Doopceremonie m.s. «PENDRECHT»
NIEUWS
In onze mensengemeenschap groeien gewoon
ten en gebruiken, die in een bepaalde sfeer
worden beleefd. Een doopplechtigheid van
een schip is er o.m. één, die op onze werf
zovele malen voorkomt, dat men zou gaan
vrezen eraan gewoon te raken. Zo is het ech
ter niet: reder en bouwer zorgen, dat deze
en dergelijke gebeurtenissen een officieel
tintje krijgen en met een verblijdend gevoel
en begunstigd door „tussen-de-buitjes-door-
weer" togen velen naar de doopceremonie
van de „Pendrecht", in aanbouw voor Phs.
van Ommeren N.V. te Rotterdam. De tribune
was te plm. 5 uur geheel bezet door genodig
den en na een vlotte „sleepbootaanval" doop
te Mevrouw Mr M. A. J. Kroese-van den
Brandhof op de gebruikelijke manier het
schip, dat langzaam maar zeker het bouwdok
werd uitgesleept. W.F.'s Harmonie zorgde
keurig voor de muzikale omlijsting.
In de cantine 't Blaasje kwamen de gasten
bijeen en werden daar hartelijk welkom ge
heten door Ir B. Wilton, die hen als Directeur
van W.F. toesprak en o.m. memoreerde, dat
ook hier weer de bekende moeilijkheden in
staalleveranties aanvankelijk de bouw ongun
stig hebben beïnvloed. Tenslotte echter kon
gestadig worden voortgewerkt, zodat heden,
15 Juni, de doop kon plaats hebben.
Na een dankwoord aan allen - personen en
instanties - die aan de bouw hebben mede
gewerkt, sprak de heer Wilton de hoop uit,
dat de „Pendrecht" straks als gelukkig schip
zal mogen varen, gelukkig voor de rederij en
voor de leden der bemanning, die zoveel tijd
van him leven moeten doorbrengen tussen
lucht en water. Tenslotte dankte Ir Wilton
de doopster hartelijk voor de bereidwillig
heid om aan het verzoek tot dopen van de
„Pendrecht" te willen voldoen en overhan
digde haar hiervoor het gebruikelijke kleine
aandenken.
Dan is het woord aan de doopster zelf en na
enkele woorden reeds zijn al de nuchtere en
zakelijke dingen van de dag plotseling weg
gevaagd: een woord van hart tot hart, in een
sfeer van ijzer, staal en beton. Hier werd ge
sproken over het verheugende van een goede
vriendschap, over de vorige „Pendrecht" en
over allerlei omstandigheden, zoals alleen een
vrouw kan spreken: gevoelvol en toch met
waardering voor mannenwerk.