VERENIGING W.R opgeborgen te worden. Dat is niet alleen hier, maar vrijwel overal ter wereld en dat wisten die zeelui ook. Zij sleurden dus hun maat zo goed en kwaad als het kon overeind, of hij nu schreeuwde als een mager varken en brulde als een gek, deed niet ter zake: zij moesten hier of daar even onder dak zien te komen. Koers uitgezet op een drank-shop, géén toegang. Koers gewij zigd op andere idem, idem, géén toegang. En maar sleuren en maar schreeuwen. Totdat er eindelijk een politieman in 't zicht kwam en er het zijne van wilde hebben. Resul taat: het was geen dronkenschap alléén, daar deed de slagzij-man te gek voor. Politie-auto er bij. Geneeskundige-dienst-auto er bij. Diag nose: dronken en been op 3 plaatsen gebroken. Over „eerste hulp" van je maats gesproken! VERBONDENHEID. We mopperen allen op ons beurt Uitzonderingen? bijna geen Toch voelt een elk op z'n tijd Met het bedrijf zich één. Niemand echter wil dat weten 't Lijkt zo'n kinderlijk gedoe Toch openbaart 't zich meermalen Je moet alleen maar snappen hoe. De „Rijndam" nu is gereed weer Maakte reeds z'n eerste trek Maar ieder sputtert: die schoorsteen Dat scheermes, nee, dat staat te gek! NOG VELE JAREN...!!!! Wanneer wij heden tot je spreken, Op deez' voor jou zo grote dag, Dat 't 40 jaar nu is geleden Dat jij, Aai, hier 't bedrijf betrad. Dan is 't omdat wij allen weten Wat jij voor ons steeds bent geweest. Een vent die niet hield van veel spreken. Maar met een ruim begrip en goede geest. Nou ja, je had kuren en ook vlagen, Was wel eens lastig enzovoort, Maar toch, wij hebben 't saam gedragen, als kameraads, zoals het hoort. En als er soms een groot karwei was, 't Zij binnen of 't zij buiten boord, Jij wist het altijd klaar te krijgen Door de juiste tact en 't juiste woord. Want wij zijn ook geen lieve jongens, dat weet jij, en ik maar al te goed. Maar praten nooit iets recht wat krom is, Maar recht door zee, zoals het moet. Maar allen, zo we nu tesaam zijn Waarderen je zoals je bent. Laat dit ook verder altijd zo zijn, Wees kameraad, wees baas, wees vent! De tijd gaat verder, beste Arie, De tijd draait snel en staat nooit stil. Het is zeer belangrijk in ons leven, En stoort zich niet aan onze wil. Hij draait, zal altijd blijven draaien, Bepaalt ons komen en ons gaan. En goed is, als je dan kan zeggen, Ziezo, ik heb mijn plicht gedaan. En juist omdat de tijd datgeen is, waar alles in 't bedrijf om draait, Hebben wij, als je kameraden Een kleinigheid bijeengegaard. En schenken wij je dit horloge. Als hulde en aanhank'lijkheid, Voor de jaren die wij samen werkten, Het blijve zo, nog lange tijd. Draag dit geschenk nog vele jaren, Als je er op kijkt, bedenkt dan steeds: Dit heb ik van m'n kameraden, 't Is toch een mooie tijd geweest. Nou Aai, nog vele, vele jaren, van gezondheid en van levenslust! Wij zullen d' herinnering bewaren Aan een goede baas, wees je dat bewust! AFD. KLINKERS. EEN PRETTIGE MIDDAG. Op een Zaterdagmiddag moet u weten Waren twee vissers in een boot gezeten, Uitgerust met net en snoer En een flinke zak met voer. Langzaam roeiden zij door 't water, Doch wat gebeurde even later? Zij passeerden een grote schuit En hoorden toen een vreemd geluid Wat hier gebeurde is niet te geloven, Maar alle zegen komt van boven. Een kiebelton gevuld met eten Kwam over de railing heen gesmeten. De ene visser had geluk, Maar was toch even van zijn stuk, Toen hij zijn kameraad zag zitten Zijn oren vol tomatenpitten, Het koffiedik zat in zijn haren En in zijn hals de bloemkoolblaren. Vol soep en pudding zat zijn jas, De kroten vielen uit zijn das. Geen zeep en water kon hem helpen, De stroom eten was niet te stelpen. En ieder die het ongeluk zag, Die moest wel brullen van de lach. Het was toch ook wel zeer vermakelijk, Al was de aanblik niet zo smakelijk, Want eten uit een kiebelton Is wel goedkoop en zonder bon. Een varken kan het wel verteren, Maar 't is nadelig voor je kleren, Het was een hopeloos geval, Dus voeren zij maar naar de wal. Zij visten op die dag niet meer, Dat doen zij wel een volgend keer, Angstvallig ging het toen op huis an, Waar vrouwlief wachtte met de vispan. Maar wie beschrijft haar grote schrik. Toen zij manlief zag vol koffiedik. Met een tang was hij niet aan te pakken, De vuile boel liep uit zijn zakken, Toch wel wat met zijn lot begaan Heeft zij hem in de kuip gedaan. Zij sprak tot hem: „Is dit mijn dank, Het hele huis is vol met stank." Zij boende hem zo goed zij kon En liet hem drogen in de zon. Een uurtje ging er heen met strijken. Toen was mijnheer weer te bekijken Niets zat er toen meer in de kreuk, Hij kocht voor haar een flesje reuk, Ook ter vergoeding voor de vissen, Die zij die dag had moeten missen. Hier was de vrede mee hersteld. Ik heb het even na-verteld. GRAPJAS. geven bij: H. KREFT, 2e secretaris, huisadres: Goereesestraat 106a, Rotterdam-Zuid. Nogmaals wijzen wij de leden erop, dat zij adreswijziging of ziekte direct moeten melden, daar wij geen helderzienden zijn. HET BESTUUR VAN „DE PIJP". IN MEMORIAM. Met leedwezen geven wij kennis van het overlijden van E. MARINUS, draaier, die gedurende 27 jaar zijn krach- en aan de onderneming heeft gegeven (overleden 29-9-1951). Zijn nagedachtenis zal door ons in ere gehouden worden. Aan de leden van „De Pijp" wordt medegedeeld, dat in verband met emigratie van de secretaris diens plaats vacant is. Als nieuw bestuurslid is de heer Hazebroek aangezocht. Eventuele tegencandidaten dienen 1 week na het verschijnen van dit blad te worden opge- DANKBETUIGINGEN. Hiermede betuigt ondergetekende, mede namens zijn vrouw en kinderen, zijn hartelijke dank aan de directie voor het geschenk onder cou vert, aan bedrijfsleiders en chefs voor de be langstelling, aan hoofdbazen en onderbazen voor de prachtige bloemenmand en het ge schenk onder couvert en aan de gehele afdeling klinkers voor het prachtige cadeau en de bloe men, ontvangen ter gelegenheid van zijn 40- jarig jubileum. 20 September 1951 zal voor hem een onver getelijke dag blijven. A. DEN TUINDER. Ondergetekende betuigt hiermede, ook namens vrouw en kinderen, zijn hartelijke dank aan directie, collega's en Jubileumfonds voor de vele blijken van belangstelling, ondervonden bij zijn 25-jarig jubileum. P. J. VAN LEEUWEN. Het heeft mij zeer aangenaam getroffen, dat men, hoewel ik wegens ziekte verhinderd ben mijn werk te verrichten, het feit, dat ik op 10 October 1951 25 jaar in dienst van de onder neming was, niet ongemerkt voorbij heeft laten gaan en ik op die dag, zowel van de zijde van directie en chefs als van mijn collega's persoon lijke gelukwensen in ontvangst mocht nemen. Ik betuig daarvoor, alsmede voor de bloemen en cadeaux, welke ik mocht ontvangen, mijn hartelijke dank, ook namens mijn vrouw. C. H. VAN DIJK. AFD. BILJART RETURN-MATCH B.O.G.—W.F, Wat ons vorig jaar niet gelukt is, hebben wij nu voor elkaar gekregen. Wij hebben de Phi- lips-mensen een overtuigende nederlaag toege bracht. Het gaat (zoals de wederzijdse voor zitters meermalen memoreerden) niet direct om de knikkers, maar om het spel en om het aan knopen van vriendschapsbanden. Dat is tot nu toe bijzonder goed geslaagd. Gingen wij ver leden jaar met pl.m. 40 mensen naar Eindhoven, nu waren het er pl.m. 70, waarvan de helft dames. De verzorging was, zoal niet beter dan toch zeker zo goed als verleden jaar en dat was af. De wedstrijden zijn in de beste verstandhouding gespeeld en werden te onge veer 7 uur beëindigd, waarna wij werden uit genodigd om aan de koffietafel plaats te nemen. Wij hebben ons dat, als goede W.F.ers geen tweemaal laten zeggen. Het werd een geani meerde maaltijd, waarbij hier en daar menige kwinkslag ten beste werd gegeven. Na afloop heeft de voorzitter van B.O.G. in zijn sappig Brabants de beker aan onze voorzitter uitge reikt, die met een rustig en welgemeend dank woord de beker aanvaardde en de hoop uit sprak, dat deze massakamp zich jaar op jaar zou mogen herhalen. Daarna werd om onge veer half negen afscheid van onze vrienden genomen en vertrokken wij richting Schiedam. Te 's-Hertogenbosch werd even gestopt om in het „Wapen van 's-Hertogenbosch" een ver-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1951 | | pagina 10