RUIMTE!
GEEF ZE DE
(jJj) NIEUWS
De schoonste zomer-zonneschijn
Verwarmt noch hart noch zinnen,
Als wij niet vervrolijkt zijn
Door *t zonnetje van binnen.
Als eerste punt op het programma stond een
bezoek aan de leerlingen van de Bedrijfs-
school. De chef van de school - de heer van
der Jagt - had ons vergezeld op de reis en
wij togen dus gezamenlijk naar het bedrijfs-
schoolkamp, waar de heren Brands en Im
merzeel ons hartelijk verwelkomden.
Te midden van prachtige bosschages lagen
eettent, slaaptenten en keuken daar en de
zon deed haar best om dit echte kampleven
nog mooier te maken. Onze eerste indruk
was, dat slechts weinige jongelui er op uit
getrokken waren, want overal zagen we ze:
fris en opgewekt, sportief gekleed. Weldra
begrepen wij het: het was dicht bij etenstijd!
En dan zijn de lui wel present, want „schran
sen kunnen ze opperbest, langdurig en veel.
Namen noemen doen we niet, maar zo'n slor
dige 20 boterhammetjes of een stuk of zes
borden pap na het eten werden daar genut
tigd en helemaal geen last van lintwurrem-
pies hoor. 'tWas echte honger. Geen wonder
trouwens, want de jongens zijn steeds in be
weging en de buitenlucht werkt heilzaam op
de maagspieren. Begin aan deze jongelui niet
te vragen hoe het weer is of was. Ze kijken
je dan min of meer medelijdend aan, tillen
de brede schouderen tot de onderste takken
van de bomen, mompelen iets (wat?) en
gaan verder met pret maken, want ook dat
kunnen die snuiters.
Wij werden tenslotte uitgenodigd om de
Een vacantienummer van het W.F.-Nieuws
zonder een verslag van het Bedrijfsscholieren-
kamp en de nodige interviews met andere
vacantiegangers van W.F. is natuurlijk niet
te rijmen.
Daar onze lezers evenwel zeer critisch zijn
ingesteld heeft de heer Keyzer het vrolijke
conterfeitsel van verscheidene vacantiegan
gers op foto's vastgelegd. U ziet dan, lezers,
dat wij inderdaad in een werkelijk blijde ge
meenschap zijn geweest. Zonder deze foto's
zoudt U allicht kunnen denken, dat wij ons
aan enige overdrijving hebben schuldig ge
maakt toen dit verslag ontstond.
Heidebad is voor vele werknemers en hun
vrouwen en kinderen een geliefd vacantiever-
blijf. Elk jaar komen er verbeteringen en als
U straks de uitspraken van enthousiastelingen
zult hebben gelezen, dan zult U begrijpen,
dat er niets teveel geschreven is, eerder het
tegenovergestelde. Want lang niet iedereen
was volkomen uitgesproken als wij het ge
sprek moesten afbreken wegens tijdnood.
De ontvangst „ten stadhuize" (hier bedoeld
het hoofdgebouw) was hartelijk en de heren
Buter en van Erk, leiders van het kamp
Heidebad, waren blij, dat zij ons wederom
konden ontvangen in een opgewekt gezel
schap.