OVERDRACHT VAN M.T. „CAMARGUE" JÊ tijden, maar in het ijstijdperk, waarvan de duur geschat wordt op een millioen jaren, vóór onze tijdrekening, moet het dier een veelvuldig voorkomende verschijning zijn ge weest. Hij is de enige olifant, die zich in Noordelijke gebieden ophield. Dank zij zijn bruine wollige haardek en de bijna tot de grond afhangende baardotten, die op ver scheidene plaatsen zijn lichaam beschutten, had hij zich aan het koudere klimaat aange past. In de toendra's in het Noord-Oosten van Siberië zijn talrijke ingevroren exemplaren gevonden. Ook kennen wij zijn uiterlijke ver schijning door afbeeldingen, die holbewoners in Frankrijk met grote kunstvaardigheid in de wanden hunner grotten hebben gegrift. Volgens de heer Landsman van het Natuur historisch Museum te Rotterdam, Mathe- nesserlaan 7, is de gevonden knok herkend als een deel van het beendergestel aansluitende op het gewricht van een voorpoot. Daar de grond niet tot die laag, waarin het gevonden is, wordt afgegraven, kan niet worden vastge steld of het skelet in zijn geheel of meer dan een onderdeel daarvan aanwezig is. De vraag of de mammoet ter plaatse zijn graf gevon den heeft of slechts lichaamsdelen zijn aan gespoeld, blijft onopgehelderd. Na een geslaagde technische proefvaart op 21 en 22 Januari 1953, de terugkeer aan de werf en nadat de laatste werkzaamheden waren verricht is op 30 Januari de „Camargue" of ficieel overgedragen aan de rederij S.F.T.P. Deze gebeurtenis vond plaats aan boord van de tanker, in de officieren-messroom, waarbij Ir. J. E. Woltjer, als directeur van W.F., het woord voerde. In zijn rede begroette spreker de aanwezigen en richtte zich in het bijzonder tot de direc tie van de S.F.T.P., tot madame le vice-consul en capitaine en madame Bonice. De belang stelling van de „reine de Camargue" noemde de heer Woltjer een grote eer. Voorts dankte spreker de heren Le Merer en Bruand, die - later bijgestaan door kapitein Rougier, met ons zo prettig hebben gewerkt. Ook de heren surveyors van Bureau Veritas en de aan boord geplaatste officieren, zij allen kregen woor den van dank. Dan richtte onze directeur ?ich tot werklie den, bazen, staf, tekenkamer en onderaanne mers en dankte ook hen voor de vlotte wijze, waarop dit schip met hun medewerking is gebouwd. Het was spreker een groot genoe gen nu - één dag vroeger dan was gecontrac teerd - dit schip te mogen aanbieden. Hij wenste schip en bemanning goede vaart, ten voordele van haar Maatschappij. De kiel van het schip werd gelegd op 5 April 1952, de tewaterlating vond plaats op 29 No vember van dat jaar. De heer Achard, directeur van de Société Francaise de Transports Petroliers, ant woordde Ir. Woltjer en aanvaardde gaarne dit mooie tankschip, dat zo keurig op tijd werd afgeleverd. Spreker uitte woorden van vriend schap en waardering aan het adres van W.F. Daarna begaf het gezelschap zich naar het achterschip, waar de overdracht werd be krachtigd door de verwisseling der vlaggen. Onder de tonen van de volksliederen van beide naties, daalde het rood-wit-blauw en verhief zich het rood-wit-blauw. Sym boliek, deze merkwaardige overeenkomst Men zou het kunnen beschouwen als een on derschrijving van de vriendschappelijke ver houding tussen Nederland en Frankrijk, die overeenkomst in kleuren en wij hopen, dat de woorden van onze directeur, waarin hij de hoop uitsprak, dat na oplevering van dit schip weer meerdere onderhandelingen over de bouw van verdere schepen gevoerd zullen mogen worden, bewaarheid zullen worden ten voordele van beide volkeren. G. 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1953 | | pagina 9