ONS WERK. Einde Augustus 1951 kwam er aan de werf te Rotterdam een zwaar beschadigd wrak zoals men op bijgaande foto kan zien. Dit schip was in aanbouw bij Gebr. Pot te Bolnes, onder de naam „Atlas". Na Mei 1940 gaf de Duitse Marine opdracht dit schip om te bouwen tot „Sperrbrecher". Gedurende de eerste reis na deze ombouw naar een Noorse haven werd het schip door een geallieerde bommenwerper aangevallen, met het resultaat dat het achterschip uit elkaar sloeg door een voltreffer in de aldaar gelegen munitiekamer en verder brandde de midscheepse opbouw geheel uit. Na de oorlog slaagde men er in het wrak te lichten, de gehele machine-installatie er uit te slopen en de onderdelen zo goed mogelijk te conserveren. De bergers waren voornemens om dit schip om te bouwen, maar wegens gebrek aan kapitaal vond dit geen voortgang. De rederij Fred. Olsen te Oslo kocht dit wrak met toebehoren en nodigde verschillende werven uit om aan de hand van een specifi- catieprijs een tijdsduur af te geven. Wilton- Fijenoord gaf de kortste tijd op, n.l. 7 maan den na aankomst aan de werf. Wij hebben het voorrecht gehad deze opdracht uit te voeren en wij zijn er in geslaagd na ruim 7 maanden hard werken, het oorspronkelijke wrak om te toveren tot een fraai schip met een keurige accomodatie, tot volle tevredenheid van de op drachtgever. De hoofdafmetingen van het schip zijn: lengte o.a. 94,60 M., breedte 12,80 M„ holte tot het shelterdek 8,30 M„ draagvermogen 3000 ton. De onder- en tussendeks-ruimen worden kunst matig geventileerd met electrische perslucht- fans. Het laadgerei bestaat uit 7 stuks 35 tons bomen en één 510 tons boom, alle bediend door electrische Thridge lieren. Van de oorspronkelijke electrische installatie was niets meer te vinden. De firma de Hoop te Rotterdam heeft het schip geheel opnieuw geïnstalleerd. De electrische energie wordt op gewekt door 3 Diesel-generatoren, per gene rator bestaat dit uit een 6 ciL 4 tact Deutz- motor 180 A.P.K. bij 450 omw./min., direct gekoppeld aan een 90 K.W. 220 Volt dynamo. De voortstuwingsmotor bestaat uit een 2 tact 6 cfl. Burmeister en Wain motor, 500 mm. boring en 900 mm. slag, met een vermogen van 1900 A.P.K., gebouwd in licentie door P. Smit Jr. De montage van deze installatie was een wonderlijke opgave. De onderdelen, eerst door de bergers uit het wrak gehaald, werden slikvrij gemaakt en in kisten verpakt naar de werf verzonden. Deze „pakketten" werden stuk voor stuk grondig onder handen genomen en het is gebleken dat deze zending geheel volledig was. De opbouw van de hoofd en hulpwerktuigen begon in November 1951, toen het casco op de helling stond en werd zon der tussenpoos voortgezet totdat op 15 Maart alles gereed was voor proefdraaien voor de wal. De dynamo's hadden ernstig geleden van het zeewater, de blikken van het anker moesten opnieuw gestapeld worden, de wikkelingen, commutators enz. zijn alle vernieuwd. Alle pijpleidingen in de machinekamer werden opnieuw gelegd en nieuwe dag- en voorraad- tanken zijn ingebouwd en aangesloten. Gedurende een 4-maandelijkse hellingtijd werden de huid en dekken voor een groot gedeelte ver nieuwd. Het achterschip werd over een lengte van 18 Mtr. uitbesteed aan werf van der Gies- sen, die het staalwerk geheel klaar maakte, door ons werd het op de helling aangebouwd en afgeklonken. Ook het achterdekhuis werd door deze firma vervaardigd. De gehele midscheepse opbouw met sloependek, onderbrugdek en commandodek werd door ons gebouwd. Het stuurhuis met peildek werd ge heel in alluminium geleverd door de firma J. K. Smit. De sloepen zijn eveneens uit alluminium ver vaardigd en deze zijn opgesteld in Schat-gravity davits, waarmee men in 45 seconden vanaf rust stand tot in het water kan vieren. Aan de accommodatie is zeer veel zorg besteed, zowel voor officieren als aan bemanningsver- blijven. Officieren, bemanning en civiel perso neel hebben allen aparte eetvertrekken met bij behorende pentries en bovendien zijn er voor de beide eerstgenoemde groepen aparte zit- salons. Tevens is er een geriefelijke accomodatie voor vijf passagiers. Vooral de salon en het kapiteinsverblijf zijn zeer fraai ingericht. Een knap staaltje van onze eigen ontwerpafdeling. Alle verblijven mid scheeps en achter, worden electrisch verwarmd en alle hutten zijn voorzien van koud- en warm

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1952 | | pagina 6