Hr. Ms. O. 20 IN DIENST
GESTELD.
Maandagmorgen 28 Augustus is op
onze werf de O. 20 op plechtige wijze
in dienst gesteld.
Op den wal stond ons harmoniekorps
opgesteld, terwijl op het voordek van
het schip de volledige equipage 38
man aangetreden was.
Kon. Marine haar product vol vertrou
wen aanvaardt. Ten tweede beteekent
de indienststelling, dat de Marine een
schip rijker is geworden, zoodat zij
beter in staat wordt gesteld haar taak
te vervullen, t.w. de beveiliging der
Ned. belangen, waar ter wereld ook.
De toekomst van deze onderzeeboot
kennen wij niet, maar mocht ditmaal de
Nadat de ban was geopend liet de
commandant, luitenant ter zee der le
klasse A. J. Bussemaker den commando
wimpel, de natievlag en de geus
hijschen, het teeken, dat het schip als
oorlogsbodem in dienst werd gesteld.
Daarna heeft hij de opvarenden als
volgt toegesproken:
Mij is de eer te beurt gevallen, aldus
spr., het commando te mogen voeren
over de nieuwste onderzeeboot van het
koninkrijk der Nederlanden. Reeds in
normale tijden is een indienststelling
van een Ned. oorlogsschip een belang
rijk oogenblik en wel om twee redenen.
Ten eerste beteekent dit feit voor de
werf van aanbouw de kroon op het
werk en het tastbare bewijs, dat de
orkaan van den oorlog, wat God ver
hoede, ook over ons volk uitbarsten, de
aggressor zal ons bereid vinden om hem
te weerstaan. Wij willen liever ten on
der gaan dan onze vrijheid prijs geven.
Wij zullen weten onze plicht te doen
onder de moeilijkste omstandigheden.
Wij zijn niemands vijand, maar de
vijand van ieder, die onze rechten aan
tast.
In samenwerking met U allen zullen
wij in staat zijn, datgene te verrichten
wat men van ons verwacht.
Ik heb het volste vertrouwen in Uw
kunde en geestelijke bereidheid om het
moeilijke werk, dat U zal wachten, uit
te voeren. De onderzeeboot O. 20 heet
thans Hr. Ms. O. 20.
Zij is thans een van de schepen,
waarmede onze geëerbiedigde Koningin
in Haar groote wijsheid de rechten van
het Ned. volk zal handhaven. Het Ned.
volk kijkt in deze spannende dagen vol
vertrouwen naar Haar op, wel wetende,
dat wanneer Zij een beroep op Haar
weermacht doet, dit ten volle nood
zakelijk is.
Wij militairen en zeelui volgen
blindelings de bevelen onzer Koningin
en brengen dit nu, evenals altijd, tot
uiting in een driewerf: Hoezee. Leve
de Koningin!
Nadat de bemanning aan dit verzoek
had voldaan, drukte de Commandant
alle manschappen de hand. Hiermede
was de plechtigheid afgeloopen.
„BESLAGLEGGING OP HET
LOON".
Bij den grooten omvang, welke het
koopen op afbetaling en de huurkoop
heeft aangenomen, komen de gevolgen,
welke hieruit voor koopers kunnen
voortvloeien, zooals de beslagleggin
gen op het loon bij den werkgever,
steeds meer tot uiting. Het is hierom,
dat wij in het orgaan voor het perso
neel van „Wilton-Fijenoord", waar
beslagleggingen op het loon aan de
orde van den dag zijn, eenige woorden
hieraan willen wijden om zoodoende te
trachten het aantal beslagleggingen
met de daaraan voor betrokkenen ver
bonden hooge kosten zooveel mogelijk
door overleg van te voren te beperken.
De ervaring heeft namelijk geleerd, dat
een groot deel van deze beslagleggin
gen het gevolg is van onwetendheid en
veel narigheid door tijdig overleg had
kunnen worden voorkomen. Maar al te
dikwijls blijkt, dat men in de veronder
stelling verkeert, dat een beslaglegging
op het loon niet mogelijk is wanneer
men zich daarmede niet kan vereeni
gen. Vergeten wordt dan, dat men bij
het teekenen van het huurkoopcontract
zijn toekomstig loon reeds voor een
deel heeft overgedragen (gecedeerd).
Het is volkomen begrijpelijk, dat de
huurkoop het koopen op afbetaling
komt niet zooveel meer voor voor
de minderdraagkrachtigen een uitkomst
kan zijn. Zoolang men echter zoo ver
standig is niet boven zijn financieele
mogelijkheden te gaan, behoeft hierin
geen gevaar te schuilen. Velen kunnen
echter geen weerstand bieden aan de
verleidelijke aanbiedingen dikwijls
door onverantwoordelijke verkoopers
gedaan en eerst als de gevolgen zich
gaan doen gevoelen, is men zich be
wust in welke ellende men zich heeft
gestort. Men kan op een gegeven mo
ment niet meer betalen, laat eenige ter-*
mijnen onbetaald voorbijgaan, denken
de dat men toch niets kan verhalen en
dan volgt in eens de mededeeling van
werkgever, dat beslag op het loon is
hosfh gekomen. Onze spullen werden maar
in de auto achtergelaten, om er tijdens den
exploratietocht in de wildernis, die wij nu
binnen zouden gaan, geen last van te hebben.
In een ongekende wildernis worstelden wij
vooruit. Op sommige plaatsen waren mach
tige stammen omgevallen, die door hun val
een kleine open ruimte hadden doen ont
staan. Maar tusschen de jonge boomen, die
heel dicht opeen stonden, konden wij maar
moeilijk komen. Het bosch bestond hoofd
zakelijk uit wilgen en populieren, die in alle
afmetingen te zien waren en waaraan ge
lukkig hier geen menschenhand raakte. Op
plaatsen waar de zon den boschbodem kon
bereiken, ritselden groote, heldergroene sma
ragdhagedissen weg tusschen de opeenstape
ling van doode takken, of schoten pijlsnel
tegen een stam omhoog.
Na een worsteling van een uur bereikten
wij de Rhone. Kolkend trok het troebele
water langs de oevers, waar de stroom half
vergane boomstammen en takken achterge
laten had. Enkele kwakken een reiger
soort volgden de Rhöne stroomopwaarts.
Or.s plan stond vast. In het Rhönebosch zou
onze tent komen te staan. Niet ver van de
kleine Fiat wisten wij nu een mooi plekje
en na eenige uren hard werken was ons
kampje gereed. Even moest ik probeeren of
er zich geen hinderlijke oneffenheden onder
het grondzeil bevonden en toen strekte ik
me er behaaglijk op uit. Maar wat was dat
voor een vreemde gewaarwording? Het leek
wel of er iets onder me uit kroop. Met een
sprong stond ik buiten de tent en zag hoe
een flinke slang zich vlug in veiligheid
trachtte te brengen. Nog juist op tijd gooide
ik mijn tochtgenoot een leegen rugzak
toe, dien hij geopend voor de slang wierp.
(Wordt vervolgd!