IN MEMORIAM
15
NIEUWS
spreker, dat U toen U het bericht kreeg, dat
heden het afscheid zon plaatsvinden, aan Uw
geestesoog voorbij hebt laten gaan, de jaren,
die U in het bedrijf hebt doorgebracht. Er
zijn hier mensen bij, die 52 jaar, 38 jaar bij
de onderneming hebben gewerkt en spreker
kan zich voorstellen, dat zij terugdenken
aan de belangrijke karweien, die op de werf
zijn klaargemaakt. Ook in huiselijke kring
zal er in die jaren veel gepasseerd zijn. Er
zijn er, die kinderen in Australië en Nieuw-
Zeeland hebben. En zoals in het bedrijf per
jaar de balans wordt opgemaakt, komt ook
in ons leven het moment, dat de balans van
het leven zelf opgemaakt moet worden. Het
is dan de vraag, „wat heb ik ervan gemaakt".
Komt men dan tot de conclusie: ik ben een
lid van de maatschappij geweest, ik ben een
gemeenschapsmens geweest en heb mijn werk
gedaan naar de capaciteiten, die ik had, ik
heb ervan gemaakt, wat er van te maken was,
dan kan men met een gerust geweten af
scheid nemen van het practische werk, dat
men zoveel jaren heeft gedaan. Is dat mo
ment aangebroken, dan zijn er twee moge
lijkheden. De ene is, dat men blijft vastzit
ten aan hetgeen men tot nog toe heeft mee
gemaakt en spreker wijst er met nadruk op,
dat de toekomst dan hopeloos voor betrok
kene is. We moeten bedenken, dat deze tijd
voor een ieder komt, de tijd gaat onverbidde
lijk door, zowel voor een directeur als voor
een arbeider, wij kunnen hem niet vasthou
den. Spreker weet, dat voor hen, die ver
trekken, het financiële gedeelte er niet op
vooruitgaat. Kijken we echter naar hoe het
40 jaar geleden was, dan moeten we toch wel
erkennen, dat er veel bereikt is. Hoe was toen
de verhouding tussen werkgevers en werkne
mers. Nu zijn zowel werkgevers als werkne
mers tot de conclusie gekomen, dat door sa
menwerking wat tot stand kan worden ge
bracht. We mogen ook nooit vergeten, dat de
financiële zijde, hoe belangrijk ook, toch niet
het belangrijkste is. Spreker zou het leven
willen vergelijken met de jaargetijden. We
hebben onze jeugd gehad (het voorjaar),
toen we gekke streken uithaalden en telkens
weer, soms hardhandig in het gareel gebracht
moesten worden; we hadden onze zomer, toen
we dachten, dat we alles konden en nu hebt
U de herfst bereikt, de tijd, dat men filosofi
sche neigingen krijgt en tot het besef komt,
dat er nog meer is in de wereld. U staat aan
de vooravond van de winter. Wanneer men
in de natuur kijkt heeft ieder seizoen zijn
eigen bekoring, ook de winter. Hoe kan een
schilderij van een winterlandschap ontroeren.
Als U dadelijk afscheid hebt genomen, blijft
Met leedwezen geven wij kennis van het
overlijden van:
I. STERKMAN
oud-werknemer, die gedurende ca. 41
jaar als modelmaker zijn krachten aan
de onderneming heeft gegeven (over
leden ll-7-'53).
D. F. VAN AS
aankomend bankwerker, in dienst bij
de onderneming sedert 17-2-'47 (over
leden 20-7-'53).
W. G. VAN BEEK
oud-werknemer, die ca. 27 jaar als
bankwerker in het bedrijf heeft ge
werkt. (overleden 26-7-'53).
J. VAN DALEN
Overleden op 3 Augustus 1953.
Deze nog jonge correspondent was 12
jaren werkzaam op onze afdeling repa
ratie te Rotterdam. Hij heeft zich in de
loop der jaren als een zeer bruikbare
kracht ontwikkeld, totdat hij onver
wachts wegens een ernstige ziekte in
het ziekenhuis moest worden opgeno
men. Helaas is hij daarvan niet meer
thuis gekomen.
De grote belangstelling op zijn begra
fenis bewees dat hij zich vele vrienden
had verworven.
Hun nagedachtenis zal door ons in ere ge
houden worden.
dan niet hangen aan hetgeen onherroepelijk
voorbij is. Onlangs heeft de heer Van West
in het W. F. Nieuws een artikel geschreven
met als opschrift „En het leven gaat verder".
Zo is het inderdaad. Tracht Uw leven toch
vol te maken en probeert U aan te passen in
het leven als U dadelijk uit het bedrijf bent.
Na deze woorden van de heer Weber wordt
met een handdruk afscheid genomen.