*WILT°N-Fy
EN
ft
ONS WERK
Behandel het ijzer met zachtheid I
October/November 1946 No 10/11
MEDEDEEUMGEN voor de Orgaan van en voor het personeel ÉNnZEdenkbeTde°n ?oor
i pulleman Wilton-Fijenoord-Schiedam
SPAAR DE PROEFSTAVEN
r; im 111
REDACTIE TE ZENDEN AAN: yan LEDEN VAN HET PERSONEEL
Wanneer bezoekers onze onderneming be
zichtigen valt het- telkens weer op dat zij
hun voldoening veelal uitdrukken in de
woorden: wat een mooi bedrijf! En inderdaad
zij hebben gelijk. Zij bedoelen daarmede, dat
het spel van lijnen en kleuren, dat een werf
waar verscheidene zeeschepen gemeerd lig
gen, een beeld- biedt, waarvoor velen ont
vankelijk zijn. Wie oog heeft voor lijnen
ontdekt al spoedig, dat de schepen en hun
uitrusting een aantrekkelijke verscheiden
heid van vormen toonen. De vroolijke en af
wisselende kleuren van romp, bovenbouw
en schoorsteenen, de vlaggen van verschil
lende nationaliteiten, de bekende of vreemd-
klinkende scheepsnamen, het uit alle rassen
samengestelde scheepsvolk en de romantiek
van de zee en van verre landen geven aan
dat alles een groote levendigheid. Daarnaast
de machtige dokken, waarin de schepen
liggen als modellen op een tentoonstelling,
de giraffe-achtige kranen, die met een sier
lijken zwaai de velg tonnen wegende lasten
hoog in de lucht over de scheepsboorden
heffen, de puffende stoomkraantjes, die als
bez'ge mieren met hun buit over het werf-
terrein kruipen. Leven en beweging brengt
in dit beeld de nijvere mensch. Boven in de
scheepsmasten, staande op stellingen aan de
hooge scheepswanden, op het dek en in de
ingewanden van de schepen, overal zijn men-
schen bezig het noodzakelijke werk te doen.
Aan den wal, in de werkplaatsen en op de
hellingen heerscht dezelfde bedrijvigheid.
Niet alleen voor den bezoeker, doch vooral
ook voor den werker in het bedrijf is de
groove verscheidenheid van schepen en de
variatie in uitrusting en inrichting van be
lang. Hier wordt een staalkaart van tech
nische oplossingen geboden, die den blik
verruimt. Het is werkelijk een mooi bedrijf.
Wij ondergaan den invloed van ons dage-
lijksch werk bijna onbewust. Daarom mogen
wij ons hier wel een oogenblik daarop be
zinnen.
In de maand September werden door ons
reparaties verricht aan:
21 Nederlandsche schepen, 3 Engelsche sche
pen, 5 Amerikaansche schepen, 5 Noorsche
schepen, 2 Grieksche schepen, 2 Fransche
schepen e# 1 Finsch schip.
Inderdaad, ijzer kan wel een stootje velen;
maar wist U dat zoo'n stootje het resultaat
van een proef in het laboratorium grondig
kan bederven? Wilt U een voorbeeld?
We hebben een paar stukjes ijzerdraad,
waar we de sterkte van willen weten. In het
laboratorium staat daarvoor een trekbank,
waar het stukje draad kan worden inge
klemd en stukgetrokken. Op een meter kan
de kracht worden afgelezen, die noodig is
om het draadje uit te rekken en te doen
breken.
Nu vertoont gesmeed en gewalst ijzer de
eigenaardigheid, dat het bij belasting op een
zeker moment plotseling sterk gaat rekken,
waarbij de kracht niet verder toeneemt, zoo
dat de wijzer van den meter even blijft stil
staan. Dit heet de „vloeigrens" (vandaar de
naam vloeiijzer!). Het is nu van belang om
behalve de sterkte, d.i. de maximum kracht
die weerstaan wordt vóór de staaf breekt,
de „trekvastheid", ook de vloeigrens te ken
nen.
Een van de draadjes buigen we nu een
beetje krom en daarna weer recht. Wat
geeft dat? Daar merken die witjassen in het
laboratorium toch niets van!
VOOR DE NA DE
PROEF PROEF
Maar wij gaan nu kijken bij de proef. Het
is een merkwaardig gezicht, dat rekken van
zoo'n draadje; een stuk van 10 cm. wordt
wel 21 cm. langer! Soms gaat het opper
vlak een reliëf vertoonen, de „vloeifiguren"
en na eenigen tijd wordt de staaf op één
plaats dunner. Ze snoert hoe langer hoe
verder in en springt dan met een klap kapot.
Bij de 2e staaf staat de witjas op den
manometer te turen en te turen „Hé,
wat eigenaardig, deze staaf vertoont geen
vloeigrens; zouden ze haar soms van tevoren
verbogen hebben
Jammer, dat we er geen trekdiagrammen
van konden opnemen. Hier wordt het ver
loop van de belasting tijdens het verlengen
van de proefstaaf geregistreerd. Op die ma
nier ontstaat een trekkromme. Deze hadden
er nu zoo uitgezien:
De tweede proefstaaf heeft dus werkelijk
„in een handomdraai" een verleden ge
kregen! Dit is nu een geval met een heel
simpel verleden, waarvan direct de ver
klaring is te vinden. Het is echter niet altijd
zoo eenvoudig, en dan is het van belang het
laboratorium zoo uitvoerig mogelijk over dit
verleden in te lichten. Dit kan haar taak
bij het opsporen van de oorzaak van gebre
ken of afwijkend gedrag van materiaal aan
zienlijk vergemakkelijken.
Een ander voorbeeld van klein; oorzaken
en groote gevolgen: Van een scheepsplaat
werd gevraagd of het materiaal in den loop
der tijden was achteruitgegaan. Ter verwij
dering van de roest was de plaat met den
koudbeitel schoongebikt. hetgeen duidelijke
sporen had achtergelaten. Behalve naar
vloeigrens en trekvastheid wordt dit mate
riaal ook beoordeeld naar de rek, d i. de
verlenging die de proefstaaf tijdens de be
proeving ondergaat. De waarden voor rek,
trekvastheid enz. waaraan goed materiaal
VLOEIGRENS
VERLENGING -
NORMAAL
VERLENGING-
VERBOGEN