Officiële mededelingen
Sociale rubriek
dat de kielblokken het onbeschadigde
achterschip begonnen te ondersteunen.
Op dit ogenblik werden de 11 stutten
aan S.B. en B.B. achtereenvolgens op
geklapt en niet hun reeds aangebrachte
knieën aan de huid van de „Oranus"
gelast. Hierna kon het dok verder
opgepompt worden en stond het schip
spoedig droog.
Hoe groot de beschadigingen waren
heeft menigeen van ons toen kunnen
zien. Vele ervaren reparatie-mensen
zullen wel gezegd hebben: „Dit is wel
één van de grootste beschadigingen,
die ik ooit heb gezien."
3. Schip gereed om het dok weder te ver
laten (19 Oct. 1950).
2. Heeft men tijdens de reparatie bijzonder
onaangename ervaringen ondervonden i.v.
m. de grote beschadiging en reacties na
het indokken?
Antwoord: Neen, het is gebleken, dat
de berekening juist was. Er werden
geen abnormale spanningen geconsta
teerd.
Gedurende de gehele reparatie werd
de kiellijn regelmatig gecontroleerd en
tot ons genoegen hebben wij het schip
weer eveneens met een goede rechte
kiellijn kunnen afleveren.
3. Heeft U de indruk, dat dergelijke kar
weien de vindingrijkheid van staf en per
soneel op de proef stellen?
Antwoord: De uitvoering van het werk
vergde inderdaad veel zorgen, en
voortdurend nauwlettend toezicht.
Zoveel mogelijk zijn de verschillende
delen als secties van te voren gereed
gemaakt en vervolgens ingebouwd.
Aanbouwvolgorde en lasvolgorde waren
van te voren vastgelegd en tijdens de
reparatie nauwkeurig aangehouden.
Staf, bazen, onderbazen, voerlieden en
arbeiders hebben hierbij blijk gegeven
van grote vakkennis en goede team
geest. Vooral zonder dit laatste zou dit
reparatiekarwei zeker niet zo vlot ver
lopen zijn.
4. Is het karwei volgens de gemaakte
plannen verlopen?
Antwoord: Het karwei is gunstig ver
lopen. We zijn in staat geweest de
gedachte opleveringstermijn met enige
weken te bekorten, waarvoor de Reder
ons zeer dankbaar was. Indien men de
grote vraag naar tankschepen kent, is
zulks te begrijpen.
5. Is er voor dit of dergelijke karweien be
langstelling van buitenaf tijdens de bouw?
Antwoord: Binnen- en buitenlandse
bladen, van de laatste speciaal de Scan
dinavische, hebben belangstelling voor
deze reparatie getoond en gaven foto's
ter illustratie van de schade en spraken
er hun verwondering over uit, dat dit
werk zo snel werd uitgevoerd.
Bijgaande foto's geven een beeld van de
reparatie.
De „Oranus" verliet onze werf op 20 Octo
ber 1950.
KINDERBIJSLAGWET.
Nogmaals brengen wij alle werknemers in
herinnering, dat zij, die menen recht op
kinderbijslag te hebben voor één of meer
kwartalen van het jaar 1951, daartoe zelf
een aanvraag moeten indienen op daarvoor
bij de afdeling Sociale Zaken verkrijgbare
formulieren.
Wie aanspraak op kinderbijslag kunnen ma
ken: (vanaf 1 Januari 1951)
Ingevolge artikel 23 (1) der Kinderbijslagwet
kan de arbeider, die hier te lande zijn woon
plaats heeft, aanspraak op kinderbijslag ma
ken voor zijn wettige of gewettigde kinderen
beneden de leeftijd van 16 jaar, alsmede het
wettige of gewettigde kind uit een vorig hu
welijk van zijn echtgeno(o)t(e) of overleden
echtgeno(o)t(e), voor zover dit huwelijk niet
was ontbonden door echtscheiding.
Aan artikel 23 (2) kan de arbeider, die hier
te lande zijn woonplaats heeft aanspraak ont
lenen voor kinderen, voor welke niet reeds
ingevolge artikel 23 (1) recht op kinder
bijslag bestaat, indien tenminste die kinde
ren uitsluitend of in belangrijke mate voor
rekening van de arbeider worden onderhou
den.
Met kinderen beneden de leeftijd van 16 jaar
zijn gelijkgesteld kinderen van 16 t/m 20
jaar, die schoolgaand, dan wel blijvend ziek
of gebrekkig zijn.
Voor natuurlijke kinderen wordt het recht
op kinderbijslag ontleend aan artikel 90a der
Kinderbijslagwet.
VOOR WELKE KINDEREN RECHT OP
KINDERBIJSLAG BESTAAT:
Wettige of gewettigde kinderen van de
arbeider.
De arbeider heeft krachtens artikel 23 (1)
der Kinderbijslagwet recht op kinderbijslag
voor elk van zijn wettige of gewettigde kin
deren beneden de leeftijd van 16 jaar, als
mede voor de daarmede gelijkgestelde kin
deren, ongeacht of het kind al dan niet tot
het gezin van de arbeider behoort. Ook in
dien het kind elders woont bestaat dus
zonder meer recht cp kinderbijslag voor de
vader en/of de moeder, ongeacht of het
huwelijk, waaruit dit kind is geboren, al
dan niet nog bestaat.
Stiefkinderen:
Tevens kent artikel 23 (1) der Kinder
bijslagwet de arbeider recht op kinderbijslag
toe voor elk der wettige of gewettigde kin
deren beneden de leeftijd van 16 jaar, als
mede voor de daarmede gelijkgestelde kin
deren (schoolgaand en ouder dan 15 jaar,
ziek of gebrekkig) uit een vorig huwelijk
van zijn/haar echtgeno(o)t(e) of overleden
echtgeno(o)t(e), tenzij dat vorige huwelijk
door echtscheiding was ontbonden. Dit voor
behoud is gegrond op het feit, dat in een
dergelijk geval de vorige echtgeno(o)ot(e)
(dus de vader resp. moeder van die kinde
ren) dit recht kan doen gelden, daar het
zijn/haar wettige of gewettigde kinderen zijn,
hoewel die kinderen niet tot zijn/haar gezin
behoren. Het doet dan evenmin ter zake of
hij/zij al dan niet de voogdij over die kin
deren heeft.
De stiefvader/resp. stiefmoeder zal dan ook
alleen op grond van art. 23 (2) der Kinder
bijslagwet aanspraak op kinderbijslag voor
zijn/haar stiefkind kunnen maken, indien dit
kind uitsluitend of in belangrijke mate voor
zijn/haar rekening wordt onderhouden en
de vader, resp. de moeder niet reeds inge
volge art. 23 (1) der Kinderbijslagwet recht
op kinderbijslag heeft voor dat kind.
Andere dan wettige of gewettigde kinderen
van de arbeider:
Artikel 23 (2) bepaalt, dat de arbeider die
hier te lande zijn woonplaats heeft, aanspraak
kan maken op kinderbijslag voor kinderen,
voor welke niet reeds ingevolge art. 23 (1)
recht op kinderbijslag bestaat, indien die kin
deren uitsluitend of in belangrijke mate voor
rekening van de arbeider worden onderhou
den.
Natuurlijke kinderen van arbeider:
Ingevolge artikel 90 a kan kinderbijslag ver
leend worden voor het onderhoud van de
eigen natuurlijke kinderen van de arbeider.
Ook in deze gevallen geldt de leeftijdsgrens
van 16 jaar, terwijl met kinderen beneden
de leeftijd van 16 jaar worden gelijkgesteld
kinderen van 16 t/m 20 jaar, indien zij
schoolgaand, dan wel blijvend ziek of gebrek
kig zijn.
Data, welke beslissend zijn voor het recht op
kinderbijslag:
Artikel 24 (1) der Kinderbijslagwet bepaalt,
dat vanaf 1 Januari 1951 voor het recht op
kinderbijslag over een kalenderkwartaal be
slissend is het aantal kinderen op de eerste
dag van dit kwartaal.
Uit het vorenstaande blijkt, dat het begrip
„gezin" in de gewijzigde Kinderbijslagwet
geheel is vervallen, waardoor bereikt is, dat
er een ruimer recht op kinderbijslag is ont
staan dan tot nu toe het geval is.
Voor een aantal van onze werknemers bete
kent het vorenstaande echter, dat zij niet
meer, zoals tot nu toe het geval was, zelf
kinderbijslag kunnen aanvragen. De wettige
vader/moeder heeft n.l. recht op kinderbij
slag. Dus, wanneer iemand in zijn gezin
stiefkinderen heeft uit een vorig huwelijk van
zijn echtgenote, dat door echtscheiding is
ontbonden, is de eerste echtgenoot van zijn
vrouw verplicht voor deze kinderen kinder
bijslag aan te vragen. Wanneer men niet op
de hoogte is van de verblijfplaats van de
wettige vader, of deze wil geen kinderbijslag
aanvragen, kan men zich wenden tot de
Voogdijraad, die dan voor deze een aanvraag
indient.
In artikel 25b (2) is n.l. de mogelijkheid
geopend, dat het uitvoeringsorgaan op ver
zoek van of na gunstig advies van de Voog
dijraad de kinderbijslag aan een ander dan
de aanvrager betaalbaar stelt.
ST. NICOLAAS-FEEST.
De gelegenheid tot het opgeven van Uw
kinderen, die t.z.t. aan het St. Nicolaasfeest
zullen deelnemen, staat nog tot 11 Novem
ber a.s. open, daarna kunnen geen opgaven
meer worden geaccepteerd.
WAT DE KERN BESPRAK.
Vergadering Directie met Kernbestuur 24/10
1950.
Wijziging werktijd i.v.m. electriciteitsvoor-
ziening.
Daar de toestand wat de electriciteitsvoor-
ziening betreft dit jaar nog slechter is dan
de vorige jaren is in overleg met het Kern-
bestuur voor de periode van 11 December
195023 Januari 1951 de werktijd vastge
steld als volgt:
Maandag t/m. Vrijdag van 7.8.20 u.
van 8.40 12.u.
van 12.30 16.35 u.
Zaterdag van 7.8.20 u.
van 8.40 11.35 u.
Maatregelen zullen worden getroffen om
moeilijkheden met betrekking tot het ver
voer des morgens te voorkomen.
Extra toeslag bij moeilijk, gevaarlijk en vuil
werk, enz.
De directie acht de voorgestelde regeling niet