waarin h waterdruk in meters wa
terkolom.
g versnelling van de zwaarte
kracht (g 9.81 m/sec2).
De hoeveelheid water wordt dan
Q nl 4
d2 1 2gh m3 Per sec- °f
Q 15jrd2 y2gh m3 Per minuut
als d diameter straalpijp in meters.
Bescherming van den brandweerman.
Zeer doelmatig zijn de verstelbare
mondstukken, waarbij de diameter
van den straal geregeld kan worden
van 0 tot 30 mm. Bovendien kan een
OVER MODERNE WIJZEN VAN
STOOMVORMING.
(Vervolg)
De brander wordt voor de grootere
vermogens met een dubbelen sproeier
uitgevoerd; een kleinen sproeier voor
de geringe vermogens en een grooten
sproeier voor de grootere vermogens.
Alle generatoren, de kleinste Velox tot
den grootsten toe, hebben slechts één
brander. De brandstof wordt meestal
mechanisch ingespoten, maar er zijn
ook uitvoeringen met luchtinspuiting.
Ook hierin is dus overeenkomst met
de Dieselmotoren te zien. Weliswaar
doorzichtig dun watergordijn gevormd
worden, welke den brandweerman tij
dens het blusschen beschermt tegen
warmte en vonken.
De kleeding bestaat uit oliejas,
lange laarzen en stalen helm. Vooral
dit laatste is bij grootere branden van
belang. Aangezien het hoofd één der
meest kwetsbare deelen van het
lichaam is, dient dit tegen wegsprin
gende deelen door een stalen helm be
schermd te worden.
v. d. J.
is bij luchtinspuiting nog een hulp
werktuig noodig een kleine com
pressor voor ongeveer 5 atm. druk
maar er wordt dan bij verschillende
belastingen een betere verbranding
verkregen. Door middel van schoepen
wordt aan de verbrandingslucht een
draaiende beweging gegeven, waar
door behalve een intensieve menging
ook nog een vaste stand en vorm van
de vlam wordt verkregen. Door de
combinatie van de innige menging en
den vrij hoogen druk is de verbranding
zeer volledig, zoodat met zeer geringe
(of geheel zonder) luchtovermaat ge
werkt kan worden. Daardoor bereiken
de gassen bijna hun theoretisch kool-
zuurgehalte, maar daardoor is ook de
theoretische temperatuur zeer hoog.
Gelukkig kan deze temperatuur niet
ontstaan, want de directe straling is
ook zeer hoog (rond 40%). In de
rookgassen blijft dus nog slechts 60
van de totale warmte uit de brandstof
over, waardoor de temperatuur be
langrijk wordt verlaagd (tot ca.
1650° C.).
De automatische regeling is bij
mechanische inspuiting een quantita-
tieve regeling (volle brandstofdruk
ook bij lagere belastingen); bij lucht-
verstuiving wordt de brandstofdruk
meer of minder geknepen (qualitatieve
regeling).
De ontstekingsinrichting is binnen
den brander gebouwd. Bij het starten
van den Velox wordt een kleine ont-
stekingsstift (Silietstaaf) in de ver
brandingskamer gestoken en door
electrischen stroom op roodgloeihitte
gebracht. De brandstof ontsteekt on
middellijk aan deze Silietstaaf; er ont
staat een staande vlam waarna de
ontstekingsstift weer in zijn bescherm-
buis kan worden teruggetrokken. Door
een venster van kwartsglas is het mo
gelijk om de ontsteking evenals de
vlam te controleeren.
De verdamperelementen worden
tegenwoordig meestal met den over
verhitter gecombineerd. Alle elemen
ten tezamen vormen den eigenlijken
vuurhaard. Water en gas treden van
onderen in en verlaten het element van
boven. Bij de kleinste generatoren is
het aantal elementen meestal 18, bij de
grootste ongeveer 36. Het verwisselen
van deze elementen is zeer eenvoudig.
De oververhitterslangen worden aan
twee verzamelpijpen aangesloten; het
eene einde aan den collecteur voor
verzadigden stoom, het andere einde
aan dien voor oververhitten stoom.
In den rookgas-voedingwatervoor-
warmer Velox economiser be
dragen de rookgassnelheden nog rond
100 m/sec, waardoor de warmte
overdrachtscoëfficiënten 1500025000
Cal. per m2 en per uur bedragen. Dien
tengevolge zijn de afmetingen van den
economiser zóó gering, dat hij eenvou
dig als een stuk van de afvoergassen-
leiding kan worden opgevat. Er
worden twee systemen onderscheiden
Velox-oververhitterslang voor montage in
een verdamperelement.
Verdamperelement met ingebouwde over-
verhitterslang.