Scholing voor AANBOUWERS
7
(j[j|j NIEUWS
Maandagochtend 27 April begaf zich een
groep jongelui zo tussen de 16 en 25 jaar oud
onder leiding naar het bouwdok gewapend
met voorhamers, hand hamers, beitels etc. en
de vluchtige voorbijganger kon zich verwon
deren over wat zich daar begon af te spelen.
Met hamers werd gezwaaid en geslagen, veel
er naast, met beitels werd gehakt, vaak op
onschuldige vingers en dit alles zo ogenschijn
lijk zonder reden.
Dit was echter het begin van een intensieve
scholing voor ijzerwerkers-aanbouwers van
ongeschoolde krachten, gedeeltelijk uit het
bedrijf, gedeeltelijk nieuwkomers.
Zoals ieder heeft kunnen merken is de laatste
jaren het programma voor nieuwbouw van
schepen sterk uitgebreid. Het ene schip is
maar net afgeleverd of een volgend glijdt al
weer te water om te worden afgebouwd. Twee
bouwplaatsen zijn nu in gebruik, de grote
helling en bouwdok Zuid. Binnenkort komt
bouwdok Noord hier echter bij, wanneer de
grote kraan in de bouwdokgeul geplaatst is.
Drie schepen tegelijk in aanbouw, daar ko
men wij handen bij te kort.
Bouw- en levertijden zijn echter gecontrac
teerd. Hier kan van geen uitstel sprake zijn.
En ijzerwerkers-vaklieden melden zich maar
zelden. Daarom werd na rijp beraad, hierbij
geadviseerd door het Raadgevend Bureau
Berenschot, een scholing opgezet waardoor
het mogelijk zal worden na 4 maanden, na
tuurlijk geen ijzerwerkers-vaklieden, maar
wel hulpkrachten op te kweken, die gewa
pend met een behoorlijke basis aan kennis en
handvaardigheid het binnen afzienbare tijd
tot zelfstandigwerkende krachten kunnen
brengen. Dit laatste zal natuurlijk ook sterk
afhangen van de medewerking van toekom
stige collega's en van de pit die er hij de
nieuwkomers in zit.
Hoe is dit nu mogelijk, zal men zeggen. Vroe
ger kwam men jong, als maatje in het bedrijf
en waren er vele jaren voor nodig voor men
het tot zelfstandig werkend vakman had ge
bracht. De tijden zijn veranderd. Door de
ontwikkeling van de techniek is er een enor
me omwenteling gekomen in de maatschap
pelijke en sociale vormen, in werkmethoden
maar ook in het onderwijs. Dit laatste niet
alleen op allerlei algemeen vormende scholen
maar ook in de vakopleiding.
Men heeft ingezien hoe belangriik het is hier
veel zorg aan te besteden, waardoor het mo
gelijk is geworden de opleiding vaak zeer
sterk te bekorten.
Een sociaal voordeel springt hier direct naar
voren, dat het bij incidentele conjunctuurs
wisselingen mogelijk zal worden om werk
krachten bij tijdelijk werktekort in een be
paald vak in korte tijd voor een ander vak
om te scholen.
Hoe wordt dit nu gedaan? Voor deze scholing
van ijzerwerkers-aanbouwers is eerst een ana
lyse gemaakt van het aanbouwersvak, d.w.z.
er is uitgezocht wat een aanbouwer hier in
ons bedrijf moet kennen en wat hij hiervoor
nodig heeft. Uit de goede vaklieden is iemand
aangezocht, die geschikt zou zijn als instruc
teur en die daartoe een opleiding heeft ont
vangen van het Raadgevend Bureau Beren
schot. Aan de hand van de analyse is toen
een rooster opgesteld. Hierop komt het vol
gende voor als practijk:
gebruik van hamer, hakken, meten, boren,
slijpen, branden, hechten, richten, hulpge
reedschap en gebruik hiervan, samenstellen
van onderdelen, oefening aan diverse werk
stukken aan boord,
als theorie:
Wie is wie bij Wilton? Wat is een schip, be
namingen van onderdelen, grote lijn van de
scheepsbouw, tekenen en tekening lezen, al
gemene vorming.
Bij het practijkrooster zal het boren, slijpen
en branden wel opvallen. Deze vakken be
hoeft een ijzerwerker toch niet te beheersen
Dat hoeft ook niet. Zij moeten het echter wel
eens gedaan hebben en geen ongelukken ma-
Omscholing aanbouwers.