3
ONZE JUBILARISSEN VAN DEZE MAAND
SNEEUW
J. M. VAN WIJNGAARDEN
Baas Kokers
40 jaar
A. BALKHOVEN
Bankwerker
25 jaar
J. VAN ELSaCKER
Onderbaas Scheepsbouw
25 jaar
L. J. KOOIJMAN
Draaier
25 jaar
J. MAISSAN
Tijdcontroleur
25 jaar
Ratelend loopt de wekker af. Ik gooi
De dekens van mij af en kijk naar buiten.
Dat kan alleen wanneer ik op de ruiten,
Die mat bevroren zijn, een gaatje dooi.
De stad ligt, slapend nog, in blanke tooi
Van verse sneeuw. Ik kleed me vlugga uit en
Ik laat de stad de stad en eenmaal buiten,
Terwijl ik zeg „Wat is de wereld mooi-
Gaan mijn gedachten naar de trieste oorden
Van mijn geteisterd land in nood en rouw.
Ik vraag: „Wie zal 't onzegbaar leed verwoorden?*'
Nij schijnt de sneeuw mij plots'ling vaal en grauw.
En als een vloek, een mateloze schreeuw
Rijstzwart, een boom uit d'ongerepte sneeuw.
8-2-'53
JAAP VAN Y.