewegingen zullen,
denkt hij, los van elkaar staan,
maar elkaar wel versterken.
Ook werknemers, gelooft hij.
zijn het zat om financieel te
worden geplukt, tot eikaars
concurrenten te worden ge
maakt. En net als de studenten
hebben ze genoeg van "de een
zijdige, technocratische ma
nier waarop de regering de
problemen van Nederland
voorstelt en aanpakt".
„In Den Haag zien ze die
problemen alleen maar als fi
nanciële problemen. Als je
maar genoeg bezuinigt los je
die vanzelf op, dat is zo'n beet
je de redenering. Ze vergeten
i
dat het ook nog. en voorai, om
mensen gaat. De vraag zou
niet moeten zijn wat de men
sen voor de staatskas kunnen
doen; politici zouden zich moe
ten afvragen wat de staat voor
de mensen kan doen. Niet vra
gen hoe ze Nederland boek
houdkundig rond krijgen,
maar als uitgangspunt nemen
dat de Nederlander aan de
siag moet komen."
„Studenten hebben een grote
gevoeligheid voor bepaalde
ontwikkelingen. Ik zie ze als
een soort barometer, en die ba
rometer voorspelt een kolossa
le storm van protest tegen de
bestaande orde op de universi
teit en daarbuiten."
Het Corps:een vrij normale
„Tante Pollie" had zich het
ongenoegen van de bezetter op
de hals gehaald door een nogal
dubbelzinnig verhaaltje in Ot-
en-Sienstiji, dat hij op 7 april
1941 publiceerde. Het luidde
ais volgt. „Dolf en Ben iva-ren
dik-ke vriend-jes. Zij haal-den
sa-men heel wat kat-te-kwaad
uit. De an-de-re kin-de-ren wil
den niet met hen spe-len, want
zij maak-ten al-tijd ra-zie en
wa-ren heel stout. De ben-gels
gin-gen zo maar in tui-nen van
ie-der-een en a-ten al-les op.
Maar toen werd Oom Sam, de
veld-wach-ter, heel boos. Hij
nam en dik-ke knup-pel en
ging daar-mee naar het dorp.
En wie kre-gen toen een pak
voor de broekt Dat kun-nen
jul-lie wel ra-den! Den vol
genden keer een an-der ver
haald je. Da-a-ag!"
„Tante Pollie" kan binnen
kort een uitnodiging verwach
ten om de vrindjes van weleer
weer eens te ontmoeten, want
het Corps bestaat zeventig
jaar; even lang dus als de Rot
terdamse universiteit. En de
vereniging leidt nog altijd een
bloeiend bestaan, hoewel er
dienaangaande nogal wat mis
verstanden heersen, naar pre-
/SS/
sident Frits Kersten en vice-
president Gilles Beschoor-Plug
("weer zo'n dubbele naam",
zeggen de heren niet zonder
zelfspot) ons verzekeren.
„Je hoort wel dat we zoveel
nieuwe leden krijgen vanwege
de verrechtslng van de studen
ten, maar dat is dus onzin", de
len zij op beschaafde, doch niet
overmatig bakakte toon mede.
„Het percentage studenten dat
lid wordt is door de jaren heen
vrij constant gebleven. Als er
grote groepen eerstejaars bin
nenkomen op de universiteit
krijgen wij ook wat meer le
den, dat is alles."
Het Corps telt op het mo
ment ruwweg 1200 leden op on
geveer 10.000 studenten. Het is
daarmee ruimschoots de
grootste gezelligheidsvereni-
ging voor Rotterdamse studen
ten. „Maar we zijn lang niet zo
massaal als het Leidse Corps.
Hier kennen de leden elkaar
nog, hier kun je als niet-lid
niet zomaar binnenlopen zon
der dat iemand er iets van
zegt.
Over het Corps bestaan, we
ten de beide bestuursleden wel
meer wonderlijke gedachten.
,Men denkt nog altijd dat het
hier een beetje een rijkeluis
tent is, maar dat beeld klopt
dus al lang niet meer. Al voor
de oorlog is het Coi~ps van een
elitaire club veranderd in een
vrij normale studentenvereni
ging."
Goed, erkennen ze, een beet
je traditioneel gaat het er wel
toe. „Wij hebben nogal wat
oude gebruiken waaraan we
vasthouden. Op de ene stoel
mag je wel zitten, op de andere
niet. Dat soort dingen. Afaar
we passen ons echt wel aan de
maatschappij aan. Dat moet
ook wel. Stel je voor dat je hier
zes jaar als fcodalen zou heb
ben rondgelopen en dan de sa
menleving in zou moeten."
Ontgroenen doen ze er ook
allang niet meer. Tegenwoor
dig is er een "introductieperio
de", waarbij gepoogd wordt
"initiatieven te prikkelen, ent
housiasme voor de vereniging
te wekken, te zorgen dat spe
ciaal jaargenoten elkaar Ieren
kennen."
„Wij willen allen goden zijn
en in Walhal leven", luidt de
spreuk die sinds zeventig jaar
boven de ingang van de grote
societeitszaal van het Corps
hangt. Of studenten nog wei
tijd heben om Waihalla te fre
quenteren nu ze, naar verluidt,
steeds harder moeten stude
ren?
Merkwaardigerwijs blijken
ze tegenwoordig juist vaker in
Walhalla (genoemd naar het
godenrijk der oude Germanen)
te komen dan vroeger. Het
voordeel van geregeld soci-
eteitsbezoek is. verklaren de-
beide bestuursleden, dat ze
studieproblemen altijd kunnen
voorleggen aan een mede-stu
dent. En bovendien is daar een
stuk sociale controle. Studen
ten houden in de gaten of er
door hun mede-leden wel vol
doende wordt gestudeerd; er
zijn ook clubjes die gezamen
lijk achter de boeken kruipen.
„In het algemeen kun je zeg
gen dat er efficiënter wordt ge
studeerd dan vroeger", meent
president Kersten. „Ze komen
niet meer om elf uur hun bed
uit, maar ze beginnen al om
negen uur. Zo hou je nog ge
noeg tijd over voor het vereni
gingsleven."
Dat is bij het Corps rijk ge
schakeerd. Behalve de soci
ëteit zijn er talloze sportclubs,
waaronde de roeivereniging
Skadi, eens winnaar van de
Varsity en daardoor nog altijd
een paradepaardje. En dan
worden er geregeld activitei
ten ten nutte van de samenle
ving ondernomen. De studen
ten maken zich verdienstelijk
voor de Hartstichting en de
Nierstichting, ze doen mee aan
de Stnt Nicolaasoptocht, ze
maken eenmaal 's jaars de
buurt schoon; de mensa levert
ook maaltijden voor bejaar
den. „En ai3 er verder een be
roep op ons wordt gedaan wer
ken we altijd effe mee. Dat
contact met de maatschappij,
dat moetje wel een beetje bij
behouden. Die studies van ons
staan vaak toch al niet zo
dicht bij de samenleving."
Een gangbare misvatting
over het Corps is dat je er zul
ke nuttige contacten voor later
zou opdoen. Vrindjes van het
Corps zouden nooit te beroerd
zijn om eikaar sappige banen
toe te schuiven. Zo ligt dat dus
in het geheel niet.
Kersten: „Als je dat hier
hardop zegt wordt je vierkant
uitgelachen. Zo gaat dat tegen
woordig bij sollicitaties toch
niet meer, met al die psycholo
gische onderzoeken en wat al
niet, dat één oud-lid het andere
aan een mooie baan kan hel
pen? Alleen, je leert hier wel
dingen waardoor je later mis
schien beter voor de dag kunt
komen. Je wordt gedwongen
zaken goed te beargumente
ren. Je doet mee met het op
zetten van activiteiten. Het is
hier in feite een soort bedrijf.
Als je daarin actief hebt mee-
ge werkt heb je toch wel een
zekere ervaring.
Maar vooral is het natuur
lijk de bedoeling van het Corps
dat studenten met vereenza
men in de grote stad. Er is bij
voorbeeld een commissie eer
stejaars. Als zo'n nieuwe stu
dent niet op de sociëteit komt
belt die commissie hem op om
te vragen wat er aan de hand
is, of er soms problemen zijn."
Inderdaad, de commissie
belt hem, want het Corps be
staat nog altijd uitsluitend uit
mannen. Voor de vrouwen is
er, weliswaar in hetzelfde
pand aan de Robert Baelde-
straat in Kralingen, een eigen
club. Een tikje ouderwets?
De Corpsleden kunnen er
niet over in zitten. „Kijk. met
vrouwen erbij ga je je toch wat
anders opstellen. Wij hebben
het naar onze zin zoals het is,
ongemengd. Het merendeel
van de leden wil het graag zo
houden. Maar we doen veel
dingen gemeenschappelijk met
de vrouwen, hoor. In allerlei
onderverenigingen en commis
sies werken we samen. Een
echte fusie, ach, dat kan altijd
nog."
V
i'