Ketelverkoper Van Veen zoekt zijn recht
m
Christelijke normen
bepalen het bouWen
imkÊè,
i
f
4
Van onze verslaggeefster
ANNEMIEK
VEELENTURF
ROTTERDAM Bo
men in een stad als Rot
terdam leiden geen ge
makkelijk leven. Menig
boom weet zich" omringd
door asfalt. Anderen heb
ben in de straat slechts
enkele tientallen centime
ters grond om zich heen
om de wortels uit te slaan.
In die grond bevinden zich
ook nog eens allerlei ka
bels, leidingen en buizen
die de wortelgroei stuiten.
Niet alleen leven de
meeste stadsbomen op
kleine voet, ook staan zij
in een kwade reuk. Uit
laatgassen van voorbij ra
zende auto's verstikken de
ontluikende loten. Het ver
keer zorgt bovendien voor
hinderlijke trillingen in de
grond. v
De straatophogingen,
die nodig zijn omdat het
Rotterdamse verkeer an
ders in het onderliggende
veen zakt, komen de le
vensduur van bomen niet
ten goede. En in de oude
delen van de stad moeten
(oude) bómen nogal eens
plaats maken voor de
stadsvernieuwing.
Desondanks staat 70
percent van het Rotter
damse "straatbomenbe-
stand" er goed voor. Dat
staat in het bomenplan,
dat vijf ambtenaren van
de dienst Stadsontwikke-
lir,gemeentewerken en
'het bureau Openbaar
Groen hebben samenge
steld.
Dit plan, dat burgemeester
en wethouders in juni onder
ogen krijgen, heeft de nuchtere
naam,"Bomen.in Rotterdam".
Het gaat iri dit plan niet om
■alle bomen die Rotterdam
heeft. Bomen in plantsoenen,
bossen en langs smalle straten
komen er niet' in voor. Wat
overblijft zijn de'bomen aan
brede wegen en langs water.
Dat zijn er in Rotterdam onge
veer 165.000.
Werkzaamheden aan de Molenlaan in Hillegersberg: de wortels
-van bomen worden genadeloos weggehakt om plaats te maken voor
nog meer kabels, leidingen en buizen.
Foto: ipo .,v
Winkelcen
trum Oos
terhof
wordt ver
fraaid met
bomen, die
elders in
Rotterdam
het veld
hebben
moeten rui
men.
Foto: Ton
den Haan
Recept
Aanpak
Miljoenen
■r
Kort geding
Telex
w.l-> y a
zetjenkamp
Bouwen volgens christelijke normen m waar
den: veel vertoon van uiterlijkheid, wrinig idee
over inhoud.
In te vullen
Status j
Ruimte
ïM
HET VRIJE VOLK
metropool
18
ZATERDAG 26 APRIL' 1986
Rotterdam krijgt
duizend nieuwe bomen
In het bomenplan staat om
schreven waar ongeveer dui
zend nieuwe bomen geplant
'dienen te worden. Nog eens
duizend (bijna) dode bomen op
verschillende plaatsen in de
stad zullen worden vervangen
door jonge en gezonde soortge
noten. De bodem rondom enke
le honderden bomen zal, vol
gens het plan "Bomen in Rot
terdam" worden verbeterd om
de flora een kans op een'goed
leven te bieden.
Hoewel het plan geen kant-
en-klaar recept is voor het bo-
menbestand, zal het de komen
de jaren wel medebepalend
zijn voor het aangezicht van
Rottérdam. „Bomen in Rotter
dam" wordt op dit moment
besproken binnen de gemeen
telijke diensten. Na de zomer
kunnen projectgroepen- en-
deelgemeenten hun .commen
taar geven. Wanneer ook de Ie-.';
dèn van de raadscommissie:
hun zegje hebben gedaan, kan
in de loop van oktober een be
gin worden gemaakt met aam-
plant.
Drie jaar geleden begonnen
de vijf samenstellers van het
rapport met een inventarisatie
van het bomenbestand in Rot
terdam. Per fiets en per auto
trokken zij. door de stad om te
bekijken waar bomen moesten
worden vervangen of geplant
en welke bomen een steuntje in
de rug nodig hebben door bo
demverbetering.
Behoud van het karakter
van de wijk en de technische
(on)mogelijkheden speelden
bij de uiteindelijke beoordeling
een grote rol. Vibeke Scheffe-
ner van de dienst Stadsontwik
keling: „In een echte stadswijk
zoals Spangen staan platanen
en linden erg goed. Overschie
heeft een heel ander karakter.
De singels en de laagbouw no
digen uit om er wilgen, popu
lieren en essen te planten."
Bomen met omvangrijke
kronen moeten een -flink eind
van lantarenpalen en muren
worden geplant. Ook met de
aanwezigheid van buizen en
kabels in de bodem, hielden de
samenstellers van het bomen
plan rekening.
Het bomenplan voorziet in
een „structurele aanpak." Een
dergelijke aanpak ontbrak tot
nu toe.-; in Rotterdam. Vibeke
Scheffener: „Tot nu toe werden
incidenteel bomenplannetjes
gemaakt voor plaatsen waar
bijvoorbeeld huizen werden ge
bouwd. Het resultaat daarvan
is dat de stad er chaotisch en
rommelig van wordt. De keuze
valt steeds weer op andere
boomsoorten en de afstanden
tussen de bomen is telkens
verschillend."
André Kegge, hoofd van het
bureau Openbaar Groen ty
peert deze wijze van planten
als „de Belgische situatie." Hij
doelt daarmee op de manier
waarop Belgen verschillende
typen gebouwen in een straat
neerzetten. Dat is mogelijk
doordat de regels voor met na
me woningbouw minder streng
zijn dan in Nederland. Het ge
volg daarvan is dat sommige
straten een wonderlijke aan
blik bieden.
De straatbomen in Rotter
dam staan al lange tijd in de
belangstelling van bewoners,
politici en bedrijfsleven. De ac
tie „Zet een boom op," die de
Rotterdamse plantsoenen
dienst in 1973 hield, kreeg veel
bijval. Rotterdammers konden
tegen betaling van 25 gulden
ergens in de stad een boom
van hun keuze laten planten.
De koper kreeg een oorkonde,
waarin de gemeente verklaar
de voorzichtig met de boom
om te springen.
De gemeente Rotterdam fun
geerde als grote sponsor van
de actie. De 25 gulden bedroeg
namelijk maar een fractie van
de werkelijke kosten. Het plan
ten van een boompje met een
stamdoorsnede van 14 tot 16
centimeter en een hoogte van
ongeveer twee meter kostte
destijds al 200 gulden. Tegen
woordig kost de aanplant van
een dergelijke boom ongeveer
350 gulden. De actie „Zet een
boom op" sloeg aan: al na twee
weken hadden zich 150 deelne
mers, waaronder scholen en
bedrijven, aangemeld.
In de „rijke',' jaren zeventig,
waarin de bomen nog tot de
hemel reikten, wist het CDA-
raadslid H. Viersen de, raad
over te halen maar liefst zes
miljoen gulden uit te trekken
voor boomaanplant in Rotter
dam. Een half jaar later bleek
'slechts één miljoen van dat be
drag gebruikt. De resterende
vijf miljoen gulden werd be
steed aan zaken die normaal
uit de pot onvoorzien betaald
zouden zijn.
Van de bomen, die dankzij
de actie „Zet een boom op" zijn
geplant, staan er niet veel
meer. Vibeke Scheffener:
..Vaak werden zij geplant op
plaatsen die niet geschikt wa
ren. Er is te weinig rekening
gehouden met de toekomstige
ontwikkelingen. Bomen die ge
plant werden op toekomstige
bouwplaatsen moesten ver
dwijnen."
Kegge: „Bovendien zijn veel
bomen dood gegaan aan de
iepenziekte en perevuur."
Het plan „Bomen in Rotter
dam" beoogt wél rekening te
houden met de veranderingen
die in de toekomst in Rotter
dam gaan plaatsvinden,' zoals
de aanleg van de spoortunnel.
Om die reden wordt het plan
besproken binnen de gemeen
telijke diensten, die hun eigen
plannen en het bomenplan op
elkaar kunnen afstemmen.
.Voor de uitvoering van „Bo
men in Rotterdam" is mini
maal zeven jaar uitgetrokken.
De kosten bedragen 3,7 miljoen
gulden. „Na die zeven jaar zijn
we nog niet klaar," zegt Vibeke
Scheffer. „De stad groeit. Het
bomenplan moet ook steeds
weer bijgesteld worden."
Van onze verslaggever
JAN BOOISTER
VLAARDINGEN Een bik
kelharde ketelverkoper heette
hij acht jaar geleden in de
kranteverslagen. Hij zou, vol
gens officier van Justitie mr.
J. Schoonaard, „over aardig
wat gezinnen ellende hebben
uitgestort", samen met zijn
makkers van het ketelbedrijf
SKS Siller en Jamart BV te
Kwintsheul.
Tientallen tuinders riepen
gedupeerd te zijn en niemand
had een goed woord voor hem
over. Hans van Veen uit Vlaar-
dingen werd uiteindelijk ver--
oordeeld tot celstraf. Drie
maanden zitten, zo verordon
neerde de rechtbank in Rotter
dam eind 1978. Van Veen was
veroordeeld voor meineed.
De Vlaardinger vocht terug
en werd uiteindelijk vrijge
sproken. Hij is intussen zonder
werk, is zijn vriendin kwijt ge
raakt door de zaak en hij moet
zijn huis gaan verkopen.
Is het een simpele dwaling
van Justitie? Volgens Van
Veen niet. Omdat het „een be
paalde advocaat op een zeker
moment goed uitkwam hem
van meineed te beschuldigen
en er vervolgens ook nog eens
wat mis ging" volgde de aan
vankelijke veroordeling. Daar
om gaat hij nu die advocaat
aanklagen.
De voormalige ketelverko
per is er zeker van dat hij die
zaak zal winnen. Eerdere za
ken voor schadevergoedingen
rondde hij ook al met succes
af.
Het verhaal van Hans van
Veen neemt een aanvang in
het begin van de jaren zeven
tig. Hij is dan verkoper bij het
ketelbedrijf SKS Siller en Ja-
mart BV te Kwintsheul. Hij
doet dat met redelijk succes;
hij verkoopt veel.
Op een gegeven moment ont
staan er moeilijkheden. Een
paar tuinders willen de ketels
niet meer afnemen. „Omdat
we er helemaal niet voor gete-
Ikend hebben", zeggen ze. „De
handtekeningen onder de con
tracten zijn vals."
Uiteindelijk reizen twee re
chercheurs een jaar lang stad
en land af om meer tuinders te
horen. Wat rest zijn zo'n zestig
zaken waarin ontkent wordt
dat zou zijn gekocht. Maar een
aanklacht tegen Van Veen dan
wel zijn baas blijft uit. Het
openbaar ministerie onder
neemt geen stappen tegen hen.
Sterker, SKS onderneemt
stappen tegen de tuinders. Met
een aantal wordt een regeling
getroffen, weer anderen hoe
ven niet af te nemen. Maar, in
zes zaken eist het ketelbedrijf
dat de tuinders aan hun ver
plichtingen voldoen. Twee za
ken worden door SKS verloren,
in de andere wordt uiteindelijk
afgenomen.
Een van de afnemers is M.
Koolhaas uit Nleuwerkerk aan
den IJssel. Hij verliest aanvan
kelijk zijn zaak en moet beta
len. Dat weigert hij en SKS
laat beslag leggen. Koolhaas
start een kort geding om daar
onderuit te komen. Zijn advo
caat is mr. K. L. ten Have uit
Rotterdam.
Van Veen: „En met die Ten
Have begint voor mij de ellen
de. Om het beslag opgeheven
te krijgen verzon hij dat ik
meineed zou hebben gepleegd
in de eerste civiele procedure
tegen Koolhaas en nog eerder
in een andere zaak.
Maar die eerdere meineed
klacht betrof een getuigenis
van twee jaar geleden in een
procedure tegen tuinder Van
der Meer uit Dóngen. Waarom
komt Ten Have pas tijdens dat
kort geding met die meineed
klacht? Waarom niet eerder?
Dat had hij toch gelijk moeten
aangeven als het juist was ge
weest?"
Het idee van de meineed
klacht doet Ten Have op bij
een collega, mr. Johan de W„
zo zegt Van Veen. De ketelver
koper maakt dat aannemelijk
door een verklaring te tonen
waaruit dat kan blijken. Daar
in staat dat Johan de W. aan
Ten Have de suggestie deed
een meineedklacht in te dienen
ook al wisten de advocaten dat
die vals zou zijn.
Wat zegt De W.? Sinds hij
zelf is veroordeeld in Dor
drecht is hij moeilijk bereik
baar. Zijn advocaat van toen,
mr. S. Ivens, wil zijn adres en/
of telefoonnummer niet geven.
Wel wil hij De W. vragen HW
te bellen. Er komt daarna geen
reactie. Wel blijkt dat Ivens
ten Have heeft verteld dat
HVV met de zaak bezig is.
Terug naar de meineed
klacht. Die is om precies te
zijn in september 1976 inge
diend. Pas na twee jaar en
twee maanden volgt de zitting
van de rechtbank. In de tussen
tijd, en dat is meer dam een
jaar na de aanklacht, wordt
Van Veen gearresteerd en tien
dagen in hechtenis genomen.
Zijn advocate mr. G. M. Le
pelaars: „Het is zo ontzettend
onterecht dat hij toen opge
pakt is, zo laat nog. Daar was
geen enkele reden voor. Het is
bespottelijk om dat te doen, ja
ren na dato."
Als de zitting eindelijk be
gint "hangt" Van Veen. Een
collega van hem, M. Dijk,
heeft een belastende verkla
ring afgelegd en de Vlaardin
ger wordt veroordeeld tot drie
maanden gevangenisstraf.
Die straf zit hij niet uit. Dijk
trekt later namelijk zijn ver
klaring In. Waarom doet hij
dat?
9 Dijk: „Ik had aandelen en
die werden beheerd door mijn
baas, ook de baas van Van
Veen. Die aandelen dreigde ik
kwijt te raken en de politie zei
dat ze dat recht konden zetten
als Ik een bepaalde verklaring
aflegde. Ik dacht, bekijk het
maar en heb toen toegegeven.
Later heb ik die verklaring in
getrokken omdat het niet de
waarheid was."
Van Veen gaat later in hoger
beroep. Hij wordt vrijgespro
ken.
De ketelverkoper begint ver
volgens op zijn beurt een civie
le procedure tegen de staat.
Hij eist schadevergoeding, on
der meer omdat hij onterecht
heeft vastgezeten. Hij wint ook
die zaak en krijgt zo'n vijfdui
zend gulden uitbetaald. Dat
geld komt goed van pas, want
hij zit inmiddels zonder werk.
Ook tegen tuinder Van der
Meer begint Van Veen een ci
viele procedure. Hij beschul
digt de man ervan lasterlijke
uitlatingen te hebben gedaan
en eist hier zo'n 1500 gulden.
Het zijn geen hoge bedragen
maar het gaat hem om zijn re
habilitatie.
Opnieuw wordt Van Veen in
iet gelijkgesteld. Van der
Weer betaalt. Later gaat hij
:chter toch in beroep. Waar-
jm?
De tuinder: „Ik heb betaald
imdat ik van de zaak af wilde
zijn. Het was een idee van
mijn advocaat Ten Have om
toch in hoger beroep te gaan.
Hij vond dat de uitspraak ten
onrechte was. En hij zei dat ik
geen risico liep."
Het was niet zo'n best ad
vies. Van Veen bleef gelijk
krijgen.
De ketelverkoper start nu
een civiele procedure tegen
Ten Have. Omdat de advocaat
de aanstichter zou zijn van het
onheil dat hem is overkomen.
Wordt er opnieuw een paar
duizend gulden geëist? „Oh nee
hoor, dat wordt veel meer, re
ken maar op een ton," aldus
mr. Lepelaars. „En heel grote
kans dat Van Veen gaat win
nen."
Redenen te over. al met al.
om mr. K. L. ten Have om een
weerwoord te vragen. Het be
treft een ernstige klacht tegen
een advocaat.
Er volgt een afspraak. Maar
een dag.voordat het gesprek
plaats moet vinden komt er
een telex binnen bij HW. Ten
Have moet de afspraak afzeg
gen in verband met andere
werkzaamheden. Hij belooft
nog wat documentatie te stu
ren.
Verder meldt hij dat hij zich
met de deken moet verstaan.
Zijn telex eindigt hij met: „Ik
geef u wel de dringende waar
schuwing dat onjuiste dan wel
voor mij nadelige publicaties
tot schade-acties zullen lelden
ten aanzien van u persoonlijk
en het dagblad Het Vrije
Volk".
Dat is dreigende taal. De be
hoefte aan een weerwoord
blijft groot.
Énkele dagen later informe
ren we of Ten Have al wat
weet. Hij zegt dat hij stukken
heeft, dat die opgestuurd zul
len worden en dat hij zich met
de deken moet verstaan.
In zijn laatste telex meldt
hij: „Een interview wil ik u
niet geven, dit in overleg met
de deken; u hebt aan de stuk
ken genoeg."
Die stukken betreffen het op
treden van Van Veen en Dijk
als getuigen voor SKS. Er
blijkt uit dat beide werkne
mers verklaringen hebben af
gelegd die op details verschil
len.
Vragen over het waarom
van de meineedklacht kunnen
we niet bij Ten Have kwijt.
Ook niet als we hem er bij het
ophalen van de stukken nog
eens op gewezen hebben veel
belang te hechten aan een
weerwoord.
Een van de weinige dingen
die Ten Have kwijt wil bij de
overhandiging van wat stuk
ken is dat hij slechts handelde
in opdracht van zijn cliënten
en meer een veredeld soort
loopjongen was.
Dat is slechts ten dele waar,
getuige het antwoord van Van
der Meer op de vraag van wie
nou het idee was om de mein
eedklacht in te dienen. Van der
Meer: „Van Ten Have natuur
lijk. Dat idee was van hem.
Wat hebben wij er nou voor
verstand van?"
202 woningen
Door HERMAN
MOSCOVITER
Nog steeds wordt er ge
bouwd voor de hoeksteen
van de maatschappij, het ge
zin. En nog steeds ziet het
ministerie van Volkshuisves
ting, Ruimtelijke Ordening en
Milieu niet in wat een verspil
ling van ruimte en geld dat is.
De hoofdmoot van de huizen
in de nieuwbouw is voor het
gezin. Daarmee wordt een
achterhaald produkt afgele
verd. Dat gebeurde al jaren
geleden toen aan die hoek-
steek werd geknaagd; dat
gebeurt nog steeds, hoewel
bekend is dat de hoeksteen
van de maatschappij is afge
brokkeld. Omdat een christe
lijke partij altijd zijn stempel
drukt op de vaderlandse poli
tiek, zal het gezin hoeksteen
blijven, en zal er voor gezin
nen worden gebouwd. De
christelijke politieke partij (nu
het CDA) houdt met haar op
vattingen vernieuwingen in
de volkshuisvesting tegen,
n de christelijke beleving is
het volledige gezin uitgangs
punt. Het gezin krijgt dus
In allerhande regelingen
voorrang. En omdat het gezin
in de bouwwereld ook nog
eens op bijzonder conventio
nele wijze wordt gezien (va
der, moeder, éénkommaze-
ven kind) kunnen volkshuis
vestingsvernieuwingen in Ne
derland gezien worden als
het ondergraven van de
christelijke moraal. Om de
vernieuwingen aan de bin
nenzijde van de huidige hul
zen te verdoezelen, wordt er
In de bouwwereld onevenre
dig veel aandacht besteed
aan de uiterlijke opsmuk van
de woning, aan extraatjes en
of het geheel is geïsoleerd.
Wat de functie van het huis
voor de bewoners is anno
1986, blijft bulten schot.
In feite zou er allang moeten
worden gebouw op een ma
nier waarbij mensen zelf hun
huis invullen, veranderen,
aanpassen aan de toevallige
omstandigheden. Een onge
definieerde woning die al naar
gelang gezinsgrootte, financi
en, luxe-wensen kan worden
aangepast. Een huis waar je
met zijn tweeën in kunt be
ginnen. Waar je kunt uitdijen
tot vier of vijf en (als de kin
deren het huis uitgaan) weer
kunt inkrimpen tot twee of
desnoods een.
De architects Luzia Hartsuy-
ker-Curjel voert al jarenlang
een weinig géhoorde strijd
voor die ongedefinieerde wo
ning. Ze zet vraagtekens bij
het feit dat men sinds het in
voeren van de Woningwet in
1901 nog steeds dezelfde
woningen ontwerpt.
Niet dat ze ook maar iets
heeft tegen de Woningwet.
Het feit dat een overheid op
zich neemt voor menswaardi
ge volkswoningen te zorgen
en dankzij een subsidiesys
teem te laten bouwen en be
wonen. Is een daad van grote
sociale waarde. „Maar," zegt
ze, „Ik zet grote vraagtekens
bij het feit dat ze ruim tachtig
jaar later nog hetzelfde zijn
opgezet, ook al zijn ze beter
geïsoleerd, luxueuzer en
comfortabeler."
En terecht zegt ze dat. In die
86 jaar Is er veel veranderd.
Op elke vier gezinnen Is een
echtscheiding; 5% van de ge
zinnen heeft één ouder; 6%
van de huishoudens is niet
gebaseerd op een gezin; 18%
van de huishoudens is voor
alleenstaanden; het aantal
woongroepen (ook van oude
ren) neemt sterk toe; enzo
voort. Er is werkloosheid,
voor de werkenden meer va
kantie, er is een grotere mo
biliteit, er is een grotere be-
stedingsdrang, er is een gro
tere vergrijzing, jongeren wo
nen. steeds vroeger zelfstan
dig, enzovoort.
Maar inmiddels kennen vele
generaties Nederlanders de
woningwetwoning. Of zoals
Luzia Hartsuyker-Curjel zegt:
„De woning roept het beeld
op van het traditionele gezin:
de man werkt buitenshuis, de
vrouw zorgt voor de huishou
ding, er zijn een of twee kin
deren. Alle vertrekken heb
ben een voorgeprogrammeer
de functie, met faaraan ge
koppeld een mljimum afme
ting, waardoor «e woning
nauwelijks andes dan voor-
geprogrammeed gebruikt
kan worden."
j
Je ziet het beeldvoor je: de
gemiddelde womg is voor
de gemiddelde Banke mid-
denklasman meteen baan,
een auto en eenjezin. Want
een huls moet oereenstem-
men met de state van de
werkende man irdeze maat
schappij.
De gezinswoning hoet dan
ook door een gezi bewoond
worden. Geheel niar christe
lijke opvattingen. Ie zitkamer
is om te zitten, dniiaapka-
mer om (afgeschelen van
wege de intieme ei taboerij-
ke gebeurtenissenaldaar) te
slapen, de badkanèr heeft
een privacyfunctle als je dat
niet gelooft, vervolj de offi
cier van Justitie te totterdam
wegens ontuchtige jandelin
gen). de keuken hetdomein
van de vrouw die met zor
gen dat man en kotjrtjes het
gezellig hebben en iets te
kort komen. Alles lig muur
vast.
Luzia Hartsuyker-Cuiel for-
muleert het iets andés: „Een
groot deel van de beioners
van dit soort huizen bvindt
zich in een woonsituae die
hen belemmert. Het véning-
prototype uit 1901 me zijn
hiërarchische vertrekkln-
reeks (woonkamer, hoifd-
slaapkamer, kinderkarers)
dwingt tot een leefwijzedie
niet aansluit op de situile
anno 1986. Er wordt uitbe
gaan van star, gefixeerd
woongedrag, afgeleid va het
woongedrag van vroeger, af
geleid van het woongedrig
van het gezin. Daarom be» ik
voor het bouwen van hulzn
die ongedefinieerd zijn en';
voor allerhande bewoning le-
schikt."
Het is ook een van de stellin
gen die de Stichting Vrouwe»
Bouwen en Wonen in het r-
Bouwcentrum In Rotterdam
aanhangt. Mogelijk moet dé f,
verandering juist uit die vrou>
welljke hoek komen, want 1
bouwen is altijd een zaak vai^
mannen geweest, daar hielp' f
geen moedertje-lief aan. En
dat er zaken niet kloppen 1 'f
kunnen vrouwen het best on i
derkennen. Niet alleen omdtt
ze in het gezin hot meest thus
zijn en dus de functionele
waarde van het huls het bes
kennen, maar ook omdat zè
de typisch mannelijke ont-
werperstrekjes kunnen her
kennen. Vandaar dat die f
Stichting begonnen is met
een aantal projecten waarlri
men vrouwen eer. toonaang-
vende rol wil laten (mee)spe
len.
Luzia Hartsuyker-Cur|el zeg
over het andere ontwerpen:
„Ik ben ervan overtuigd daf
het bij het ontwerpen van
volkswoningen moet gaan
om het ontwerpen van ruim(i
en niet om kamers. Ruimte li
een eerste levensbehoefte.'#
tegenstelling tot gangbare
opvattingen over architec-:
tuur, die gevels, uiterlijke -
vorm en dergelijke centras
stelt, denk Ik dat het niet o
gevels, de wanden, de klep.
ren en de materialen zijn,
maar de ruimte om de mes
heen, die hem laat leven.'"
Natuurlijk zijn er in het vera
den en heden enkele ontw'r-
pers geweest die zo vrij inul-
baar hebben ontworpen.
Maar nauwelijks In de Volk-
hulsvesting. Zo lang de chs-
telijke waarden en normen
via de politiek naar de lagee
overheden vloeien, zolang let
gezin de hoeksteen van dé
maatschappij moet blijven
(ook al Is dat allang niet mèr
zo), zolang blijft de achter
haalde gezinswoning in dei
mode. En of hij nou in flat-'
vorm steeds vaker leeg stai
of niet, we bouwen gewoori
door. Wie de hoeksteendoc
trine en de chrtstétljke nor-
men aanhangt, weet dat er-V
nog jarenlang star, zonder
vernieuwingen, overbodig ep
dus duur gebouwd zal wor-'?
den. *-••?.!