Onze reddingsploeg
opgeleid en geëxamineerd door Het Nederlandsche Roode Kruis
thousiasme. Veiligheid is niet te ver
krijgen door het geven van alleen
maar orders en bevelen, doch alleen
door eerlijk gemeende samenwerking,
want wie op bevel veilig moet wer
ken, krijgt ongevallen.
Het ongevallencijfer in ons land is
hoog; als we de publicaties uit het
boekje „Doe het veilig'' van Ir. R. A.
Gorter, raadplegen, vinden we hierin
het volgende:
Ieder jaar 350 doodelijke ongeval
len in fabrieken.
Ieder jaar 150.000 ongevallen, waar
van 7000 ernstige.
Een prettige opsomming is dit niet.
Doch laten wij maar goed beseffen
hoe ernstig het gevaar is, want dit is
juist noodzakelijk om een strijd aan te
binden tegen ongelukken.
Verreweg de meeste ongelukken ge
beuren niet door een samenloop van
omstandigheden, doch meestal door
fouten.
De groepeering is als volgt:
1. Een fout van U zelf.
2. Een fout door anderen.
3. Een fout in een werktuig.
4. Een fout in het gereedschap.
5. Een fout in het materiaal.
Vele van deze fouten kunnen be
streden worden door beveiligingen en
bekendmakingen.
Het is niet mijn bedoeling om U
voor dit alles bang te maken, doch
gezamenlijk zullen wij den strijd te
gen dit monster beginnen.
Om veilig te werken moeten we we
ten waar gevaren dreigen en hoe we
deze onschadelijk kunnen maken.
De verbandmeesters verrichten uit
nemend werk en behoeden velen voor
infectie, doch het zou beter zijn als ze
wat minder werk kregen, zulks door
toedoen van onze veiligheidsactie.
Telkens bij het verschijnen van dit
blad zult ge een artikeltje over veilig
werken vinden.
Gaarne verwacht ik medewerking
van U allen.
Gezonde opmerkingen zijn altijd
welkom, liefst schriftelijk.
Ik eindig dit eerste praatje met de
2 spreuken uit het boekje „Doe het
Veilig":
„Als we aan het werk gaan, als ze
ons thuis goedendag hebben gezegd,
rust de verplichting op ons voortdu
rend aan de veiligheid van onze mak
kers en van ons zelf te denken, opdat
het geen ongeluksdag zij, maar een
van broederdienst."
„Als we vanavond naar huis gaan
laten wij dan blij wezen, dat we in een
veilige werkplaats, temidden van vei
lige makkers gewerkt hebben en laten
we dezm geest van veiligheid en ka
meraadschap mee naar huis en naar
onze buren nemen.
Daardoor ontstaat de ware broe
derschap."
Chef Algem. dienst,
P. C. v. d. JAGT.
Dr. RUDOLF DIESEL 1858—1933.
Ongetwijfeld heeft geen man na Ja
mes Watt zoo'n grooten invloed op
de ontwikkeling van de techniek uit
geoefend als Rudolf Diesel. Nu in
deze dagen het feit herdacht wordt,
dat, vóór 40 jaren, de eerste Diesel
motor ter wereld werd voltooid en op
bevredigende wijze had gewerkt, en
er heden ten dage millioenen Diesel-
paardekrachten overal op den aardbol
dagelijks hun geweldige energieën le
veren, zal het ongetwijfeld allen ar
beiders, bazen en ambtenaren van
Wilton-Fijenoord, die toch allen wel
eens op de een of andere wijze met
een Dieselmotor te maken hebben ge
kregen, belang inboezemen om iets
meer te weten van het tragische leven
van den merkwaardigen man, wiens
revolutionaire uitvindersgeest het ge
zicht van de techniek totaal heeft ge
wijzigd.
Diesel werd te Parijs uit Duitsche
ouders geboren, alwaar hij tot aan
den Fransch-Duitschen oorlog van
1870 verbleef. Zijn ouders verlieten
Parijs niet onmiddellijk, doch toen de
Duitsche legers voor die stad ver
schenen, werden alle Duitschers geë
vacueerd en de jonge Rudolf Diesel,
toen 12 jaar oud, vluchtte met zijn
ouders naar Londen. Door een oom
werd hij te Augsburg op een school
gedaan en 5 jaar later deed hij eind
examen en verliet deze school als de
beste leerling van die klasse en als de
jongste in leeftijd. Een beurs stelde
hem in staat om de colleges aan de
Techn. Hoogeschool te München te
volgen. Wederom na 5 jaren studeer
de hij met „den hoogsten lof" af. Het
is duidelijk, dat deze brillante geest
op ieder veld van de techniek zou uit
blinken. Pas afgestudeerd werd de
jonge ingenieur Diesel assistent bij
Prof. Carl Linden, die destijds Direc
teur van de Techn. Hoogeschool te
München was. Door Prof. Linden was
een methode ontdekt om lucht vloei-