I ONS WERK VACANTIE Jubilea 10c Jaargang 19 September 1947 No 15 ORGAAN VAN EN VOOR HET PERSONEEL VAN WILTON^FIJENOORD, SCHIEDAM Mededelingen voor de redactie Inzending van opstellen en denkbeelden door te zenden aan J. Pulleman leden van het personeel wordt op prijs gesteld Hoewel de toekomstige economische ontwikkeling in ons land nog op vele punten duister blijft, tekent zich toch de algemene richting wat duidelijker af. De verwachtingen van degenen, die meenden dat het tijdelijk of blijvend uitvallen van industrie-centra in Europa tot oprichting van tal van nieuwe industrèuën in ons land zou leiden, zijn aan het vervagen. Die denkbeelden hebben blijkbaar meer be rust op wens dan op feitelijke grond slagen. Hier en daar is, meestal op be scheiden schaal, een nieuw bedrijf ge vestigd; met de oprichting van enkele daarvan werd trouwens reeds vóór de oorlog begonnen. De thans voor een ieder beter waarneembare werkelijkheid is, dat vooralsnog in Nederland enige der voor naamste voorwaarden voor een sterke uit breiding der industrie, ontbreken. Tot deze voornaamste voorwaarden rekenen wij er drie, kapitaal, bodemschatten en geschool de arbeidskrachten. Of in Nederland de kapitalen te vinden zijn voor een veel geld verslindende, hoog risico dragende en eerst op de lange duur vrucht belo vende industrialisatie willen wij hier on besproken laten. Over bodemschatten be hoeven wij evenmin te spreken: wij zijn in de internationale economie meer be faamd om het ontbreken dan óm het bezit daarvan. Wat arbeidskracht betreft zijn wij een volk, dat zich van geslacht op geslacht de vaardigheden heeft eigen ge maakt, die een vruchtbare bodem voor industriële werkzaamheid bieden. Verge lijken wij ons met enige andere kleine landen in Europa, dan zien wij, dat bij voorbeeld Zweden belangrijke bodem schatten wel bezit en Zwitserland, dat daaraan even arm is als wij, een bevol king, die als gevolg van een eeuwenoude en in alle streken verspreide horloge industrie als het ware voorbestemd scheen voor vervulling van de eisen der moderne nijverheid. België kan, wat bodemschat ten betreft zelfs in sterke mate geholpen door het Congo-gebied, op het bezit van het een zowel als van het ander bogen. Het ligt dan ook meer voor de hand, dat een verbreding der industrie, zowel voor export als ten behoeve van het Belgisch- Nederlands - Luxemburgse gebied zich eerder in België dan in ons land zal vol trekken. De belangstelling van de Neder lander was van oudsher anders gericht. In de eerste plaats wel op de zee en op alles wat daarmede samenhangt. De natuurlijke ligging van het land en het bezit van de havenmonden der voornaamste Europese rivieren verklaren die drang naar het ruime sop. Ook handel en verkeer zijn daaruit even natuurlijk gegroeid als de takken aan een boom. Landbouw, tuin bouw en veeteelt hebben naast een eeuwenoude voorziening in de behoeften der bevolking reeds een halve eeuw lang ook hun geschiktheid als export-bedrijven bewezen en wanneer de Zwitserse hor loge-maker als een met de ervaring van verschillende generaties bevruchte ar beidskracht zijns gelijke niet vindt, dan vindt de Nederlandse landbouwer die op zijn gebied evenmin. Onze werkelijkheidszin schijnt thans zover te zijn weergekeerd, dat wij meer oog beginnen te verkrijgen voor het be staande en ons minder verliezen in aller lei speculatieve beschouwingen. Als de voortekenen niet bedriegen, dan dringt het besef door, dat wij moeten worden meesters op de'ons bekende en vertrouw de gebieden en geen beunhazen op ter reinen, waarop wij bij geleidelijk herstel van de Europese industrie zullen staan als ontnuchterde en berooide fantasten. De ontwikkeling van de industrie in Ne derland zal dan ook wel in hoofdzaak moeten voortkomen uit de vergroting van de werkingssfeer der bestaande onder nemingen. Deze zal eerst na rustig overleg en zorgvuldige overweging worden ver kregen; gedachten omtrent het uit de grond stampen van nieuwe bedrijven zijn daaraan vreemd. In hoever kan nu ons werk bijdragen tot herstel dpr nationale economie? Het ant woord daarop luidt, dat wij door gezamen lijke inspanning onze onderneming meer en meer moeten maken tot een bedrijf, dat technisch, commercieel en sociaal in de voorste rijen staat. Vernieuwing en verbetering dus van outillage, van gereed schappen en van werk-methoden, verdie ping van vakkennis en verbreding van vakbekwaamheid, verhoging van het streven om het grootst nuttig effect van onze arbeid te bereiken, het kweken en onderhouden van ploegverband en van toegewijde belangstelling voor de eigen taak en waardering voor die van anderen. Ziedaar de weg, die zich voor ons zowel als voor alle Nederlandse ondernemingen opent. Raken wij achter, dan zullen andere onze plaats innemen en blijven wij steken in het moeras ener nationale armoede, die sterk op onze levensom standigheden zal drukken. Ons werk moet de toets der internationale vergelijking kunnen doorstaan en het ogenblik is wel licht niet ver meer, dat wij met de groot ste werven en scheepsreparatie-centra in de wereld zullen moeten wedijveren om te bewijzen, dat wij met kwaliteit, snel heid en prijzen in staat zijn om met iedere vooruitgang op ons gebied gelijke tred te houden. In de maand Augustus werden repara tie-werkzaamheden verricht aan: 29 Nederlandse schepen 11 Noorse 4 Engelse 9 Amerikaanse 1 Zweeds schip 3 Deense schepen 1 Zwitsers schip 'k Heb vrij geleefd, tussen de zon [en 't water En 't groeien van de nieuwe dag Met wijd geopend oog bewonderd, Toen ik de vuurbal in het Oosten zag. Maar niet alleen een weldaad voor [de zinnen Was 't komen van 't ontzaglijk Licht, Ik werd voor mijn gevoel herboren Tot vrije mens, zonder één daagse plicht. De dagen kwamen en zij gingen sneller Naarmate 't toegemeten deel Vergleed in 't niet. Maar levend Blijft nu bij de daagse zorgen veel. G. 40 jaar; Th. Dahthaus, Machinist. H. Meyer, Groepsleider op de tekenkamer. C. Mulder, Ketelmaker. C. Zeeman, Kapitein. 25 jaar: C. T. de Jong, Beambte afd. Bedr. boekh. J. Lammers, Groepsleider op de tekenkamer. A. Noordzij, Onderbaas bikkers. L. P. Noordzij Beambte afd. Bedr. boekh. C. Stehouwer, IJzerwerker. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1947 | | pagina 1