BESCHERM
DE JEUGD
ONS WERK
Nisomaarso
Orgaan van en voor het personeel
Wilton-Fijenoord-Schiedam
10e Jaargang - 2 Mei 1947 No 7
MEDEDEELINGEN VOOR DE
REDACTIE TE ZENDEN AAN:
J. PULLEMAN
van
INZENDING VAN OPSTELLEN
EN DENKBEELDEN DOOR
LEDEN VAN HET PERSONEEL
WORDT OP PRIJS GESTELD.
De moeilijkheid om materialen en grond
stoffen voor ons bedrijf te verkrijgen is nog
onverminderd aanwezig. Voor de nieuw te
bouwen schepen komen thans de reeds lang
geleden door de Nederlandsche Regeering
bestelde partijen staal langzamerhand op
onze werf aan. Ondanks het feit, dat de wals-
bedrijven in Amerika op volle capaciteit
werken en ook in andere landen de pro
ductie gestegen is zijn de mogelijkheden om
plaat en profiel machtig te worden uiterst
gering, zoo niet volkomen afwezig, zelfs al
wil men met lange levertijden genoegen
nemen. Het wegvallen van de productie der
Duitsche walswerken doet zijn uitwerking in
de Nederlandsche scheepsbouw-indusirie
thans terdege gevoelen. Evenzoo is het ge
steld met onderd elen, gereedschappen, hulp
stoffen enz. Daarmede dient de grootste
zuinigheid te worden betracht, opdat alles
zooveel mogelijk tot zijn recht komt. Wij
leven in een tijd van materiaal-armoede en
de opvatting, dat men in het veen niet op
een turfje behoeft te zien, heeft thans zeker
geen reden van bestaan meer.
Wij zien uit naar het oogenblik waarop de
materiaal-positie op de wereldmarkten wat
minder benauwend zal worden, doch dat zal
eerst het geval kunnen zijn, wanneer voldaan
Is aan de meest dringende behoeften in de
verschillende gebieden.
In de maand Maart werden reDaraties ver
richt aan:
33 Nederlandsche schepen,
Amerikaansche schepen.
5 Engelsche schepen.
6 Noorsche schepen. 1
1 Fransch schip.
2 Deensche schepen.
1 Russisch schip.
1 Panameesch schip.
Iedere vader van een jeugdigen zoon voelt
het als een plicht zijn kind te beschermen
tegen de onheilen, welke hem in het leven
bedreigen. Dit is voor hem een vanzelf
sprekendheid en hij zou zich teweerstellen,
indien anderen hem kwamen vertellen, dat
hij zijn plichten in dat opzicht niet nakomt.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen, doch deze
Het blad "Goodyear" steekt als volgt den
draak met degenen, wien de nieuwe spelling
riog lang niet ver genoeg gaat.
Assikkopme oudedagnog,
Andie spelling wennemoet,
Zeggik: asjevereenvoudigt,
Doetdanook ineenegoed.
Ikfin hallufwerk jammur,
Entis sondevandetijd,
We gaan loopen met 1 ootje,
En raken een uitgang kwijt.
Kwoudat mennum zoogemaakt had,
Deze nieuwe spellingwet,
Daddikniet al wattik goedzet,
Feitelijk hep fout gezet.
Assik sgrijf hoe iemand lachte,
Zettik voortaan: H.h h.
X-pel voortaan met 8 letters,
Doodleuk twoord harmoni-K.
X-grijf, wanttattis eenvoudig,
Ookal staattut eerst .wat raar,
Als 2 vanmekander houe,
Die twee houwen van L-kaar,
Beverwijk zal B-verwijk zijn,
Dattis heus geen gek 1-D,
'n Amsterdammer die de zee ziet,
Schrijft kortweg X-ie de C.
Passop zeg daar staattun M'-mer,
'k Hou van R-tensoep en U?
X-Z-T zegt K-tje,
Onze haan zegt Q-kle-Q,
zijn gelukkig niet vele.
In ons bedrijl werken uit den aard der zaak
vele vaders, maar slechts weinige jeugdigen
zijn zonen van die vaders. Dat is een nor
maal verschijnsel, hetgeen ook in andere be
drijven zoo is. Gelukkig is het niet zoo, dat
elke zoon de voetstappen van zijn vader
zoo ver volgt. Zij, die dit lezen, zullen zich
afvragen, wat is de bedoeling van dit stukje
eigenlijk? Ik kan het me voorstellen en zal
daarom maar direct overgaan U de bedoeling_
duidelijk te maken.
Het is U bekend, dat in de aan de onder
neming verbonden bedrijfsschool vele jon
gens tot vaklieden worden opgeleid onder
de leiding van bekwame leeraren, terwijl de
sportleeraar, behalve voor de lichamelijke
ontwikkeling, ook een open oog heeft voor
de geestelijke opvoeding van zijn pupillen.
Voor deze jongens is dus in de jaren van
hun opleiding het gevaar, dat in ieder bedrijf
aanwezig is, practisch niet groot. De rem,
die de leeraren hier vormen, is van groot
belang voor den verderen levensloop van
deze jongens.
Er zijn echter ook andere jongens in het
bedrijf, die niet zoo gelukkig waren de
oorzaken laten we hier buiten beschouwing
een plaats op de bedrijfsschool te be
machtigen en het is juist voor hen, dat de
steun van de ouderen, dus der vaders, wordt
ingeroepen. Velen van die vaders zijn ook
als jongen op een fabriek begonnen en zij
weten dus uit ervaring, aan welke invloeden
de jongens bloot staan. Een werf is nu een
maal geen Bewaarschool en het ruwe mate
riaal, dat verwerkt moet worden, draagt er
meestal niet toe bij van de werkers „heili
gen te maken. Dat mag ook niet worden
verwacht. Wat mogen we dan wel verwach
ten? Dat is zeer eenvoudig en voor ieder
(en zeker voor een vader) gemakkelijk uit
voerbaar. In de eerste plaats moeten zij als
ouderen en dit zal bij de jeugdigen dikwijls
met tegenzin worden aanvaard die jongens
als kinderen blijven zien. Dat zult U als vader
ook prettig vinden als Uw zoon op een
andere fabriek werkt. Het zal U rust geven
te weten, dat gedurende den tijd, dat Uw
zoon niet onder Uw hoede is, anderen zorgen
voer zijn geestelijke opvoeding dp een manier
als slechts een vader voor zijn kind doet.
Daarom moeten we ook zelf trachten „onze"
jongens te beschermen voor de rauwe klan
ken, welke m'sschien aan het bedrijf inhae-
rent zijn, maar die toch zeker in het bijzijn
van hen, die het leven nog moeten aanvan
gen, achterwege moeten blijven, omdat zij
voor hen funest kunnen zijn.
Wat was nu de aanleiding tot het schrijven
van dit artikeltje? Eenige jeugdige arbeiders
in ons bedrijf lieten zich in dezen zin uit en
wij dachten, dat een stukje in het Wilton-
Fijenoord-Nieuws zijn nut kon hebben.
Waar een wil is, is een weg. Steunt de
jongeren in hun streven een goed mensch in
de maatschappij te worden. U kunt er slechts
dank mee oogsten.