Remi Popper
'Truc met
Huub van Waalwijk eerste Schiedamse 'scharrelslager'
mmmmm
Cjb*rM i c
Verhalenverteller
W
Motivatie
Limousin
Elite -
Amsterdam
Keerpunt
!Vls een varken
gedarteld, de
gesnoven voor-
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1986
'Je bent nu
eenmaal hotemetoot
in
(Van een onzer verslaggevers)
Is het commercieel gezien aan
trekkelijk om op de 'scharrel-
toer' te gaan?. Bea beslist: „Als
je het doet voor de commerci-
eële kant, dan moet Je het laten.
Je kan niet zo denken van: 'Ik
heb een hogere omzet, dus een
hoger winstpercentage.' want
dat ls niet waar. Het brengt na
melijk veel meer werk met zich
mee, het ls veel arbeidsintensie
ver. We werken belden zo'n
twaalf veertien uur per dag.
We beginnen om 6 uur en we zit
ten niet voor 20.00 uur aan de
avondboterham." Voordat de
slagerij overstapte op scharrel-
vakensvlees werkten beiden zo'n
tien k twaalf uur per dag.
„Wat ons op de been houdt,"
vertelt Bea, „zijn de tevreden
gezichten van de klanten. Zij be
talen dan wel iet» meer voor een
stukje vlees - het scharrelvar-
kensvlees is een gulden per kilo
duurder - maar dat hebben zij
er graag voor over. Van de week
was er nog een man bij ons in de
zaak die zei: 'Mevrouw 't is niet
te filmen, zo blij zijn wij er
mee.' Dat streelt ons ook."
Voor de proef op de som: in de
winkel staan een paar klanten.
Een wat oudere Indonesische
dame geeft een reactie: „Voor de
oorlog aten we ook scharrel
vlees. Toen was al het vlees
scharrelvlees. Jonge mensen
weten het niet, maar het ia het
beste van allemaal. Als Je 't een--
maal gegeten hebt wil je niet
anders meer. Veel meer slagers
zouden er toe over moeten gaan.
We worden al lang genoeg ver
giftigd. Wat denk je nou van de
Rijn."
ment is waarop de invasie in
Normandië werd uitgevoerd.
Terwijl wei natuurlijk heel
foed kunnen weten dat het;
chte keerpunt de tankslag
tussen de Russen en de Duit-;
sers bij Koersk is geweest-
Maar dat willen we niet weten
en dat is te lezen in de wester-:
se geschiedschrijving.
Zo is het ook tekenend dat de
historici over een aantal fun
damentele zaken geen uitsluit
sel geven. Het is bij voorbeeld:
niet duidelijk waarom de geal-:
lieerden geen actie onderna
men tegen de concentratie
kampen, waarin de joden wer
den vermoord. Het een feit is
dat zij wisten dat Auschwitz
bestond. Zij waren exact op de
hoogte van de plaats van de
barakken en wisten waar de
gaskamers stonden," aldus
Poelstra. - "c ;':7
Ook stelt hij dat de geschied
schrijver mede eer» beeld is
van zijn tijd. „Het boekje van
mijn voorganger Postma is
verouderd. Zijn boekje is als
typisch produkt van die tijd
opgebouwd uit alle feiten die
hij ook maar heeft kunnen ver
zamelen. Hij trok te weinig
conclusies, koos te weinig en?
selecteerde te weinig. De ge-'
beurtenissen staan keurig op,
een rij, dat wel. Daarom ver-;
oordeel ik hem niet. Integen
deel hij heeft heel belangrijk:
onderzoek verricht. Hij ls ty
pisch van de generatie van dr.
L. de Jong die eenzelfde stijl
heeft. Het materiaal maakt:
een schijnbaar objectieve in
druk, waarbij de wetenschap
pelijke overdaad ten koste
gaat van de leesbaarheid en
trefzekerheid.
Maar als Je nu de boeken
van J. Presser (Nacht der Gi
rondijnen) leest, vind je een
schier andere benadering.
Presser houdt van goed schrij
ven, niet alle feiten noemen,
maar de belangrijkste eruit
kiezen en die vermelden, en
conclusies durven trekken.
Voor die man is het absoluut
geen schande dat hij door een
groot publiek gelezen kan wor
den."
Poelstra zit op,zijn praat
stoel als hij ultwljdt over Pres
ser. Hij ls duidelijk Poelstra's
grote voorbeeld, i,Je moet niet
vergeten'dat een historicus de
functie heeft van, de vroegere
verhalenverteller bij het
kampvuur. De geschiedenis
kun je alleen 'overleveren als
het bij veel mensen tot de ver
beelding spreekt- - Daarom
moet helder schrijven. De
pen behoort populair gehan
teerd te worden zonder dat de
historie, zeg maarde .'werke
lijkheid', geweld aan gedaan
wordt".- -
Hij wïl daar nader, op ingaan
en doet dat in de volgende afle
vering. Daarin zal Poeistra
.ook meer,.van zijn algemene
denkbeelden 1 en; opvoeding
prijsgeven. „Tenslotte is dat
nog belangrijker voor een ge
schiedschrijver danrijn. visje
op de stad Vlaardingèh," zégt
VLAARDINGEN SP-fractlevoorzltter
Remi Poppe verdenkt het college van bur
gemeester en wethouders ervan de huren
van de ouderenwoningen in Drieën-Huysen
en de Wouthof vla een truc te willen verho
gen. Hij zei dit gisteren op de derde dag
van de begrotingsbehandeling door de
Vlaardingae gemeenteraad. Volgens Pop
pe zou de huurverhoging de bewoners cir
ca 150 gulden per maand schelen.
De SP-fractievoorzitter trok fel van leer
tegen de Algemene Stichting voor Hulsves
ting en Verzorging van Bejaarden
(ASHVB), die beide complexen beheer^
Ais gevolg van het puntensysteem, aan de
hand waarvan de huren worden vastge
steld, moesten de huren van de ouderenwo
ningen op 1 juli drastisch verlaagd wor
den. De stichting dreigt hierdoor volgend
Jaar in de financiële problemen te komen.
Om dit te voorkomen, zouden B. en W. de
woningen willen opwaarderen, vermoedt
Poppe.
Volgens de wethouders Kees van der
Windt (ouderenbeleid) en Goudriaan
(stadsontwikkeling) klopte van Poppe's
verhaal niet veel. Goudriaan vond de SP'
er zitten 'tetteren' en Van der Windt noem
de zijn Insinuaties over de relatie tussen
de directie van de ASHVB en een Vlaar-
dings aannemersbedrijf "beneden peil'.
Burgemeester Van LJer daagde Poppe uit
naar de bevoegde instanties te stappen.
Wethouder Goudriaan legde uit wat er
volgens hem werkelijk aan de hand ls. Bij
de bouw van de Wouthof in 1975 werd bij
het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
een lening afgesloten tegen een extreem
hoge rente. Donderdag was Goudriaan in
Heerlen om daarover te praten, „Het ABP
ls bereid het rentepercentage nogmaals in
heroverweging te nemen", aldus de wet
houder, die het complete waanzin noemde,
dat het puntensysteem voor alle woningen
in Nederland geldt.
Huub en Bea
van Waalwijk
van Doom
achter de
snijtafel in de
slagerij.
(Foto's Arie
Wapenaar)
Theo Poelstra (51), stadsar
chivaris in Vlaardingen,
noemt 'zijn' stad ëèn vlek.
„Vlaardingen is weliswaar
gèen dorp, maar beslist ook
geen stad. Het hangt er tus
sen In," zegt hij. Vlaardin-
gers omschrijft hij als harde
werkers. Hij vindt ze geen
proletariaat, „maar ook be
slist geen bourgeois en ik
heb niets tegen bourgeois".
Poelstra: „Geen kleurrijke
top, maar ook gelukkig niet
dat vreselijke grauwe van
Schiedam."
Al filosoferend raakt hij op
dreef. „Geestelijk is Vlaar
dingen natuurlijk;klein-
zieliger wil ik niet zeggen
niet grootsteedser dan een
dorp als Gorredijk of Beés-
terzwaag. In de stad wordt
zeer eng en benauwd ge
dacht. De sociale controle is
groot. Onder de elite ook. Als
je in Vlaardingen ergens bij-
hoort, dan mag je meedoen,
maar dan moet je niet te
veel uit de pas lopen.
Gelet op de geschiedenis
vindt Poeistra het niet ver
wonderlijk dat de stedelin
gen zich op deze manier heb
ben ontwikkeld. „De frustra
tie bleek al rond 1600 toen
Vlaardingen een uit zijn
krachten gegroeid dorp be
gon te worden, maar die
stadsmuur bleef missen. Een
soort minderwaardigheids
gevoel over de kwestie of
Vlaardingen nu stad is of
niet, is de Vlaardinger nooit
te boven gekomen."
Poelstra is deze mening toe
gedaan na 15 jaar de stad
als archivaris te hebben be
studeerd. Als kroon op zijn
werk schrijft hij een weten
schappelijk 'maar leesbaar'
werk over de geschiedenis
van Vlaardingen, dat vol
gend jaar verschijnt. „Een
aanvulling op het boekje uit
1958'van de toenmalige ar
chivaris C. Postma en een
wetenschappelijker benade
ring dan de jubileum-uitga
ve Vissen bij de Vleet van H.
van der Sloot ter gelegen
heid van het 704-jarig be*
staan van Vlaardingen," zo
meent Poelstra. Vrije Volk
verslaggever TON DAMEN
praat met Poelstra over zijn
nieuwe boek, over de archi
varis zelf, de geschiedschrij
ving en zijn kijk op Vlaar
dingen. Vandaag deel 1.
■fsiv Van onze verslaggeefster
LUCIENNE WISKERKE
SCHIEDAM - Als
in de wei heeft
frisse lucht heeft
dat hij vet genoeg is om naar
het abattoir te gaan, dan proef
je dat aan de karbonade. Ten
minste, dat vinden veel mensen.
En steeds meer mensen zien
'ver een stukje vlees óp tafel
niet uit de bio-industrie afkom
stig is. En slagers die allang
ziek werden van de bio-industrie
zien hier een gat in de markt
voor een milieu- en diervriende
lijk produkt: het scharrelvar-
kensvlees. Ook Schiedam heeft
sinds kort een bonafide slager
met scharreivarkensvlees in de
vitrine. Een klein slagerijtje in
de Gorzen.
,,'t Vlees leeft, zie je wei. Het
is onregelmatig, droog en 't
heeft body: inhoud." Slager Van
Waalwijk van Doorn uit Schie
dam staat achter de uitbeenta-
.tel. Onder het mes ligt een half
varken, overlangs doorgesne
den. Hij wijst de harst-, de rib-
en de iendekarbonade aan. Hij
verwijdert de staart, de reuzel
ën zet dan zijn mes in de achter
ham. Het scharrelvarken is die
ochtend juist geleverd.
Sinds 1 september is de slage
rij van Huub en Bea Van Waal
wijk van Doorn - een twee
mans-bedrijfje - aangesloten bij
de Interimcommissie voor
Scharrelvarkensvlees Controle.
Dit houdt in de dat in de slagerij
van Huub en Bea geen ander
varkensvlees dan scharrelvar
kensvlees over de toonbank mag
gaan. De naleving hiervan staat
onder strenge controle van de
Interimcommissie. Scharrelvar-
kensvlees is een wettig gedepo
neerde handelsnaam. Bedrijven
die niet bij de Interimcommissie
zijn aangesloten mogen geen
vlees onder die naam verhande-
len.
De drie kernwoorden die de
motivatie weergeven van Huub
en Bea om over te stappen op
scharrel varkensvlees zijn, zo
zeggen zij: dierenliefde, milieu
vriendelijk en kwaliteit. Bea:
„Mijn man kwam altijd gedepri
meerd thuis als hij weer eens
naar het abattoir was geweest.
Het is zo schrijnend om te zien
hoé de varkens vanuit de trans
portwagen naar het slachthuis
worden gesleept. "De 'bio-var-
kens* worden efficiënt en snel
vetgemest. Kort samengevat
houdt dat meest&i in: slechte
huisvesting van de varkens, een
piepklein kotje zonder daglicht,
kunstmatige toevoeging van ko
persulfaat aan het voer zodat ze
lekker snel dik worden en pre-;
ventieve toediening van anti-bio-
tica. Aan scharrelen In de wel
komen ze al helemaal niet toe.
Huub: „Dat die dieren dood
moeten, dat ls een natuurlijke
zaak. Maar het kan ook op een
eerlijke manier. Door die bees
ten eerst een behoorlijk leven te
gunnen. Daarbij, een goede le
venswijze komt ook de kwaliteit
van het vlees ten goede. En wie
daar het bewijs voor wil hebben
moet maar eens een 'gewone' en
en 'scharrel' karbonade tegelijk
bakken. Het verschil is te zien
en te proeven."-
Huub en Bea zijn helemaal op
de alternatieve toer gegaan.
Sinds deze week verkoopt de sla
gerij ook rundvlees dat gega-
Huub zet zijn
mes inde
achterham
van het
scharrelvar
ken.
ranueera vrij ia van verboden
hormonen. Zij betrekken de run
deren speciaal vanuit Frankrijk,
de zogenaamde Limousin-runde-
ren. Bea laat het certlfleaat zien
van het eerste exemplaar dat zij
binnen kregen van de Union
France Limousin. Er staat op:
raszuiverheid gegarandeerd, ge
fokt In Frankrijk, zonder verbo
den hormonen. In Frankrijk ls
scharrelvlees een rage gewor
den. In de 'betere kringen' wordt
al sinds geruime tijd de 'betere
kip', de *betere koe' en het 'bete-,
re varken* gegeten,"
Bea: „We kregen zoveel vraag
naar scharreivarkensvlees. Niet
alleen van mensen uit Schie
dam, maar ook uit de omtrek.
Daaruit concludeerden we dat
er ook wel voldoende vraag zou
zijn naar hormonenvrij vlees."
Poelstra voor het voormalig stadhuis
van Vlaardinger-Ambacht. „Ik heb een
toren boven mijn hoofd." (Foto Arie
Wapenaar)
(Van een onzer verslaggevers)
VLAAM)INGEN Als Theo
Poelstra bp straat door de stad
Vlaardingen wandelt, blijft hij
niet onopgemerkt. Zijn pijp is
altijd in de mondhoek, waar
pufjes rook bedachtzaam wor
den uitgeblazen. De enigzins
gebogen houding doet denken
aan wat hij noemt „een wer
ker". Zijn pet duidt onmisken
baar op zijn band] met de vis-
sersstad.
„Vlaardingen is wel wat...,"
probeert hij zijn steeds meedo
genlozer lijkende beschrijving
vande 'vlek' te relativeren,
„maar het blijft weggedrukt in
het Rijnmondgebied. Het is
meer een voorstad, of liever
een wijk van Rotterdam. Ste
debouwkundig spreek je zon
der meer. van een stad. Tege
lijk mist het een culturele in
frastructuur. We willen wel
wat, neem bijvoorbeeld een
zeer verdienstelijk draaiende
Stadsgehoorzaal... Maar van
een levendige cultuurstad als
Arnhem of Breda kun je toch
echt niet preken. Nee; daar
"moeten we per slot van reke
ning eerlijk in zijn."
Poelstra: „Hier wonen dan
ook mensen die het lef niet
hebben gehad om weg te gaan.
Veel jongeren maken nog hun
schoolopleiding af en gaan dan
de stad uit. Anderen blijven
maar vrij kort in Vlaardingen.
En wat over blijft, dat dreigt
in te slapen. Je mag rustig
spreken van tweede garnituur,
dat het wijkje van groot Rot
terdam.] niet,heeft, kunnen iosi
IatéiuTedéreën die.'talentrijk is
en'in Vlaardingen woont dat
kan, zeker welmoet uitkij
ken dat hij niet blijft hangen.
Veroordeeld wordt tot tweede-
rangs.'
"Mensen die in Vlaardingen'
aan de top zitten behoren di-
reet tot de "incrowd. Ze zijn in
feite subtop, maar mogen mee
doen omdat men in de stad
niet met echt niveau kan mee
komen. Ze behoren tot de elite
en zitten vanwege de roddel en
achterklap gevangen in een
glazen huis."
Dat ook de stadsarchivaris
wellicht tot deze Vlaardingse
elite behoort, ontkent hij niet.
„Je bent nü eenmaal hoteme
toot in zo'n vlek en gedraagt je
er grootmoedig naar. Je gunst
ls dat je erbij hoort; je straf is
dat je over de tong gaat als je
ook "maar één voet dwars zet."
Is hij zelf nu ook tweede garni
tuur? „Dat hoeft natuurlijk
niet. Ik praat slechts over fa
milies,] behorende tot het'
kringetje, die vastgebakken
zitten-aan de stad. Niet alles
hier'ia tweederangs.."
Als dé archivaris later zijn
eigen woorden terugleest, heeft
hij het er moeilijk mee. „Zou
ik, dit' wel kunnen maken? In
VlaardingenTom je namelijk
niet'ajjles.frank en vrij zeggen.
Ik ben niet helemaal vrij in de-
zé stad, als ik uitspraken doe.
Ik moet nog langer mee hier."
'Niettemin meènt hij dat zijn
eigen oordeel juist is] „Er
wordt hier op je gelet. Dat is
'gewoon zo.'Als ik hier een poep
laat weet binnen tien minuten
heel Vlaardingen dat."
Poelstra zegt dit als histori
cus. Hier ging een lange stu
dietijd aan vooraf. Al sinds de
lagere school is hij geïnteres
seerd in geschiedschrijving,
die hij het liefst 'wetenschap
pelijke journalistiek' zou wil
len noemen. In 1955 behaalde
Poelstra in Steenwijk het gym
nasium-diploma. Met wisselen
de successen, zo hij zelf zegt;
heeft hij aan de universiteit
enige jaren 'geroken' aan de
vakken sociologie, geschiede
nis en rechten. Een studie af
gemaakt heeft hij niet. „Niette
min heb ik in die jaren Intel
lectueel leren denken," zegt
Poelstra. Na zijn diensttijd be
landde hij op de Rijksachief-
school, waar hij in 1962 gedi
plomeerd wérd.'
Vervolgens werkte hij als ar
chivaris in Amsterdam in
het oude stadhuis van de vroe
gere gemeente Ouder-Amstel,
dat veel lijkt op het voormalig
stadhuis van Vlaardinger-Am
bachtDelft en Rotterdam,
om in 1971 als stadsarchivaris
In dienst te treden bij de ge
meente Vlaardingen.
Poelstra; ,Jn Amsterdam
leerde ik het praktisch werken
op een archief. In Delft heb ik
onder leiding van de toenmali
ge en legendarische stadsar
chivaris D.P. Oosterbaan mid
deleeuwse stukken leren lezen.
Kritisch lezen en concluderen;
dét heb ik er geleerd. In Rot
terdam werd lk hoofd van de
studiezaal, waar Je mensen de
weg moest wijzen in het ar
chief. Leuke tijd gehad en veel
internationale onderzoekers
ontmoet. Ik deed er veel ideeën
op die lk later heb gebruikt in
mijn werkje 'Een Hollands
Stadsarchief."
Graag presenteert Poelstra
zich als schrijver. Hij heeft en
kele boekjes geschreven en
verzorgde een aantal kranten
artikelen, waarin velen zijn
leuke pennetje hebben ontdekt.
Niet voor niets noemt de de
stadsarchivaris zijn vak bij
herhaling 'wetenschappelijke
journalistiek'. „Ik heb altijd
iets met schrijven gehad," zegt
hij. ,Als kind wilde ik van alles
worden. Varen, boer worden en
eventueel trok me de journalis
tiek wel. In toenemende mate
ia me de geschiedenis gaan in
teresseren, waarbij ik steeds
meer ben gaan schrijven."
Als stadsarchivaris in Vlaar
dingen heeft hij een aantal wa
penfeiten gepleegd. Het perso-
neelbestand Is onder zijn lei
ding verdubbeld tot seven for
matieplaatsen. Poelstra
spreekt van een juiste omvang
voor dit archief. „De grootte
van de stad in aanmerking ge
nomen, zijn die zeven precies
goed. En, een goede ploeg; dat
Een eerste echt gedetail
leerde kijk op de stad van
dichtbij, vanaf de Maas-
sluisedijk in Vlaardingen
(173b). (Reproductie Arie
Wapenaar)
is belangrijk natuurlijk," zegt
hij niet zonder trots. Het be
zoek aan het archief is meer
dan verdrievoudigd (800 tot
2.500 per jaar). En tenslotte de
verbouwing van het het ar
chief, die volgende maand af
gerond moet zijn. Poelstra
vindt het gebouw een heerlijke
rustieke ruimte en vindt het
een voorrecht een van de wei
nige archivarissen te zijn riet
een toren boven zijn hoofd.
De archivaris heeft een ge
heel eigen visie op de ge
schiedschrijving. ,JDe geschre
ven geschiedenis geeft even
veel bloot van de schrijver als
van het onderwerp waarover
is geschreven," zo stelt hij. „Zo
nemen wij in het westen altijd
aan dat het keerpunt in de
Tweede Wereldoorlog het mo-