Een voorbeeld van recente datum spreekt boekdelen. Een ongeval in de nabijheid noodzaakten de twee toeziende agenten van Politie het kruis punt te verlaten. De derde bleef natuurlijk het apparaat met de hand bedienen, telkens het verkeer stopzettend - ik bedoel feitelijk het licht op rood of geel draaiend als dit noodzakelijk was. De chaos was volkomen! Vooral fietsers, en het moet van mijn hart, kennelijk Wilton-per soneel deed alsof er geen vuiltje aan de lucht was, zelfs niet als het rode licht brandde Nog staat de politie op dat kruispunt in uniform gekleed, maar waarschuwen doet zij niet meer. Men heeft zijn eigen lot in de hand en een gewaarschuwd man telt voor twee! Nog meer kan ik opsommen, dat onder de ogen gezien mag worden. Ik moge hier wijzen op de overrennende voetgangers om 5 uur op de Vlaardingerdijk, de B.K.laan en vooral op de Koemarkt, waar men zich zelfs geen tijd gunt de bus langs de gewone deur te verlaten, doch welke men soms rijdend via de nooddeur aan de achterkant verlaat! De haastige tram passagier handelt al even gevaarlijk als hij vergeet zich zelf te zijn en op een rijdende tram springt. Ook in dit geval hebben velen hun haast met een zware verminking of met de dood moeten bekopen. Ik moge het beeld van de verkeersverwording somber hebben gekenschetst, zeker is dat de weggebruiker kan kiezen tussen verkeerschaos of verkeersveiligheid. Indien hij ten allen tijde zijn zelfbeheersing op de weg behoudt, zal hij althans medewerken tot een vlot en veilig verkeer, hetwelk hem tot eer strekt en waar mee het maatschappelijke leven slechts ge baat is. Tot slot moge ik hulde brengen aan degenen voor wie bovenstaande regels niet geschreven zijn. De adjudant van Politie van de Verkeersbrigade te Schiedam, J. B. TIMMERMAN. VEILIGHEID VOOR ALLES. Uit de aard der zaak hebben we bij W.F. met vele nationaliteiten te doen. Wij kunnen de toets der critiek wat vakbekwaamheid aan gaat rijkelijk doorstaan, speciaal wat scheeps- reparatie betreft. Op het gebied van de veiligheid langs de weg kunnen wij van andere naties echter nog wel het een en ander leren. Als wij 's morgens naar en 's avonds van de fabriek gaan en wij zien dan hoeveel fietsers maar raak jakkeren zonder zich om een ander te bekommeren, dan slaan wij als Nederlan ders een beroerd figuur. Als wij zien hoe in de spitsuren vele onzer menen een plaatsje in bus of tram te moeten bemachtigen, dan schaam ik mij weieens Nederlander te zijn. Van vrouwen en kinderen (om van ouderen maar niet te spreken) wordt gewoon geen nota genomen. Onder het motto „als ik maar een zitplaats heb, de rest kan mij niet schelen" wordt vaak om een plaatsje gevochten. Dat, mede-arbeiders, moet veranderen willen wij als Nederlanders op het gebied van veilig heid en fatsoen OOK voor vol aangezien wor den. Voorzitter Kern W.F. J. W. WEBER, GELIJKE RECHTEN MAAR OOK GELIJKE PLICHTEN. Dat wij ertoe overgingen zelfs een verkeers- nummer van het W.F.-Nieuws uit te geven, vindt zijn oorzaak in het stijgende aantal onge vallen buiten het bedrijf, dus voornamelijk de ongevallen op weg van het bedrijf naar huis en omgekeerd. De meeste ongevallen gebeuren met berijders van de velocipede, maar daar naast is nog gekomen de brom (mende) veloci pede. Een pracht van een vervoermiddel, maar velen zullen nog dit ondermaanse moeten ver laten, omdat zij een te ernstig ongeval hier mee kregen, doordat zij in de meeste gevallen niet speelden volgens de spelregels. In elke mensengemeenschap zijn wij op elkaar aangewezen. Wij moeten leren met elkander om te gaan, samen te werken, met zo weinig mogelijk wrijving en botsingen. Wij moeten ons daarbij houden aan bepaalde regels, die door jarenlange ervaring zijn ontstaan, met een speciaal doel. Zij gelden in een bedrijf, in een gezin, op school of kantoor, enfin, overal waar wij met mensen te maken hebben. Zijn er nu mensen, die menen zich niet aan deze regels of afspraken te moeten houden, omdat zij waarschijnlijk zichzelf zo belangrijk vinden, dan zegt men van zo iemand, dat hij a-sociaal is en die „men" heeft dan nog gelijk ook. Al deze verkeerszondaars willen niet in zien, dat bij „gelijke rechten" ook „gelijke plichten" behoren. Dit zijn mensen, die zich zelf veel verdriet op de hals halen en een ander veel last bezorgen. A-sociale mensen zijn eigenlijk nergens te dul den, maar zeker niet in het verkeer. Als er ergens sprake is van een noodzaak om je aan afspraken en spelregels te houden dan is dit toch wel bij het verkeer op de openbare weg. Met de verkeersongevallen is het eigenlijk precies eender als op het bedrijf. U weet wel, daar zeggen we het zo: 75 van de ongevallen moet door de mensen zelf worden voorkomen, 15 kan men door beschermingen enz. voor komen, dus blijft 10 over, dat onvermij delijk zou zijn. Zo is het ook met de verkeers ongevallen. alleen zal daarbij het cijfer, dat aanduidt hoeveel de mensen zelf moeten voor komen, nog wel veel hoger zijn; men zegt wel van 94 In onze bedrijven gaat het met de ongevallen- bestrijding zeer zeker in de goede richting. Wij zijn lager in ongevallen percentage dan ooit. Nu moeten we ook niet dulden, dat het percentage buiten het bedrijf stijgende is. Als wij allen tezamen ons hiertegen te weer stellen, dan zullen we ook daarbij resultaat hebben. Met leeuwenmoed en doodsverachting gaan we deze strijd beginnen lui. Rijd met verstand; de dood loert aan de kant! Wees een heer in het verkeer! Neem deze slagzinnen in U op en maak ze waar. Sp. VEILIGHEID, OOK OP DE WEG. Er gaat geen avond voorbij of we lezen in de couranten van verkeersongevallen, welke weer hebben plaats gehad, hetzij met de trein, tram, bus, fiets of hoe dan ook. We lezen hier meestal vluchtig overheen en staan er niet bij stil, dat misschien wel iemand is getroffen uit onze naaste omgeving of iemand, met wie we in ons dagelijks werk veel of weinig te maken hebben. De tijd ontbreekt ons om er lang over na te denken, tot we zelf geconfronteerd worden met de ellende, welke het gevolg van een ongeval kan zijn. Wij allen weten, dat ook in ons bedrijf elke dag opnieuw ongevallen gebeuren, ook al wordt de propaganda voor de veiligheid intens ge voerd, doch wat we misschien niet allen weten is, dat en door deze propaganda en door de diverse voorzorgsmaatregelen het aantal onge vallen in de laatste jaren belangrijk is vermin derd. Dit bewijst toch wel, dat het steeds op nieuw weer onder de aandacht brengen van gevaren, welke vermeden kunnen worden, een gunstige invloed op de mens uitoefent en van daar, dat we het initiatief om een deel van onze courant aan de verkeersveiligheid te wijden, gaarne hebben gesteund. Immers ook de ruim 6500 werknemers van onze onderneming komen dagelijks met de gevaren van de weg in aanraking en daarom mag een appèl voor het betrachten van voorzichtigheid op weg naar de fabriek en naar huis -gezien ook de cijfers over 1950 zeker niet overbodig worden geacht. Een aantal van 260 ongevallen op de open bare weg, overkomen aan leden van ons per soneel, terwijl zij zich naar de werf of van de werf naar huis begaven, geeft toch wel te denken. Als we dan verder zien, dat 71 ge vallen een onderbreking van de arbeid en 1075 uitkeringsdagen tengevolge hadden, dan wordt het toch zeker wel tijd, nog meer aan dacht te vestigen op de gevaren van de weg. Er waren velerlei oorzaken, (zie hiervoor het volgend no van het W F.N.) en vele van deze on gevallen hadden wellicht voorkomen kunnen worden, indien beter zou zijn uitgekeken, doch dit „nakaarten" heeft weinig zin. We moeten in de toekomst kijken en zorgen, dat deze niet dezelfde fouten te zien geeft als het verleden. Ons devies: Veiligheid Voorzorg Voorspoed geldt ook hier. Daarom: opgelet, ook op de openbare weg. C. K. BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR HET VERKEER MET VOERTUIGEN. Waarvan moet een rijwiel voorzien zijn? a. Een deugdelijke, nauwkeurig werkende stuurinrichting. b. Voor zover een vrijwielinrichting aanwezig is. ten minste één rem. waarmede het ieder ogenblik tot stilstand kan worden gebracht. c. Tenminste één bel. waarvan het geluid op een afstand van 50 m. duidelijk hoorbaar is. d. Een achterspatbord of indien een rijwiel 2 achter wielen heeft, achterspatborden, waarvan voor het achteropkomend verkeer goed zichtbaar het gedeelte over een lengte van tenminste 0.30 m., gemeten van het ondereinde af geheel helder wit is gekleurd, of van een helder witte bedekking is voorzien. Hoe moet een rijwiel verlicht zijn? Een rijwiel, waarmede bij nacht, bij duisternis of dichte mist over een weg of een rijwielpad wordt gereden, moet voorzien zijn: 1. Aan de voorzijde van een lantaarn, die voorwaarts een helder geel licht of helder wit licht uitstraalt. 2. Aan de achterzijde van een rood achterlicht met reflector, behorende tot een goedgekeurde soort en voorzien van het Rijksmerk en niet hoger dan 0.60 m. boven het wegdek aangebracht. Het berijden van een rijwiel. Bij het berijden van een rijwiel is het verboden: 1. Het stuur met beide handen los te laten. 2. De voeten van de trappers weg te nemen. 3. Naast een ander voertuig dan een rijwiel in het bijzonder een tram te blijven rijden of zich door zulk een ander voertuig te laten meetrekken. Het gebruik van rijwielpaden. Wielrijders zijn verplicht gebruik te maken van bestaande rijwielpaden, onverschillig door welk van de twee rijwiel padborden deze paden zijn aangeduid. Bij het verlaten van het rijwielpad en het oprijden van de rijbaan dienen zij zeer voorzichtig te werk te gaan en zeer goed op het overige verkeer acht te slaan! Het rijden naast en achter elkander! Wielrijders mogen niet met meer dan 2 personen naast elkander rijden. Zij moeten achter elkaar rijden, indien het verkeer anders zou worden belemmerd of in gevaar gebracht. Inhalen mag in de regel slechts ge schieden door één wielrijder. Er mag echter door twee wielrijders naast elkaar worden ingehaald, wanneer het verkeer hierdoor niet wordt belemmerd of in gevaar gebracht. Wielrijders in gesloten formatie. Indien door meer dan vijftien in gesloten formatie en onder leiding wordt gereden, mogen zij twee aan twee naast elkander rijden en ook bij aanwezigheid van rijwielpaden van de rijbaan gebruik maken, tenzij op de rijbaan het bord Autoweg" is aangebracht. Vervoer van personen en voorwerpen per rijwiel. 1. Op rijwielen met één zitplaats mogen door de berij der geen andere personen worden vervoerd. Kinderen beneden de leeftijd van tien jaren mogen uitsluitend door een volwassen persoon worden vervoerd, en slechts dan. wanneer het rijwiel is voorzien van een daarvoor geschikte zitplaats en de berijder daardoor niet wordt gehinderd. 2. Voorwerpen mogen door wielrijders slechts worden vervoerd, indien deze daardoor in hun vrijheid van beweging niet worden belemmerd of andere personen of zaken daardoor niet aan gevaar worden bloot gesteld. 3. Het vastmaken van handwagens aan rijwielen, als mede het voorttrekken van handwagens of het gelei den van dieren door een op een rijwiel gezeten be rijder. is verboden. IN MEMORIAM. Met leedwezen geven wij kennis van het over- lijden van J. P. JANSEN, oud-werknemer, die gedurende ca. 28 jaar zijn krachten aan de onderneming heeft gegeven (overleden 17-9-'51).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1951 | | pagina 3