Zomer zaterdag m Beets zw ^moediger dan Camera Obscura WS Zomer Zaterdag, zo heet onze serie die elk jaar met een ander the ma gedurende de zo mermaanden ver schijnt. In voorgaande jaren vergeleken wij oude en nieuwe wijken in Schiedam, Vlaardin- gen en Maassluis; wij namen als rode draad pleinen, of kuierden kriskras door de drie Waterwegsteden. Dit jaar een bijzon der jaar, want de serie gaat haar vijfde jaar in pakken we straten in de drie steden, die de zelfde naam hebben. We praten met de bewoners en snuiven de sfeer op. In voorgaande afleve ringen passeerden de Stationsstraat, de Oos terstraat, de Schiedam- seweg en de Van Lim burg Stirumstraat de revue, Vandaag: de NICOLAAS BEETS- STRAAT. i* 1 WBBÊ 1 i§fc Tekst: Ton Damen Foto's: Ed Eggermont fMé HET VRIJE VOLK schiedam 4 MAANDAG 4 AUGUSTUS 1986 MAASSLUIS/SCHIEDAM/ VLAARDIN GEN Eén van de bewoners heeft de humor en i-de strijdvaardigheid zoals de 'Tschrljver Nicolaas Beets die toont in zijn populairste werk -Camera Obscura. Hij kwam er negen maanden geleden wo nen. Toen hij uit zijn Fiatje stapte, dribbelde een Turks jongetje hem tegemoet. „Ben jij nou een opa?" had het ke reltje hem gevraagd. „Jaha," had hij direct geantwoord, waarop de jongen en de andere kinderen hem om de nek vie len. W. N. A. Hos (72), voor vrienden 'Wim' en voor de kin deren 'opa Hos', heeft het naar zijn zin in de Nicolaas Beets- straat in Vlaardingen. Hij is een van de weinigen die er met plezier woont. En kele „Hollandse" bewoners noemen Hos een meeloper. „Meelopen en slijmen met de Turken." Hos,. een oud-onder- wijzer, begrijpt het niét. Het is hem wel opgevallen dat er veel buitenlanders in de straat wo nen en dat een aantal huizen flink is verpauperd (slecht In de verf en zo). Maar hij is van mening dat er met de meeste buren goed te leven valt. „De buitenlanders zijn vriendelijk en hartelijk. Ze komen me zelfs eten brengen. Mijn eigen huis is goed opgeknapt. Dus, wat wil ik nog meer?" „Zeg opa, jij bent toch een Turk, he?" had een van de kin deren hem op straat eens ge vraagd. „Welnee," zei Hos, „ik ben een Hollander. Dat kun je toch wel aan mij zien..." Grote kinderogen hadden hem onge lovig aangekeken. En toen hij doorliep hoorde hij zeggen: „Nou, je bent toch wel een beetje een Turk hoor. Opa!" "Hos trok naar de beneden woning in de straat omdat zijn vrouw, die enige jaren sukkel de met ziektes, de trappen in hun vorige huis aan de Korte Hoogstraat niet meer opkon. „Na de verhuizing heeft Lenle slechts twee keer hier gelo geerd. Ze was te ziek geworden en overleed kort daarna," zegt Hos, die alleen in het nieuwe huis achter bleef. Daarna kreeg hij meer con tact met de buren, voorname lijk buitenlanders. Hos vulde papieren in en nam zo nu en dan eens een kind op de arm. „Die kinderen vinden een opa leuk, want zelf hebben ze er geen hier. Logisch," zegt Hos. „Op een gegeven moment kwa men ze ook vaak binnen, maar dat doe ik niet meer. Een van de keren waren er zoveel in mijn huis dat ik het niet meer bij kon houden. Toen een oude re jongen iets leek uit te halen met een jong meisje, heb ik er een punt achter gezet. Niet kwaad hoor, maar ik kan op mijn leeftijd nu eenmaal niet iedereen in de gaten gaan hou den." Een half jaar geleden werd Hos' bovenbuurman, Memet Karacan, ernstig ziek. Hij kreeg last van zijn been en zijn rug en moest in een beneden huis gaan wonen. Hos: „Hij kon geen tree meer nemen. Ik dacht ja, nu kan ik wel met hem ruilen... maar ik zit hier net zelf. Hoewel ik de trap in twintig seconden op en neer ren,- zag ik nogal tegen de ver huizing op. Bovendien is mijn huis in mijn ogen mooier dan het zijne. Toen viel mijn oog op het al jaren leegstaande huis naast me. Dat werd dus een lange speurtocht naar de eigenaar. Brieven naar de gemeente, wo ningbouwverenigingen en wat ik al niet meer heb gedaan. Uiteindelijk kwam ik terecht bij een makelaar die de naam van de eigenaar niet wilde noe men. Er waren vier eigenaren, die ook nog belastingschuld zouden hebben, enfin het was een hopeloze zaak. Toch wist de makelaar wel een oplossing; je moet het gewoon kraken, fluisterde hij me in 't oor." „Verdomd, dat doe ik, dacht Joop van Rij en zijn schoonzoon Joual voor hun huis. „De een is wel tevre- den de ander niet". Oud-onderwijzer Hos met kinderen uit de buurt, met wie hij dikke vrienden is. 'Opa' kraakte huis voor Turkse buur -fes Spelende kinderen in de Vlaar- dmgse Nico laas Beets- straat Maassluizen Mallie bij de garage onder zijn „uitsteken de flatwoning". De trofee uit Turkijke is net in de wagen gemonteerd. Kazim Serim en zijn broer poseren trots bij de nieuwste aanwinst. De Nicolaas Beetsstraat in Maassluis werd in de zestiger jaren opgetrokken, een rustige buurt waar het altijd zondag lijkt. ik meteen," zegt Hos met een blik die 'eureka' uitstraalt. „Ik ga het kraken, besloot ik. Nou heb ik als brugman moeten praten, maar we hebben het gedaan." „Ze wilden niet, he," zegt Hos. „Ze zijn er veel te netjes voor, om zomaar 'n huis te kraken. Doordat ik steeds hleef zeggen dat ik het zou kraken en dat ik de verantwoording zou blijven dragen zijn ze door de bocht gegaan. En hebben ze me geholpen. Het was op een woensdag rond zes uur. Ik kwam aanlo pen èn een drukte voor de deur... Allemaal Turkse vrou wen en kinderen. De opwinding was groot. Ik zei ze dat die sensatie nergens voor nodig was, want dat kraken een doodnormaal karweitje is, waar we niemand bij nodig hadden. We hebben de zaak drie uur uitgesteld en toen was het zo gepiept. Over de heg, de keuken in en naar binnen. Ka racan begon spullen neer te zetten en ik belde de politie. Het is gelukt hoor, we heb ben het huis gekraakt, zei ik tegen de wachtcommandant. Maar die wist overal al van hè. Ik had ze al volledig inge licht," lacht Hos met pretoog jes. 'Opa' wijst erop dat de straat gezellig en levendig is. Er loop veel volk. De huisdeuren staan open en wat buren praten met elkaar in het portiek. Aan de kant van de Potgieterstraat staat een bank waarop de be woners van de bovenhuizen (driehoog kazernebouw) kun nen plaatsnemen. Vrijwel naast groenteman Jan Elze naar, zijn vader zit al sinds de bouw van de straat in de zaak, woont de familie De Kruys- Monteny. Him kinderen „mogen wel met de buitenlandse kinderen op straat spelen", maar voor de rest bemoeien ze zich er niet zo mee, „Ze komen wel eens huilend thuis als ze een klap op hun kop gehad heb ben," zegt meneer De Kruys. „Dan zeg ik tegen ze dat ze zelf maar terug moeien slaan. Ik wil me er niet mee bemoeien." Joop en All van Rij wonen al twintig jaar in de straat. „Wij hebben hele rustige buren", zegt Ali van Rij. „Je moet het gewoon treffen. De huizen zijn goed gebouwd en we hebben zelf veel eraan gedaan. Van een kast een douche gemaakt en zo meer." Het echtpaar be treurt wel dat de gezellige oude volksbuurt is verdwenen, maar vindt het nog 'prettig De Nederlandse letterkun dige en predikant Nicolaas Beets (1814-1903), zoon van een apotheker/drogist, moet volgens de literaire enceclo- pedieen nog zwaarmoediger geleefd hebben dan blijkt uit zijn verhalen José, een Spaans verhaal (1834), Ku- ser (1835) en Guy de Vla ming (1837). In die periode, door Beets steevast de 'zwar te tijd' genoemd, bedreef de schrijver nog wei eens stu- dentenjool. De studentikoze losheid uit zich onder meer in de eerste editie van Came ra Obscura 11939), waarin hij onder de schuilnaam Hil- debrand drie verhalen schreef: Een onaangenaam mensch in den Haarlemmer hout, De familie Stastok en Een oude kennis. In hetzelfde jaar dat Ca mera Obscura verscheen, promoveerde Beets tot doc tor in de theologie, waarna hij zijn studentikoos leven afzwoor. Vanaf die tijd kreeg zijn werk steeds meer een De auto's in de Schiedamse Nicolaas Beetsstraat zien er prijziger uit dan de huizen en een Turkse vrouw overleef de een sprong uit het raam niet. De bewoners hadden fou ten gemaakt toen zij een gas kachel eigenhandig hadden aangesloten. Nu nieuwe buren veel lawaai maken, zoekt As- trid naar een ander huis. Bij de familie Van Rij. die op straat het hele verhaal doet, komt een van de buren staan. F. Cetlnkaya, afkomstig uit Turkije. Hem' bevalt de straat totaal niet. Hij woont op nummer 21 en klaagt over luidruchtige buren (landgeno ten) en de veel te kleine wo ning. Mijnheer Van Rij vindt dat Cetlnkaya te veel kankert. „En als hij zo doorgaat met zijn vrouw, wordt zijn huis nog veel kleiner. Moet-ie een paleis aanschaffen." Van Rij wijst er op dat er ook Turken in de straat wonen die het wel naar hun zin hebben. „Geluk hebben en het zelf een beetje leuk ma ken; daér gaat het om", zegt hij. Toen B en W. in Vlaardin gen in 1925 de straat wilde bou wen, dachten ze haar Hilde- brandstraat te noemen. Onder deze naam was Beets minder bekend en het toenmalige col lege wilde daar verandering in brengen. De raad besliste an ders. In 1928 werd "het gat" aan het Schravendijkplein ge vuld met 39 x 12 meter kazer nebouw. De huizen golden In die tijd als goed en modem. In korte tijd trokken de bewoners erin en werd de straat onder deel van een volksbuurt aan het centrum van Vlaardingen. De Schiedamse Nicolaas Beetsstraat, die in 1935 werd gebouwd, is veel stiller dan de Vlaardlngse. De bouw is twee hoog. De bewoners zijn er te vreden over buren, maar kla gen over de slechte constructie van de woningen. Veel vocht en lekkages. wonen'. Hun dochter Astrid, die getrouwd is met Marok kaan A. Joual en twee huizen verderop in de straat woont, zegt dat zij "het niet zo goed heeft getroffen met de buren." Astrid (28) en haar man heb ben nogal wat angsten uitge staan. In 1979 vielen er drie do den bij een brand op nummer 29 en zes jaar later vatte het huis van de bovenburen van Astrid vlam. Het plafond kwam bij haar naar beneden godsdienstig karakter. De schrijver trouwde, hertrouw de en kreeg negen kinderen. Beets wordt gezien als iemand die zowel in zijn boe ken als in zijn leven steeds mensen wist te ontmaskeren, waarbij hij streefde naar to lerantie en rechtvaardig heid. Deze straat kent ook veel Turkse bewoners. Op het trot toir sleutelen enkele „Holland se" bewoners aan hun auto. De auto's in de straat zijn over het algemeen duurder dan de huizen. Twee jongens poetsen ijverig aan hun Alfa Romeo. In de straat zijn enige be drijfjes gevestigd. Op zaterdag lijkt het dan een dooie boel. De mensen schijnen nogal in zich zelf gekeerd. Aanbellen bij een ouder echtpaar heeft bijvoor beeld geen zin. Het hoofd van de vrouw komt voor het raam en kijkt achterdochtig naar bulten. De deur blijft herme tisch gesloten. Enige bedrijvigheid is te be speuren op de hoek met de Aleldastraat bij de zelfbedie ningswinkel A-markt. Tiental len klanten komen de zaak uit met 'n kratje pils. Het moet per slot van rekening een,-ge zellig weekeinde worden. In de hele straat staat 1 één deur open. Die van de familie Serim, afkomstig uit Turkije. Kinderen moeten het huis dn en uit kunnen en de 18-jarige Kazlm Serim geniet voor de deur van het zonnetje. Kazim woont vijf jaar in de straat, maar de familie huist er al ruima acht jaar. Serim heeft op de nummers 33 en 44 zowel de boven- als benedenhuizen gekocht De broer van Kazim komt erbij, maar spreekt niet vol doende Nederlands om aan een gesprek deel te kunnen nemen. Kazim; „We komen net van va kantie terug uit Turkije, waar we onze familie hebben opge zocht. Het was heerlijk. Ieder een vindt het altijd fijn om te rug te gaan naar zijn geboorte plaats. Voor mij is dat Izmit, enkele tientallen kilometers onder Istanbul. Ik ben vast van plan om er later te gaan wo nen," zegt hij. T ft Zijn broer gadt 'plotseling het huis binnen en komt terug met een vaantje waarop staat „Galatasaray". Het Is meege nomen uit Turkije. Trots mon teert hij het vlaggetje In zijn auto. Een brede lach ver schijnt als het ding is beves tigd, Terwijl hij op het vaantje wijst zegt hij: „De voetbalclub van Istanbul". De twee broers zeggen graag in de straat te wonen. Proble men met buren hebben ze nooit gehad. Alles is er 'pais en vree', verzekeren ze. Ze gaan er prat op dat de straat keurig en schoon is. J. Reherman, die op num mer 37 woont, zegt niets bij zonders over de straat te kun nen vertellen. „Het zijn hfer oude en vochtige huizen die aan renovatie toe zijn. Er wo nen hier heel jonge mensen en buitenlanders. Wat er in "de straat gebeurt gaat groten deels langs me heen. Mijn huis is meer mijn nachtverblijf. Ik slaap hier en verder niet. Ik vind het ook niet de moeite waard om hier op andere tij den rond te hangen." Enkele bewoners uit de buurt die anoniem wensen te blijven zeggen dat de Nicolaas Beetsstraat de grens vormt tussen „de rotzooi en vuilig heid van de Tollensstraat en de nettere omgeving als de Rembrandtstraat." Een heel andere indruk maakt de in de jaren zestig op getrokken Nicolaas Beets straat in Maassluis Het be treft 96 drie- en vierkamerwo- ningen ln een flatgebouw dat haaks op de Bilderdljklaan staat De hulzen zitten prima in de verf en worden door de gemeente onderhouden. Vol gens het spreidingsbeleid voor buitenlanders van de gemeen te, woont per trapportaal steeds één buitenlands gezin. In deze straat zijn de buiten landers geen of nauwelijks on derwerp van gesprek. Bewoner H. Mallie kwam 18 jaar geleden m de straat wo nen. Het bevalt hem hier nog altijd goed. „Uitstekende hui zen en het is van hier twee mi nuten lopen naar het centrum van de stad."Hij weet met of er markante of beroemde mensen in de straat wonen. In leder ge val niet de burgemeester; dat weet hij zeker. „Ja, die zal daar gek zijn en drie trappen klimmen. Nee, die man heeft natuurlijk een lekker vrij staand huisje. En gelijk heeft hij" Mallie werkt bij het loodswe zen en zit vanaf '55 „in de vaart."Over de buren weet hij „heel weinig". „We! komen hier steeds meer jongeren wo nen, De huur is slechts zo'n 230 gulden ln de maand, dat is na tuurlijk wel op te brengen vóór vrijgezellen". Zo op het oog ziet het er naar uit dat er wei nig opmerkelijks in de straat gebeurt. Een rustige buurt, waar het altijd zondag lijkt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Vrije volk | 1986 | | pagina 1