dekking is in den Velox-generator doel
bewust partij getrokken. Het meest on
middellijke gevolg hiervan is het veel
kleiner worden van het benoodigde ver
warmend oppervlak. Per vierkante meter
van het verwarmende oppervlak gaan
nu veel meer calorieën van de heete gas
sen op den wand (resp. den stoom)
over. Eenzelfde ketel kan dus veel meer
stoom ontwikkelen dan vroeger of om
gekeerd redeneerend kan een ketel
voor een bepaalde stoomproductie nu
veel kleiner worden. Later zullen we
zien, dat de Velox geweldig groote hoe
veelheden warmte per vierkante meter
oppervlak kan overdragen, waardoor de
Velox buitengewoon klein wordt.
Onbewust zijn lang geleden ook al
ketelconstructeurs er toe overgegaan om
de gassnelheden in hun ketels op te
voeren waardoor de strooming onrus
tig werd. Wij noemden reeds die slimme
machinisten, die een deel van de vlam
pijpen van hun Schotsche ketels afstop
ten en zoo de stoomproductie opvoer
den. Maar nog duidelijker zien we dat
bij den locomotiefketel en den Yprrow-
ketel. De eerste is net als de Schotsche
ketel een vlampijpketel maar in tegen
stelling daarmee voorzien van een groot
aantal nauwe pijpjes, waarin de snel
heid bovendien nog kunstmatig hoog
wordt opgevoerd door den afgewerkten
stoom door den schoorsteen weg te bla
zen. Op de stations wordt daar zelfs
versche stoom voor gebruikt, (de aan
jager of de charge).
Nog beter is het voorbeeld van den
Yarrow-ketel. Deze ketel is in tegen
stelling met den Schotschen ketel en
den locomotiefketel een waterpijpke
tel. De vorm van dezen ketel doet den
ken aan een V, maar dan met de punt
naar boven. Tusschen de beenen van
de omgekeerde V wordt dan gestookt.
De beenen stellen de pijpenbundels
voor. De rookgassen moeten nu dwars
door deze pijpenbundels heen om bij
den schoorsteen te kunnen komen. De
pijpen vormen dus een kunstmatigen
hinderpaal voor de rookgassen, welke
om de pijpen heen moeten en daardoor
in sterke beroering (turbulentie) ge
raken.
(Wordt vervolgd)
AAN HET
FABRIEKSPERSONEEL.
Het komt nog herhaaldelijk voor,
dat, door een ongeval getroffen ar
beiders, zich -veelal voor een slechts
kleine verwonding onder behande
ling stellen van hun huisdokter, waar
bij dan naderhand blijkt, dat deze ar
beiders niet wisten, dat bij „WIL-
TON-FIJENOORD" een door de
Rijksverzekeringsbank ERKENDE
GENEESKUNDIGE DIENST be
staat, waardoor geneeskundige behan
deling door onzen fabrieksarts moge
lijk is, ook in die gevallen waar het
ongeval staking der werkzaamheden
met zich brengt.
Hoewel ieder vrij blijft in zijn dok
terskeuze, valt het gemakkelijk te be
grijpen, dat behandeling bij onzen Ge
neeskundigen Dienst een vlotte afhan
deling van het betreffende ongeval kan
bevorderen, ook wat betreft de even-
tueele toekenning en uitbetaling van
tijdelijke uitkeering, terwijl de aan dit
ongeval verbonden administratieve
werkzaamheden er door vereenvoudigd
worden.
Bij de in werking stelling van onzen
Geneeskundigen Dienst op 1 Maart
1929 werd hiervan ingevolge wettelijk
voorschrift een kennisgeving opge
hangen, welke nog steeds aanwezig is,
doch blijkbaar niet voldoende de aan
dacht heeft getrokken van alle bij ons
in dienst zijnde arbeiders.
Wij laten derhalve den inhoud van
deze kennisgeving hieronder nog eens
volgen:
ERKENNING
GENEESKUNDIGEN DIENST.
Door het Bestuur der Rijksverzeke
ringsbank is de aan onze Onderneming
verbonden Geneeskundige Dienst met
ingang van 1 Maart 1929 erkend. In
verband met deze erkenning wordt
het navolgende onder de aandacht van
het personeel gebracht:
le. Indien een bij onze onderneming
werkzaam zijnde verzekerde door
een ongeval in verband met zijn
dienstbetrekking wordt getroffen,
ontvangt hij de hem ingevolge
Art. 14 der Ongevallenwet 1921
toekomende GENEES- EN
HEELKUNDIGE BEHANDE
LING van onzen Geneeskundigen
Dienst, tenzij hij voor deze be
handeling een niet tot onzen Ge
neeskundigen Dienst behoorend
geneeskundige heeft gekozen.
2e. De VASTSTELLING, TOE
KENNING EN UITBETALING
der ingevolge Art. 15 dier Wet
aan in dienst onzer onderneming
door een ongeval getroffenen
eventueel toekomende TIJDE
LIJKE UITKEERING, geschiedt
door onze Onderneming.
3e. Iedere getroffene in dienst onzer
Onderneming is bevoegd zich te
allen tijde na de eerste hulpver
leening te doen behandelen door
een door hem gekozen en niet aan
onzen Geneeskundigen Dienst
verbonden geneeskundige, die zich
tegenover de Rijksverzekerings
bank heeft verbonden tot het ver-
leenen van genees- en heelkundige
hulp aan verzekerden, die door
een ongeval zijn getroffen.
4e. Een verzekerde, die meent, dat
zijn aanspraken op geneeskundige
behandeling of tijdelijke uitkeering
door onze Onderneming niet of
slechts ten deele zijn erkend, kan
zich met zijn bezwaren tot het Be
stuur der Rijksverzekeringsbank
wenden.
Nadrukkelijk zij er voorts nog op ge
wezen, dat van elke verwonding tij
dens het werk, op weg van het werk
naar huis of van huis naar het werk
ontstaan, ook al zou verdere behande
ling door een niet aan onzen genees
kundigen dienst verbonden genees
kundige geschieden, melding dient te
worden gemaakt in ons verbandlokaal,
alwaar dag en nacht een verband-
meester aanwezig is.
Ten slotte willen wij nog den raad
geven om elke verwonding, zelfs van
de geringste beteekenis, doeltreffend
te laten verzorgen en zich dus in het
verbandlokaal te melden.
Elk wondje, hoe gering ook, kan in
fectie tengevolge hebben. Meermalen
komt het voor, dat arbeiders zich met
een infectie bij den verbandmeestèr
vervoegen, welke infectie dan het ge
volg is van het niet tijdig laten ver
zorgen van een verwonding. Laat een
ieder zich dan ook bij elk ongeval direct
onder behandeling stellen van den ver-
bandmeester.
WILTON'S DILETTANTEN-
TOONEEL.
Op 24 September 1938 werd in de
groote zaal van Odeon door Wilton's
Dilettanten Tooneel een opvoering ge
geven van het bekende volksstuk
„Mottige Janus".
Op zeer verdienstelijke wijze werd
dit tooneelstuk voor het voetlicht ge
bracht.
Een zeer talrijk publiek toonde op
ondubbelzinnige wijze hoezeer het ge-
bodene op prijs werd gesteld.
Een gezellig bal hield de bezoekers
nog langen tijd bijeen.
Het is werkelijk verheugend om te
zien, hoe de belangstelling voor de
opvoeringen van W. D. T. groeit. Bij
elke opvoering is het getal toeschou
wers grooter dan een vorige maal.
Onze gelukwenschen aan het Be
stuur en de medewerkers, voor wat zij
met deze opvoering gepresteerd heb
ben.
HARMONIE-GEZELSCHAP
„WILTON-FIJENOORD".
In het Orgaan No. 3 van Maart j.l.
heb ik gemeend den wensch te moeten
uiten, dat degenen onder het personeel
van onze onderneming, die zich als
lid of donateur/begunstiger bij een
Harmonie-Corps wilden aansluiten,
hun keuze zouden laten vallen op het
Harmonie-Gezelschap „Wilton-Fijen-
oord Ik kon toen niet denken, dat de
animo onder het personeel zoo groot