M.S. WESTERDAM
Electrische installatie
Machine-installatie
De overname door de H.AL.
De lotgevallen van het m.s. „Westerdam"
gedurende den oorlog zijn aan de electrische
installatie van dit schip niet ongemerkt
voorbijgegaan. Bij de bevrijding verkeerden
de installaties in een zoodanigen toestand,
dat het in orde brengen en weer opnieuw
aanbrengen en beproeven van machines, ap
paraten en geleidingen meer werk mee
bracht, dan het aanbrengen van een geheele
installatie in een nieuw schip. Immers in
het laatste geval krijgt men machines en
apparaten nieuw geleverd, terwijl thans de
installatie eerst gesloopt moest worden om
daarna de reparatie van alle onderdeden
stuk voor stuk ter hand te nemen, waarna
opnieuw met de montage aan boord kon
worden begonnen.
Voor een nieuwe scheepsinstallatie van een
dergelijken omvang is gewoonlijk ook meer
tijd beschikbaar dan thans voor de zoo om
vangrijke reparatie het geval was.
De electrische centrale, ingericht voor ge
lijkstroom 220 Volt, geplaatst in een ruimte
voor de hoofdmachines, omvat vier M.A.N.-
dieselmachines, gekoppeld met Smit-dyna
mo's ad 285 kw elk; deze leveren stroom
aan het daarboven op een bordes geplaatste
hoofdschakelbord.
Het hoofdschakelbord is ingericht voor
parallelschakeling van de vier hoofddyna
mo's. De beveiliging van de hoofddynamo's
is zoodanig ingericht, dat bij overbelasting
de onbelangrijke verbruikers het eerst wor
den afgeschakeld en dus de verlichting en
de voor het bedrijf van de hoofdmachines
onmisbare motoren zoo lang mogelijk inge
schakeld zullen blijven.
Achter het schakelbord is het centraal
aanloopsysteem opgesteld. Het doel van
deze inrichting, die op het m.s. „Zaandam"
voor het eerst in Nederland werd toegepast,
is het centraliseeren van de bij de ge
bruikelijke inrichting in de machinekamer
verspreid opgestelde groote aanloopkasten
tot een enkel apparaat, waardoor veel
aan ruimte gespaard en aan overzicht
gewonnen wordt. De motoren worden
dan ter plaatse in de machinekamer door
middel van drukknoppen aangezet.
Nagenoeg alle hulpwerktuigen in de ma
chinekamer worden door electromotoren
aangedreven. De voornaamste hiervan zijn
wel de motoren voor de koelwater- en
smeeroliepompen, alsmede de 90 PK. hulp
compressoren en de vier 95 PK koelcom-
pressoren.
Alle groote motoren hebben toerenregeling
door middel van veldverzwakking waardoor
geen verliezen bij de regeling ontstaan. Deze
eenvoudige regeling is voor de koelwater-en
smeeroliepompen en voor de koelcompres-
soren van groot belang en dit is ook wel
de reden, waarom men voor installaties als
deze nog veel vasthoudt aan het gelijk
stroomsysteem. Bij het toepassen van draai
stroom, welk systeem overigens vele voor
deden heeft, is een eenvoudige verliesvrije
toerenregeling van de motoren niet moge
lijk.
Totaal zijn er ca. 150 electromotoren aan
boord. Buiten de machinekamer zijn de dek-
werktuigen de belangrijkste krachtverbrui
kers. Zij omvatten in de eerste plaats de
stuurinrichting, die bestaat uit twee geheel
gescheiden installaties, die als eikaars
reserve kunnen optreden. De ankerlier werkt
met een electromotor van 90 PK onder dek
opgesteld. Verder zijn er 26 electrische lie
ren en een uitgebreide electrisch gedreven
ventilatie-inrichting.
Een belangrijke stroomverbruiker is verder
de geheel electrische keukeninrichting, be
staande uit twee fornuizen en bakkersoven
en nog eenige kleinere apparaten. Tenslotte
is er een uitgebreide electrische verwar
mingsinstallatie en een electrische heet-
watervoorziening voor de bemanningsver-
blijven.
De verlichting, die in de salons als onder
deel van de architectuur is opgevat en
aldaar hoofdzakelijk indirect is uitgevoerd,
omvat in totaal ongeveer 2000 lichtpunten.
Als noodinstallatie dient een dieseldynamo
van 30 kw. opgesteld op het sloependek.
Een afzonderlijke 24 Volts installatie zorgt
voor de voeding van bediendenroepinstalla-
ties, telefoons en klokken.
Machine -installatie.
Voor de voortstuwing is het schip uitge
rust met twee dubbelwerkende 5-cilinder
Dieselmotoren van het Fijenoord-M.A.N.
type. De diameter van de zuigers is 720 mm.
en de slag 1200 mm., terwijl elke machine
bij 116 omwenteljngen een vermogen van
52C0 As pk. ontwikkelt.
Een synchroniseer-inrichting van het Wil-
ton-Fijenoord type zorgt dat beide machines
me! hetzelfde aantal omwentelingen precies
gelijk draaien. Vanaf het vooreinde van de
krukas wordt bij elke machine de spoelpomp
aangedreven, welke haar lucht door een spe
ciaal geconstrueerden geluiddemper aanzuigt.
Elke cilinder heeft zijn eigen brandstofpomp,
welke tusschen de machines is aangebracht.
De overzichtelijke manoeuvreerstand is aan
de voorzijde van elke machine opgesteld.
Voor het overbrengen van de bewegingen is
gebruik gemaakt van een servo-motor, zoodat
de dienstdoende werktuigkundige geen groote
kracht behoeft aan te wenden bij het bedie
nen van de machine.
De omkeering van de draairichting ge
schiedt pneumatjsch-hydraulisch door het
verschuiven van de nokkenas. Een blok
keering zorgt ,dat de machine niet aangezet
kan worden, alvorens de nokkenas in den
gewenschten stand is gekomen. Ook de
torninrichting is geblokkeerd, zoodat de
machines niet aangezet kunnen worden voor
dat deze inrichting uitgeschakeld is.
In de afvoergassenleiding van eiken motor
is een afvoergassenketel aangebracht, zoo
dat de warmte in de afvoergassen nog zoo
veel mogelijk benut wordt. Deze afvoer-
gassenketels staan in verbinding met de twee
Cochran-hulpketels, die stoom leveren voor
de verdampers en voor scheepsdoeleinden.
Achter de afvoergassenketels zijn de geluid
dempers met vonkenvangers opgesteld.
De koeling van de cilinders en de zuigers
geschiedt door zoetwater. De terugkoeling
geschiedt in koelers welke door zeewater
op temperatuur worden gehouden.
De luchtcompressoren, koel-, smeerolie-
en andere pompen zijn op overzichtelijke
wijze in de machinekamer opgesteld.
In een afzonderlijke ruimte zijn de 4 die
selgeneratoren opgesteld, die stroom leveren
voor de aandrijving van de verschillende
pompen, de verlichting en voor verder
scheepsgebruik. Elke generator wordt aan
gedreven door een 8-cilinder Fijenoord-
M.A.N. dieselmotor, die bij een capaciteit
van 285 kw. bij 220 volt gelijkstroom 325
omwentelingen maakt.
In de tunnels zijn de koelinstallaties opge
steld.
Overname Westerdam.
Het was 24 Juni een bijzondere dag voor
Wilton-Fijenoord. Immers de „Westerdam
welke ruim 6 jaren aan onze werf had ge
legen, zou worden overgenomen door de
rcederij.
Het schip, dat ligplaats had aan de Wil-
helminakade, werd in den loop van den
middag bevolkt door een aantal genoodig-
den. Omstreeks 4 uur verzamelden de aan
wezigen zich op het sportdek, waar ons
Directielid de heer S. van West het woord
nam. Hij schetste de geschiedenis van de
„Westerdam", die hij vergeleek met de
lotgevallen van het Nederlands che volk gedu
rende den bezettingstijd. Hij prees de pret
tige samenwerkingdie wij van de zijde van
de Directie van de H.A.L. en van het toe
zichthoudend personeel mochten ondervinden
en maakte gewag van de vele moeilijkheden,
die wij bij den afbouw hadden te over
winnen Hierna bood hij de „Westerdam"
aan de Directie van de HA.L. aan, daarbij
de hoop uitsprekende, dat de „Westerdam"
een gelukkige vaart zou mogen hebben.
De Heer W. H. de Monchy, directeur van
de H.A.L., beantwoordde deze toespraak
door te zeggen dat de Directie van de
H.A.L. de „Westerdam" gaarne aanvaardde
en droeg het commando over aan den kapi
tein, den heer Jaski. Deze gaf als eerste
bevel last den wimpel van de Maat
schappij te hijschen. Onder de tonen van
het Wilhelmus, ten gehoore gebracht door
de harmonie van de H.A.L., werd onder een
plechtig zwijgen de rood-witte wimpel van
W.F. naar beneden gehaald en werd tege
lijkertijd de groen-wit-groene in top ge-
heschen.
De heer de Monchy sprak zijn waardeering
uit over de prestaties, die door onze men-
schen van hoog tot laag bij den bouw van
de „W esterdam" waren geleverd. Hij sprak
over de gevoelens van vreugde, die er op
het kantoor van de H.A.L. heerschten, als
er bericht binnen kwam, dat de dappere
ondergrondsche strijders er in geslaagd waren
de „Westerdam" te doen zinken en over die
van teleurstelling die het lichten van de
„Westerdam" teweeg brachten. Met dank
aan deze dappere mannen, die de „Wester
dam" voor Nederland hadden behouden,
eindigde hij met de hoop uit te spreken, dat
de „Westerdam" een gelukkige vaart zou
mogen hebben; hij noemde het schip een
groote aanwinst voor de H.A.L.
Na een korte toespraak tot de officiëele
vertegenwoordigers van Engeland en Frank
rijk, werd in het trappenhuis een kleine
gedenkplaat onthuld ter nagedachtenis aan
den architect Brouwer, die de salons ont
worpen had en die als illegale werker het
hoogste offer voor zijn land bracht.
Hiermede was de plechtigheid ten einde.
Met weemoed namen wij afscheid van onze
trouwe „Westerdam". Toen wij echter het
trotsche, forsche schip nogmaals hekeken,
maakte een gevoel van blijdschap zich van
ons meester bij de gedachte, dat wij in
staat geweest waren zoo kort na de bevrij
ding een zoo mooi schip aan de Nederland-
sche koopvaardijvloot toe te voegen en voel
den wij, dat wij in staat waren nog veel en
machtig werk te verzetten. Hulde aan allen
die hun krachten en kunnen gaven aan den
bouw van dit schip!
JUBILEA.
25 jaar.
B. Bliimer Sjouwer bankwerker.
J. J. v. Ginkel Vlakwalser.
A. P. v. Kempen Electro -monteur.
G. v. Knotsenburg Kopersmelter.
D. Koorneef Sjouwer metselaar.
PERSONALIA.
A. van Dijke is per 15 Juli a.s. benoemd
tot onderbaas bij den Magazijndienst, afd.
IJzercontröle.
Vetrokken;
H. L. Persijn, Chef Verbandkamer.