VERENIGING W.F. Werf, kantoor en werkplaats L. J. T. Jzn. EEN WEEKEINDE TE BENTVELD. Er is een spreekwoord, dat zegt: „Onbekend maakt onbemind". Dat zouden wij ook kunnen zeggen van de Arbeidersgemeenschap der Woodbrookers te Bentveld, waar een aantal werknemers van W.F., waaronder vele leden der fabriekskern (enkelen met hun vrouwen) een weekeinde hebben doorgebracht. Er waren nog 60 personen uit andere plaatsen, o.a. uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, zodat we in totaal met ongeveer 100 mensen bijeen waren. Er werden op verschil lende uren 3 onderwerpen behandeld, die zeer aan elkaar verwant waren, t.w.: 1. Gemeenschap in het Arbeidsproces; 2. Plicht tot en Recht op Arbeid; 3. Bedrijfsorganisatie, door resp. Dr. J. T. de Jongh, Ir. D. Tinbergen en Drs. G. H. Nederhorst. De discussies ston den onder de bezielende leiding van Ir. S. A. Posthumes. Het is niet mogelijk in korte trek ken weer te geven wat van deze gecompliceerde vraagstukken is behandeld, doch uit het debat en de aan de inleiders gestelde vragen bleek, dat zowel inleiders als cursisten zich volkomen in de vraagstukken hadden ingeleefd. Deze bij eenkomst heeft voor ons allen, zowel inleiders als cursisten, veel bijgedragen tot verruiming van de geest. Een zeer bijzonder ogenblik was wel de Zon dagmorgenwijding, welke onder leiding stond van Ir. S. A. Posthumes, die uit het vierde boek van Thomas a Kempis enige schriftge deelten voorlas en daarna enige diep religieuse gedachten ontvouwde. Als hoofdthema belichtte hij de waarde van de mens, zowel in het kleine als in het grote. Wij allen zijn als mens mede verantwoordelijk voor de wereld en haar noden en als kleine mensen moeten wij opzien naar een hogere macht, die het al omvat. Daarna was er enige ogenblikken stilte, waarbij men zich zijn menselijke kleinheid en tekortkomin gen zeer wel bewust is. Tenslotte werden door de pianist op de vleugel enige schone klanken van Lalanda en Bach ten gehore gebracht. De bijeenkomst werd gesloten met een zeer ernstig woord tot ons allen. d. Br. (Van Redactiewege bekort). LOON-SPE-CI-FI-CA-TIE. Vroeger: Een boekje met wat blaadjes, 't Was maar een simpel, dood geheel 'n Krabbel hier, een cijfer ginder, Mutaties waren er nooit veel. Uren, loon, tariefprocenten. Inhouding kern en ziekenfonds, Een eind-totaal, er in de duiten, En 't zaakje was O.K. voor ons. Toen: De tijd draait en wij tornden mede; Boekhoudmachines en zo meer, Loonzakjes, gedrukte cijfers, Maar ook dat voldeed niet meer. Je kon geen touw er vast aan knopen, Zett'op zij je zorgen maar en floot, Want raakte j'eenmaal aan het cijferen. Kwam je van de wal in de sloot. Thans: Maar is 't ie even voor de bakker, Wie had dat ooit vermoed, verhip, Maak ik zo juist mijn zakje open, Vind ik me daar een hele slip. Loon-puzzles zijn nu uit 't verleden, „Gekauwd" voor ons als het nu is. Goed zo, luidjes van de loonlijst, Mijn dank heb je al vast, gewis EEN SNIPPERDAG. Naar aanleiding van het stukje in het W.F.- Nieuws van 8 October j.l. onder deze titel, zou ik heel graag het volgende willen op merken. Ik ben ook zo gelukkig geweest om te profi teren van een snipperdag en ben ook met mijn vrouw en nog een familielid naar de Opening der Staten Generaal of wel de gouden koets wezen kijken. Hoewel ik het al dikwijls gezien had, is het toch ieder jaar nieuw. Wij gingen met de trein van bij 8 uit Schiedam en waren ongeveer kwart over 8 in Den Haag, waar we rustig een plaatsje hebben opgezocht achter de hekken, die voor afzetting waren neergezet. En toen maar rustig gewacht op de dingen die komen zouden. Een ere-saluut aan de Haagse politie. Als die zag, dat iemand voor de mensen ging staan, die er reeds stonden, werd deze direct met een vriendelijk gebaar naar de achterste rij gedirigeerd. Ik heb met belangstelling het tragische verslag van de schrijver gelezen. Wij hadden het ge luk, recht tegenover de plaats te staan, die voor de tram open gehouden werd. zodat we het hele geval met de bereden politie gezien hebben. Dat de paarden hun fatsoen niet kon den houden ligt niet aan hun opvoeding, maar zal wel in hoofdzaak door zenuwen zijn ge weest. De toestand werd daar ten laatste critiek, vooral voor diegenen, die in de middelste rijen stonden. Ik kan me best voorstellen, dat dezen zowat gemangeld waren door het voor- en achteruit duwen. Door het gedrang viel er ook een hek om, met het gevolg, dat alles over en door elkander rolde. Een aardige afleiding voor diegenen, die er niet bij betrokken waren. Met dit al kregen de mensen van het Rode Kruis en de E.H.B.O. volop werk met degenen, die on wel werden door het dringen en het lange staan. Dezen werden prompt voor de hekken neergelegd, met enkel de militaire afzetting voor zich. Tenslotte geleek het veel op een slag veld. Maar wat wel opviel was, dat er ver schillenden toen de stoet aankwam, ineens beter waren. Een goed middel om de stoet te zien, is flauw vallen (De goeden niet te na gesproken). Misschien heb ik, doordat ik niet tot de grootsten behoor, nogal geluk gehad, dat men mij helemaal vooraan liet staan, omdat men toch wel over mij heen kon zien. Het heeft na afloop wel enige moeite ge kost om achter de afzetting vandaan te komen en weer beweging in onze onderdanen te krijgen, die door het lange staan danig tegen werkten. We hebben geprobeerd in Den Haag wat te eten te krijgen, maar dit lukte ons niet. Eerst in de rij staan en wachten om binnen gelaten te worden. We hebben tijdens de oor log zo dikwijls in de rij gestaan, dat ik ervoor bedankte. Dus met de tram naar Scheveningen en daar proberen. In de tram hebben we net als de Haagse ooievaar op één been gestaan, want als je het andere ook wilde neerzetten, kwam je op een of andere schoen terecht, wat ook weer niet zo netjes is. Terug uit Scheve ningen, verzadigd, zonder ham, met veel wind, waren we in de omtrek van het Vredespaleis (een prachtgebouw, jammer, dat het niet ge bruikt wordt) en zagen daar mensen staan. Al spoedig kregen we te horen, dat de Koningin een rijtoer deed en dat ze daar voorbij kwam. Na een kwartier passeerde de stoet, zonder dat er iemand voor ons stond. Je moet maar boffen, hè. Des avonds naar de verlichting wezen kijken. Deze was prachtig, vooral gezien door de stromende regen, waarvan we die dag volop genoten hebben. Maar als je een beetje goed van aard bent, dan geef je er niet om. Ik zou de onbekende schrijver de raad willen geven, laat U door de tegenslagen, die U die dag achtervolgden, niet ontmoedigen en doe als ik: Reserveer alvast voor volgend jaar 20 Septem ber een snipperdag en ga niet met een gezel schapsauto maar met de trein. Zorg, dat U omstreeks 9 uur in Den Haag bent, dan weet ik zeker, dat U niet alleen de steek van de koetsier ziet, maar ook de hele koets. IN MEMORIAM. Tot ons leedwezen moeten wij kennis geven van het overlijden van L. STEURS, die 16 jaar bij onze onderneming als aanhouder is werkzaam geweest. (Overleden dd. 15-10-1948). J. G. TEUNISSEN, oud-werknemer, die 34 jaar als hoor der bij ons is werkzaam geweest. (Overleden dd. 18-10-1948). Hun nagedachtenis zal door ons in ere worden gehouden. DANKBETUIGINGEN Wij ontvingen dankbetuigingen van: J. A. VAN BUREN, H. Th. WIGMAN en J. J. DE KLOE, wegens betoonde belangstelling bij hun jubileum. Van C. J. VAN ETTEN wegens betoonde belangstelling bij zijn 25-jarig huwelijksfeest. Ondergetekende betuigt hiermede haar welge meende dank aan Directie, Willy Wilton- Fonds, Bazen en Klinkersperoneel voor het medeleven en de belangstelling tijdens de ziekte en bij het overlijden van haar geliefde echtge noot. C. J. DE VEIJ-LAMEIJN. Ondergetekende bedankt hiermede Directie, Chefs, Collega's en Vrienden voor de belang stelling, ondervonden tijdens de ziekte en bij het overlijden van haar Man, de Heer L. Steurs. A. STEURS-RIETVELD en kinderen. Bij mijn vertrek naar Zuid-Afrika roep ik allen, die mij kennen, een hartelijk afscheid toe. Aan Collega's op de lasvloer hartelijk dank voor het herinneringscadeau. MAARTEN W1LLEMSE PERSONALIA. Op 30 September 1948 is in verband met zijn leeftijd eervol ontslag verleend aan J. DE ZWART, onderbaas Gieterij Fijenoord. JUBILEA 25 jaar J. J. DE KLOE Bankwerker DE PERSONEELSVERENIGING. In vele periodieken of tijdschriften kan men de laatste tijd artikelen over het al of niet gewenst zijn van een Personeelsvereniging lezen en er zijn er zelfs bij, die menen het recht te hebben, deze artikelen op een onsmakelijke wijze te mogen illustreeren. Oorspronkelijk had den we hieraan geen aandacht willen besteden, doch waar onze vereniging zich in opgaande lijn blijft ontwikkelen en daarmede bewijst wel degelijk een reden van bestaan te hebben, is het misschien goed enige woorden daaraan te wijden, In gedachten gaan we dan terug naar de tijd van vóór de oorlog. Ook toen waren er ondernemingen met per soneelsverenigingen, doch elk ogenblik opnieuw ble ken deze geen levensvatbaarheid te hebben. Daarvoor zou men vele oorzaken kunnen noemen, doch wij willen er slechts één aanhalen. In het alge-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1948 | | pagina 3