«DOXFORD» De Fabrieken NIEUWS 4 In Groot-B rittannië, in de nabijheid van de grote stad „New-Castle upon Tyne" in Northumberland iigt aan de betrekkelijk smalle rivier de „Wear" een der grootste scheepsbouwcentra, n.l. de stad „Sunderland", slechts ca. een half uur gaans van de Oost kust, waar de „Wear" bij de hadplaats „Seaburn" in de Noordzee uitmondt. In deze, om haar scheepsbouw, vermaarde stad Sunderland zijn de „Doxford"-fabrieken gevestigd, waar de sinds de laatste oorlog zo bekende „Doxford Opposed Piston Oil Engine" werd ontwikkeld. De fabriek van Wm. Doxford Sons bestaat reeds sinds 1840 en heeft tot ongeveer 1910, evenals alle andere scheepswerven en machine fabrieken, de diverse stoomzuigermacliines en stoomketels vervaardigd, welke tot die tijd gebruikelijk waren. In 1910 werd echter bij Doxford begonnen met een ontwerp voor een enkelwerkende 2-tact dieselmotor, welke in ééncylinder uit- Figuur 1 voering ca. 250 pk zou kunnen ontwikkelen bij ca. 130 omwentelingen per minuut. Deze machine werd ontworpen, zoals destijds ge bruikelijk bij de scheepsstoommaehines, d.w.z. in staande open uitvoering, de beide kolom men in het hart van de cylinder voorzien van een leidbaan, waartussen het kruishoofd met de leisloffen geleid werd. De machine werd nog niet onder druk ge smeerd en de diverse koelwater- en lenspom- pen werden door een balans met balansstrop- pen vanaf het kruishoofd gedreven. Figuur I geeft een foto van deze experimentele machine. De machine was, zoals destijds gebruikelijk, uitgevoerd met luchtinspuiting van de brand stof. De compressie- en verbrandingsdruk waren bepaald op ca. 35 kg/cm2. Bij de beproevingen bleek, dat deze machine bet verwachte vermogen ruimschoots kon ontwikkelen, echter werden op constructief gebied vele moeilijkheden ondervonden, o.a. met de cylinderdeksels en de krukasmetalen, terwijl het frame onvoldoende stijf bleek te zijn. Verder bleek het smeerolieverbruik ab normaal hoog te zijn. Nadat men ca. 5 maanden met deze machine geëxperimenteerd had, was men het er wel over eens, dat ingrijpende wijzigingen in de constructie aangebracht moesten worden, wilde men een enigszins bruikbare scheeps motor hiervan maken. Door Doxford werd toen het besluit genomen dit machine-type geheel te laten vallen en over te gaan op een geheel ander type, n.l. dat met tegengesteld werkende zuigers, waar mede de cylinderdeksels geheel vermeden konden worden. Dit besluit was alleszins aanvechtbaar, daar dit laatste machinetype op het continent ont wikkeld door Junkers, nog tot geen bruik bare resultaten had geleid en reeds zeer veel moeilijkheden had gegeven. Niettegenstaande dit alles heeft de geschiede nis aangetoond, dat het besluit van Doxford haar rechtvaardiging heeft gevonden en is de Doxford-inotor uitgegroeid tot één van de zeer bekende motortypen voor scheepsgebruik. De succesvolle ontwikkeling van de Doxford- motor is voor een zeer belangrijk deel te danken aan het werk en het doorzettingsver mogen van de constructeur Karl Otto Keller. Keller was in 1877 te Ziirich in Zwitserland geboren en ging in 1903 naar Engeland, waar liij bij diverse firma's werkte aan de ontwik keling van de gasmotor. Hij kreeg in 1905 de opdracht van Doxford om de mogelijkheid na te gaan van de ont wikkeling van gasgeneratoren voor scheeps-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1953 | | pagina 6