VEILIGHEID
Ontslag gedurende proeftijd
(\j|) NIEUWS
12
voor de Ziektewet en Kinderbijslagwet zich alleen kunnen
en moeten aansluiten by die bedrijfsvereniging, welke voor
zijn onderdeel van het bedrijfsleven werd opgericht. Het
toezicht op deze uitvoeringsorganen berust ingevolge de
Organisatiewet bij de Sociale Verzekeringsraad, gevormd
door vertegenwoordigers van het georganiseerde bedrijfs
leven en de Overheid. De administratie van een of meer
takken van verzekering wordt - indien zij zulks wensen -
door de bedrijfsverenigingen zelf gevoerd, tenzij daarte
gen bij de Sociale Verzekeringsraad overwegende technische
of administratieve bezwaren bestaan. In dergelijke gevallen
moet de administratie worden gevoerd door het Gemeen
schappelijk Administratiekantoor. Dat „kantoor" wordt op
gericht - anders dan de Regering zich aanvankelijk ge
dacht had - door de centrale werkgevers- en werknemers
organisaties. De opzet van de herziene uitvoeringsorgani
satie, welke volgens de wetgever t.z.t. ook voor de wette
lijke ongevallen- en invaliditeitsverzekering moet gelden, is
hiermede in grote trekken geschetst.
Aangezien de Werkloosheidswet enige jaren eerder tot
stand is gekomen dan de Organisatiewet Sociale Verzeke
ring, bleek het noodzakelijk de uitvoeringsorganisatie van
de wachtgeld- en werkloosheidsverzekering op enkele pun
ten aan te passen aan die van laatstgenoemde wet. In een
wetsontwerp tot wijziging van de Werkloosheidswet wordt
nu o.m. voorgesteld, de toezichthoudende functie van het
Algemeen Werkloosheidsfonds (op de bedrijfsverenigingen)
over te dragen aan de Sociale Verzekeringsraad. Het
A.W.F. blijft belast met de gedeeltelijke uitvoering van
de werkloosheidsverzekering, en behoudt zijn bevoegdheid
controle uit te oefenen op de bedrijfsverenigingen in ver
hand met de door deze te innen premies voor en de te
verrichten uitkeringen ten laste van genoemd fonds.
Voorts is een wetsontwerp ingediend tot wijziging van de
Wet op de Rijksverzekeringsbank en de Raden van Arbeid
in verband met de omstandigheid, dat deze organen na
1 Januari '53 geen taak meer zullen hebben op het gebied
van de uitvoering van de Ziektewet en Kinderbijslagwet.
Van deze gelegenheid tot wetswijziging wordt tevens ge
bruik gemaakt om het aantal werknemersleden en plaats
vervangende leden van de Raden van Arbeid van twee op
drie te brengen, zoals door de Raad van Vakcentralen is
verzocht. Uiteraard zal dan ook het aantal werkgeversleden
en hun plaatsvervangers op drie worden gebracht.
Tenslotte zal in verband met bovenbedoelde wijziging van
de Werkloosheidswet ook de Organisatiewet zelf een enkele
wijziging moeten ondergaan. Van het desbetreffende wets
ontwerp zij bier alleen het voorstel vermeld om de thans
in de Werkloosheidswet voorkomende bepaling, welke be
trekking heeft op de overgang van een deel van het ver
mogen van het wachtgeldfonds van een bedrijfsvereniging
naar een andere in verband met het overgaan van een of
meer werkgevers als gevolg van een wijziging in de verde
ling van het bedrijfs- en beroepsleven, naar de Organisatie
wet over te brengen en derhalve ook voor de andere daarin
genoemde sociale verzekeringen van toepassing te doen
zijn.
By beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken
dd. 10 November j.l. (Stcrt. v. 11 Nov. nr. 220) is be
paald, dat in den vervolge voor het ontslag van een werk
nemer, die op proef werkzaam is, geen toestemming meer
nodig is van het Gewestelijk Arbeidsbureau, zoals krach
tens het B.B.A. 1945 in de regel vereist is.
Door deze beschikking is een einde gemaakt aan de onze
kerheid, veroorzaakt door verschillende rechterlijke uit
spraken, omtrent de vraag, of in geval een arbeidsver
houding op proef is aangegaan, de toestemming van het
G.A.B. vereist is voor de opzegging ervan, indien de an
dere partij met de beëindiging der arbeidsverhouding geen
genoegen neemt. Uiteraard moet de proeftijd voldoen aan
de algemene regel, dat zij niet langer duurt dan twee
maanden.
Uit: Sociale Voorlichtingnr. 8 van Nov. 1952.
WERKVEILIGHEIDSCOMMISSIES 1952 - 1953.
Op 16 December 1952 vond in het Clubgebouw het af
scheid plaats van de leden der Werkveiligheidscommissies
1952 en de installatie der nieuwe leden. Ter gelegenheid
hiervan werd door de heer Ir. B. Wilton - de heer Ir.
J. E. Woltjer, voorzitter der Bedrijfsveiligheidscommissie
was plotseling verhinderd - een toespraak gehouden, waar
in hij o.a. herinnerde aan het tot stand komen van de
\eiligheidsdienst, waartoe de heer Romer indertijd de stoot
heeft gegeven. Dit was in een tijd, dat wij aan veiligheid
nog niet zoveel deden. Wij meenden bij W.F. wij komen
hier om te werken en niet om aan veiligheid te doen. De
heer Wilton zei de belangstelling van de Arbeidsinspectie
voor het werk, dat thans op veiligheidsgebied in ons bedryf
wordt verricht, welke o.a. bleek door de aanwezigheid van
de heer Arends in deze bijeenkomst, zeer op prijs te stel
len. Het is prettig te kunnen constateren, dat er op veilig
heidsgebied reeds veel goede dingen zijn geschied. Het
prettige van het veiligheidswerk is, dat naast de idealen,
welke wij hieromtrent koesteren, ook het bedrijfsbelang
wordt gediend. Een veilig bedrijf is een goed bedrijf en
een goedkoop bedrijf. Als wij voordat wij met een bepaald
werk beginnen eerst nagaan, hoe kan ik dit veilig doen,
dan is het feit, dat wij ons dit afvragen reeds een stap in
de goede richting, ook van bedrijfstechnisch oogpunt uit
bezien. Immers, als wy eerst denken en dan doen, dan
werken wij over het algemeen beter. Wij moeten niet
alleen zelf doordrongen zijn van de veiligheidsgedaebte,
doch moeten deze ook uitdragen. Het is niet moeilijk
goede ideeën te hebben, of het nu op veiligheids- of op
ander gebied is, maar wij kunnen die ideeën pas aan ande
ren overdragen als wij onszelf kunnen realiseren waarom
zij goed zijn. Dus wij moeten zelf eerst goed nagaan waar
om iets zó veilig is, dan pas kunnen wij dit ook anderen
vertellen.
Spreker zegt de oude Veiligbeidscommissies dank voor het
werk, dat zij in het belang van de onderneming en van
de veiligheid van alle medewerkers hebben gedaan. Wan
neer U de veiligheidsgedachte propageerde en ingang deed
vinden in ons bedrijf, was dit voor ons aller veiligheid,
want wordt bijv. een hamer onveilig neergelegd, dan kan
deze, indien hij valt, evengoed op het hoofd van een ar
beider als van een directeur terechtkomen.
Vervolgens richtte spr. een woord tot hen, die hun taak
als veiligheidscommissies zullen aanvangen. Spr. heette hen
hartelijk welkom in het midden van alle veiligheidsvoor
vechters, waarbij hij ervoor waarschuwde, dat men de
commissies niet moet zien als een vuilnisbak, waarin alle
narigheid kan worden omgekieperd. Wij moeten door ge
zamenlijk werken en gezamenlijk discussiëren lot verbete
ring zien te komen. Het is ook niet zo, dat iedere fout.
welke U gevonden hebt en in de commissie naar voren
brengt, direct zal kunnen worden verholpen. Het gaat dik
wijls niet alleen om technische veranderingen, maar om
degenen, die daarmee te maken hebben van het nut ervan
te doordringen. Dit behoort tot de taak van de nieuwe
commissieleden. De heer Wilton sprak de hoop uit, dat zij
hun werk met veel voldoening voor henzelf en voor ons
bedrijf zullen doen en dat zij in de kameraadschappelijke
samenwerking in de commissie ook de veiligheidsgedachte
tot de hunne zullen maken, en deze zullen uitdragen.
De heer Arends, technisch ambtenaar van de Arbeidsin
spectie, dankte de directie hartelijk voor de uitnod:ging.
welke zij aan de Arbeidsinspectie had gezonden om ook
hier tegenwoordig te zijn. Spr. heeft met het grootste ple
zier hieraan gevolg gegeven, omdat hier allemaal mensen
bij elkaar zijn, die in het afgelopen jaar steeds te maken
hebben gehad met de veiligheid en ermee geconfronteerd
zijn, en mensen, die dit in het komende jaar zullen wor
den. De heer Arends zei ook te spreken namens de heer
Rranderhorst, Districtshoofd van de Arbeidsinspectie die